Brief regering : Voortgang normering topinkomens (semi) publieke sector en WNT-jaarrapportage 2023
30 111 Topinkomens
Nr. 131
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van het topinkomensbeleid van
het kabinet in de (semi-)publieke sector. Bij deze brief is de WNT-jaarrapportage
2023 gevoegd, met een overzicht van overtredingen en handhavingsmaatregelen.1 Ook geef ik een overzicht van ingediende en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken in
het kader van de WNT.
Toezicht en handhaving
De WNT-jaarrapportage (bijlage 1) omvat nieuw gemelde overtredingen en een actualisatie
van overtredingen uit eerdere WNT-rapportages die nog in behandeling zijn. Een deel
van de overtredingen is gesignaleerd door de accountant, die de facto fungeert als
eerstelijns toezichthouder. Het andere deel van de gemelde overtredingen in de WNT-jaarrapportage
is afkomstig van de verschillende WNT-toezichthouders (het CIBG, de Autoriteit Woningcorporaties,
de Inspectie van het Onderwijs, het Commissariaat voor de Media en de Eenheid Toezicht
WNT), door het uitoefenen van proactief toezicht of door te reageren op signalen die
zij via andere wegen ontvangen.
Ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2022 zijn er 49 nieuwe meldingen. Hiervan betreffen
21 een overschrijding van het toepasselijke bezoldigingsmaximum, en 25 hebben betrekking
op de openbaarmakingsplicht. Er zijn drie nieuwe overtredingen van de normering van
de ontslagvergoeding gemeld of geconstateerd.
Van de 49 nieuwe meldingen zijn er 23 nog in behandeling, de andere 26 zijn afgehandeld
(doorgaans is de overtreding ongedaan gemaakt zonder handhavingsmaatregelen).
Meldingen bij intra-concern detachering
Naast meldingen van overtredingen van de WNT zijn er dit jaar circa 440 meldingen
binnengekomen van een oordeel met beperking of een oordeelsonthouding bij de controle
van WNT-verantwoordingen over het kalenderjaar 2023. De meldingen hebben betrekking
op situaties waarbij sprake is van interne detachering van topfunctionarissen binnen
groepen van rechtspersonen, waaronder een of meer WNT-instellingen (intra-concern
detachering). Bij deze meldingen heeft de accountant geen overtreding van de WNT gemeld,
maar wordt hiermee aangegeven dat de accountant zich geen oordeel heeft kunnen vormen
over de naleving van de WNT. Daarom zijn deze instellingen niet opgenomen in het overzicht
van geconstateerde overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen. Het merendeel
van deze meldingen doet zich voor in de zorgsector (circa 73%), gevolgd door het BZK-domein
(circa 19%) en de onderwijssector (circa 6%). Ook is er een enkele melding binnengekomen
voor Wonen. De WNT-toezichthouders kunnen bij dergelijke meldingen een eigen onderzoek
in stellen. De achtergrond van deze meldingen is als volgt.
Met een wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT per 1 januari 20232 is verduidelijkt dat in het geval van intra-concern detachering (waarbij de topfunctionaris
dus werkzaam is bij meerdere instellingen binnen een groep) per WNT-instelling moet
worden verantwoord (dat wil zeggen: per functie). Uit toezichtsonderzoek bleek dit,
in afwijking van de WNT, in de praktijk vaak niet op deze manier te gebeuren. Alleen
de bezoldiging van de topfunctionaris van de ter beschikking stellende rechtspersoon
van de groep werd verantwoord, en niet welke vergoedingen tussen rechtspersonen onderling
werden betaald voor functievervulling van deze topfunctionaris. Deze vergoeding geldt
voor de WNT echter als bezoldiging bij intra-concern detachering.3
De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) heeft aangegeven
dat deze verduidelijking in de Uitvoeringsregeling WNT bij intra-concern detachering
tot problemen leidt bij de verantwoording en de controle van deze WNT-verantwoording.
Zij kunnen bijvoorbeeld niet vaststellen dat de vergoeding die wordt betaald voor
de detachering van de topfunctionaris feitelijk juist, volledig en rechtmatig is.
De NBA heeft hierop een «NBA Alert»4 over de invloed van intra-concern detachering op de controle van de WNT-verantwoording
uitgebracht. Naar aanleiding hiervan zijn voornoemde oordelen met een beperking of
een oordeelsonthouding van accountants ontvangen.
Er vindt thans overleg plaats met de NBA over mogelijke oplossingen voor deze problematiek
bij het verantwoorden en controleren van de WNT. Zodra een oplossing is gevonden,
zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Tot die tijd kunnen toezichthouders n.a.v.
deze meldingen zelf een onderzoek instellen.
Uitzonderingsverzoeken
In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de ontvangen en gehonoreerde uitzonderingsverzoeken
in het afgelopen jaar.5 Sinds de vorige WNT-jaarrapportage zijn twee nieuwe uitzonderingsverzoeken op grond
van artikel 2.4 van de WNT (algemeen WNT-maximum) gehonoreerd. Er zijn geen verzoeken
op grond van artikel 2.7 van de WNT (klasse-indeling) gehonoreerd.
Vaststelling WNT-normenkader 2025
Ik maak van de gelegenheid gebruik om u te informeren over een aantal actuele ontwikkelingen
met betrekking tot de WNT.
Indexering bezoldigingsmaxima (Uitvoeringsbesluit WNT)
Het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2025 is vastgesteld op € 246.000. Op grond van
de WNT wordt het bezoldigingsmaximum jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld op basis
van het CBS-cijfer voor de contractloonstijging bij de overheid in het voorgaande
jaar en afgerond naar boven op duizendtallen. Ook de overige maxima voor onder meer
toezichthoudende topfunctionarissen en interim topfunctionarissen zijn geïndexeerd.6
Sectorregelingen
De sectorale regelingen voor de zorg, jeugdhulp en zorgverzekeraars, woningcorporaties,
onderwijs, cultuur en de media en ontwikkelingshulp zijn in oktober en november opnieuw
vastgesteld. De indexering van de bezoldigingsmaxima per bezoldigingsklasse van deze
sectorale regelingen is vastgesteld. De regelingen treden met ingang van 1 januari
2025 in werking.
Uitvoeringsregeling WNT
De Uitvoeringsregeling WNT bevat nadere regels ter uitwerking of verduidelijking van
een aantal onderwerpen. Vanuit praktijkervaringen en -signalen over de uitvoering,
controle en handhaving van de WNT en naar aanleiding van rechterlijke uitspraken e.d.
wordt deze regeling jaarlijks geactualiseerd.
Op 12 november 2024 is de wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT gepubliceerd en
deze zal per 1 januari 2025 in werking treden.7 Voor het kalenderjaar 2025 zijn enkele verwijzingen naar bepalingen in andere wet-
en regelgeving die vervallen of verouderd zijn technisch aangepast of verbeterd. Ten
tweede is er een tweetal wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de te verantwoorden
deeltijdfactor. De eerste wijziging betreft een voorschrift van een verantwoording
van de deeltijdfactor (als uitdrukking van de omvang van het dienstverband) in de
WNT-verantwoording op drie decimalen.
De tweede wijziging betreft het schrappen van de minimum deeltijdfactor, omdat deze
in sommige gevallen onredelijke en onbillijke gevolgen kan hebben voor de topfunctionaris.
Ten derde is er een wijziging doorgevoerd in het bezoldigingsbegrip. De werkgeverspremie
of -bijdrage voor de zogenoemde bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen van leidinggevende
en toezichthoudende topfunctionarissen, zowel in dienstbetrekking als zonder dienstbetrekking,
zijn uitgezonderd van normering. Dit omdat zonder een dergelijke verzekering een topfunctionaris
zijn of haar functie niet goed kan vervullen. Ten vierde zijn voorschriften toegevoegd
over de verantwoording van de WNT bij toepassing van de zogenaamde doorbetaaldloonregeling
van artikel 32d Wet op de loonbelasting 1964. Tot slot is verduidelijkt hoe bij de
rechtspersoon Staat der Nederlanden de nawerking van het begrip topfunctionaris moet
worden toegepast.
Controleprotocol WNT 2023
Per 1 juli 2024 is de Regeling Controleprotocol WNT 2024 in werking getreden. In dit
protocol wordt de wijze beschreven waarop de accountantscontrole op de naleving van
de WNT over het kalenderjaar 2024 dient plaats te vinden. Dit controleprotocol is
minimaal gewijzigd ten opzichte van het vorige controleprotocol.
Wetgeving
Eind 2022 is n.a.v. de evaluatie over de WNT in 2020 een wetswijziging aangekondigd
om de doelmatigheid van de WNT te vergroten.8 Het streven is om in dit wetsvoorstel ook een oplossing te presenteren voor de knelpunten
in de uitvoering en controle van de WNT-verantwoording bij intra-concern-detachering,
zoals eerder in deze brief beschreven.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties