Brief regering : Advies DINGtiid Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2024-2028 en Advies DINGtiid Friestalige Journalistiek
33 335 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)
Nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 januari 2025
Met deze brief bied ik u de reactie aan op het advies van DINGtiid naar aanleiding
van de Bestuursafspraken Friese taal en Cultuur 2024–2028 en het advies over Friestalige
Journalistiek. De adviezen van DINGtiid zijn toegevoegd als bijlagen. Dit doe ik mede
namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Staatssecretaris
Participatie en Integratie.
Ook stuur ik u ter informatie in de bijlage de update van het werkprogramma van DINGtiid1, de begroting 2025 en het jaarverslag 2023 van DINGtiid.
Reactie op advies van DINGtiid over de BFTK 2024–2028
Eerder dit jaar ontving ik van DINGtiid, het adviesorgaan voor de Friese taal en cultuur,
het advies n.a.v. de Bestuursafspraak Friese taal en Cultuur (BFTK) 2024–2028. Allereerst
wil ik DINGtiid bedanken voor deze grondige analyse en de constructieve samenwerking
in aanloop naar de ondertekening van de BFTK 2024–2028 in april dit jaar.
Met de ondertekening van de BFTK 2024–2028 is de inzet voor het beschermen en bevorderen
van de Friese taal en cultuur in de provincie Fryslân fors versterkt. Gedurende de
looptijd van de BFTK wordt er door het Rijk 18 miljoen euro vrijgemaakt ten behoeve
van de bescherming en bevordering van het Fries.
BFTK-proces stroomlijnen
DINGtiid adviseert het BFTK-proces opnieuw te structureren vanuit het perspectief
van de zorgplicht voor het Fries als een doorgaande, gemeenschappelijke opdracht.
Om te voorkomen dat de druk hoog oploopt in het laatste jaar voor de nieuwe BFTK adviseert
DINGtiid om voldoende structurele personele inzet en continuïteit van kennis te waarborgen.
Ook vraagt DINGtiid aandacht voor het waarborgen van de wettelijke adviserende rol
van het adviesorgaan en adviseert het adviesorgaan specifiek in te gaan op artikel
4 van de Wet gebruik Friese taal en het vooraf maken van heldere afspraken over de
adviesmomenten in aanloop naar nieuwe besluitvorming.
Het kabinet kan zich goed vinden in de evaluatie en adviespunten van DINGtiid. Met
de verhoogde ambitie in de BFTK 2024–2028 als nieuwe standaard staan Rijk en provincie
nu voor de gezamenlijke opdracht om onderlinge werkafspraken te maken m.b.t. de uitvoering
van de BFTK en de evaluatie ervan. Hierover heeft in juli jl. een overleg plaatsgevonden
met de betrokken departementen, de provincie Fryslân en DINGtiid. De eerste belangrijke
mijlpaal hierin is de tussentijdse evaluatie in 2026. Het werkprogramma wordt als
basis gebruikt voor het vierjaarlijks terugkerend interdepartementaal overleg onder
leiding van BZK. Tweejaarlijks zal ook de provincie hierbij aansluiten.
Rol van DINGtiid waarborgen
DINGtiid vraagt aandacht voor het waarborgen van de wettelijke adviserende rol van
het adviesorgaan. Het kabinet hecht veel waarde aan de onafhankelijke adviezen van
het adviesorgaan. DINGtiid is dan ook nauw betrokken geweest bij de totstandkoming
van de afspraken uit de BFTK.
BZK, de provincie en DINGtiid zijn in reactie hierop overeengekomen dat DINGtiid bij
de totstandkoming van een volgend bestuursakkoord haar formele advies zal uitbrengen,
over beleid op hoofdlijnen aan de start, en niet bij het definitieve concept van de
BFTK. Bij de totstandkoming van het de huidige BFTK bleek het advies te omvangrijk
om dit voor de ondertekening van de BFTK van een reactie te voorzien. Wel is in de
huidige BFTK is onder artikel 5 in de slotbepalingen de wettelijke rol van DINGtiid
toegelicht.
Langetermijndoelen
DINGtiid benadrukt dat heldere langetermijndoelen eraan bijdragen dat het realiseren
van de ambities eenvoudiger wordt en dat monitoring daardoor een diepere lading krijgt.
Het adviesorgaan adviseert daarom om als BFTK-partners de behoefte aan langetermijndoelen
voor het Fries breed kenbaar te maken.
Rijk en provincie onderschrijven het belang van langetermijndoelen voor het Fries.
Bij het vaststellen van langetermijndoelstellingen is het tevens belangrijk om ook
in Fryslân een dialoog met de samenleving op gang te brengen over deze doelstellingen.
De provincie heeft aangegeven hiervoor ook het participatieplatform Stim fan Fryslân
in te willen zetten. Vervolggesprekken tussen de provincie, het Rijk en DINGtiid vinden
in het eerste kwartaal in 2025 plaats. De eerste resultaten van de onderzoeken naar
de lange termijn doelen zullen worden opgenomen in de tussenevaluatie van de BFTK
in 2026.
Belang van burgerparticipatie
Op verschillende punten in het advies benadrukt DINGtiid het belang van burgerparticipatie
voor het maken van succesvol taalbeleid. DINGtiid adviseert, de noodzaak van burgerparticipatie
bij taalbeleid, onderdeel te maken van de algemene uitgangspunten in hoofdstuk 1 van
de BFTK.
Rijk en provincie onderschrijven de noodzaak van het betrekken van de Friese samenleving
bij de ontwikkeling van het beleid gericht op het beschermen en bevorderen van de
Friese taal en cultuur. In de aanloop naar de tussentijdse rapportage van de BFTK
verkennen Rijk en provincie daarom gezamenlijk welke mogelijkheden er zijn voor het
goed betrekken van Friese inwoners bij de uitvoering en evaluatie van de BFTK 2024–2028.
Ook adviseert DINGtiid in het kader van monitoring om periodieke «domeinsamenkomsten»
te organiseren om de voortgang en ontwikkelingen binnen een BFTK-domein te bespreken.
Om een goed beeld te krijgen van het effect van de afspraken in de BFTK op de verschillende
domeinen in de samenleving organiseert de provincie met regelmaat gesprekken binnen
specifieke domeinen. De input uit deze gesprekken neemt de provincie mee in de interdepartementale
overleggen over de voortgang van de BFTK. Alle betrokken departementen binnen het
Rijk zijn lid van dit overleg.
Monitoring
DINGtiid adviseert een monitoringsproces vorm te geven en deze monitoring extern te
beleggen. Daarbij benadrukt het adviesorgaan het belang van goede indicatoren.
Dit kabinet sluit zich aan bij het belang van een goed monitoringsproces om de voortgang
en effecten van de BFTK helder in kaart te brengen. Om die reden is er in de BFTK
een alinea toegevoegd aan de slotbepalingen waarin is opgenomen dat monitoring van
deze bestuursafspraak zal plaatsvinden aan de hand van een tweejaarlijks overleg tussen
Rijk en provincie. Ook DINGtiid zal hierbij geraadpleegd worden. Hierbij wordt gekeken
naar de negen pijlers van het taalvitaliteitsmodel van UNESCO zoals omschreven in
hoofdstuk 1 van de BFTK 2024–2028. Voor cijfers zal gekeken worden naar de Fryske
Taalatlas. Deze taalatlas wordt iedere vier jaar uitgebracht. Voor de nieuwe publicatie
van de taalatlas eind dit jaar verkent de provincie de mogelijkheden van het toevoegen
van een oplegger waarin een specifieke link wordt gelegd tussen de data van de taalatlas
en de diverse hoofdstukken in de BFTK. Rijk en provincie zijn zich ervan bewust dat
op lange termijn enkel de cijfers uit de Taalatlas niet genoeg zijn voor een volwaardige
evaluatie van de impact van de beleidsinzet op het Fries. De vraag hoe deze monitoring
verder kan worden ontwikkeld is onderdeel van de tussentijdse evaluatie in 2026.
Onderwijs
DINGtiid adviseert om onderwijsambities voor het Fries op alle niveaus in samenhang
met elkaar te beschouwen. Dit moet gebeuren vanuit het perspectief van de doorgaande
leerlijn en de gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk en de provincie hierover.
Om hier vorm aan te geven adviseert DINGtiid om deze visie uit te werken in een aparte
onderwijsnotitie Fries.
Het kabinet onderschrijft het belang van een integrale visie op het onderwijs als
doorgaande leerlijn. Met het overdragen van de bevoegdheden voor de Friese kerndoelen
door het Rijk aan de provincie Fryslân in 2014 is het aan de provincie om invulling
te geven aan deze doorgaande leerlijn. De provincie heeft met Taalplan Frysk 2030
een gedegen project neergezet. De inzet op het vak Fries op scholen in het funderend
onderwijs heeft daarnaast geleid tot extra inzet op mbo, hbo en wo instellingen. Daarmee
is de infrastructuur van de hele onderwijsketen verstevigd en wordt een doorgaande
leerlijn verder gefaciliteerd. Om dit te ondersteunen heeft het Rijk voor verschillende
lagen in het onderwijs structurele en incidentele middelen toegekend.
Voorschoolse opvang
DINGtiid benadrukt dat men er voor moet waken dat bij bepalingen betreffende voorschoolse
educatie geen onzekerheid ontstaat ten aanzien van de misvatting dat meertalig onderwijs
slecht zou zijn voor de Nederlandse taalontwikkeling.
Het kabinet sluit zich er bij aan dat dit onjuiste beeld bestreden moet worden. De
uitkomsten van het experiment meertalige dagopvang (2022)2 en de pilot tweetalig primair onderwijs (2023)3 zijn hier mede het bewijs van. Het feit blijft echter dat het doel van voorschoolse
educatie is om kinderen met een risico op een achterstand in de ontwikkeling van het
Nederlands te helpen aan een goede basis in de Nederlandse taal. Gezien de bijzondere
positie van het Fries kan in de provincie Fryslân in de voorschoolse opvang en in
de voorschoolse educatie het Fries ook gesproken en aangeboden worden. Beroepskrachten
binnen de reguliere kinderdagopvang die uitsluitend Fries spreken met de kinderen
kunnen kiezen of zij hun taalvaardigheid in de Nederlandse of in de Friese taal willen
aantonen.
Beroepskrachten in de voorschoolse educatie moeten altijd hun Nederlandse taalvaardigheid
aantonen. De BFTK heeft er al aan bijgedragen dat er meer aandacht is gekomen voor
het Fries bij beleidsvoornemens over de voorschoolse fase. Het Rijk wil die aandacht
de komende jaren vasthouden.
Ook adviseert DINGtiid om bij toekomstige wetgeving betreffende de voorschoolse fase
het Fries te benoemen op een manier die recht doet aan de gelijkwaardigheid van het
Fries aan het Nederlands in de provincie Fryslân. Om dit te waarborgen acht het adviesorgaan
het van belang om bij voornemens tot wettelijke verandering die effect hebben op de
praktijk van de tweetalige opvang de provincie actief te consulteren.
Het kabinet onderschrijft de gelijkwaardigheid van het Fries aan het Nederlands in
Fryslân. Voornemens tot wettelijke veranderingen die effect hebben op de praktijk
van de tweetalige opvang in Fryslân zullen ter consultatie worden voorgelegd aan de
provincie.
Primair en voortgezet onderwijs
DINGtiid adviseert om ervoor te zorgen dat op iedere school van het voortgezet onderwijs
het Fries als keuze-examenvak in de bovenbouw wordt aangeboden. De provincie is hierover
in gesprek met schoolbesturen om het aanbod in zowel de onder- als bovenbouw te versterken.
Met de nieuwe BFTK zijn er door het Rijk middelen beschikbaar gesteld om meer bevoegde
leraren aan te stellen. Hiermee hopen Rijk en provincie de drempel voor het aanbieden
van het Fries in het voortgezet onderwijs te verlagen. Ook versterking van de infrastructuur
rondom het vak Fries zoals vastgelegd in de BFTK is bedoeld om hierbij te helpen.
Middelbaar beroepsonderwijs
DINGtiid juicht de aankondiging toe dat er een practoraat wordt ingesteld; hiermee
wordt gevolg gegeven aan de aanbeveling uit de adviesbrief van november 20234. DINGtiid merkt op dat op meer dan één plek in de BFTK aan dit nog niet bestaande
practoraat al taken, verantwoordelijkheden en onderzoeksopdrachten worden toegekend.
DINGtiid benadrukt dat het practoraat nog definitief ingesteld moet worden en dat
de vrijheid van onderwijs wil dat het practoraat de eigen onderzoeksagenda moet kunnen
inrichten.
Het kabinet erkent het belang dat het practoraat, wat een expertiseplatform is binnen
een mbo-instelling, in samenspraak met alle betrokken partijen, niet enkel Rijk en
provincie, vormgegeven moet worden. In het geval van dit practoraat, neemt mbo-instelling
Firda het voortouw bij het opzetten en uitvoeren van het practoraat tussen 2024 en
2028. Firda krijgt daarbij alle ruimte om een eigen onderzoeksagenda in te richten,
binnen de reikwijdte van het amendement van Kamerlid Soepboer5 dat ten grondslag ligt aan de wens om een practoraat Fries in te stellen en aan de
afspraken die hieromtrent zijn gemaakt in de BFTK. Voor de uitvoering van het practoraat
wordt een subsidie verstrekt door OCW. Over de invulling van de subsidie zijn Rijk
en provincie in goed overleg met betrokken partijen waaronder ook het ROC en de Afûk.
Hoger onderwijs
Het kabinet is verheugd om te vernemen dat DINGtiid positief is over de tekst in de
BFTK over het HBO en WO. Omdat ten tijden van het schrijven van hun advies de exacte
afspraken in de BFTK t.a.v. het wetenschappelijk onderwijs nog niet definitief waren,
benadrukte DINGtiid met name het belang van het goed afwegen van de adviezen die volgen
uit het KNAW-rapport over de toekomst van de frisistiek dat eind december 2023 is
gepubliceerd.
Het kabinet beaamt het belang van dit rapport en heeft de adviezen die hieruit volgen
zwaar meegewogen in de uiteindelijke afspraken zoals geformuleerd in de BFTK 2024–2028.
Zo worden er vanuit het Rijk en de provincie middelen beschikbaar gesteld voor een
volwaardige, duurzame en toegankelijke bacheloropleiding. Het streven is dat de afspraken
hierover, zoals de KNAW adviseert, worden vastgelegd in een convenant. Hierbij is
het van belang te benadrukken dat de Rijksuniversiteit Groningen het onderwijs en
onderzoeksprogramma vaststelt.
Rechtspraak
DINGtiid adviseert het Rijk en de provincie het Fries te gebruiken waar dat kan om
daarmee als overheid zelf het goede voorbeeld te geven. Bijvoorbeeld als zij partij
zijn in een juridische procedure bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden en als een procedure plaatsvindt in de locatie Leeuwarden. Ook op
een andere wijze ziet DINGtiid een rol weggelegd voor overheidspartijen bij bestuursrechtelijke
procedures. Vanuit burgervriendelijkheid kan de overheidspartij vooraf (de wettelijke
norm is minimaal 7 dagen) doorgeven dat de kans aanmerkelijk is dat een betrokken
burger Fries wil spreken, zodat de rechtbank of het gerechtshof dat kan faciliteren.
Het kabinet en de provincie onderschrijven het belang dat procesdeelnemers die dat
wensen bij de rechtbank Noord-Nederland en het hof Arnhem-Leeuwarden gebruik kunnen
maken van het Fries en zullen met het oog daarop het advies van DINGtiid bij overheidsorganisaties
onder de aandacht brengen. Het kabinet en de provincie merken daarbij op dat het voor
overheidsorganisaties niet altijd duidelijk is dat hun wederpartij de wens heeft om
het Fries te gebruiken. Mogelijk kunnen de overheidsorganisaties in de bezwaarfase
en/of in aanloop naar een beroep bij de rechtbank, rechtzoekenden informeren over
hun recht om het Fries te gebruiken in een procedure bij de rechtbank Noord-Nederland
en het hof Arnhem-Leeuwarden. Dat kan een bijdrage leveren aan de bewustwording van
rechtzoekenden. Het kabinet en de provincie zullen dit punt bij betrokken overheidsorganisaties
onder de aandacht brengen.
Tolkinzet Openbaar Ministerie
DINGtiid geeft aan dat er al geruime tijd problemen zijn met de inzet van beëdigde
gerechtstolken. De tolkbureaus huren de beëdigde gerechtstolken in en spreken een
vergoeding met hen af waarvoor ze hun werk doen. DINGtiid heeft signalen ontvangen
van beëdigde gerechtstolken dat het verschil tussen het tarief en wat het tolkbureau
bereid is te betalen te groot is. DINGtiid adviseert om aanvullende afspraken te maken
om zakelijke geschillen tussen Rijk/Openbaar Ministerie (OM) en het Friese tolkengilde
zo spoedig mogelijk structureel op te lossen.
Het kabinet benadrukt het belang van tolken binnen het rechtssysteem en neemt de signalen
waar DINGtiid op wijst serieus. Ook de tolkinzet bij het OM en de Rechtspraak maakt
deel uit van het stelsel voor de tolk- en vertaaldienstverlening voor overheidsopdrachten.
Bij herziening van het stelsel voor de tolk- en vertaaldienstverlening voor overheidsopdrachten
is er ingezet op een stelsel met gecontracteerde tolkbureaus, waarbij zelfstandig
ondernemende tolken overeenstemming kunnen bereiken over de voorwaarden waaronder
het tarief. Daar waar voorheen het OM aan tolken een vast, niet onderhandelbaar tarief
werd betaald, moeten tolkbureaus nu, conform het stelsel, aan zelfstandig ondernemende
tolken ten minste het minimumuurtarief betalen.
De aanbesteding voor tolkdienstverlening ten behoeve van het OM en de Rechtspraak
is vorig jaar succesvol afgerond, en met ingang van februari 2024 zijn beide contracten
volledig geïmplementeerd. Dit betreft alle tolken, waaronder ook de inzet van Friese
tolken. Jaarlijks wordt de Kamer per brief geïnformeerd op basis van de cijfers die
de tolkbureaus moeten delen. De Kamerbrief geeft inzicht in de prestaties op alle
tolkcontracten die na de stelselherziening zijn gestart. Hierin wordt onder meer informatie
opgenomen over de leverzekerheid en de levernauwkeurigheid van de tolkdienstverlening,
respectievelijk betreft dit in welke mate tolkopdrachten daadwerkelijk zijn geleverd
en in welke mate het gevraagde taalniveau is geleverd. Begin volgend jaar zal een
brief over de tolkdienstverlening naar de Kamer worden verzonden met de resultaten
van afgelopen jaar.
Asega’s
DINGtiid heeft in mei 2023 een jongerenpanel van twaalf «Asega’s» benoemd, bestaande
uit jonge Friezen die input geven voor het advieswerk van DINGtiid. In het kader van
de advisering over de BFTK stelde DINGtiid hen de vraag: Hoe kunnen de ambities en
kansen van de BFTK onder het jongere deel van de Friese gemeenschap bekend worden
gemaakt? Hierop volgde vier adviezen: (1) Verspreid een ultrakorte en laagdrempelige
samenvatting van de BFTK en een handleiding; (2) Straal het succes van de Friese taal
uit en benadruk dat Friezen deel van dat succes kunnen zijn; (3) Maak gebruik van
een professioneel marketingbureau voor een campagne over het Fries; en (4) Daag Friese
jongeren uit om zelf uiting te geven aan het Fries.
Allereerst wil het kabinet haar dankbaarheid uitspreken voor de betrokkenheid van
de 12 Asega’s bij de evaluatie van de BFTK 2024–2028. De kennis en visie van jongeren
op beleid is van grote waarde. Het eerste advies van de Asega’s om een korte samenvatting
toe te voegen aan de BFTK is nog voor de ondertekening van de BFTK overgenomen.
Ook sluiten Rijk en provincie zich aan bij het tweede en derde advies van de Asega’s
om het succes van de Friese taal breed uit te dragen en hiervoor een professioneel
marketingbureau aan te haken. Het gaat goed met het Fries en initiatieven vanuit de
Friese samenleving leveren hier een grote bijdrage aan. Daar mogen we trots op zijn.
De provincie is ondertussen in gesprek met een campagnebureau om op een aansprekende,
laagdrempelige manier de belangrijkste afspraken in de BFTK om te zetten in korte
video's die via sociale media verspreid kunnen worden.
Tot slot onderstrepen Rijk en provincie ook het vierde advies om jongeren uit te dagen
om zelf uiting te geven aan het Fries. De campagne Yung Frysk is mede om die reden
al een aantal jaren actief in de provincie en op de socials. Yung Frysk wordt gemaakt
door en voor jongeren. Naast Yung Frysk stimuleert de provincie ook (jonge) makers
om bijvoorbeeld Friestalige podcasts te maken en wordt onderzocht hoe het maken van
Friestalige films kan worden gestimuleerd.
Reactie op advies over Friestalige journalistiek
Kwaliteit van het Fries in de media
DINGtiid adviseert om de kwaliteit van het Fries onder journalisten en mediaprofessionals
te versterken. Hiertoe heeft DINGtiid, op verzoek van voormalig SOCW Uslu, in januari
2024 een advies opgesteld. Het adviesorgaan stelt dat via het onderwijs, traineeships
en (pilot)projecten er kan worden bijgedragen aan de kwaliteit van het Fries.
Het kabinet geeft opvolging aan dit advies in gezamenlijkheid met de provincie en
instellingen. De totstandkoming van de hbo-minor Friese journalistiek en media t.b.v.
aankomende journalisten is hier een voorbeeld van. Ook nieuwsmedia zelf (De Leeuwarder
Courant en het Friesch Dagblad) spannen zich in om het aandeel Fries in de geschreven
pers te vergroten tijdens de BFTK periode. Omrop Fryslân zorgt door de ontwikkeling
van (nieuws)producten via nieuwe media dat het Fries beschik- en zichtbaar is, waardoor
het individuen stimuleert om de Friese taal meer te gebruiken.
Er wordt door het kabinet geïnvesteerd in de professionalisering van lokale omroepen
richting de wetswijziging naar het nieuwe stelstel. Samenwerking met de regionale
omroepen, waaronder Omrop Fryslân, is hierbij van meerwaarde. Via het Stimuleringsfonds
voor de Journalistiek (SVDJ) als het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP)
investeert het kabinet in de journalistiek, dit gaat zowel om individuele journalisten
als de journalistieke infrastructuur.
Met de totstandkoming en ondertekening van de BFTK 2024–2028 ligt er een nieuw document
dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht van het Rijk en de provincie
voor de Friese taal en cultuur onderstreept.
Minor Friese journalistiek
In de adviesbrief van DINGtiid over de Friese journalistiek is de wens uitgesproken
om in te zetten op de versterking hiervan. Er is een toenemende uitdaging in de beheersing
van het Fries. Een goede mondelinge en schriftelijke taalbeheersing van mediaprofessionals
en (aankomende) journalisten is belangrijk voor de toekomst van de Friestalige journalistiek.
Onderwijs speelt hierin een belangrijke rol dat op termijn ook de kwaliteit van de
Friestalige journalistiek ten goede komt.
DINGtiid adviseert om een hbo-minor Friese journalistiek te ontwikkelen om voor (aankomende)
journalisten een passend en duurzaam opleidingsaanbod rondom Friese taal en cultuur
aan te kunnen bieden.
Deze aanbeveling is ter harte genomen en als resultaat hebben het Ministerie van OCW
en de provincie besloten om voor de nieuwe periode van de BFTK ieder 125.000 euro
beschikbaar te stellen t.b.v. de hbo-minor Friese journalistiek en Media. Het programma
van de minor zal ontwikkeld worden door NHL Stenden Hogeschool, in afstemming met
Windesheim Hogeschool, de Friese mediabedrijven, de Rijksuniversiteit Groningen en
de Afûk. De hogeschool gaat zelf over de inhoud van de minor en over de wijze waarop
deze is opgezet. De minor zal per februari 2025 voor het eerst worden aangeboden.
De huidige BFTK 2024–2028 benadrukt de gedeelde verantwoordelijkheid en zorgplicht
van het Rijk en de provincie voor de Friese taal en cultuur. Het kabinet erkent dit
belang en zal daarom naast de belangrijke rol van het onderwijs blijvend aandacht
houden voor de unieke positie van het Fries in de provincie Fryslân.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.