Brief regering : Vervoerplan NS 2025 en addendum op het Beheerplan 2024-2025 ProRail
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1216 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2024
Bij deze brief vindt u het vervoerplan 2025 van NS en het addendum op het beheerplan
2024–2025 van ProRail. In deze documenten beschrijven NS en ProRail hoe ze uitvoering
geven aan de beleidsprioriteiten voor 2025 en de afspraken die zijn vastgelegd in
de vervoer- en beheerconcessie. NS schetst in het vervoerplan daarbij haar ambities
voor het komende jaar. Met het addendum op het beheerplan gaat ProRail in op een aantal
wijzigingen en aanvullingen ten opzichte van het beheerplan 2024–2025. Het vervoerplan
2025 van NS en het addendum op het beheerplan 2024–2025 van ProRail behoeven instemming
van IenW. Inmiddels is deze instemming verleend.
Op 21 december 2023 is de Concessie voor het Hoofdrailnet 2025–2033 (HRN-concessie)
gegund aan NS.1 Deze concessie stelt eisen aan de dienstverlening op het HRN zodat er, ondanks de
uitdagingen op het spoor, meerwaarde aan de reiziger geboden blijft worden. En dat
is van groot belang voor circa 1 miljoen reizigers per dag. Via deze brief wil IenW
ook uitdrukkelijk stilstaan bij deze bijzondere mijlpaal.
Met deze Kamerbrief wordt verder een toelichting gegeven op de monitoring van de nieuwe
prestatie-indicatoren (PI’s) met betrekking tot de reizigerspunctualiteit. Ook wordt
het auditrapport Beoordeling van aanpassingen aan prestatie-indicatoren en bodem- en streefwaarden
uit de HRN-concessie 2025–20332 van Andersson Elffers Felix (AEF) toegevoegd. Met de audit wordt een oordeel gegeven
over de mate waarin de voorstellen van NS over omzetting van de bodem- en streefwaarden
van enkele PI’s ambitieneutraal zijn. Tot slot wordt aangegeven hoe NS volgens de
concessie treinen kan rijden tijdens evenementen.
Start hoofdrailnet concessie 2025–2033
Het treinvervoer op het hoofdrailnet heeft een cruciale rol voor de bereikbaarheid
van Nederland. Voor zowel IenW als NS is dit een grote stap voor de toekomst van het
openbaar vervoer per trein in Nederland. De HRN-concessie is het grootste OV-contract
van Nederland en met de HRN-concessie 2025–2033 tussen IenW en NS wordt hier een goed
gevolg aan gegeven. Met deze concessie wordt geborgd dat reizigers gebruik kunnen
maken van een kwalitatief goede dienstverlening op het spoor. Dit is niet eenvoudig
omdat het openbaar vervoer momenteel vele uitdagingen kent: een verminderde reizigersvraag,
sterk gestegen inflatiekosten, beperkte budgettaire ruimte bij de overheid en veel
grootschalige infrastructurele werkzaamheden.
De HRN-concessie 2025–2033 heeft vier beleidsdoelen:
1. Het bieden van een zo goed mogelijk vervoerproduct aan de reiziger;
2. Het faciliteren dat reizigers zo optimaal en drempelloos mogelijk van deur-tot-deur
kunnen reizen;
3. Het maatschappelijk optimaal benutten van de publieke investeringen in het spoorsysteem
als geheel; en
4. Het komen tot een verbeterde sturings- en verantwoordingsrelatie tussen de concessieverlener
en concessiehouder3.
Met het gunnen van deze HRN-concessie aan NS heeft IenW het vertrouwen uitgesproken
dat NS tot eind 2033 op een goede manier invulling geeft aan bovenstaande doelen.
In deze concessie zijn een aantal eisen ten opzichte van de huidige concessie aangescherpt
of toegevoegd om de bereikbaarheid en kwaliteit van treinreizen in Nederland te behouden
en waar mogelijk te verhogen.
Verbeteringen voor de reiziger
In de dienstregeling 2025 gaat NS wekelijks 1.600 treinen meer rijden dan in 2024.
Dit betekent dat NS o.a. meer tienminuten- en kwartierdiensten gaat aanbieden. Ook
start NS met nieuw materieel, zoals de ICNG naar België. Zo gaat NS de hele dag meer
treinen rijden. De concessie bevat verder duidelijke eisen ten aanzien van de minimale
bediening van NS-stations. NS zal ook nadrukkelijk aandacht hebben voor de kwaliteit
van haar diensten voor de brede groep reizigers, zoals forensen, mensen met een beperking,
senioren, studenten, toeristen en laaggeletterden. Denk hierbij aan toegankelijkheid
van de treinen en de inrichting van stations.
Ruimere informatievoorziening & meer sturingsmogelijkheden
IenW krijgt meer informatie en mogelijkheden om te kunnen sturen op de uitvoering
van de concessie. De prestatie-indicatoren (PI’s) zijn aangescherpt ten opzichte van
de huidige HRN-concessie en een aantal nieuwe PI’s zijn geïntroduceerd. Hierdoor worden
de belangen van de treinreiziger beter behartigd. Ook levert NS het concessie-informatiesysteem
(CIS) op. Met deze database kunnen IenW, regionale overheden, ProRail en het publiek
meer inzicht krijgen in zaken als reizigersaantallen en treinprestaties. Het CIS wordt
door NS beheerd en maandelijks voorzien van nieuwe data. Het doel van het CIS is om
meer transparantie te creëren over de activiteiten die NS verricht voor het bieden
van optimaal reisproduct op grond van de concessie.
Vervoerplan NS 2025
Het Vervoerplan 2025 van NS geeft weer hoe NS invulling geeft aan de HRN-concessie
2025–2033 gedurende het eerste jaar van deze nieuwe concessie. Zoals elk jaar heeft
NS een aantal beleidsprioriteiten van IenW ontvangen. Deze zijn gebaseerd op de actuele
prestaties van NS en geven richting aan de invulling van verplichtingen uit de concessie.
Hierbij staat het verbeteren van het reizigersaanbod centraal.
De beleidsprioriteiten die door NS voor 20254 dienen te worden ingevuld, zijn:
1. Continuïteit en betrouwbaarheid;
2. Sociale veiligheid; en
3. Connectiviteit.
Continuïteit en betrouwbaarheid
Een betrouwbaar reisproduct is de basisvoorwaarde voor goed en aantrekkelijk openbaar
vervoer. De dienstverlening op het spoor was vanaf het laatste kwartaal van 2023 niet
op het niveau dat de reiziger mag verwachten: de reiziger ondervond hinder van de
vele werkzaamheden, van het tekort aan inzetbaar materieel en van de infrastructurele
problemen op de HSL. Met de eerste beleidsprioriteit continuïteit en betrouwbaarheid
heeft IenW van NS gevraagd zich in te spannen voor een betere dienstverlening.
Het is positief om in het vervoerplan te lezen dat NS in 2025 start met voldoende
inzetbaar materieel om de geplande dienstregeling uit te kunnen voeren. Daartoe is
met name ingezet op (data-gedreven) verbeteringen in het onderhoud van treinen. Camera-inspecties
en het automatisch plannen van werkzaamheden zorgen ervoor dat defecte treinen sneller
weer in dienst kunnen worden genomen. Daarnaast voert NS preventieve technische maatregelen
door om defecten aan het materieel te voorkomen. Om de vertraagde instroom van de
Intercity Nieuwe Generatie op te vangen, heeft NS de leasecontracten voor Traxx-locomotieven
verlengd.
Vanwege een tekort aan Veiligheid en Servicemedewerkers en onderhoudspersoneel heeft
NS de integrale aanpak personeelstekort uit 2022 met deze doelgroepen uitgebreid.
Voor onderhoudspersoneel heeft NS een Masterplan Monteurs opgesteld. Dit plan richt
zich zowel op het werven als het behouden van technisch personeel. Op korte termijn
wordt de productiviteit van medewerkers en de instroom van personeel gestimuleerd.
Op de lange termijn wordt gewerkt aan het bieden van een concurrerende arbeidspropositie
en het ontwikkelen van een landelijke wervingsstrategie. Het is goed om te zien hoe
NS hier gericht en gefaseerd inzet op het behoud en werven van technisch personeel.
Om ervoor te zorgen dat reizigers ook bij werkzaamheden en storingen op hun plek van
bestemming komen, is NS in 2024 met een pilot gestart om op strategische locaties
als Bodegraven, Deventer, Weert en Harderwijk vervangend vervoer op stand-by te zetten.
Dit initiatief werkt proactief tegen het stranden van reizigers op stations in de
avond- en nachturen.
Sociale veiligheid
De afgelopen jaren is er een verharding in de samenleving zichtbaar, met een toename
van overlast en geweld in treinen en op stations. IenW heeft NS dan ook gevraagd om
zich in 2025 extra in te spannen en maatregelen te nemen om de sociale veiligheid
te verbeteren. De gemiddelde sociale veiligheidservaring van de NS-reiziger is al
jaren positief en stabiel met een rapportcijfer van rond de 7.8. Het is belangrijk
dat NS zich inzet om dit te behouden en waar mogelijk te verbeteren. De sociale veiligheidservaring
van personeel vraagt nadrukkelijk om extra inspanningen, waarbij NS door IenW wordt
gevraagd de krachten te bundelen door samen te werken met partners binnen de OV-sector,
de overheid en veiligheidsorganisaties.
In het vervoerplan geeft NS aan de sociale veiligheidsbeleving van haar personeel
en reizigers te willen verbeteren door middel van toezicht, controle en handhaving,
met behulp van elektronische maatregelen zoals gespecialiseerd veiligheidspersoneel,
camera’s en bodycams. Daarnaast worden de succesvolle gezamenlijke acties met de politie,
gemeente handhaving en andere vervoerders op en rond stations en in treinen voortgezet.
In 2025 richt NS zich op het afsluiten van een vervolg op het Landelijk Convenant
Sociale Veiligheid voor de periode 2025–2030. Het convenant wordt momenteel geëvalueerd
samen met andere vervoerders, ProRail, politie, decentrale overheden en de Ministeries
van JenV en IenW. Gezamenlijk wordt gekeken naar een mogelijk vervolg en de wijze
waarop de effectiviteit van deze belangrijke samenwerking vergroot kan worden. Binnen
dit convenant wordt door NS ook ingezet op een actuele, landelijke en eenduidige methode
voor de registratie en analyse van type A-incidenten, zoals geweldsincidenten. Dit
moet inzicht geven in trends en bijdragen aan een effectievere landelijke aanpak.
Voor incidenten die verband houden met agressie tegen personeel, werkt NS aan de verdere
professionalisering van de Meldkamer NS. Tevens wordt onderzocht of slimme software
kan worden ingezet die agressie herkent en dit onder de aandacht brengt van de camera-observanten.
Door het gebruik van de meest actuele data worden risicotrajecten geïdentificeerd,
waarna NS gericht haar medewerkers inzet voor toezicht, controle en handhaving. Het
doel is de overlast voor reizigers zoveel mogelijk te beperken.
Connectiviteit
In het vervoerplan 2025 werkt NS aan een drempelloze deur- tot deurreis door onder
andere nieuwe samenwerkingsafspraken met partners te maken. IenW heeft NS gevraagd
met deze partners op specifieke thema’s samen te werken. Met de Samenwerkingsstrategie
werkt NS dan ook aan de thema’s spreiden van reizigers binnen de optimale reis voor de klant in de keten en reisinformatie en tickets met alle partijen. IenW waardeert de actieve aanpak van NS.
Addendum op het beheerplan ProRail 2024–2025
Het addendum op het beheerplan 2024–2025 is een aanvulling op het beheerplan 2024–2025,
dat vorig jaar met de Kamer is gedeeld.5 In het addendum op het beheerplan gaat ProRail dan ook in op de belangrijkste wijzigingen
en aanvullingen ten opzichte van het beheerplan 2024–2025.
De beleidsprioriteiten die zijn meegegeven aan ProRail voor het beheerplan 2024–20256, gelden ook voor het addendum op het beheerplan 2025. Deze prioriteiten zijn:
1. Intensivering van de instandhoudingsopgave;
2. In kaart brengen urgente spooropgaven t/m 2030 en keuzemogelijkheden daarbij;
3. Verdere ontwikkeling (van de taakuitvoering) van de organisatie.
In het addendum op het beheerplan 2024–2025 geeft ProRail aan wat er binnen deze beleidsprioriteiten
is veranderd en hoe er invulling wordt gegeven aan de accenten die in de jaarbrief
2024 staan.
Met betrekking tot de eerste beleidsprioriteit (intensivering van de instandhoudingsopgave)
is de implementatie door ProRail van de afgesproken maatregelen in het kader van het
basiskwaliteitsniveau (BKN) spoor van groot belang. Het BKN-spoor heeft betrekking
op de periode 2026 en verder, maar ProRail werkt in 2025 al verder aan het uitwerken
van maatregelen zodat ze tijdig geïmplementeerd kunnen worden. Binnen de eerste beleidsprioriteit
vroeg IenW ook speciale aandacht voor de havenspoorlijn. Er is de afgelopen jaren
onder het verbeterprogramma Zee-Zevenaar veel bereikt, maar er moet ook nog veel werk
verzet worden. Eerder heeft IenW dit programma voorlopig verlengd, met het doel om
in het voorjaar van 2024 een definitief besluit te nemen aan de hand van de evaluatie
van het huidige programma en het nieuwe programmaplan.7 Het was nog niet mogelijk om in het voorjaar een besluit te nemen, onder andere omdat
IenW een externe review op het programmaplan laat uitvoeren om er zeker van te zijn
dat de gestelde doelen aan het einde van de verlenging behaald kunnen zijn. Daarna
zal een definitief besluit over de verlenging genomen worden. Door de tijdelijke verlenging
heeft ProRail haar werk binnen dit programma onverminderd voort kunnen zetten. De
invulling van beleidsprioriteit twee (in kaart brengen urgente spooropgaven t/m 2030
en keuzemogelijkheden daarbij) is onveranderd gebleven.
Met betrekking tot beleidsprioriteit drie (verdere ontwikkeling (van de taakuitvoering)
van de organisatie) benoemt ProRail dat ze in 2025 onder andere aan de slag gaat met
het verder uitvoeren van verbetermaatregelen om de werking van het veiligheidsmanagementsysteem
verder te verbeteren, een aantal acties om de veiligheidscultuur te versterken en
de volgende stappen richting een integraal en uniform kwaliteitsmanagementsysteem.
Het is goed dat ProRail zich binnen deze beleidsprioriteit inzet om verschillende
aspecten van veiligheid te verbeteren. Binnen dit thema is in het addendum ook te
lezen dat ProRail de overwegveiligheid in onder andere haven- en industriegebieden
gaat verbeteren.
In het kader van de toegankelijkheid van stations heeft ProRail de ambitie om in 2025
inzicht te kunnen geven in de prestaties van liften op het prestatiedashboard.8 Hierover zal ProRail in ieder geval voor het eerst rapporteren in de halfjaarverantwoording
van 2025, waarna ook de Kamer geïnformeerd zal worden. Daarmee zal invulling worden
gegeven aan de aangenomen motie van Kamerlid Grinwis.9
Verlenging bodem- en streefwaarden prestatie-indicatoren ProRail
Er is een aantal prestatie-indicatoren (PI’s) die specifiek voor ProRail gelden. Dit
zijn de betrouwbaarheid regionale series, impactvolle storingen op de infra, het klantoordeel
reizigersvervoerders en het klantoordeel goederenvervoerders. Na vaststelling van
het BKN-spoor was er onvoldoende tijd om de PI’s van ProRail te herijken om deze nog
per 1 januari 2025 in te laten gaan. IenW heeft daarom met ProRail afgesproken dat
deze set met de bijbehorende bodem- en streefwaarden wordt verlengd tot eind 2025.
Beleidsneutrale verlenging Beheerconcessie ProRail
Eerder is de Kamer geïnformeerd over de beleidsneutrale verlenging van de Beheerconcessie
2015–2025 van ProRail.10 Sindsdien is het voorgenomen besluit aan ProRail voorgelegd en gepubliceerd in de
Staatscourant.11 Daarmee is de verlenging van de Beheerconcessie tot 1 januari 2029 een feit en is
de continuïteit van het beheer van de HSWI door ProRail geborgd.
Nieuwe prestatie-indicatoren in 2025
In 2025 gelden er nieuwe gezamenlijke prestatie-indicatoren (PI’s) met nieuwe bodem-
en streefwaarden voor ProRail en NS. De PI’s reizigerspunctualiteit 5 en 15 minuten
worden vervangen door de reizigerspunctualiteit 3 en 10 minuten. Dit is een afspraak
die is gemaakt met ProRail en NS bij het vaststellen van de nieuwe HRN-concessie.
Deze PI’s worden in 2025 voor het eerst gehanteerd. Met de overgang naar 3 en 10 minuten
zorgen kleinere vertragingen sneller voor dispunctualiteit. Het is nog niet helemaal
zeker hoe deze nieuwe systematiek gaat uitpakken.
De reizigerspunctualiteit 5 en 15 minuten blijven informatie-indicatoren zodat we
de nieuwe en huidige systematiek kunnen vergelijken. Aan de hand daarvan zal worden
bekeken hoe de scores zich tot elkaar verhouden. Komend jaar blijft IenW hierover
in gesprek met NS en ProRail.
Audit ambitieneutrale omzettingen bodem- en streefwaarden
Vanwege optimalisaties in het rekenmodel FLUX en de toevoeging van nieuwe brongegevens
heeft NS – conform het bepaalde in de concessie – een voorstel gedaan voor de ambitieneutrale
omzetting van de bodem- en streefwaarden van de prestatie-indicatoren (PI's). Het
betreft de PI’s rondom de zitplaatskans en Vermeden CO2-uitstoot. Na herstel van onvolkomenheden heeft NS ook een methode voorgesteld voor de ambitieneutrale
omzetting van de PI Kwaliteit reisinformatie inclusief verstoringen. Dit naar aanleiding van het beschikbaar komen van de meetsystemen, en het herstellen
van onvolkomenheden in de eerder gemaakte berekening. FLUX is het systeem dat bijhoudt
hoeveel reizigers op welk moment welk traject hebben afgelegd. Het systeem is recent
ontwikkeld en wordt door NS zelf beheerd.
Op het omzetten van de nieuwe bodem- en streefwaarden van de PI’s, heeft Andersson
Elffers Felix (AEF) een audit uitgevoerd. In het rapport Beoordeling van aanpassingen aan prestatie-indicatoren en bodem- en streefwaarden
uit de HRN-concessie 2025–2033 wordt positief geoordeeld over de ambitieneutrale omzetting van de bodem- en streefwaarden
van de Zitplaatskans en Vermeden CO2-uitstoot. AEF concludeert verder dat de methodiek die NS voorstelt voor de omzetting van de
bodem- en streefwaarde van de prestatie-indicator Kwaliteit reisformatie inclusief verstoringen niet de optimale is, en niet in alle gevallen leidt tot een ambitieneutrale omzetting.
Er wordt een methode voorgesteld die wel zorgt voor een ambitieneutrale omzetting.
NS heeft deze methode overgenomen, en op basis daarvan zijn de bodem- en streefwaarde
voor deze PI aangepast.
Evenementenstations
Eén van de doelstellingen van de HRN-Concessie 2025–2033 is dat NS zich inzet om voldoende
treinen te laten rijden om de reizigersstromen te faciliteren. Door middel van artikel
8, vierde lid onderdeel c van de concessie biedt IenW aan NS de mogelijkheid om extra
treinen te rijden in geval van evenementen. Daarbij hoort dat NS ook gerechtigd is
te stoppen op stations die geen onderdeel uitmaken van de normale dienstregeling,
maar wel gebruikt worden bij evenementen. Deze stations zijn: Eindhoven Stadion, Rotterdam
Stadion, Amsterdam Arena en Heerenveen IJsstadion. In de HRN-concessie 2025–2033 is
dit onvoldoende helder opgeschreven. Bij een eventuele toekomstige wijziging van de
concessie wordt dit verduidelijkt. Ook wordt de verwachting geëxpliciteerd dat NS
in beginsel bij grootschalige evenementen ook rijdt, mits dit nodig is om de vervoervraag
te bedienen, dit financieel verantwoord is en het de uitvoering van de overige concessiebepalingen
niet in de weg staat.
Tot slot
In het vervoerplan 2025 en het addendum op het beheerplan 2024–2025 hebben ProRail
en NS beschreven wat hun ambities zijn voor 2025. IenW heeft er vertrouwen in dat
ProRail en NS er alles aan doen om de beschreven ambities en doelen te realiseren.
Zoals gebruikelijk informeert IenW de Kamer via de (half)jaarrapportages over de voortgang
van de uitvoering van het desbetreffende vervoer- en (addendum op het) beheerplan.
Het eerstvolgende rapportagemoment is het voorjaar van 2025, dan zal de Kamer de jaarrapportages
van 2024 ontvangen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, C.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat