Brief regering : Reactie op rapport Nederlandse orde van advocaten
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 921 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE
EN VEILIGHEID EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Op 10 oktober 2024 heeft de commissie Rechtsstatelijke toets regeerprogramma 2024
(hierna: de commissie) haar rapport gepubliceerd.1 Deze onafhankelijke commissie heeft van de Nederlandse orde van advocaten de opdracht
gekregen om een rapport op te stellen over het rechtsstatelijke gehalte van het regeerprogramma
van dit kabinet. Het is daarmee voor het eerst dat de Nederlandse orde van advocaten
opdracht geeft voor een dergelijke analyse van een regeerprogramma. Na publicatie
van het rapport heeft de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken tijdens haar
procedurevergadering op 10 oktober verzocht om een schriftelijke kabinetsreactie op
het rapport. Tijdens het plenaire debat Vaststelling van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
is al gereageerd op het rapport, maar is tevens toegezegd later te reageren per brief.
Dat doen wij namens het kabinet bij dezen.
De commissie heeft in haar rapport de plannen uit het regeerprogramma getoetst door
middel van een «quick scan», waarbij de commissie zich heeft beperkt tot een basale
juridische toets van de bewoordingen van het regeerprogramma met drie hoofdcriteria:
betrouwbare overheid, grondrechten van burgers en effectieve rechtsbescherming. Aan
de hand van dit toetsingskader zijn zes plannen uit het regeerprogramma gekwalificeerd
als groen voor plannen die de rechtsstaat kunnen verbeteren, geel voor achtentwintig
plannen die een risico vormen voor de rechtsstaat en rood voor negen plannen die in
strijd zijn met beginselen van rechtsstatelijkheid.
Het kabinet stelt voorop dat het goed is dat maatschappelijke en beroepsorganisaties
het kabinet scherp houden, zoals nu bij de uitvoering van het regeerprogramma. Gevraagde
en ongevraagde adviezen zijn van grote waarde voor de beleidsvorming door het kabinet.
Het is dan ook gebruikelijk dat bij beleidsvorming en wetgevingsprocessen actief advies
wordt gevraagd aan maatschappelijke organisaties, instituties, bedrijven en andere
belanghebbenden. Deze adviezen zorgen er onder andere voor dat het kabinet kennis
kan verzamelen over het betreffende vraagstuk of het perspectief vanuit de uitvoeringspraktijk
in kaart kan brengen. Daarom heeft het kabinet met veel belangstelling kennisgenomen
van het rapport en dankt de Nederlandse orde van advocaten en de commissie Rechtsstatelijke
toets regeerprogramma 2024 in het bijzonder.
De komende tijd werkt het kabinet aan de uitwerking van de plannen uit het regeerprogramma
in afzonderlijke wetsvoorstellen, regels en beleid. Het kabinet neemt de bevindingen
uit het rapport mee bij de precieze uitwerking van die plannen, zoals we die de komende
periode in samenspraak met organisaties, instituties, medeoverheden en burgers gaan
vormgeven. Voor een aanzienlijk deel van die plannen is de besluitvorming in het kabinet
nog niet afgerond. Het is daardoor op dit moment niet mogelijk om diepgaand en per
maatregel op de bevindingen uit het rapport te reageren. Juist de precieze uitwerking
is van belang om de plannen uiteindelijk te kunnen beoordelen, dat geeft de commissie
ook zelf aan.2 Dat gegeven biedt tegelijkertijd juist de gelegenheid om de inhoud van het rapport
te betrekken bij de uitvoering van het regeerprogramma.
Het kabinet benadrukt dat in het regeerprogramma is opgenomen dat bij de uitwerking
van dit regeerprogramma in concrete voorstellen tot wet- en regelgeving scherp wordt
getoetst op verenigbaarheid met de Grondwet, het Europese en internationale recht
en beginselen. Dit rapport levert daar ook een bijdrage aan door juridische aandachtspunten
te benoemen vanuit het oogpunt van rechtsstatelijkheid. Bij de uitwerking van het
regeerprogramma spreken wij elkaar daarop aan binnen het kabinet. En uw Kamer doet
dat ook door te vragen om deze reactie op het rapport van de commissie. De rechtsstaat
bewaken en beschermen is immers een samenspel waar wij allemaal een taak en verantwoordelijkheid
in hebben.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid