Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een burgerbrief inzake PGB
25 657 Persoonsgebonden Budgetten
Nr. 364
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2025
U heeft per brief (kenmerk 2024Z17094) verzocht richting u te reageren op een e-mail die uw vaste commissie Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) heeft ontvangen.
Allereerst wil ik u danken voor het delen van dit signaal en wil ik via u de schrijfster
van de e-mail danken voor haar openheid. In haar es-mail beschrijft zij de situatie
waar ze deels op basis van een pgb voor haar moeder zorgt. Daarbij vraagt ze aandacht
voor het feit dat wanneer het pgb door overlijden van haar moeder wegvalt, ze geen
enkele vorm van sociale zekerheid heeft.
Ik heb dit eerder gezegd, maar vind het belangrijk om te blijven herhalen: ik heb
de grootste bewondering voor mensen die een deel van het eigen leven opzijzetten voor
de zorg van naasten. Specifiek in deze casus geldt dat ook; waarbij ik me maar moeilijk
kan voorstellen hoe het is om met de onzekerheid te leven van een verlies van een
ouder en tegelijkertijd een inkomen en mogelijk onderkomen kwijt te raken.
De schrijfster van de e-mail haalt daarbij een ingewikkeld punt aan, namelijk sociale
zekerheid in situaties waarbij het pgb wordt ingezet als hoofdinkomen voor iemand
die zorg verleent aan een familielid. In beginsel is het pgb ontworpen voor diegenen
die zorg nodig hebben en zelf de zorg naar eigen inzicht willen inrichten: de eigen
regie. Het is daarbij wel toegestaan voor budgethouders om ook te kiezen voor zorg
door familieleden. In die gevallen speelt dan echter inderdaad wel mee dat er mogelijk
geen sprake is van een gezagsverhouding en daardoor geen arbeidsovereenkomst.
Er bestaat slechts toegang tot werknemersverzekeringen (zoals de WW) voor werknemers,
die op basis van een arbeidsovereenkomst onder gezag van een werkgever werken. Wanneer
er sprake is van een gezagsverhouding en daarmee een arbeidsovereenkomst, kan er recht
bestaan op werknemersverzekeringen, zoals de WW. Er moet dan ook aan de overige voorwaarden
zijn voldaan. De premies die hiervoor afgedragen moeten worden, komen daarbij ten
laste van het persoonsgebonden budget.
In voorkomende gevallen van pgb-zorg door familieleden, is er vaak geen sprake van
een duidelijke gezagsverhouding omdat de budgethouder geen duidelijke instructies
kan geven aan de zorgverlener. Zonder een dergelijke gezagsverhouding kan er geen
sprake zijn van een arbeidsovereenkomst en is de zorgverlener geen werknemer in de
zin van de werknemersverzekeringen. Voor elke individuele overeenkomst kan dit wel
getoetst worden door de Belastingdienst. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) biedt voor
budgethouders en hun zorgverleners hierbij ondersteuning.
De schrijfster van de e-mail geeft aan dat in haar geval wel duidelijke instructies
worden gegeven door haar moeder. Het is niet duidelijk of er nog andere omstandigheden
zijn die kunnen wijzen op een mogelijke gezagsverhouding en of zij dit heeft laten
toetsen door de Belastingdienst. Als de toets nog niet heeft plaatsgevonden kan zij
dit alsnog laten doen en de instructiebevoegdheid van haar moeder daarbij zo duidelijk
mogelijk verwoorden. Ik kan echter niet op voorhand uitsluiten dat de toets negatief
uitpakt.
Daarom neem ik, na het versturen van dit antwoord aan uw Kamer, ook contact op met
de schrijfster van de brief. Samen met haar wil ik de situatie waar zij zich in bevindt
met betrokken instanties bespreken om zo tot een voor haar werkbare oplossing te komen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer
Indieners
-
Indiener
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport