Brief regering : Project Verwerving Combat Counter-UAS
27 830 Materieelprojecten
Nr. 458 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2025
De voortdurende oorlog in Oekraïne en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten laten
het toenemende belang zien van Unmanned Aircraft Systems (UAS), zoals drones, op het slagveld. Dit onderstreept automatisch ook het belang
van Combat
Counter-UAS (C-UAS) capaciteit voor de bestrijding van deze onbemenste systemen zoals drones
in het moderne conflict.
Defensie versterkt daarom de capaciteiten ter ondersteuning van de zware infanteriebrigade
(Heavy Infantry Brigade) en de middelzware infanteriebrigade (Medium Infantry Brigade) met mobiele anti-drone kanonsystemen. Daarnaast vraagt de NAVO Nederland om met prioriteit
te investeren in zwaardere gevechtscapaciteiten voor het landoptreden, zoals grondgebonden
lucht- en raketverdediging (Surface Based Air and Missile Defence, SBAMD) en Land
Manoeuvre formations.1
Met deze A/D-brief informeer ik uw Kamer over het project «Verwerving Combat Counter-UAS». Defensie kiest binnen de afspraken van het Defensie Materieelproces (DMP)2 voor een gecombineerde A/D-brief.3 Deze versnelde procesgang creëert de mogelijkheid om na parlementaire behandeling
van deze Kamerbrief nog in de eerste helft van 2025 de eerste financiële verplichtingen
aan te gaan voor dit project. Daarmee versnelt Defensie de verwerving van deze systemen
om vanaf 2028 over Combat C-UAS capaciteit te kunnen beschikken.
Behoefte
Huidige capaciteit
De succesvolle inzet van onze militairen en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht
zijn sterk afhankelijk van bescherming tegen luchtdreigingen.4 Voor de verdediging tegen vijandelijke luchtdreigingen beschikt Defensie over gelaagde
grondgebonden lucht- en raketverdediging, waaronder Long Range Air Defence (LRAD) en Ballistic Missile Defence capaciteit met het Patriot-wapensysteem voor de bestrijding van bijvoorbeeld kruisvluchtwapens.
Ook verwerft Defensie momenteel Medium Range Air Defence (MRAD) en Short Range Air Defence (SHORAD) capaciteit met het project «Vervanging MRAD en SHORAD» voor de bestrijding
van bijvoorbeeld vliegtuigen op middellange en korte afstand.5 De bestrijding van kleine en goedkope UAS is met deze specialistische capaciteiten
echter niet doelmatig en doeltreffend. Defensie beschikt momenteel niet over een mobiele
C-UAS capaciteit die de eenheden van de zware en middelzware infanteriebrigades kan
beschermen tegen deze kleine en goedkope UAS. Daarom investeert Defensie in aanvullende
capaciteiten voor luchtverdediging.
Nieuwe capaciteit
De snelle technologische ontwikkeling en proliferatie van kleine UAS zorgen ervoor
dat het belang van een sterke luchtverdediging hiertegen toeneemt. Vanwege hun geringe
omvang, het vermogen om stil te kunnen hangen, snel (kortstondig) te verplaatsen en
relatief ongehinderd door het luchtruim te bewegen, is de trefkans met traditionele
wapensystemen gering. Een gelaagde verdediging tegen de verschillende typen UAS is
nodig om zo doeltreffend en doelmatig mogelijk het beoogde effect te bereiken met
minimale nevenschade.
Het project «Verwerving Combat
Counter-UAS» richt zich specifiek op de bestrijding van kleine UAS. De secundaire dreiging
waar deze capaciteit tegen wordt ingezet zijn laagvliegende helikopters en vliegtuigen
tot een afstand van vijf kilometer (Very Short Range Air Defence, VSHORAD). Combat C-UAS treedt in samenhang met andere luchtverdedigingseenheden of zelfstandig op.
Deze capaciteit vergroot de mogelijkheid om eenheden, gebieden en vitale (militaire)
infrastructuur zoals vliegbases en havens op een kosteneffectieve manier te beschermen
tegen (zwermen) kleine UAS, loitering munitions6, zeer laagvliegende helikopters en vliegtuigen. Combat C-UAS capaciteit is daarmee randvoorwaardelijk voor het moderne mobiele gevecht in
het hogere deel van het geweldsspectrum en draagt direct bij aan de bescherming van
onze militairen. De capaciteit kenmerkt zich door grote mobiliteit, hoge mate van
bescherming, interoperabiliteit en is 24 uur per dag en onder alle weersomstandigheden
inzetbaar. Aanvullend bestrijden SHORAD (tot vijftien kilometer), MRAD (tot vijftig
kilometer) en LRAD (vanaf vijftig kilometer) de grotere UAS.7 Samen vormen deze capaciteiten een integraal onderdeel van effectieve gelaagde luchtverdediging
tegen verschillende typen UAS.
Kwalitatieve behoefte
Combat C-UAS eenheden moeten hun taak kunnen vervullen in de frontlinie en zij beschikken
daarom over hoogmobiele gepantserde voertuigen. De benodigde sensoren en effectoren
van Combat C-UAS zijn afgestemd op deze specifieke luchtdreiging. Hiernaast moet Combat C-UAS capaciteit beschikken over goed beveiligde draadloze communicatie, zodat de
eenheden in de frontlinie mobiel, flexibel en snel kunnen optreden terwijl ook zelfstandige
inzet zonder netwerk mogelijk blijft. Het project omvat de levering van Combat C-UAS kanonsystemen inclusief gepantserde rupsvoertuigen die het onderstel voor de
kanonsystemen vormen, command and control8, simulatiemiddelen, munitie voor opleiden en trainen (O&T) en voor inzet, en logistieke
ondersteuning9. De capaciteit treedt geïntegreerd op met de voorziene MRAD- en SHORAD-capaciteit
en is tevens zelfstandig inzetbaar.
Kwantitatieve behoefte
Het project omvat 22 Combat C-UAS systemen en systemen voor command and control. Het aantal te verwerven systemen is bepaald op basis van de benodigde capaciteit
voor de bescherming van de zware en middelzware infanteriebrigades. De manoeuvrebataljons10 van deze brigades worden beschermd door mobiele luchtverdedigingseenheden. Defensie
gaat over in totaal vijf van deze eenheden beschikken waarbij iedere mobiele luchtverdedigingseenheid
de beschikking heeft over vier Combat C-UAS systemen en meerdere SHORAD systemen. Deze mobiele eenheden treden op in samenhang
met MRAD-capaciteit om de brigades te beschermen. Daarnaast zijn twee aanvullende
Combat C-UAS systemen nodig voor O&T en als logistieke reserve. Door de geopolitieke ontwikkelingen
en bij verdere groei van de krijgsmacht is het niet uitgesloten dat in de toekomst
een grotere behoefte zal ontstaan dan tot nu toe is gekwantificeerd. In de contracten
wordt daarom waar mogelijk optieruimte voor extra systemen opgenomen.
Verwervingsvoorbereiding
Defensie kiest voor het kanonsysteem Skyranger30 op het rupsvoertuig Armoured Combat Support Vehicle (ACSV). Op basis van het operatieconcept en uit het marktonderzoek is gebleken dat
alleen deze oplossing voldoet aan de gestelde eisen voor de Nederlandse Combat C-UAS capaciteit. Deze systemen zijn «van de plank» (Military off the Shelf, MOTS) te verwerven. MOTS-verwerving biedt voordelen op het gebied van prijs en levertijd.
Daarnaast kent het kanonsysteem Skyranger30 een groeiende gebruikersgroep van Europese
partners. Op dit moment hebben Duitsland, Denemarken en Oostenrijk de Skyranger30
aangekocht. Hierdoor kan Defensie gedurende de levensduur voordelen behalen op de
gebieden van interoperabiliteit door gezamenlijke training, opleidingen en kennisdeling
en instandhoudingsvoordelen door reservedelenvoorziening en uitwisselbaarheid van
munitie.
Dit project integreert diverse MOTS-componenten, zoals het kanonsysteem Skyranger30
en het rupsvoertuig ACSV binnen hetzelfde IT-netwerk11 als bij het project «Vervanging MRAD en SHORAD». Omdat alleen deze deelsystemen technisch
voldoen, doet Defensie een beroep op artikel 2.23 lid b12 van de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV). Op grond hiervan
kan de aanbestedende dienst de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen
en zodoende de componenten en integratiewerkzaamheden single source bij de desbetreffende leveranciers, Rheinmetall en Flensburger Fahrzeugbau, verwerven.
Uitwerking
Personeel
Defensie beschikt over voldoende projectcapaciteit om dit project uit te voeren. De
nieuwe Combat C-UAS capaciteit wordt ingedeeld bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
(DGLC) op de Luitenant-Generaal Bestkazerne in Vredepeel. Hiervoor breidt Defensie
de komende jaren het DGLC uit met circa 125 arbeidsplaatsen. Defensie vergroot het
personeelsbestand door bij de algemene wervingsinspanning meer militairen aan te nemen.
Voor het DGLC werft Defensie over meerdere jaren personeel tot de instroom van de
nieuwe systemen. De leverancier van het kanonsysteem Skyranger30 kan in de eerste
jaren ondersteuning leveren voor onderhoud, waardoor er meer tijd is om schaars technisch
personeel te werven en op te leiden. Daarnaast wordt de capaciteit voor rijopleidingen
en opleidingen voor bedienaars en voertuigcommandanten vergroot.
Internationale samenwerking en interoperabiliteit
In lijn met de motie Paternotte/Van Campen13 weegt Defensie standaardisatie zwaarder mee bij de aanschaf van militair materieel.
Tegen de achtergrond van de verslechterde veiligheidssituatie en het toenemende belang
van UAS in conflicten verwerven meerdere Europese landen Combat C-UAS systemen. Binnen dit project streeft Defensie naar een hoge mate van interoperabiliteit
en samenwerking met Europese partners, waaronder Duitsland. Uitwisselbaarheid van
munitie met krijgsmachten van bondgenoten vereenvoudigt de logistieke bevoorradingsprocessen
tijdens inzet en vergroot daarmee de effectiviteit van de inzet. Een Combat C-UAS kanonsysteem Skyranger30 met een groeiende gebruikersgroep kent voordelen voor
instandhouding en reservedelenvoorziening. Daarnaast bevordert dit de interoperabiliteit,
faciliteert het tijdige levering en verlaagt het de prijs-per-stuk. Het rupsvoertuig
ACSV is reeds gekocht door Noorwegen, en bovendien koopt Nederland dit rupsvoertuig
ook voor de SHORAD-capaciteit. Dit vergroot daarmee ook de interoperabiliteit van
eenheden binnen de Nederlandse krijgsmacht.
Digitale interoperabiliteit met bondgenoten wordt gewaarborgd door gebruik te maken
van de bestaande NAVO-protocollen. Het hanteren van eenzelfde command and control-architectuur voor de Combat C-UAS en de MRAD- en SHORAD-capaciteit faciliteert genetwerkt optreden tussen de
mobiele luchtverdedigingseenheden, waardoor de systemen gezamenlijk bijdragen aan
de gelaagde luchtverdediging van de NAVO.
Met dit project geeft Defensie invulling aan de motie-Koekkoek/Boswijk14 over het belang van Europese strategische autonomie bij de keuze van luchtverdedigingssystemen
en de motie-Paternotte/Dassen15 over het belang van versterking van een gezamenlijke, geïntegreerde Europese luchtverdediging.
Industriële participatie
Voor dit project verkent het Ministerie van Economische Zaken met de leveranciers
hoe industriële participatie een bijdrage kan leveren aan de versterking van kennis,
capaciteiten en ervaring van de Nederlandse industrie bij de prioritaire technologiegebieden
van Defensie. Naar aanleiding daarvan stellen de leveranciers een plan op om op verschillende
gebieden samen te werken met de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Over
de resultaten van het industrieel participatiebeleid wordt uw Kamer tweejaarlijks
geïnformeerd.16
Innovatie
Het concept van gelaagde lucht- en raketverdediging is schaalbaar, waardoor deze nieuwe
capaciteit flexibel en modulair kan worden aangepast voor verschillende soorten inzet.
Dit omvat bijvoorbeeld de verdediging van eigen operationele eenheden en die van bondgenoten,
maar ook van vitale (militaire) infrastructuur. De robuuste centrale IT-ruggengraat
integreert een groot deel van de gelaagde lucht- en raketverdediging, waaronder Combat C-UAS, naadloos. Ook biedt de open IT-architectuur mogelijkheden voor uitbreiding
met toekomstige wapensystemen zoals de High Energy Laser.
Duurzaamheid
Het project voorziet in uitgebreide mogelijkheden voor simulatie. Onze militairen
kunnen daarmee realistisch (embedded) trainen in het wapensysteem zelf. Tevens schaft Defensie systemen aan voor simulatie
in de klas. Intensief gebruik van simulatie, in combinatie met operationeel gebruik
van de fysieke omgeving, om het luchtverdedigingspersoneel op te leiden en te trainen
is cruciaal voor de operationele gereedheid van eenheden, en draagt ook bij aan de
beperking van de milieubelasting.
Doeltreffendheid en doelmatigheid
Met de uitvoering van dit project geeft Defensie, onder verwijzing naar art. 3.1 van
de Comptabiliteitswet 2016, invulling aan doeltreffendheid en doelmatigheid.
– Doeltreffendheid: de verwerving van Combat C-UAS capaciteit past in het concept van gelaagde lucht- en raketverdediging. De
capaciteit om de groeiende dreiging van vliegende platforms (helikopters, vliegtuigen,
of UAS) te kunnen uitschakelen, is essentieel voor de veiligheid van onze militairen
en de bescherming van de vitale (militaire) infrastructuur. Defensie versterkt en
vergroot de eigen luchtverdedigingscapaciteit significant met de uitvoering van dit
project. Daarmee geeft Nederland verdere invulling aan de behoeften van de NAVO.
