Brief regering : Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 - 2030
27 625 Waterbeleid
Nr. 697
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2025
Hierbij ontvangt u het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030.
Dit programma is in het Bestuurlijk Overleg Water van 11 december 2024 vastgesteld.
Voldoende schoon drinkwater is essentieel voor ons allemaal. Door de groei van de
bevolking en de economie, het veranderende klimaat en de toenemende druk op de kwaliteit
van de bronnen voor drinkwater staan we met elkaar voor uitdagingen. Om te zorgen
dat we nu en in de toekomst over voldoende schoon drinkwater beschikken volgt het
beleid voor de openbare drinkwatervoorziening de volgende sporen:
1. Voldoende drinkwater(bronnen)
2. Goede kwaliteit drinkwater(bronnen)
3. Bewust en zuinig drinkwatergebruik
4. Toekomstbestendige drinkwatersector
De verwachting van het RIVM is dat er in 2030 ruim 100 miljoen m3/jaar aan extra productiecapaciteit nodig zal zijn om de openbare drinkwatervoorziening
te waarborgen, zoals ook aangegeven in de Kamerbrief van april 2023.1
Vanuit de systeemverantwoordelijkheid van de Minister van IenW voor de openbare drinkwatervoorziening
hebben de Vewin, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat gewerkt aan dit Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030.
Daarnaast is in 2023 en in 2024 in gezamenlijkheid ook hard gewerkt aan de andere
sporen, zoals het Nationaal Plan van Aanpak drinkwaterbesparing (spoor 3) en de vaststelling
van de WACC2 voor de periode 2025–2027 (spoor 4).
In deze brief wordt primair ingegaan op spoor 1, het waarborgen van voldoende drinkwaterbronnen
en de uitbreiding van de productiecapaciteit van de 10 drinkwaterbedrijven die cruciaal
is, ook in het perspectief van de woningbouwopgave.
IPO en Vewin hebben samen met de relevante bevoegde gezagen in zestien regionale plannen
uitgewerkt welke projecten in de verschillende gebieden uitgevoerd moeten worden om
te voorzien in de benodigde extra productiecapaciteit in 2030. In iedere regio is
gezocht naar de meest passende manier om de productiecapaciteit uit te breiden. Er
zijn plekken waar men zich richt op het uitbreiden van bestaande winningen of juist
het inrichten van nieuwe grondwaterwinningen, maar ook het winnen van drinkwater uit
regionaal oppervlaktewater of uit het hoofdwatersysteem is in sommige regio’s beeld.
Daarbij wordt niet alleen naar de drinkwaterbehoefte tot 2030 gekeken, maar komen
ook projecten in beeld die in de periode na 2030 gaan bijdragen aan het waarborgen
van de drinkwatervoorziening. Over enkele maanden wordt de Kamer ook geïnformeerd
over een studie naar de drinkwatervoorziening op de langere termijn die het RIVM uitvoert
ter invulling van de motie van het lid Krul3.
Tijdens dat traject is ook een aantal regio-overstijgende aandachtspunten naar voren
gekomen die op landelijk niveau inzet vragen. Het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen
2023–2030 bestaat daarom uit landelijke acties die helpend zijn om de zestien regionaal
vastgestelde actieplannen te realiseren en de regionale actieplannen zelf. Beide onderdelen
moeten gezien worden in een wederzijdse afhankelijkheid. Hiermee wordt ook invulling
gegeven aan de motie van de leden Heutink en Grinwis4 die verzoekt om samen met provincies na te gaan of er beleids- en/of wetswijzigingen
doorgevoerd kunnen worden teneinde nieuwe drinkwaterbronnen sneller te vergunnen.
Vooropgesteld is dat uit alle regionale actieplannen blijkt dat het realiseren van
uitbreiding van de productiecapaciteit geen gemakkelijke opgave is. De keuze van het
bevoegd gezag om op een bepaalde plek de drinkwatervoorziening uit te breiden kan
betekenen dat er andere belangen zijn die als gevolg van die keuze beperkingen ondervinden.
Ik wil dan ook mijn waardering uitspreken voor de inzet van alle betrokken partijen
die in deze complexe ruimtelijke en bestuurlijke puzzel samen met het Rijk hun verantwoordelijkheid
nemen en hierin keuzes maken.
De voortgang van het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030 wordt
op diverse manieren gevolgd. Jaarlijks wordt de voortgang besproken in het Bestuurlijk
Overleg Water.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.