Brief regering : Herziening Mijnbouwwet
32 849 Mijnbouw
Nr. 266
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2025
De diepe ondergrond speelt een belangrijke rol in hoe we in Nederland energie opwekken
en opslaan. Dat is op dit moment zo en dat zal ook in de toekomst zo zijn. De winning
van olie en gas neemt af en in het kader van de energietransitie ontstaan nieuwe toepassingen.
Zo kan geothermie een duurzaam alternatief voor gas voor het verwarmen van woningen
en is zout een belangrijke grondstof voor farmaceutica, ledlampen en batterijen. Daarnaast
draagt de opslag van waterstof in zoutcavernes bij aan het balanceren van vraag en
aanbod naar energie en is de afvang en opslag van CO2 in lege gasvelden op de Noordzee essentieel voor het verduurzamen van de Nederlandse
industrie.
Sinds de inwerkingtreding van de Mijnbouwwet in 2003 is er ten aanzien van het gebruik
van de diepe ondergrond in Nederland veel veranderd. De huidige wet is met name gericht
op marktordening en veiligheid. Dat is niet meer voldoende. De zorgen van omwonenden
zijn toegenomen en draagvlak voor nieuwe activiteiten is niet meer vanzelfsprekend.
Dit is mede het gevolg van de aardbevingen van het Groningenveld. Daaruit moeten we
lessen trekken voor o.a. omwonenden. Daarnaast speelt de toenemende schaarste van
ruimte. Het kabinet is gebonden aan deze juridische kaders bij de beoordeling van
individuele aanvragen om mijnbouwactiviteiten te verrichten. Het kabinet kan aanvragen
voor vergunningen niet zomaar weigeren. Tegelijkertijd heeft het kabinet veel begrip
voor zorgen die er zijn.
Kortom, er is behoefte aan meer regie en duidelijkheid vanuit de overheid. Daarnaast
zijn aanvullende voorwaarden nodig voor een veilig en financieel, maatschappelijk
en ruimtelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond, óók nadat het gebruik is
gestopt. Tenslotte dient er ruimte te zijn voor nieuwe ontwikkelingen die de energietransitie
mogelijk maken.
Het kabinet beoogt invulling te geven aan de hierboven geschetste behoefte via een
herziening van de Mijnbouwwet, het programma Duurzaam Gebruik Diepe Ondergrond, het
sectorakkoord (voor zowel op land als de Noordzee), en de verkenning naar een alternatief
model voor batendeling. Het kabinet gaat hiermee verder op de door het vorige kabinet
ingeslagen weg, zoals verwoord in de Contourennota1.
Deze brief richt zich op de aanpak en planning van de herziening van de Mijnbouwwet,
conform mijn toezegging2 van 11 december 2024 in het Commissiedebat Mijnbouw. Deze brief geeft ook invulling
aan de toezegging van het vorige kabinet3 om de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de uitwerking van de Contourennota.
Herziening Mijnbouwwet
Het kabinet beoogt, in lijn met de Contourennota, een omvangrijke herziening van de
bestaande Mijnbouwwet. Met de herziening wil het kabinet drie typen wijzigingen realiseren:
1) het verankeren van beleidskeuzes, 2) het borgen van eerder gemaakte keuzes en 3) het
oplossen van knelpunten. Dit zal uiteindelijk leiden tot een herijkt wettelijk kader
voor veilig en financieel, maatschappelijk en ruimtelijk verantwoord gebruik van de
diepe ondergrond, met meer regie bij de overheid («nee, tenzij»), dat past bij afwegingen
met betrekking tot de schaarse ruimte, de veranderde rol van de diepe ondergrond en
het maatschappelijk perspectief op het gebruik ervan.
Verankeren beleidskeuzes die passen bij deze tijd
Ten eerste is het kabinet voornemens beleidskeuzes – die nu nog niet of onvoldoende
wettelijk zijn vastgelegd – te verankeren in de wet. Deze uitgangspunten leveren de
beoogde aanvullende randvoorwaarden voor een veilig en verantwoord gebruik van de
diepe ondergrond die onder andere moet leiden tot meer regie bij de overheid («nee, tenzij»-principe).
Dan gaat het onder andere over het opnemen van regels om nadelige effecten te voorkomen
en te verhelpen nadat de activiteit gestopt is en de betrokkenheid van de omgeving.
Ook kijkt het kabinet naar nadere wettelijke borging voor schadeafhandeling, het opnemen
van een generieke veiligheidsnorm voor alle typen gebruik en een alternatief model
voor batendeling.
Daarnaast zal het kabinet, in lijn met de motie van het lid Postma4, verkennen of de veiligheid voor mens en milieu en het belang van natuur sterker
als weigeringsgrond verankerd kan worden in de regelgeving. Ook eerdere moties van
de Kamer met betrekking tot de herziening van de Mijnbouwwet zullen bezien worden
in dit traject5.
Met het programma Duurzaam Gebruik Diepe Ondergrond (DGDO) geeft het Rijk invulling
aan het ruimtelijk en maatschappelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond,
in samenhang met ander onder- en bovengronds ruimtegebruik. Gezien de samenhang en
afhankelijkheid tussen het programma en de herziening van de wet laat het kabinet
deze trajecten samen oplopen. Het programma is een uitwerking in het kader van de
Omgevingswet en bindend voor het Rijk. De uitkomsten van het programma zullen daarom
(deels) wettelijk moeten worden vastgelegd. Datzelfde geldt ook deels voor afspraken
uit het eerder genoemde sectorakkoord en de verkenning batendeling. Deze trajecten
geven invulling aan het maatschappelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond.
Zoals aangegeven is de inzet om voor de gaswinning in Nederland een sectorakkoord
af te sluiten. Hierin worden afspraken vastgelegd over de versnelling van de gaswinning
op de Noordzee, de gaswinning op land en de voorwaarden waaronder deze nog zal plaatsvinden.
Over de hoofdlijnen van het deel van het sectorakkoord voor gaswinning op land is
de Kamer met de brief van 6 december 20246 geïnformeerd.
Borgen eerder gemaakte keuzes
Ten tweede zullen eerder gemaakte keuzes, zoals de keuze om geen CO2-opslag of winning van schaliegas op land toe te staan, via de herziening van de Mijnbouwwet
worden verankerd. Oorspronkelijk was het voornemen om deze keuzes op het niveau van
het Mijnbouwbesluit vast te leggen. Dit vergt echter een wetswijziging. Vanwege de
samenhang met andere onderwerpen wordt dit meegenomen in de herziening van de Mijnbouwwet.
Daarnaast wordt bezien of aanpassingen nodig zijn in het kader van Europese wetgeving.
Oplossen knelpunten
Ten derde wil het kabinet bestaande knelpunten in de wet oplossen, zodat het stelsel
beter gaat werken voor adviseurs, andere overheden, vergunninghouders en aanvragers
van vergunningen en het bevoegd gezag.
Geen wijzigingen bevoegdheden of verdere differentiatie regelgeving
Het kabinet wil tempo maken en de herziening samen op laten lopen met het programma
DGDO. Het kabinet kiest er daarom voor geen wijzigingen in de bevoegdheden van overheden
op grond van deze wet, of verdere differentiatie van regelgeving per type gebruik
van de ondergrond door te voeren. Op dit punt wijkt de inzet af van de inzet van het
vorige kabinet zoals verwoord in de Contourennota. Dit betreffen namelijk ingrijpende
wijzigingen. Het kabinet kiest ervoor de focus te leggen op de eerder genoemde beleidskeuzes,
zoals het invullen van het ruimtelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond
en de betrokkenheid van de omgeving. Zo kan op kortere termijn recht worden gedaan
aan het veranderde maatschappelijke perspectief op het gebruik van de diepe ondergrond
en zo kan het «nee, tenzij»-principe geborgd worden.
Betrokkenheid belanghebbenden
De input van en gesprekken met belanghebbenden zijn van groot belang voor gedragen,
uitvoerbare en handhaafbare wet- en regelgeving. Daarom worden gedurende het ontwikkeltraject
van de wet gesprekken gevoerd met andere ministeries, decentrale overheden, Energiebeheer
Nederland (EBN), Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en andere toezichthouders, TNO-AGE,
de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en brancheorganisaties. Zo kan input
worden geleverd op bovenstaande onderwerpen. Voor het programma DGDO worden maatschappelijke
dialogen gevoerd met belanghebbenden. Ook zal in het kader van het onderdeel gaswinning
op land in het sectorakkoord met belanghebbenden worden gesproken. De betrokkenheid
van belanghebbenden bij de verschillende trajecten wordt zoveel mogelijk in samenhang
ingevuld.
Planning en voortgang
De herziening van de Mijnbouwwet is een omvangrijk en meerjarig traject waarvoor het
programma DGDO en de verkenning batendeling belangrijke input leveren. Het programma
DGDO is een programma onder de Omgevingswet, waardoor eisen worden gesteld aan de
processtappen en participatie om tot eindresultaten te komen. Het kabinet acht het
verstandig deze twee trajecten samen op te laten lopen, zodat de uitkomsten van het
programma geborgd kunnen worden in de wet via de herziening. Het wettelijk borgen
dient om de doorwerking richting decentrale overheden en operators te realiseren,
omdat het programma zelf alleen bindend is voor het Rijk.
Het kabinet bouwt voort op wat onder het vorige kabinet in gang is gezet. Zo is de
huidige Mijnbouwwet en -regelgeving grotendeels geanalyseerd. Daarbij is ook gekeken
naar de in 2024 in werking getreden Omgevingswet, het Programma Noordzee en Europese
wetgeving. Ook hebben het afgelopen jaar verkennende gesprekken plaatsgevonden met
belanghebbenden.
In 2025 worden de keuzes voor de wet in samenhang met het programma (inhoudelijk en
qua participatie) uitgewerkt en uiteindelijk verwerkt in wetteksten. Het kabinet streeft
ernaar dat de internetconsultatie in het eerste kwartaal van 2026 kan starten. Dit
betekent dat de aanbieding aan de Kamer medio 2027 kan plaatsvinden. Parallel wordt
de lagere regelgeving aangepast.
Tot slot
De verankering van aanvullende randvoorwaarden voor veilig en financieel, maatschappelijk
en ruimtelijk verantwoord gebruik van de diepe ondergrond en de zorgvuldige afweging
van verschillende belangen zoals die van omwonenden daarbij kost tijd. Gezien het
belang van helderheid voor burgers en bedrijven en voor de energietransitie zal ik
hier prioriteit aan geven en al het mogelijke doen om de diverse trajecten, die aan
deze randvoorwaarden invulling geven, vlot maar zorgvuldig af te ronden.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.