– Doelmatigheid: de verwerving van Combat C-UAS capaciteit is doelmatig omdat het kanonsysteem Skyranger30 capaciteit koppelvlakken
biedt met Europese (NAVO-)partners in de gebruikersgroep van deze systemen. Meerdere
landen gaan deze systemen gebruiken, waardoor schaalvoordelen ontstaan op het gebied
van onderhoud en reserveonderdelenvoorziening. Daarnaast zorgt Defensie met de aanschaf
van het rupsvoertuig ACSV dat zowel de Combat C-UAS capaciteit als de SHORAD-capaciteit hetzelfde onderstel krijgen. Gebruik van
hetzelfde onderstel bevordert familievorming van materieel binnen Defensie en vereenvoudigt
de instandhouding. Defensie zal bepaalde componenten snel verwerven. Doordat Defensie
deze componenten direct aanschaft, kunnen productieslots worden gereserveerd. Dit
leidt tot kortere levertijden en mogelijk lagere kosten.
Gerelateerde projecten
Het project «Verwerving Combat
Counter-UAS» heeft een relatie met een aantal lopende projecten:
– «Vervanging MRAD en SHORAD-capaciteit»: Combat C-UAS maakt gebruik van dezelfde command and control-architectuur als MRAD en SHORAD en hetzelfde onderstel als SHORAD. De Combat C-UAS neemt deze configuratie over en wijkt alleen af waar absoluut noodzakelijk.
– Het programma Foxtrot realiseert de modernisering en vervanging van tactische communicatiemiddelen
en de daaraan verbonden IT-infrastructuur.17 Foxtrot schaft onder andere radio’s aan die worden gebruikt in de Combat C-UAS systemen voor de ondersteunende verbindingen (commandovoerings-IT) waarmee
de eenheden onderling kunnen communiceren.
Projectrisico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen.
Binnen de projectbegroting is een risicoreservering opgenomen om de onderkende risico’s
te dragen. Een risico betreft knelpunten in de planning. Het project is afhankelijk
van leveringen van de diverse componenten, waaronder het ACSV-rupsvoertuig, het kanonsysteem
Skyranger30 en de door Defensie aangeleverde Government Furnished Equipment (GFE). Het risico bestaat dat knelpunten in de planning ontstaan wanneer deze componenten
niet tijdig kunnen worden geleverd. Defensie beperkt het risico door nauwe afstemming
met de leveranciers van de gerelateerde componenten en zorgvuldige communicatie met
de leverancier van de systeemintegratie. Het risico dat GFE-artikelen niet tijdig
leverbaar zijn, wordt verkleind doordat Defensie dergelijke artikelen al in gebruik
heeft of vervangende artikelen aanlevert.
Een ander risico heeft betrekking op de implementatie van de verschillende IT-systemen.
Omdat IT-systemen van twee verschillende leveranciers (JIVC voor de door Defensie
gevoerde commandovoerings-IT en de leverancier voor de doelbestrijdings-IT) in dezelfde
voertuigen worden geïnstalleerd, ontstaan risico’s met betrekking tot ruimte, interferentie
(verstoringen door overlappende frequenties) en tijdsafhankelijkheden. Het risico
wordt beperkt door nauw contact tussen Defensie en de leveranciers.
Financiën
Het budget van het project «Verwerving Combat
Counter-UAS» bedraagt € 1.307,1 miljoen (prijspeil 2024). Deze investering komt in de periode
2025 tot en met 2029 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De commercieel
vertrouwelijke bijlage18 bevat nadere financiële informatie, omdat openbaarmaking de onderhandelingspositie
van Defensie schaadt.
Planning
Defensie is voornemens na parlementaire behandeling van deze A/D-brief verplichtingen
aan te gaan. De eerste contractondertekeningen in eerste helft van 2025 zijn randvoorwaardelijk
voor snelle verwerving van componenten, zoals het rupsvoertuig ACSV, de munitie en
IT-middelen. Indien Defensie deze componenten spoedig kan aanschaffen en daarmee productieslots
kan reserveren, leidt dit tot kortere levertijden en mogelijk lagere kosten. Hiermee
geeft Defensie tevens gedeeltelijk invulling aan de motie-Dassen19 over oplossingen om levertijden van luchtverdedigingscapaciteiten te verkorten en
productiecapaciteit op te voeren. Deze aanpak maakt levering van de eerste systemen
in 2028 mogelijk en stroomlijnt het daaropvolgende leverschema. Defensie beoogt het
project in 2029 af te ronden.
Vooruitblik
Defensie zet voor de verwerving van de Combat C-UAS in op een versnelling door een uitzondering op de ADV en een gecombineerde
A/D-brief. Dit is om zo snel mogelijk te kunnen beschikken over deze essentiële capaciteit,
waarvoor geen alternatieven beschikbaar zijn.
Na parlementaire behandeling van de A/D-brief wordt uw Kamer via het Defensie-projectenoverzicht
(DPO) en de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) geïnformeerd
over de voortgang van dit project.
De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman
Indieners
-
Indiener
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.