Brief regering : Voortgang inzet van het kabinet voor gendergelijkheid, SRGR en gelijke rechten lhbtiq+ personen in de Europese Unie
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 415
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS,
CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2025
Gelijke behandeling, gelijke kansen en veiligheid van iedereen staan in ons land niet
ter discussie. In Nederland moet je jezelf kunnen zijn, verliefd kunnen worden op
wie je wilt en je kunnen ontwikkelen tot wie je wilt zijn. Daar staan wij als land
wereldwijd om bekend en daar zetten we ons ook internationaal voor in.
In een democratische rechtsstaat en open samenleving is het van belang dat we ons
houden aan de regels om vrijheden en rechten van burgers te waarborgen. In deze brief
kunt u meer lezen over wat het kabinet het afgelopen jaar heeft gedaan om deze fundamentele
rechten te beschermen en bevorderen specifiek op het gebied van gendergelijkheid,
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en gelijke rechten van lhbtiq+1 personen in de Europese Unie (EU). Het kabinet doet dat jaarlijks.2
Europese samenwerking
Nederland maakt deel uit van het vrije verkeer van personen en diensten, dat betekent
dat elke Nederlander op elk moment elders in de Unie moet kunnen wonen en leven zoals
en met wie diegene dat wil. Verslechtering van deze fundamentele waarden in de Unie
en daarbuiten raakt ook Nederland. Daarom is Europese en internationale inzet op gelijke
behandeling en non-discriminatie noodzakelijk en blijven we inzetten op de introductie,
het behoud en de naleving van duidelijke en ambitieuze Europese en internationale
afspraken die mensenrechten bevorderen en de internationale rechtsorde versterken.
Deze inzet vraagt om intensieve bilaterale samenwerking en coalitievorming met andere
Europese landen. In 2024 kwamen Ministers van gelijkheid uit EU-lidstaten en vertegenwoordigers
van EU-instellingen en organisaties twee keer bijeen onder het Belgische voorzitterschap
van de Raad van de EU. De onderhandelingen over de EU-Richtlijn betreffende de toepassing
van het beginsel van gelijke behandeling buiten arbeid (art. 19) werden voortgezet
en het kabinet verwelkomde ook de raadsconclusies over het belang van financiële onafhankelijkheid
van vrouwen. Nederland zette zich daarnaast in voor een forse verbetering van de veiligheid
van vrouwen in de EU en verwelkomde het akkoord over de EU-richtlijn ter bestrijding
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.3
Daarnaast blikte de EU lidstaten met name terug op de Commissieperiode onder Commissie-Von
der Leyen I en de resultaten die zijn behaald op het gebied van gendergelijkheid.
Nederland sprak over de belangrijke rol die de eerste Commissaris voor gelijkheid
in de vorige Commissie heeft gespeeld. Ook noemde Nederland het belang van de Europese
gendergelijkheidsstrategie en de lhbtiq-gelijkheidsstrategie ten behoeve van het bereiken
van gelijkheid in Europa. Nederland pleitte daarom – met succes – voor het behoud
van deze post met een specifieke portefeuille voor gelijkheid binnen de nieuwe Commissie
en voor het opstellen van vernieuwde gelijkheidsstrategieën, aangezien deze in 2025
aflopen.4 Op 16 april ondertekende Nederland de verklaring over de toekomst van de Europese
pijler van sociale rechten in La Hulpe, waarin tevens wordt gepleit voor de voortzetting
van de voorgenoemde strategieën.5
Nederland was medeondertekenaar van de initiatiefbrief over de prioriteiten in het
emancipatiebeleid die namens zeventien lidstaten naar de Voorzitter van de Europese
Commissie en de oud-Eurocommissaris voor Gelijkheid is verstuurd.6 Het kabinet acht het positief dat in de strategische agenda van de Raad de fundamentele
Europese waarden gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten voorop
worden gesteld.7
Nederland speelde in 2024 een initiërende rol in de EU bij het aannemen van het derde
thematische sanctiepakket onder het EU-mensenrechtenregime op het gebied van geweld
tegen vrouwen, inclusief conflict-gerelateerd seksueel geweld. Het EU-sanctiepakket
aangaande seksueel en gender gerelateerd geweld bestaat uit een tegoedenbevriezing,
een verbod op financiering van en samenwerking met EU-partners en voor individuen
een inreisverbod voor de gehele Unie. Personen en entiteiten kunnen aan de sancties
onderworpen worden. In het kader van deze inzet zijn in juli 2024 vier individuen
en twee entiteiten aan de EU-mensenrechtensanctielijst toegevoegd.
Inzet voor de bescherming van grondrechten
Het kabinet maakt zich zorgen over de toename van wetten en wetswijzigingen die afgelopen
jaren zijn voorgesteld en geïntroduceerd, die zich richten op de inperking van de
gelijke behandeling van lhbtiq+ personen. Dit jaar voerde Bulgarije discriminerende
wetgeving door, nadat vergelijkbare wetgeving in 2021 in Hongarije was ingevoerd.
Het kabinet is van mening dat dergelijke wetgeving niet past bij de kernwaarden waarop
de EU is gebouwd en zal die boodschap actief blijven uitspreken.8
De Europese Commissie speelt als hoedster van de EU-verdragen een sleutelrol in het
bevorderen van fundamentele EU-waarden en het handhaven van EU-wetgeving. In dat licht
vroeg het kabinet de Europese Commissie ook optimaal gebruik te maken van de beschikbare
instrumenten, waaronder het EU-rechtsstaatinstrumentarium, bij schending van het Unierecht
op dit terrein. Daarnaast vroeg het kabinet aan voorzitterschappen van de Raad van
de EU om daadkrachtig en zichtbaar te zijn op het gebied van de rechtsstaat en gendergelijkheid
en lhbtiq+ gelijkheid. Verder sprak Nederland zich uit in prejudiciële en directe
zaken bij het Hof tegen discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en gender identiteit
en voor het recht op gelijke behandeling. Nederland verwelkomde de richtlijn die strategische
rechtszaken tegen publieke participatie moet tegengaan (de anti-SLAPPs-richtlijn)
en acht het positief dat deze richtlijn ook als eerste expliciet bescherming biedt
aan vrouwelijke mensenrechtenverdedigers of verdedigers die opkomen voor vrouwenrechten
of lhbtiq+-rechten in de EU.9
Tevens leverde het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financiële steun
aan enkele Europese niet-gouvernementele koepelorganisaties.10 Zij vervullen een belangrijke kennisfunctie en ondersteunen kleine lokale NGO’s.
Financiële steun werd ook bilateraal via de Nederlandse ambassades aan lhbtiq+ en
vrouwenrechten NGO’s verleend.
IDAHOT+ Forum
In mei 2024 organiseerde Nederland als gastland het elfde jaarlijkse European IDAHOT+ Forum ter gelegenheid van de International Day Against Homophobia, Transphobia & Biphobia. 32 Europese landen tekenden een politieke verklaring voor bescherming van lhbtiq+
mensenrechten.11 In de verklaring van dit jaar wordt voor het eerst ingezet op de ontwikkeling van
een gezamenlijke plan waarin onder andere de Europese Unie en de Raad van Europa (RvE)
samenwerken voor het beschermen van deze mensenrechten. Ten opzichte van vorig jaar
hebben vijf nieuwe landen ondertekend: Polen, Albanië, Spanje, Montenegro en Oekraïne.
Naast deze Nederlandse samenwerking met de Raad van Europa en de Europese Commissie,
organiseerde de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur een bijeenkomst voor lhbtiq+-gezanten
en internationale mensenrechtenambassadeurs over hoe wereldwijd lhbtiq+ organisaties
en de gemeenschappen die ze ondersteunen onder groeiend stigma en geweld komen te
staan.
Inzet binnen de Raad van Europa
Nederland heeft zich met succes ingezet voor aanname van de nieuwe strategie voor
gendergelijkheid van de RvE voor 2024–2029. De strategie benadrukt de rol van mannen
en jongens in het beleid ter bevordering van gendergelijkheid en bevat verwijzingen
naar seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Daarnaast is sinds dit jaar de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger bij de Raad
van Europa voorzitter van het Comité van Partijen van het Verdrag van Istanbul, het
verdrag dat beoogt geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld te voorkomen,
te vervolgen en uit te bannen. Als voorzitter richt Nederland zich onder andere op
soepele toetreding van de Europese Unie tot het verdrag. Maar ook op uitwisseling
en zichtbaarheid in Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk, evenals RvE-lidstaten
die het Verdrag nog niet hebben geratificeerd.
Dit jaar werd bij de Raad van Europa een nieuw comité van deskundigen inzake seksuele
geaardheid, genderidentiteit en -expressie en geslachtskenmerken opgericht (ADI SOGIESC).
Dit comité is onder andere begonnen met het opstellen van een aanbeveling over de
gelijke rechten van intersekse personen.
Evaluatie van de kabinetsinzet
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken evalueerde het mensenrechtenbeleid tijdens de
regeerperiode van het kabinet Rutte III (2017–2022). Uw Kamer ontvangt deze evaluatie
en de bijbehorende kabinetsappreciatie in Q1–2025.
Mensenrechten vormen een prioriteit voor het kabinet. Daarom blijft het kabinet zich
als onderdeel van de bescherming en bevordering van de mensenrechten, de democratische
rechtsstaat en de internationale rechtsorde inzetten voor vrouwenrechten, gendergelijkheid,
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en gelijke rechten van lhbtiq+ personen.
Het kabinet zal de Kamer opnieuw informeren over de voortgang in 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap