Brief regering : Te verwachten Europese wetgeving op het gebied van duurzame mobiliteit
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
31 305
Mobiliteitsbeleid
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 3992
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2025
Op 18 december 2024 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat verzocht
om een brief waarin wordt uiteengezet welke aanhangige Europese wetgeving op het gebied
van duurzame mobiliteit te verwachten is en in hoeverre deze in lijn is met het Hoofdlijnenakkoord.
Middels deze brief wordt dit verzoek ingewilligd en wordt, voor zover mogelijk, de
reeds bekende informatie verstrekt over de te verwachten Europese wetgeving.
Een eventueel oordeel over in hoeverre deze wetgeving in lijn is met het Hoofdlijnenakkoord
verloopt via de staande werkafspraken met de Kamer voor het opstellen van een kabinetsstandpunt
over nieuwe Commissievoorstellen en een BNC-fiche voor uw Kamer. Aangezien dit enkel
volgt op een daadwerkelijk wetsvoorstel van de Europese Commissie (hierna: de Commissie)
en deze voorstellen nu nog niet zijn verschenen, kan ik u hierover nog niet informeren.
De volgende bronnen geven een indicatie van de te verwachten Europese wetgeving op
het gebied van duurzame mobiliteit (i.e., verduurzaming van wegvervoer): opdrachtbrieven
aan de Eurocommissarissen, reeds aangekondigde nieuwe Commissievoorstellen, evaluaties
van bestaande wetgeving en tot slot het werkprogramma van de Europese Commissie.
Opdrachtbrieven aan Eurocommissarissen
De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen (hierna: de Commissievoorzitter)
heeft de beoogde Eurocommissarissen opdrachtbrieven gestuurd in lijn met de politieke
prioriteiten zoals zij deze op 18 juli 2024 presenteerde aan het Europees Parlement.
Uit deze opdrachtbrieven komen de volgende wetsvoorstellen op het gebied van duurzame
mobiliteit naar voren:
• Het in de Europese Klimaatwet vastleggen van een Europees klimaatdoel voor 2040 van
netto-90% emissiereductie ten opzichte van 1990. Deze opdracht geeft de Commissievoorzitter
aan Eurocommissaris Hoekstra voor Schone Groei en Klimaat. Eerder schreef het kabinet
in reactie op de mededeling over een 2040 klimaatdoel voor wat betreft duurzame mobiliteit
dat het essentieel is dat de Commissie aanvullend beleid ontwikkelt om de ingroei
van emissievrije voertuigen te versnellen en afspraken maakt over de inzet van hernieuwbare
brandstoffen en over de noodzakelijke laad- en tankinfrastructuur. Het is hierbij
van belang dat mobiliteit betaalbaar blijft voor burgers en een Europees gelijk speelveld
voor het wegtransport wordt geborgd.1
• Clean Corporate Fleets (voorheen Greening Corporate Fleets), waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd.2 De Commissievoorzitter geeft Eurocommissaris Tzitzikostas voor Duurzaam Vervoer en
Toerisme de opdracht om met een wetgevingsvoorstel te komen. Er is nog geen tijdspad
door de Commissie bevestigt.
Reeds aangekondigde nieuwe Commissievoorstellen
Op dit moment zijn er nog geen nieuwe Commissievoorstellen gepubliceerd gerelateerd
aan duurzame mobiliteit. Er lopen nog onderhandelingen over de CountEmissionsEU-verordening.3
Op 26 februari wordt de Clean Industrial Deal (CID) gepresenteerd. Naar verwachting zal dit een pakket van wetgeving, initiatieven
en strategie omvatten ter ondersteuning van het concurrentievermogen van de Europese
industrie. De CID zal onder andere gericht zijn op innovatie, decarbonisatie en externe
betrekkingen. Door dit pakket op 26 februari te presenteren, willigt de Commissievoorzitter
een belofte in om in de eerste honderd dagen na de benoeming van de nieuwe Commissie
met een actieplan te komen voor de verduurzaming en investeringen in de EU-industrie.
Voor duurzame mobiliteit is deze Clean Industrial Deal relevant, omdat hier mogelijk meer informatie zal volgen over het aangekondigde EU Automotive Industrial Action Plan van de Commissie. Dit laatstgenoemde Action Plan moet bestaande zorgen wegnemen over de problemen waarmee de Europese auto-industrie
aangeeft te kampen en in staat stellen de gestelde doelen ten aanzien van duurzame
mobiliteit te behalen. Daarnaast heeft de Commissievoorzitter aangekondigd een strategische
dialoog met de auto-industrie op te zetten.
Tot slot heeft de Commissievoorzitter aan Tzitzikostas gevraagd om te werken aan een
Sustainable Transport Investment Plan. Tzitizkostas heeft toegezegd om in 2025 met meer informatie over dit investeringsplan
te komen ter stimulering van bijvoorbeeld laadinfrastructuur en verduurzaming van
het wegvervoer.
Evaluaties van bestaande wetgeving
De komende jaren vinden er ook evaluaties plaats van aangenomen en geïmplementeerde
wetgeving. Daarbij kan de Commissie nagaan of de wetgeving moet worden bijgesteld.
Het initiatief voor eventuele herziening ligt bij de Commissie. Dat wil zeggen dat
na een evaluatie geen automatische verplichting is tot herziening van de betreffende
wetgeving. Op het gebied van duurzame mobiliteit betreft dit de volgende relevante
wetgeving:
• De verordening betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen
(AFIR) in 2026.
• De verordening betreffende CO2-normen voor personen- en bestelauto’s (CO2-LDV) in 2026.
• De verordening betreffende CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen (CO2-HDV) in 2027.
Werkprogramma van de Europese Commissie
Op 11 februari verschijnt het werkprogramma van de Commissie. Normaal gesproken verschijnt
dit in oktober, maar door de verkiezingen voor het Europese Parlement en de benoeming
van de nieuwe Commissie is dit verschoven. In het werkprogramma presenteert de Commissie
een lijst van maatregelen en (wetgevings)initiatieven voor de komende periode en een
bijbehorend tijdspad. Het werkprogramma maakt lidstaten en de medewetgevers duidelijk
met welke nieuwe initiatieven de Commissie wil komen, wat er de afgelopen jaren aan
initiatieven is verwezenlijkt, welke hangende voorstellen de Commissie wil intrekken
en welke EU-wetgeving de Commissie wil herzien. In zekere zin is dit een concretisering
van de politieke prioriteiten van de Commissievoorzitter en haar opdrachtbrieven aan
de Eurocommissarissen. Zoals gebruikelijk wordt de Kamer over het volledige werkprogramma
na publicatie geïnformeerd door de Minister van Buitenlandse Zaken. Dit betreft ook
eventuele voorstellen op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Tot slot
Met deze brief hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd over de te verwachten Europese
wetgeving op het gebied van duurzame mobiliteit.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat