Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Olger van Dijk c.s. over in de Balanced Approachprocedure vasthouden aan het geluidsdoel van ten minste 17% (Kamerstuk 31936-1188)
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 531
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2025
Met deze brief wil ik namens het kabinet reageren op de motie Olger van Dijk c.s.
(Kamerstuk 31 936, nr. 1188) die de Kamer op 17 december jl. heeft aangenomen.1 Deze motie verzoekt de regering in de balanced approach-procedure voor Schiphol vast
te houden aan het geluidsdoel van tenminste –17% in de eerste fase.
Op 6 december jl. heeft het kabinet een besluit genomen over de uitkomst van de definitieve
berekeningen in de balanced approach-procedure Schiphol. Kijkend naar alle belangen
en gelet op de resultaten van de controleberekeningen heeft het kabinet ervoor gekozen
om in de eerste fase 15% van het geluidsdoel in te vullen. De keuze om het geluidsdoel
gefaseerd te behalen is al eerder gemaakt.2
Het kabinet heeft zorgvuldig gekeken naar de motie en het verzoek van de Kamer om
alsnog 17% in de eerste fase in te vullen. Het kabinet ziet in deze motie het dilemma
terug waarvoor het zichzelf bij de besluitvorming op 6 december ook heeft gezien.
Namelijk het dilemma tussen enerzijds snelheid in het afronden van de BA procedure,
zodat per 1 november 2025 een pakket aan geluidbeperkende maatregelen kan worden ingevoerd
en anderzijds de wens van de Kamer om een groter deel van het geluidsdoel in de eerste
fase in te vullen. Het kabinet is daarbij tot het oordeel gekomen dat wanneer het
in de eerste fase zou kiezen voor invulling van 17% van het geluidsdoel, dit waarschijnlijk
gezien zou worden door de Europese Commissie als een nieuwe notificatie van de balanced-approach
procedure. Dit zou leiden tot grote vertraging. Gelet op de in de Geluidsverordening
voorgeschreven termijnen en procestappen zou het dan niet langer meer mogelijk zijn
om per november 2025 het maatregelenpakket in werking te laten treden. Dit creëert
ook een risico ten aanzien van lopende juridische procedures en zorgt ervoor dat het
herstel van de rechtspositie van omwonenden langer op zich laat wachten. Dat vindt
het kabinet ongewenst. Het kabinet kiest er daarom voor om de lopende balanced approach-procedure
– waarmee 15% van het geluidsdoel wordt ingevuld – voort te zetten.
Het kabinet begrijpt dat de Kamer middels deze motie het belang van de leefomgeving
en omwonenden in overweging neemt. Daarbij geldt dat het kabinet het ook van groot
belang acht om de omwonenden zekerheid te bieden en dat het afgesproken geluidsdoel
onverkort overeind blijft. Zoals eerder gemeld hecht het kabinet er daarom aan te
benadrukken dat het bijstellen van het geluidsdoel in de eerste fase per november
2025 op geen enkele wijze afbreuk doet aan het geluidsdoel zoals vastgelegd in het
Actieplan Geluid Schiphol 2024–2029: –20% voor het etmaal en –15% voor de nacht. Het
kabinet streeft ernaar dit volledige geluidsdoel van –20%, en daarmee ook de –17%
waartoe de Kamer het kabinet oproept, zo snel mogelijk te realiseren. Mocht het advies
van de Europese Commissie aanleiding zijn om de invulling van het geluidsdoel opnieuw
te bezien, zal het kabinet dit in overweging nemen.
Versneld LVB
In de Kamerbrief van 6 december3 is de Kamer geïnformeerd dat een algehele wijziging van het LVB om het maximum aantal
vliegtuigbewegingen dat volgt uit de balanced approach-procedure vast te leggen, niet
tijdig gereed zal zijn om per november 2025 in werking te treden. Het kabinet wil
echter onverkort vasthouden aan deze datum voor de inwerkingtreding van het volledige
maatregelenpakket. Daarom wordt parallel aan de algehele LVB-wijziging een versnelde
wijziging van het LVB opgesteld. Hierin is het maximumaantal vliegtuigbewegingen voortvloeiend
uit de balanced approach-procedure opgenomen (478.000, waarvan 27.000 in de nacht).
Dit versnelde LVB wordt op korte termijn voorgehangen bij beide Kamers.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat