Brief regering : Invulling ontraden moties van tijdens het Wetgevingsoverleg begrotingsonderdeel Herstel Groningen
33 529 Gaswinning
36 566
Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met het herstel van omissies
en het aanbrengen van verduidelijkingen
Nr. 1273
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2025
Met deze brief geef ik gehoor aan het verzoek van uw Kamer om zo snel mogelijk inzicht
te geven in de invulling van de moties die tijdens het Wetgevingsoverleg begrotingsonderdeel
Herstel Groningen van 2 december jl. zijn ontraden, maar toch zijn aangenomen (Kamerstuk
36 600 VII, nr. 126). Laat ik vooropstellen dat een goede samenwerking met uw Kamer voor mij essentieel
is. Uit de voorstellen, los van of deze op zichzelf uitvoerbaar of haalbaar zijn,
spreekt een duidelijke wens van de Kamer om het beter te doen voor Groningen en Noord-Drenthe.
Daar vinden wij elkaar. Ik heb daarom gezocht naar ruimte en mogelijkheden om uitvoering
te geven aan deze moties, dan wel te handelen in de geest daarvan.
De gewijzigde motie Bushoff/Beckerman over de datum van de huidige waardevermeerderingsregeling
in ieder geval te verlengen tot en met het beschikbaar komen van vervangende regelingen
en de motie Vedder c.s. over de waardevermeerderingsregeling ook na februari 2025
open laten staan en het budget intact houden.1
Ik geef invulling aan de motie van Vedder c.s. en de gewijzigde motie van Bushoff/Beckerman
door de waardevermeerderingsregeling (WVM) ongewijzigd te verlengen tot en met 31 december
2025 of totdat er geschikte vervangende regelingen beschikbaar komen. Hierover heb
ik uw kamer 17 december jl. geïnformeerd.2 De beleidsevaluatie van de waardevermeerderingsregeling bevindt zich in de afrondende
fase. Ik informeer u in het voorjaar over de resultaten van dit onderzoek. Het eindrapport
van de beleidsevaluatie wordt meegestuurd.
De motie Beckerman c.s. over met gemeenten en de NCG een aanpak ontwikkelen om bouwfouten
te voorkomen en beter aan te pakken en de Kamer hier in het eerste kwartaal van 2025
over te informeren.3
Ik begrijp dat bouwfouten die zijn gemaakt tijdens de versterking kunnen leiden tot
frustratie en gevoelens van onmacht. Bewoners dachten immers uit de onzekerheid te
zijn. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat bewoners in deze situatie belanden stelt
de NCG kwaliteitseisen, in de voorbereidende fase en tijdens de versterking. Deze
eisen zijn conform het bouwtoezicht in Nederland en zijn bedoeld om bouwfouten zoveel
mogelijk te voorkomen. Als bewoners toch nog fouten signaleren kunnen zij deze altijd
melden bij de NCG. Dit kan tijdens en na de versterking. De fouten worden dan natuurlijk
verholpen. Melden kan via de bewonersbegeleider en het bewonerscontactcentrum. Het
is helaas niet mogelijk om bouwfouten altijd te voorkomen. In de bouw worden nou eenmaal
fouten gemaakt, ook buiten de versterkingsoperatie.
Ik kan mij wel vinden in de strekking van de motie. Daarom zal ik NCG vragen deze
motie mee te nemen in de doorlichting van de bestaande processen. Hierbij zal bijvoorbeeld
de rol van de bouwtoezichthouder tegen het licht worden gehouden. Zoals ik het lid
Beckerman heb toegezegd zal ik ook met de gemeenten in gesprek gaan over het toezicht
op bouwfouten.4 Zodat we met elkaar het aantal bouwfouten waar bewoners mee geconfronteerd worden
tot een minimum beperken. Ik zal de Kamer zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor
de zomer informeren over de uitkomsten van de doorlichting van de NCG en het gesprek
met de gemeenten.
De motie Bikker over de NCG verzoeken de informatie over het moment van versterken
beschikbaar te maken in het digitale portaal van de NCG.5
Voor een toenemend aantal particuliere eigenaren is het moment van versterken reeds
beschikbaar in het digitale portaal «Mijn NCG». Op de pagina genaamd «Versterkingsproces»
zien eigenaren een toelichting van de verschillende fases in het versterkingsproces
en in welke fase zij zich op dit moment bevinden. Daarnaast wordt aangegeven wanneer
de NCG verwacht dat de betreffende fase gaat starten. Dit geldt dus ook voor wanneer
uitvoering van de bouw zal gaan starten. Zodra de verwachte startdatum van de bouw
bekend is, wordt dit getoond op Mijn NCG. Deze planning wordt getoond in hele jaren,
bijvoorbeeld «Start gepland in 2026». Daarnaast wordt de bewoner actief, en persoonlijk,
geïnformeerd op het moment dat er een concrete startdatum voor de uitvoering van de
bouw bekend is.
Het informeren van huurders over het moment van versterken is in eerste instantie
vooral aan de verhuurders waaronder de woningbouwcoöperaties. Ik zie het echter wel
als mijn taak om te zorgen dat dit afdoende gebeurt en onderschrijf ook het belang
van een goede informatievoorziening aan huurders. Ik zal in de komende periode in
gesprek gaan met de woningbouwcoöperaties over welke stappen genomen kunnen worden
om de informatievoorziening aan de huurders te verbeteren. Ik zal uw Kamer hierover
in het tweede kwartaal van dit jaar informeren.
De motie Beckerman/Bushoff over zorgen dat er niet langer wordt doorgeprocedeerd tegen
gedupeerden die een rechtszaak tegen de Staat hebben gewonnen.6
Op 11 december jl. heeft een aantal ambtenaren een technische briefing verzorgd over
beginsel hoger beroep door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Over de uitvoering
van de motie Bushoff-Beckerman over het niet langer doorprocederen door de Staat zal
ik uw Kamer op korte termijn separaat informeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties