Brief regering : Aanpassing handhavingsinstrumentarium kwaliteitsregelgeving en enkele wijzigingen van de Zaaizaad- en plantgoedwet (2005)
36 600 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025
22 159 Wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet
Nr. 77
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2025
Zoals toegezegd in mijn brief van 5 december 2022 (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 116) informeer ik uw Kamer bij deze over de voortgang van het project handhavingsinstrumentarium
van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Zpw) en de Landbouwkwaliteitswet (Lkw). Daarnaast
informeer ik uw Kamer over wijziging van de Zpw voor wat betreft het procesrecht rond
kwekersrecht zoals toegezegd in mijn brief van 11 september 2024 (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 103).
Handhavingsinstrumentarium Zpw en Lkw
Het project handhavingsinstrumentarium Lkw en Zpw betreft de diensten Nederlandse
Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK), Bloembollenkeuringsdienst
(BKD), Naktuinbouw, Kwaliteit Controle Bureau (KCB), Skal Biocontrole (Skal) en Controle
Orgaan Kwaliteit Zaken (COKZ). Ook NVWA is betrokken. Aanleiding voor dit project
is het rapport van het onderzoeksbureau Kwink waarin het handhavingsinstrumentarium
van de genoemde diensten in geëvalueerd (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 116). Eerder heb ik aangegeven (Kamerstuk 27 858, nr. 633) dat ik op 3 punten het handhavingsinstrumentarium van de betreffende diensten wil
versterken. Het gaat om:
1) punitieve (bestraffende) sancties,
2) herstelsancties en verscherpt toezicht en
3) vereenvoudiging van de regelgeving.
Bestuurlijke boete in de Zaaizaad en plantgoedwet 2005
Ik heb mij afgelopen jaar vooral gericht op de punitieve sancties. Uit het rapport
van Kwink bleek dat de Zpw een bestuurlijk punitief instrument mist. Concreet betekent
dit dat ik een wetsvoorstel voorbereid waarin de bestuurlijke boete op het terrein
van de diensten Nak en Naktuinbouw beschikbaar wordt gemaakt. De inrichting hiervan,
zoals categorisering van de mogelijke overtredingen en de hoogte van de boete, wordt
met beide diensten en de NVWA uitgewerkt.
Tuchtrecht in de Landbouwkwaliteitswet
Voor de diensten die over handhavingsbevoegdheden beschikken op grond van in de Lkw
is de situatie anders. Daar is het economisch tuchtrecht ingericht als punitief instrument.
Gezien het goede functioneren van de tuchtgerechten binnen de sectoren waarin BKD,
KCB en COKZ actief zijn en het vertrouwen van deze sectoren en diensten in deze tuchtgerechten
hebben, is besloten om het tuchtrecht voor deze sectoren in stand te houden. Voor
de biologische sector is dit niet het geval (zie hierna).
Voor BKD, KCB en COKZ wordt gekeken naar versterking van het tuchtrecht waar mogelijk.
Als onderdeel daarvan wil ik graag de uitspraken van deze tuchtgerechten geanonimiseerd
openbaar maken. Ik onderzoek de mogelijkheid om dit te doen via de website https://tuchtrecht.overheid.nl waarop al uitspraken van andere tuchtgerechten geanonimiseerd openbaar gemaakt worden.
De biologische sector
Voor Skal, de controle autoriteit voor de biologische sector, is geconstateerd dat
het tuchtrecht niet afdoende functioneert. In algemene zin geldt dat tuchtrecht vooral
wordt ingezet in homogene sectoren. Echter, de biologische sector is dusdanig divers
dat het tuchtrecht niet meer passend wordt geacht. Daarmee heeft Skal momenteel geen
beschikking over een eigenstandig punitief instrument. Daarom ben ik voornemens om
in het genoemde wetsvoorstel de bestuurlijke boete mogelijk te maken voor de biologische
sector. Ook met Skal ben ik, samen met de NVWA, in overleg over de uitwerking van
dit voorstel.
Verwachte planning
Ik verwacht in 2025 de voorbereidingen van de bestuurlijke boete met de betreffende
diensten te hebben afgerond. Dat geldt ook voor de andere twee punten, de herstelsancties
en verscherpt toezicht en de vereenvoudiging van de regelgeving. Dit betekent dat
daarna, in 2026, het wetgevingsproces kan worden gestart met de internetconsultatie.
Wijziging van de Zpw in verband met het kwekersrecht
Met mijn brief van 11 september 2024 heb ik aangekondigd om terugwerkende kracht bij
het vernietigen van een kwekersrecht te regelen in de Zpw, conform het UPOV-verdrag.
Ik heb toen aangekondigd enkele andere procesrechtelijke verbeterpunten rond het kwekersrecht
geïdentificeerd te hebben. In de afgelopen periode heb ik onderzocht welke verbeterpunten
ik eveneens wil meenemen in het aangekondigde wetsvoorstel. Dit betreft het volgende:
De Raad voor plantenrassen (hierna: Raad) kan nu zelf geen kwekersrechten (laten)
intrekken of vernietigen. Dit kan volgens de Zpw alleen «door iedere belanghebbende
en door of namens Onze Minister worden gevorderd» bij de burgerlijke rechter. In eerste
instantie is de veronderstelling geweest dat van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt
hoeft te worden, omdat de Raad, als bestuursorgaan dat het kwekersrecht verleent ook
de bevoegdheid zou hebben om het in te trekken. Echter, het College van Beroep voor
het bedrijfsleven (CBb, voor deze materie de hoogste bestuursrechter) heeft geoordeeld
dat dit niet het geval is (zie ECLI:NL:CBB:2019:106).
Indien de Raad ontdekt dat een kwekersrecht ten onrechte is verleend, is het wenselijk
dat de Raad dit ook zelf kan (laten) herstellen. Het alternatief is immers dat gewacht
moet worden totdat het kwekersrecht door een ander bedrijf wordt aangevochten. Hierdoor
kan een onterecht verleend kwekersrecht onnodig lang blijven bestaan.
Ik beoog daarom een tweede wijziging aan het in septemper jl. aangekondigde wetsvoorstel
toe te voegen waarmee de Raad het intrekken van een kwekersrecht bij de civiele rechter
kan vorderen. Per abuis is dit wetsvoorstel genoemd in de bijlage van mijn brief van
8 november jl. (Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 63) over wetsvoorstellen die naar verwachting in 2025 worden ingediend. Ik ben voornemens
om rond de zomer 2025 een concept wetsvoorstel tot wijziging van de Zpw in consultatie
te brengen waarin beide wijzigingen worden opgenomen. Ik verwacht dit voorstel in
de loop van 2026 aan uw Kamer te kunnen aanbieden.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur