Brief regering : Voortgangsrapportage High Impact Crimes 2024
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 748
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2024
Inleiding
Het veiliger maken van Nederland is mijn topprioriteit. Delicten met een grote impact
op slachtoffers, hun omgeving en de maatschappij – ook wel high impact crimes (HIC)
– tasten het veiligheidsgevoel in de maatschappij sterk aan. Voorbeelden van deze
delicten zijn (online) vermogens- en geweldsdelicten zoals overvallen, aanvallen met
explosieven, ram- en plofkraken, mishandelingen en straatroof. De bestrijding van
deze delicten vraagt om een stevige, structurele aanpak, waarbij ook de weerbaarheid
van de Nederlandse samenleving als geheel wordt vergroot. Veel mensen en bedrijven
in Nederland hebben te maken met agressie en (online) geweld. Daarom vormt het bestrijden
van agressie en geweld een speerpunt van mijn beleid. Begin 2025 ontvangt uw Kamer
het actieplan geweld, dat op dit moment wordt ontwikkeld.
Met deze brief informeer ik uw Kamer op hoofdlijnen over de belangrijkste ontwikkelingen
in de bestrijding van high impact crimes. Daarbij ga ik eerst in op de HIC-aanpak
en de overkoepelende strategie gevolgd door overzichten van de geregistreerde high
impact crimes en een duiding hiervan. In de bijlage treft u de voortgang op de ingezette
maatregelen op het voorkomen van slachtofferschap en daderschap, recidivevermindering
en ontwikkelingen op het gebied van opsporing en vervolging. Tot slot treft u in de
bijlage maatregelen die zijn genomen in Caribisch Nederland.
1. De HIC-aanpak
De HIC-aanpak start met een beleidsanalyse van de aard en omvang van de criminaliteitsfenomenen
en een analyse van de risico- en beschermende factoren zodat zicht ontstaat op de
aangrijpingspunten voor in te zetten maatregelen en interventies. In essentie omvat
de HIC-aanpak de strategische inzet van dadergerichte, slachtoffergerichte en situationele
preventieve maatregelen, in combinatie met passende repressieve maatregelen. Om zorgvuldig
om te gaan met de beschikbare mensen en middelen, zet ik – mede op verzoek van uw
Kamer – in op bestaande en bij voorkeur bewezen effectieve maatregelen en interventies.
Ook worden in samenwerking met gemeenten en de wetenschap veelbelovende maatregelen
en interventies aangescherpt en (door)ontwikkeld. Waar nodig wordt wetgeving ingezet.
Uitgevoerde pilots, projecten en maatregelen worden zorgvuldig geëvalueerd. Ik werk
samen met- en faciliteer publieke en private partners bij de uitvoering van de maatregelen.
Bij de HIC-aanpak is communicatie gericht op zowel de samenwerkingspartners als de
samenleving.
Gemeenten zijn immers primair verantwoordelijk voor de lokale veiligheid. Vanuit de
rijksoverheid werken we nauw samen met gemeenten bij de aanpak van criminaliteit.
Gezamenlijk delen we de missie tot het terugdringen van high impact crimes en werken
we nauw samen met publieke en private partners om dit doel te bereiken.
In de grote Nederlandse steden zien we in toenemende mate problematiek die te relateren
is aan daders afkomstig uit het Caribisch deel van het Koninkrijk. Zowel positieve
als negatieve ontwikkelingen aldaar hebben een weerslag in Nederland. Het is daarom
een Nederlands belang om in te zetten op een reductie van het aantal high impact crimes
in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De HIC-aanpak wordt vormgegeven samen met
de eilanden, waarbij de in Nederland succesvolle methoden worden toegepast op de eilanden,
op een wijze die aansluit bij de lokale situatie.
2. Cijfermatige ontwikkeling high impact crimes
In onderstaande tabel is op basis van politiecijfers het aantal delicten weergegeven
in de periode 2013 tot en met 2023.1 Daarna volgt een duiding van de belangrijkste ontwikkelingen op de HIC-delicten.
Jaar
Overvallen
Straatroven
Woninginbraken
Geweld
2013
1.633
7.050
87.720
89.265
2014
1.267
5.460
71.230
84.920
2015
1.239
4.731
64.560
83.106
2016
1.138
4.167
55.470
80.332
2017
1.103
3.576
49.124
75.557
2018
1.143
3.517
42.662
72.533
2019
1.174
3.777
39.365
73.638
2020
907
3.184
30.531
70.023
2021
676
2.321
23.452
65.849
2022
670
2.481
24.275
69.995
2023
541
2.435
22.706
66.595
Procentuele ontwikkeling 2013–2023
– 67%
– 65%
– 74%
– 25%
In 2023 zijn de geregistreerde HIC-cijfers ten opzichte van 2022 gedaald en nog altijd
fors onder het niveau van het pre-Covidjaar 2019. Deze daling is in beginsel een goed
teken, maar is geen argument om de inzet van maatregelen los te laten. Het verleden
en de wetenschap leren ons dat dit type delicten snel stijgt op het moment dat de
aandacht voor preventie, opsporing en vervolging verslapt. Bovendien is elk gepleegd
delict er één teveel.
Uit slachtofferenquêtes en ook uit De Veiligheidsmonitor volgt een genuanceerder cijferbeeld.
De Veiligheidsmonitor 20232 laat bijvoorbeeld zien dat het aantal gewelds- en vermogensdelicten en vernielingen
ten opzichte van 2021 is toegenomen.3 Een deel van deze verschillen is te verklaren omdat het werkelijke aantal delicten,
zoals bij alle delicten, hoger ligt dan het aantal aangiften. Ook zijn onveiligheidsgevoelens
binnen de eigen buurt en in het algemeen gestegen sinds 2021. Juist high impact crimes
hebben een ontwrichtend effect op individuele slachtoffers, hun gezinnen, wijken en
op het veiligheidsgevoel in de samenleving als geheel. Een stevige en samenhangende
inzet op preventie en repressie blijft daarmee de komende periode een speerpunt.
Ophelderingspercentages overvallen en straatroven
Om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden van high impact crimes is het van belang
om daders van deze delicten snel op te sporen en te vervolgen. De Taskforce Overvallen
kijkt daarom nadrukkelijk ook naar de ophelderingspercentages van deze delicten.4 Mede door de stevige inzet op opsporing en vervolging zijn de ophelderingspercentages5 in 2023 licht gestegen.6
Ophelderings- percentages
Realisatie 2019
Realisatie 2020
Realisatie 2021
Realisatie 2022
Realisatie 2023
Overvallen
52%
53%
63%
63%
66%
Straatroven
29%
33%.
39%
36%
37%
3. Overkoepelende aanpakken onder high impact crimes
Een aantal problemen springen – vaak vanwege actuele ontwikkelingen – in het oog.
Ik geef hieronder de actualiteiten op deze overkoepelende aanpakken.
Geweld
Het gebruik van agressie en geweld is onacceptabel en komt helaas nog te vaak voor.
Eind 2023 is daarom gestart met een verkenning naar instrumenteel en expressief geweld
in het publieke en semipublieke domein. Het is mijn voornemen om uw Kamer begin 2025
het plan van aanpak, gebaseerd op de verkenning naar geweld, toe te sturen. Daarnaast
wordt het voorstel uit het Regeerprogramma betreffende de verhoging van het strafmaximum
voor openlijke geweldpleging met een derde uitgewerkt. In de loop van 2025 wordt uw
Kamer hier verder over geïnformeerd. Naast fysiek geweld is er ook sprake van geweld
in het digitale domein. Daarom is dit najaar een onderzoek gestart naar de impact
van online geweld op slachtoffers en naar de achtergrondkenmerken en motieven van
daders. Het onderzoek wordt in het tweede kwartaal van 2025 opgeleverd.
Offensief tegen explosies
Het afgelopen jaar viel specifiek het toegenomen aantal aanslagen met explosieven
op woningen, bedrijven en andere objecten op. In 2022 zijn er 343 aanslagen met explosieven
gepleegd. In 2023 bedroeg dit aantal 1054, een toename van ruim 200%. In de afgelopen
maanden van 2024 lijkt dit aantal, ondanks stevige inzet van de politie en het openbaar
ministerie, verder toe te nemen. Met de motie van de leden Mutluer en Boswijk7in de hand heeft mijn voorganger de oprichting van het Offensief tegen explosies aangekondigd,
waarover zij uw Kamer in juni van dit jaar heeft geïnformeerd.8 Op regionaal niveau en in gemeenten is al veel ervaring opgedaan met aanslagen met
explosieven en wordt bestuurlijk al op verschillende wijzen geïntervenieerd. De VNG
heeft een landelijk netwerk opgericht voor gemeenten die te maken hebben met aanslagen
met explosieven, om de opgedane kennis en best practices in de aanpak te delen.
Ram- en plofkraken
Het aantal aanvallen op geldautomaten is in Nederland gedaald van 15 in 2022 naar
acht in 2023, waarvan zes aanvallen met zware explosieven. Deze dalende trend lijkt
in 2024 door te zetten. Gezien de risico’s voor omwonenden en de grote maatschappelijke
impact die iedere plofkraak heeft, blijf ik mij inzetten op dit thema.
In de voortgangsrapportage van afgelopen jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over een
verkenning om te komen tot objectieve veiligheidscriteria voor de plaatsing van (niet-bancaire)
geldautomaten. Het doel is dat gemeenten bij een vergunningaanvraag voor het plaatsen
van een geldautomaat, aan de hand van deze criteria inzichtelijk kunnen maken wat
de risico’s zijn voor de omgeving bij een plofkraak. Dit helpt gemeenten in de afweging
of zij een vergunning kunnen verlenen voor het plaatsen van geldautomaten en zo ja,
onder welke voorwaarden. Dit risico-inventarisatie instrument wordt ontwikkeld door
TNO en is naar verwachting in het voorjaar van 2025 gereed.
De Nederlandse aanpak van plofkraken heeft ertoe geleid dat criminelen uit Nederland
hun doelgebied hebben uitgebreid naar andere landen, met name Duitsland. Op het gebied
van preventie is de Nederlandse opgedane kennis en expertise rondom de aanpak van
plofkraken met de Duitse autoriteiten gedeeld. De regionale recherche Midden-Nederland,
die de algehele coördinatie heeft, werkt nauw samen met de Duitse politie bij de opsporing
en vervolging van daders. De samenwerking verloopt succesvol. Recentelijk heeft de
Justitieminister van de deelstaat Nedersaksen zijn grote waardering uitgesproken over
de samenwerking in de strijd tegen ram- en plofkraken. Zeer frequent worden Nederlandse
verdachten aangehouden en overgeleverd aan Duitsland. In 2023 werden 135 Nederlandse
verdachten aangehouden voor het plegen van of betrokkenheid bij plofkraken in binnen-
en buitenland. Deze verdachten zijn door zowel de Nederlandse als Duitse politie aangehouden9. De gemeente Utrecht zet voor ex-gedetineerde plofkrakers die terugkeren in Utrecht
onder andere de re-integratieofficier in.10
Taskforce Overvallen
Onder voorzitterschap van burgemeester Hamming van Zaanstad werken publieke en private
partijen in de Taskforce Overvallen samen om diverse high impact crimes terug te dringen.
Sinds de oprichting heeft de Taskforce bijgedragen aan een aanzienlijke daling van
het aantal overvallen. Door een integrale aanpak zijn de veiligheid en weerbaarheid
van potentiële doelwitten (bijv. winkels, horeca, tankstations) vergroot. Het huidige
actieprogramma van de Taskforce loopt tot 2026 en is gericht op het verminderen van
overvallen door preventie, een snelle en effectieve reactie op incidenten en ondersteuning
van slachtoffers.
In 2024 is opnieuw de burgermeesterconferentie «Aanpak high impact crimes» georganiseerd.
Tijdens deze conferentie is vooral stil gestaan bij het belang van de inzet van kansrijke
en bewezen effectieve gedragsinterventies en de werkende mechanismes daarachter voor
het voorkomen van daderschap.11
Tot slot
Iedereen in Nederland zou zich altijd en overal veilig moeten kunnen voelen. De bestrijding
van high impact crimes heeft daarmee mijn volle aandacht. Uit deze brief blijkt dat
deze vorm van criminaliteit met de inzet van diverse preventieve en repressieve maatregelen,
samen met een breed scala aan partners, succesvol kan worden bestreden. Daarom blijf
ik hier stevig op inzetten, samen met en met grote dank aan de publieke en private
partners.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
BIJLAGE
1. Inzetten effectieve interventies
Uw Kamer is de afgelopen periode duidelijk geweest over het belang van effectieve
besteding van mensen en financiële middelen. Inzet dient plaats te vinden daar waar
het impact maakt en effect sorteert. Dit geldt in het bijzonder voor de inzet van
gedragsinterventies op kinderen, jongeren en jongvolwassenen en hun gezinnen in een
kwetsbare positie. Uit onderzoek blijkt dat het gezegde «baadt het niet, dan schaadt
het niet» niet opgaat.
Het is gezien deze doelgroep in een kwetsbare positie en de beperkte middelen tijd
om het kaf van het koren te scheiden en in te zetten op kansrijke12 en bij voorkeur bewezen effectieve interventies. Op gedragsinterventies waarvan is
aangetoond dat deze niet werken of zelfs een negatief effect hebben op de jongere
in een kwetsbare positie wordt niet meer ingezet. Op 5 juni jl. is uw Kamer geïnformeerd13 over het in samenwerking met de wetenschap ontwikkelde Landelijk kwaliteitskader
effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit.14 Het kwaliteitskader biedt handvatten voor bijvoorbeeld gemeenten en partners in de
Justitieketen om waar mogelijk en passend bij de problematiek te kiezen voor inmiddels
bewezen effectieve interventies. Als die er nog niet zijn kunnen kansrijke interventies
worden ingezet die op effectiviteit worden gemonitord. Bij publicatie heb ik in de
brief aan uw Kamer aangegeven dat de richtlijnen uit het kwaliteitskader niet vrijblijvend
zijn voor de Preventie met Gezag gemeenten, maar moeten worden gebruikt om de interventies
nader te onderzoeken, bij te stellen of te stoppen.15 Om gemeenten en andere organisaties te ondersteunen bij het gebruik van het kwaliteitskader
wordt – mede op basis van een scan – samen met gemeenten gewerkt aan een digitale
tool die concreet helpt bij het aanscherpen van een preventieve aanpak jeugdcriminaliteit.
2. Ontwikkelingen dadergerichte aanpak
Vroegtijdig ingrijpen
De leden Ellian en Verkuijlen hebben met een motie de regering verzocht om te verkennen
hoe een effectieve gedragsinterventie voor jongeren onder de 12 die zich ernstig normoverschrijdend
gedragen kan worden vormgegeven.16 Het WODC heeft – mede naar aanleiding van deze motie – onderzoek gedaan naar het
vroegtijdig ingrijpen op antisociaal gedrag bij 0–15 jarigen.17 De voormalig Minister voor Rechtsbescherming en de voormalig Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn in hun Voortgangsbrief Jeugd van 21 juni jl.
aan uw Kamer reeds ingegaan op het onderzoek.18 Zo wordt benadrukt dat gezond opgroeien en het versterken van een goed opgroeiklimaat
nog vóór er sprake is van problematisch antisociaal of delictgedrag van groot belang
is. Op basis van het onderzoek wordt er voorkeur gegeven aan interventies gericht
op het kind, het gezin en school om bijtijds in te grijpen op een antisociale ontwikkeling.
Uit het onderzoek blijkt dat het multimodaal inzetten van een interventie van meerwaarde
is, omdat dit het effect van een interventie kan versterken.19 De bevindingen uit het onderzoeksrapport sluiten hiermee nauw aan bij de huidige
aanpak van jeugdcriminaliteit waarbij maatregelen en interventies ook preventief worden
ingezet, nog voordat er sprake is van delict gedrag. Ik beschouw de motie van de leden
Ellian en Verkuijlen met het voorgaande als afgedaan.
Kapot Sterk
Kapot Sterk is een preventief lesprogramma voor leerlingen van groep 7 en 8 van het
primair onderwijs dat wordt uitgevoerd door het RIEC. Het doel van de interventie
is om de weerbaarheid van de leerlingen te vergroten tegen de verleidingen van (drugs)criminaliteit.
Het modulaire lespakket Kapot Sterk is op basis van wetenschappelijk onderzoek en
een procesevaluatie doorontwikkeld waardoor het programma duurzamer en gebruiksvriendelijker
is geworden. Sinds dit jaar hebben 24 scholen deelgenomen aan het programma en er
zijn nog 36 andere scholen in de opstartfase van de pilot in verschillende regio’s.
Parallel loopt er een pilot waarbij 12 tot 18 scholen/klassen uit acht gemeenten actief
meedoen aan een vervolgonderzoek op proces en effect op de weerbaarheid van kinderen.
Alleen jij bepaalt wie je bent
Alleen jij bepaalt wie je bent (AJB) is een, door het Nederlands Jeugdinstituut, erkende
interventie gericht op beïnvloedbare jongeren in een kwetsbare positie tussen de 12
en 18 jaar. Doelstelling van de interventie is gedragsverbetering en het voorkomen
van delinquent gedrag. Uit wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit van Amsterdam
blijkt dat deelnemers van AJB tot twee keer minder vaak in contact komen met de politie
en tot drie keer minder vaak veroordeeld worden dan jongeren uit de controlegroep.
In september 2024 is AJB voor de komende vijf jaar opnieuw erkend door het NJi.20 In de periode 2023–2024 hebben ruim 3000 jongeren in meer dan 30 gemeenten aan AJB
deelgenomen. Inmiddels krijgt de inzet van AJB ook incidenteel financiële steun vanuit
een Europees Fonds.
Veilig in en om school
In en om scholen is de toename van geweld merkbaar. Scholen geven aan dat «»de straat»
de school in komt». Onveiligheid wordt op scholen als een ongrijpbaar probleem ervaren.
Dit terwijl medewerkers beperkt kennis hebben van hoe met deze problematiek om te
gaan of wie er bij een aanpak moet worden betrokken. Dit onderwerp heeft terecht de
aandacht van uw Kamer.21 Daarom is Arnhem, met steun van mijn ministerie, gestart met een werkwijze om de
veiligheid in en om de school (VIOS) te vergroten. De werkwijze VIOS is inmiddels
breed in het Arnhemse voortgezet onderwijs (15 scholen) doorgevoerd en er zijn plannen
voor een uitbreiding van de aanpak naar het primair onderwijs. Mijn ministerie ondersteunt
het initiatief om in 2025 de Arnhemse aanpak van VIOS en gelijkluidende aanpakken
van een aantal andere gemeenten tegen het licht te houden en hier de werkzame bestanddelen
uit te identificeren.
Verlaging werkdruk leraren
Voormalig lid Raemakers verzocht mij te inventariseren hoe goede ervaringen met stichtingen
en/of organisaties die gespecialiseerd zijn in jeugdcriminaliteit breder ingezet kunnen
worden om de werkdruk van leraren te verlichten.22 Om deze vraag te kunnen beantwoorden is ambtelijk afstemming gezocht met het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Goed veiligheidsbeleid op scholen begint altijd met het voorkomen van incidenten.
Wanneer er risico´s op onveiligheid worden gesignaleerd is het belangrijk dat scholen
en onderwijsprofessionals weten wat zij moeten doen. Het opstellen van (preventieve)
protocollen en goede afspraken met samenwerkingspartners kunnen bijdragen aan het
voorkomen en correct afhandelen van incidenten. Het is daarom essentieel dat scholen
een sterk netwerk hebben en de samenwerking opzoeken met lokale partners zoals jongerenwerkers,
politie en gemeente. Voor vraagstukken rond jeugdcriminaliteit kunnen scholen terecht
bij Stichting School en Veiligheid (SSV) en voor specifieke vraagstukken zoals de
aanpak van wapens en jongeren bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Daarnaast kunnen bewezen effectieve interventies, zoals AJB, worden ingezet en kan
gebruik worden gemaakt van kansrijke aanpakken op scholen, zoals in Arnhem (hiervoor
genoemd). Deze interventies worden ook ingezet binnen het programma Preventie met
Gezag en zijn daarmee onderdeel van het lerende netwerk School en Veiligheid. Samen
met het Ministerie van OCW, het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en SSV wordt gekeken
hoe deze binnen het programma Preventie met Gezag geleerde lessen ook breder verspreid
kunnen worden. Op die wijze kan met lokaal maatwerk worden ingezet op de veiligheid
voor kinderen en jongeren en daarmee tevens het ontlasten van leraren. Hiermee beschouw
ik de motie van het voormalig lid Ramaekers als afgedaan.
Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid
Jeugdigen en (jong)volwassenen (18–27 jaar) met multiproblematiek hebben baat bij
interventies die tot doel hebben om een zelfstandig bestaan op te bouwen. Uit onderzoek
blijkt dat de aanwezigheid van multiproblematiek, de hierbij aanwezige criminogene
factoren en het ontbreken van beschermende factoren vaak leiden tot delinquent gedrag.
De Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid (IPTA) is een interventie die
voor deze groep verder is ontwikkeld. IPTA bevindt zich in het NJi erkenningstraject.
In de pilot zijn 24,25 fte23 aan coaches, waarvan nog 2 fte in de wervingsprocedure zitten, in 17 gemeenten actief.
Er zijn vier gemeenten voornemens op met IPTA te starten. In mei 2023 is de monitoringsapp
in gebruik genomen waar de coaches maandelijks de voortgang van de deelnemers in registeren.
Op basis van deze registraties blijkt dat er sinds de start van de registratie bijna
300 deelnemers zijn begeleid.
Re-integratie officier
De kans op recidive is met name in de eerste maanden na vrijlating uit detentie hoog.24 Om de recidive terug te dringen, wordt er tijdens en na detentie gewerkt aan een
goede re-integratie naar de vrije samenleving. De Re-integratieofficier (RIO) is een
werkwijze die hierin, door het verbinden van partners, een centrale rol speelt.25 (Ex-)gedetineerden (18–35 jaar) krijgen hulp bij het op orde krijgen van verschillende
leefgebieden, zoals huisvesting, het verkrijgen van een identiteitsbewijs, werk en
inkomen, aanpak van schulden en zorg. Sinds mei 2023 kunnen de RIO’s maandelijks de
voortgang van (ex-) gedetineerden in een app registeren. Op basis van deze registraties
blijkt dat er sinds de start van de registratie ongeveer 330 (ex-)gedetineerden zijn
begeleid.26 Een eerste beperkte analyse van de gegevens suggereert dat hoe langer een (ex-)gedetineerde
wordt begeleid door een RIO, hoe meer leefgebieden op orde zijn. Er zijn aanwijzingen
dat wanneer één van de drie leefgebieden schulden, werk of woonruimte op orde is,
de kans op recidive afneemt. Daarnaast laten de data zien dat wanneer twee of meer
leefgebieden op orde zijn, de kans op recidive verder vermindert. De werkwijze van
de RIO wordt samen met de gemeenten verder doorontwikkeld.
Tijdens het Commissiedebat Justitiële Jeugd op 5 september 2024 vroeg het lid Dral
om een overzicht van het aantal actieve RIO's, alsmede een eerste indicatie van de
effecten hiervan. Hieronder volgt de informatie waarmee aan dit verzoek wordt voldaan.
De RIO is ten opzichte van 2019 uitgebreid van vier RIO’s in vier gemeenten naar bij
elkaar 31,7 fte aan RIO’s27, waarvan er nog 6,5 fte in de wervingsprocedure zitten. Deze RIO’s zijn verbonden
aan 15 deelnemende gemeenten en vijf Zorg- en Veiligheidshuizen. Daarnaast zijn er
vijf gemeenten voornemens om met de RIO te starten.28
In twee gemeenten is inmiddels ervaring opgedaan met de inzet van een RIO voor de
minderjarige doelgroep. In de justitiële jeugdinrichtingen zijn de Raad voor de Kinderbescherming
en de Jeugdreclassering nauw en langdurig betrokken ook in het kader van nazorg. De
werkwijze van de Jeugd-RIO kan complementair zijn aan de nazorg waarover de Raad voor
de Kinderbescherming regievoerder is.
Taskforce Overvallen Publiek private samenwerking
Dat het aantal overvallen in 2023 opnieuw is gedaald, is mede te danken aan ondernemers
die preventieve maatregelen hebben voortgezet en doorgevoerd. Voorbeelden hiervan
zijn cashless betalen, het uit de winkel – en in de avond uit de etalage – halen van
waardevolle producten29, toepassen van track-and-trace op diefstalgevoelige producten en investering in meer
en betere camerabeveiliging. Samen met de politie hebben ondernemers ervoor gezorgd
dat de gelegenheid voor het plegen van delicten is gedaald en dat de pakkans van daders
hoog ligt.
Een recente ontwikkeling is dat er sinds 1 juli 2024 een verbod is op de verkoop van
alle sigaretten en andere tabaksproducten in supermarkten en horeca-inrichtingen.
Hierdoor hebben tabaksspeciaalzaken en tankstations30 grotere voorraden in huis, wat extra aandacht vraagt voor de veiligheid van deze
ondernemers. In 2023 en begin 2024 heeft – in samenwerking met de branche, MKB-Nederland,
de politie en mijn ministerie – het Platform Veilig Ondernemen op mijn verzoek 26
veiligheidsscans uitgevoerd bij tabaksspeciaalzaken. Momenteel wordt bekeken in hoeverre
de gegeven adviezen worden opgevolgd en wat kan worden verbeterd in de advisering,
met de mogelijkheid om de scans op te schalen naar meer tabaksspeciaalzaken.
Gesloten gemeenschappen
Een van de taken van het Leger des Heils (LdH) is het begeleiden van mensen in het
kader van een civiele en/of strafmaatregel. Binnen dat kader is samenwerking met de
cliënt nodig om mensen te stimuleren tot verandering van risicovol gedrag. Juist bij
personen die deel uitmaken van een gesloten gemeenschap is het krijgen van de zogenaamde
«voet tussen de deur» lastig. Samen met mijn ministerie is het Leger des Heils in
2023 daarom gestart met het ontwikkelen van een overkoepelende aanpak die betrekking
heeft op gesloten gemeenschappen en professionals. Dit project heeft in 2023 geresulteerd
in een theoretische onderbouwing die is omgezet in een praktische handleiding voor
professionals. Deze handleiding is geïmplementeerd binnen het Leger des Heils, zowel
bij de jeugdbescherming als bij de reclassering. De komende maanden worden medewerkers
getraind om de nieuwe aanpak in hun dagelijkse praktijk toe te passen. Daarnaast zijn
een aantal producten ontwikkeld, zoals een digitale kennisbank, e-learning, presentaties
voor alle basisteams, (regionale) workshops en een infographic. Tot slot wordt binnen
het Leger des Heils een expertkring geïnstalleerd met als doel de kennis en nieuwe
werkwijze op lange termijn te verankeren.
Zorg- en Veiligheidshuizen
In de regio’s wordt ingezet op het terugdringen van daders met de meest complexe,
multidisciplinaire problematiek. Dit gebeurt binnen de Zorg- en Veiligheidshuizen
(ZVH-en). Binnen dit samenwerkingsverband werken justitiële ketenpartners, gemeenten
en zorginstellingen aan een persoonsgerichte aanpak van daders, waarbij zorg en straf
elkaar versterken. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid ondersteunt de ZVH-en
hierin samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten. Naast het afronden van de Meerjarenagenda is in 2024 het
landelijk kader van de Zorg- en Veiligheidshuizen opgesteld en is de nieuwe website
gelanceerd.
In 2024 is de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) door de Eerste
Kamer aangenomen. De WGS maakt duidelijk onder welke strikte voorwaarden informatie
kan worden verwerkt binnen vier bestaande samenwerkingsverbanden waaronder het Zorg-
en Veiligheidshuis. Persoonsgegevens worden met deze wet beter beschermd. Tegelijk
wordt met deze wet voorkomen dat instanties onnodig een onvolledig, versnipperd of
verkokerd beeld hebben in de aanpak van problematiek. Betrokken organisaties werken
op dit moment aan de doorvoering van de waarborgen die zijn opgenomen in de wet, in
opmaat naar de invoering van de WGS.
3. Ontwikkelingen slachtoffergerichte aanpak
Publieksvoorlichting
Om slachtofferschap te voorkomen wordt gericht ingezet op publieksvoorlichting. Een
deel van de publieksvoorlichting richt zich op slachtoffers die extra kwetsbaar zijn
voor criminaliteit. Zo wordt continue ingezet op het versterken van de weerbaarheid,
alertheid en de veiligheid van senioren. Ieder jaar staat de maand april in het teken
van Senioren & Veiligheid. Voor deze doelgroep zijn diverse communicatiemiddelen beschikbaar.31 In samenwerking met zowel publieke en private partners heeft mijn ministerie in april
2024 een aantal informatieve bijeenkomsten georganiseerd voor senioren. Hier hebben
circa 750 senioren aan deelgenomen. Daarnaast zijn de campagnemiddelen weer onder
de aandacht gebracht en beschikbaar gesteld aan gemeenten en ouderenorganisaties.
De jaarlijkse helingcampagne, waarmee een diefstalcheck via Stop Heling gestimuleerd
wordt bij de voorgenomen aanschaf van tweedehands goederen, liep van 21 augustus tot
en met 17 september 2024. De campagne bestond uit radiospots en online banners en
video’s op verkoopsites. Uit het campagne-effectonderzoek blijkt dat de campagne met
een 7,8 bovengemiddeld goed is beoordeeld (benchmark 7,5).
Net zoals in 2023 stond, gezien het belang en de blijvende actualiteit van dit thema
voor ondernemers en hun medewerkers, de Week van de Veiligheid in 2024 in het teken
van agressie en geweld. Ik heb deze week geopend met een ontbijtsessie waarbij de
landelijke social mediacampagne tegen agressie en geweld werd gelanceerd. Hierbij
waren de voorzitter van MKB-Nederland en de directeur belangenbehartiging van Koninklijke
Horeca Nederland aanwezig. In verschillende regio’s zijn door het Platform Veilig
Ondernemen in samenwerking met branchepartijen, gemeenten, politie en vele (individuele)
ondernemers activiteiten voor medewerkers, ondernemers, bedrijven en inwoners van
gemeenten georganiseerd.
Afhandeling schade
Naast emotionele en fysieke schade krijgen slachtoffers van high impact crimes ook
te maken met financiële schade. Het kan niet zo zijn dat daders de ontstane schade
niet vergoeden. Daarom ondersteunde ik ook in het afgelopen jaar de directe aansprakelijkstelling
van daders, waarbij de indirecte schade en eventuele directe schade met name voor
ondernemers collectief worden geïnd. Deze werkwijze wordt onder meer toegepast bij
geweld in het openbaar vervoer en in de horeca, bij lichte gevallen van verzekeringsfraude,
benzinediefstal, heling, internetoplichting en bij uithalers van drugs.
Via de stichting Directe Aansprakelijkstelling Aan Daders (DAAD) wordt de toepassing
van deze directe aansprakelijkstelling gestimuleerd en de kwaliteit van de uitvoering
bewaakt. Mijn ministerie bevordert deze activiteiten door ambtelijke ondersteuning
te verlenen aan DAAD. In 2023 is het totaal van de schades die namens de gedupeerde
ondernemers verhaald zijn door de DAAD-gecertificeerde uitvoeringsorganisatie SODA
met 24% gestegen tot 4,6 miljoen euro. Mijn ministerie heeft een werkgroep opgericht
die knelpunten in de toepassing van de aansprakelijkstelling in kaart brengt en oplossingsrichtingen
formuleert.
Slachtoffers van geweldsdelicten kunnen laagdrempelig een financiële tegemoetkoming
aanvragen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven.32 De uitkering van een geldbedrag is een maatschappelijke uiting van solidariteit en
geeft tevens een blijk van erkenning van het onrecht en leed dat een slachtoffer,
nabestaande of naaste is overkomen.
Nazorg en voorkomen van herhaald slachtofferschap
Slachtoffers van strafbare feiten, waaronder overvallen, woninginbraken en geweld,
kunnen bij Slachtofferhulp Nederland (SHN) terecht voor emotionele steun, juridische
hulp in het strafproces en ondersteuning bij het aanvragen van een schadevergoeding.
De juridische dienstverlening benadert slachtoffers actief als er een afdoeningsbesluit
bekend is, om hen te informeren over hun slachtofferrechten en te ondersteunen in
het uitoefenen ervan. Op deze manier worden meer slachtoffers bereikt. Met ruim 475.000
persoonlijke diensten en 713.349 online diensten en adviezen op maat aan slachtoffers
in 2023 is er onverminderd behoefte aan hulp van Slachtofferhulp Nederland.33
4. Ontwikkelingen opsporing en vervolging
Inzet camerabeelden
De inzet van camerabeelden blijft belangrijk bij de opsporing en vervolging van verdachten.
Het project «Camera in Beeld» van de politie laat burgers, bedrijven en gemeenten
camera’s registreren.34 Sinds de start van «Camera in beeld» zijn er 338.751 camera’s op 74.494 locaties
geregistreerd.35
Alcoholmeter
Middelengebruik en in het bijzonder alcohol is een belangrijke risicofactor voor geweld.
De effectevaluatie van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers is in uitvoering
wordt naar verwachting in het laatste kwartaal van 2024 opgeleverd. Bij het aanbieden
van de evaluatie van twee pilots met de inzet van de Alcoholmeter is de landelijke
implementatie van de Alcoholmeter aangekondigd.36 Het wetgevingstraject voor de inzet van de Alcoholmeter als controlemiddel om toezicht
te houden op de naleving van een alcoholverbod loopt.
Collectieve Horeca Ontzegging
Met de Collectieve Horecaontzegging (CHO) kunnen horecabedrijven overlastgevers en
criminelen uit hun zaak weren. Iemand die geweld pleegt, overlast geeft of een ander
delict in een uitgaansgelegenheid pleegt, krijgt een ontzegging voor alle aangesloten
horecagelegenheden. Sinds eind 2023 zijn vergunningen verleend aan horecaondernemers
door de Autoriteit Persoonsgegevens, op basis van het herziene protocol. Tot nu toe
zijn er 27 vergunningen afgegeven en zijn er zeker tien uitgaansgebieden waar een
aanvraag voor in voorbereiding is. Er is door Koninklijke Horeca Nederland tevens
een nieuwe website en app ontwikkeld om overlastgevers, die een CHO hebben gekregen,
te registreren.37 Het exacte aantal toegangsontzeggingen is nog niet volledig in kaart gebracht, maar
dit zal jaarlijks worden gemonitord. De gegevens over 2024 zullen voor het eerst landelijk
inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
Heling
Bij (gewelddadige) vermogensdelicten is de kans groot dat er goederen gestolen worden
die vervolgens aan burgers of handelaren te koop aangeboden worden.38 Het frustreren van de afzetmarkt voor gestolen spullen kan daarom in belangrijke
mate bijdragen aan het voorkomen van (gewelddadige) vermogenscriminaliteit. In de
politiedatabase Stop Heling kunnen burgers en bedrijven een diefstalcheck doen op
aangeboden tweedehands goederen. Daarnaast voorziet de helingaanpak in het Digitaal
Opkopers Register (DOR), dat gekoppeld is aan de database van Stop Heling en zorgt
voor geautomatiseerde opsporing van ontvreemde goederen, het Digitaal Opkopers Loket
(DOL) voor de meldplicht van handelaren en het Digitaal Opkopers Controlesysteem (DOC).
Per 1 september 2024 zijn er 7.821 Nederlandse opkopers en handelaren in 317 gemeenten
en twaalf buitenlandse opkopers en handelaren aangesloten op het DOR. Verder maken
per 1 september 2024 5.021 opkopers en handelaren in 257 gemeenten gebruik van het
DOL.
Met de voorgenomen wijziging van de artikelen 437 en 437ter van het Wetboek van Strafrecht
wordt het gebruik van het DOR en DOL landelijk bij wet verplicht gesteld. Het wetsvoorstel
ligt ter plenaire behandeling bij uw Kamer.
5. Ontwikkelingen Caribisch deel van het Koninkrijk
De HIC-aanpak wordt vormgegeven samen met de eilanden, waarbij de in Nederland succesvolle
methoden worden toegepast op de eilanden, op een wijze die aansluit bij de lokale
situatie. Dit gebeurt langs drie pijlers. De eerste pijler is het voorkomen van daderschap
door het bieden van ondersteuning bij het begeleiden van jongeren naar een positief
netwerk. Deze ondersteuning, met het doel te voorkomen dat jongeren afglijden naar
criminaliteit, wordt geboden middels gedragsinterventies op het terrein van sport
(Alleen jij bepaalt wie je bent) voor middelbare scholieren en muziek (Leerorkest39) voor leerlingen van de basisschool. De tweede pijler betreft het voorkomen van slachtofferschap,
bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden bij de invoering van de Wet Bevordering
Voortgezet Ouderschap en Zorgvuldige Scheidingen op Aruba. Er is een toenemend aantal
eenoudergezinnen met financiële stress, een toename van sleutelkinderen en een toename
in (emotionele) verwaarlozing van kinderen. De nulmeting van de Commissie Voortgezet
Ouderschap 2020 in samenwerking met het CBS laat onder andere zien dat 69% van jongeren,
die in aanraking met criminaliteit komen, afkomstig zijn uit eenoudergezinnen. Daarom
is een ondersteuningsmodel voor ouders om, wanneer zij uit elkaar gaan, een ouderschapsplan
te maken onderdeel van de ondersteuning. Door het op deze manier inzetten op voortgezet
ouderschap wordt beoogd een bijdrage te leveren aan het verminderen van jeugdcriminaliteit.
De derde pijler betreft het terugdringen van recidive door ondersteuning van de jeugdreclassering
en het veiligheidshuis.40 Het Schadefonds Geweldsmisdrijven is ook van toepassing verklaard op de BES-eilanden.
Tijdens het Justitieel Vierlanden Overleg (JVO) van februari 2022 heeft de Minister
van Justitie van Sint Maarten voorgesteld om de samenwerkingsmogelijkheden voor de
preventie van jeugdcriminaliteit te verkennen. Het JVO heeft ingestemd met de instelling
van een werkgroep preventie jeugdcriminaliteit en deze is inmiddels gestart. De werkgroep,
met vertegenwoordigers uit alle vier landen, werkt aan het in kaart brengen van samenwerkingskansen
om jeugdcriminaliteit te voorkomen en adviseert het JVO daarover.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid