Brief regering : Verzoek instemming geen bezwaar tegen toetreding van Dominicaanse Republiek tot Haags Alimentatieverdrag 2007
33 836 Personen- en familierecht
K/ Nr. 103
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
5 februari 2025.
De wens dat de ontwerpbesluiten uitdrukkelijke instemming behoeven kan door of namens
één van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 20 februari 2025.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2025
Het Haags Alimentatieverdrag 20071 heeft tot doelstelling de effectieve internationale inning van levensonderhoud voor
kinderen en andere familieleden te waarborgen, in het bijzonder door samenwerking
tussen de centrale autoriteiten van de verdragsluitende partijen, en te zorgen voor
de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen inzake levensonderhoud. De Europese
Unie is namens de lidstaten toegetreden tot dit verdrag. De EU heeft ook een regeling
op de onderdelen van dit verdrag (de Alimentatieverordening2) waardoor de toetreding van nieuwe partijen bij dit verdrag valt onder de bevoegdheid
van de EU.
De Dominicaanse Republiek heeft op 21 maart 2024 meegedeeld toe te willen treden tot
het Haags Alimentatieverdrag 2007 en op deze datum heeft tevens notificatie hiervan
door de depositaris plaatsgevonden. Op grond van het verdrag is er een termijn van
12 maanden voor het maken van bezwaar tegen de voorgenomen toetreding.3 Deze termijn eindigt op 22 maart 2025.
De Nederlandse inzet is gericht op een zo groot mogelijk bereik van het Haags Alimentatieverdrag
2007. Dit is in het belang van alle alimentatiegerechtigden die recht hebben op betaling
van alimentatie vanuit een andere verdragsstaat.
Het niet maken van bezwaar tegen toetreding van de Dominicaanse Republiek is een besluit
van de Raad op grond van artikel 81, derde lid, Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie. Omdat het familierecht betreft is unanimiteit vereist. Een dergelijk
besluit vergt de instemming van beide Kamers der Staten-Generaal op grond van artikel
3 van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon.
Ter voorbereiding van de besluitvorming is binnen de Europese Commissie onderzoek
gedaan naar de Dominicaanse Republiek met betrekking tot de «rule of law», fundamentele
rechten en het rechtssysteem.4 Wat betreft de implementatie is onder meer gekeken naar het functioneren van de aangewezen
centrale autoriteit.
Op grond van dat onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd.
De Dominicaanse Republiek is een belangrijke partner van de EU in de regio. De politieke
relatie tussen de EU en de Dominicaanse Republiek wordt beheerst door een (nieuw)
partnerschap met de organisatie van Afrikaanse, Caribische en Pacifische staten (AOCP)
over onderwerpen als duurzame ontwikkeling en groei, mensenrechten en vrede en veiligheid
(de Samoa-overeenkomst).
De Dominicaanse Republiek wordt beschouwd als een stabiele en goed functionerende
democratie met een goede reputatie op het gebied van mensenrechten. Wel is er nog
ruimte voor verbetering van de bescherming van deze rechten, zoals op het terrein
van kinderarbeid en geweld tegen kinderen en vrouwen. De overheid voert campagnes
ter bewustwording van onder meer het tegengaan van huiselijk geweld en er is wetgeving
geïntroduceerd om problemen op deze terreinen aan te pakken.
Op het terrein van de rechtspraak is er een strategisch plan tot stand gekomen (Visión
Justicia 2020–2024) met algemene doelstellingen voor de hervorming van het rechtsstelsel,
gericht op inclusie, efficiëntie en integriteit.
De EU heeft de hervormingen actief ondersteund door een recent samenwerkingsproject
met onder andere Europese rechters.
De Dominicaanse Republiek is reeds partij bij verschillende verdragen van de Haagse
Conferentie voor Internationaal Privaatrecht en heeft goede ervaringen opgedaan met
de uitvoering van verdragen op onder meer de terreinen van kinderontvoering, kinderbescherming
en interlandelijke adoptie.
Het verdrag is voor de Dominicaanse Republiek vanaf de inwerkingtreding direct toepasbaar,
er is geen specifieke implementatiewetgeving nodig. Met betrekking tot het Haags Alimentatieverdrag
2007 heeft de Dominicaanse Republiek als centrale autoriteit het Openbaar Ministerie
aangewezen dat een speciale afdeling heeft die verantwoordelijk is voor het innen
van onderhoudsverplichtingen.
Gelet op het voorgaande ben ik met de Europese Commissie van oordeel dat er geen bezwaar
bestaat tegen de toetreding door de Dominicaanse Republiek tot het Haags Alimentatieverdrag
2007. U wordt dan ook gevraagd in te stemmen met het niet maken van bezwaar tegen
de toetreding door de Dominicaanse Republiek.
Er is een concept-besluit van geen bezwaar in voorbereiding. Dit document is op dit
moment nog niet openbaar, maar toegankelijk voor beide Kamers via de delegates portal.5 Er kunnen nog minimale wijzigingen in dit besluit worden aangebracht op basis van
juridisch taalkundige revisies.
Gelet op het komende voorjaarsreces, het naderende einde van de bezwaartermijn en
de nog te doorlopen procedure is het niet mogelijk om te wachten met het vragen van
instemming tot een concept-besluit openbaar is gemaakt.
Overeenkomstig de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon vraag ik uw Kamer instemming
om medewerking te verlenen aan de totstandkoming van dit besluit.
Ik ga ervan uit dat uw Kamer stilzwijgende instemming heeft verleend, indien deze
brief niet binnen 15 dagen na dagtekening ervan6 tot een reactie heeft geleid.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid