Brief regering : Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 19 november 2024
21 501-28 Defensieraad
Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2024
Hierbij ontvangt u het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie
van 19 november 2024 te Brussel en de daaraan voorafgaande ministeriële Steering Board
van het Europees Defensieagentschap.
1. Ministeriële Steering Board Europees Defensieagentschap
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) en tevens Hoofd van het Europees Defensieagentschap
(EDA) Josep Borrell zat zijn laatste Steering Board en laatste RBZ Defensie voor.
De HV presenteerde het Coordinated Annual Review on Defence (CARD)-rapport 2024. Het CARD-rapport biedt inzicht in de belangrijkste trends op
het gebied van defensieuitgaven, -planning en -samenwerking. De HV lichtte uit dat
de uitgaven van de lidstaten met 30% stegen sinds de Russische inval in Oekraïne.
De HV noemde dit veel, maar niet voldoende gegeven de verslechterde geopolitieke veiligheidssituatie.
Daarbij gaf de HV aan dat lidstaten meer moeten samenwerken op het gebied van defensie.
Om meer samenwerking tussen lidstaten te bewerkstelligen, heeft het EDA vier intentieverklaringen
voorgelegd om concrete opvolging te geven aan samenwerkingskansen die blijken uit
het CARD-rapport. Veel lidstaten tekenden meerdere van de intentieverklaringen. Nederland
vindt dat Europese landen meer moeten bijdragen aan de eigen veiligheid om onze collectieve
verdediging in NAVO-verband te versterken. Hiervoor is meer Europese samenwerking
nodig en daarom tekende Nederland intentieverklaringen op de gebieden van Integrated Air and Missile Defence, Loitering Munitions en European Combat Vessels.
De EDA Steering Board nam het EDA Budget voor 2025, het CARD-rapport en het three-year strategic planning framework aan. De Steering Board gaf daarbij de opdracht aan het EDA om het CARD-rapport publiekelijk
toegankelijk te maken. Bijna alle lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven de
belangrijke rol die het EDA heeft bij het coördineren van capaciteitsontwikkeling,
riepen op het EDA te versterken en benadrukten het belang van goede coördinatie met
de NAVO.
2. Raad Buitenlandse Zaken Defensie
a. Militaire EU steun aan Oekraïne
De Raad sprak over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne, die op
de dag van de bespreking de duizendste dag in ging. De secretaris-generaal (SG) van
de NAVO, Mark Rutte was hier deels bij aanwezig en Oekraïense Minister van Defensie
Rustem Umerov sprak de Raad via VTC toe. De HV en de lidstaten reflecteerden op de
verslechterende situatie aan het front, de escalatie van het conflict door de inmenging
van Noord-Koreaanse soldaten op het Europese continent, de steun van China en Iran
aan Rusland en de mogelijke implicaties van de Amerikaanse verkiezingen. Een grote
groep lidstaten herhaalde de onverminderde steun aan Oekraïne en de noodzaak om de
EU-steun aan Oekraïne te intensiveren. De HV benadrukte het belang om zo snel mogelijk
uit de huidige impasse te komen die het vrijgeven van de resterende € 6.6 mld. aan
steun vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) in de weg staat. Een grote groep lidstaten,
waaronder Nederland, riep op tot een spoedige oplossing. Bijna alle lidstaten hamerden
op het belang van het versterken van de Europese defensie-industrie, ten behoeve van
de collectieve verdedigingstaak van de NAVO. De SG NAVO riep Europese lidstaten op
meer te doen, voornamelijk op het gebied van steun aan Oekraïne en het versterken
van de Europese defensie-industrie.
Nederland benadrukte het belang van de Verenigde Staten als bondgenoot. De zorgelijke
en escalerende inmenging van Noord-Korea, China en Iran aan Russische zijde laat zien
dat we samen moeten blijven werken met onze bondgenoten en andere strategische partners.
Nederland beklemtoonde de noodzaak om meer te doen voor Oekraïne, herhaalde Oekraïne
onverminderd te blijven steunen en kondigde aan, mede in reactie op de escalatie van
de Noord-Koreaanse betrokkenheid, voor ongeveer 88 miljoen euro aan draagbare luchtverdedigingssystemen
geschonken te hebben aan Oekraïne om zich te weren tegen Russische drones en raketten.
De Raad stond verder stil bij het succes van de EU assistentiemissie (EUMAM) voor
Oekraïne. Het mandaat van EUMAM is op 8 november jl. met twee jaar verlengd (tot en
met november 2026). EUMAM Oekraïne heeft als doel bij te dragen aan het verbeteren
van de militaire vaardigheden van de Oekraïense krijgsmacht. Via EUMAM zijn intussen
circa 65.000 Oekraïense militairen getraind en het doel is om tegen het einde van
de winter 75.000 getrainde militairen te bereiken. Nederland draagt sinds de lancering
van EUMAM in 2022 bij aan EUMAM met stafofficieren en trainers, zowel aan grootschalige
als specialistische trainingen. Het voortzetten van de Nederlandse bijdrage aan EUMAM
past binnen de ambitie van dit kabinet om Oekraïne onverminderd te blijven steunen.
Nederland is positief over de behaalde resultaten in EUMAM en de trainingen worden
door Oekraïne zeer gewaardeerd. Om die redenen informeer ik u hierbij mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken dat Nederland de bijdrage aan EUMAM t/m 15 november
2026 verlengt met maximaal tien stafofficieren, waaronder de plaatsvervangend commandant,
aan de hoofdkwartieren van EUMAM. Tevens zet Nederland doorlopend in op het tegemoetkomen
aan de trainingsbehoeftes van Oekraïne. Dit betreffen specialistische trainingen,
bijvoorbeeld op het gebied van medische vaardigheden, of trainingen gerelateerd aan
materiele donaties. De kosten voor de verlenging van de maximaal tien staffuncties
worden geraamd op € 2 miljoen. De kosten voor de trainingen worden geraamd op € 13 miljoen.
De kosten worden gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).
b. Defence readiness
Tijdens de sessie over defence readiness presenteerde de oud-president van Finland, Sauli Niinistö, zijn rapport over de weerbaarheid
van de EU, inclusief civiel-militaire samenwerking. In de presentatie waren de kernboodschappen
van Niinistö dat er geen tijd te verliezen is, dat we als EU onze defensie-industriële
capaciteiten moeten vergroten, fragmentatie van de defensiemarkten moeten voorkomen,
burgers moeten betrekken bij het weerbaarheidsvraagstuk, artikel 42.7 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie (VEU) moeten revalueren en de dreiging serieuzer moeten
nemen. Wat Niinistö betreft is de beste verdediging te laten zien dat we samen sterk
zijn.
De meeste lidstaten onderschreven het belang van de boodschappen in het rapport van
Niinistö en legden hun ideeën voor het weerbaarder maken van de samenleving, inclusief
het versterken van de Europese defensie-industrie, op tafel. Sommige lidstaten riepen
op tot betere afspraken of protocollen tussen de EU en de NAVO in voorbereiding op
militaire dreigingen. Wat sommige lidstaten betreft moet de taakverdeling tussen de
twee organisaties duidelijk zijn en moeten zij allebei doen waar ze goed in zijn.
Een aantal lidstaten benoemden hun prioriteiten voor het White Paper on the Future of European Defence dat de Europese Commissie zal schrijven in de eerste 100 dagen na haar aantreden
op 1 december 2024.
Nederland vindt versterken van maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid
een nationale prioriteit waarbij stevige internationale samenwerking noodzakelijk
is. Nederland verwelkomt de urgentie die het rapport uitstraalt en roept op tot het
in lijn brengen van NAVO- en EU-initiatieven rondom weerbaarheid en nauwere NAVO-EU
samenwerking op dit gebied.
Tevens stemde de Raad in met de Raadsconclusies inzake de PESCO strategische herziening,
welke richting geven aan de aanpassingen van de PESCO-verbintenissen. Tijdens de RBZ
Defensie van mei 2025 besluit de Raad naar verwachting over het aanpassen van de verbintenissen.
De lidstaten namen ook de Raadsaanbevelingen aan met betrekking tot het PESCO-voortgangsrapport
van de HV.
3. Overige zaken
a. Mede-ondertekening DK non-papers over integratie OEK defensie-industrie
In aanloop naar de RBZ van 28 mei jl. stuurde Denemarken een brief aan de HV waarin
het oproept tot betere een integratie van de Oekraïense defensie-industrie in de Europese
defensie-industrie. De brief is medeondertekend door Nederland, Estland, Finland,
Letland, Litouwen, Zweden en Polen. Als vervolg op deze brief stelde Denemarken, in
samenwerking met onder andere Nederland, twee non-papers op. De eerste bevat een oproep
voor het opstellen van een EU-actieplan voor de integratie van de Oekraïense defensie-industrie
in de Europese defensie-industrie. Het tweede non-paper is in lijn met de oproep voor
een actieplan en richt zich specifiek op verbeteringen in het Ukraine Support Instrument binnen het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP). Nederland steunt beide non-papers.
U vindt de non-papers als bijlage bij deze brief.
b. Military Peacekeeping Intelligence (MKPI)-training in Centraal Afrikaanse Republiek
(CAR)
Met deze brief informeer ik u tevens over het besluit om een in-missie MKPI-training
met twee instructeurs te ondersteunen in de CAR ten behoeve van de VN-missie MINUSCA.
Deze korte MPKI training is voorzien voor de periode van 2 tot 7 december 2024. MPKI
gaat primair over het creëren van situational awareness ten behoeve van de veiligheid van zowel de peacekeepers als de burgerbevolking. Nederland heeft veel ervaring op MPKI-terrein en draagt deze
kennis en ervaring graag over in VN-verband. Nederland acht het van belang zich in
VN-verband in te zetten, aangezien de VN een onafhankelijke en stabiliserende kracht
is die in een tijd van oplopende geopolitieke spanningen op een gepaste wijze kan
optreden. De kosten worden geschat op ca. € 20.000 en gefinancierd uit het Budget
Internationale Veiligheid (BIV).
De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie