Brief regering : Toezegging gedaan tijdens de begrotingsbehandeling van Justitie en Veiligheid op 21 november 2024, over de voortgang van de invoering van de eigen bijdrage voor verblijf in de forensische zorg
33 628 Forensische zorg
Nr. 107
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2024
Aanleiding
Tijdens de begrotingsbehandeling van Justitie en Veiligheid op 21 november jl. heb
                  ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang van de invoering van de eigen
                  bijdrage voor verblijf in de forensische zorg. Met deze brief kom ik deze toezegging
                  na.
               
Het vraagstuk
Een eigen bijdrage in de zorgkosten geldt voor mensen die gebruikmaken van bepaalde
                  zorg- en ondersteuningsvormen die (gedeeltelijk) vergoed worden vanuit de Wet langdurige
                  zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), of de Wet maatschappelijke ondersteuning
                  2015 (Wmo 2015).
               
Momenteel betalen personen die op een forensische titel in een zorginstelling of beschermde
                  woonvorm verblijven geen eigen bijdrage. Dit houdt in dat zij, ondanks mogelijk inkomen
                  vanuit werk, uitkering of ander vermogen, geen kosten hebben aan met name voedingsmiddelen
                  of vaste lasten tijdens hun verblijf in de forensische zorg. Deze kosten worden geheel
                  vergoed door het Rijk.
               
In de beleidsreactie van de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming d.d. 23 september
                  2022 op de rapportage van PricewaterhouseCoopers over het begrotingstekort van DJI
                  is aangekondigd de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor verblijf opnieuw in te
                  voeren en een wijziging van de Wet forensische zorg voor te bereiden.1 Het herinvoeren van deze maatregel zou jaarlijks naar verwachting € 4 mln. opleveren,
                  rekening houdend met uitvoeringskosten van € 500.000.2
De herinvoering is door forensische zorgaanbieders aangedragen als een oplossing om
                     het begrotingstekort terug te dringen. Het niet toepassen van een eigen bijdrage heeft
                     namelijk de onderstaande gevolgen:
                  
1) Het niet hoeven betalen van een eigen bijdrage staat op gespannen voet met de behandeling
                           die is gericht op resocialisatie. Immers, zodra de forensische zorgverlening is afgerond
                           en de betrokkene terugkeert in de samenleving, zal diegene moeten betalen voor levensonderhoud.
                           De afwezigheid van financiële verplichtingen zorgt dat het moeilijker is om de cliënt
                           financiële vaardigheden te leren en daarmee voor te bereiden voor deze terugkeer.
                           Daarnaast kan het betalen van een eigen bijdrage cliënten stimuleren om verantwoordelijkheid
                           te nemen voor hun herstelproces en positieve gedragsverandering. Dit zijn elementen
                           die helpen om het recidive-risico verkleinen.
                        
2) Er is sprake van rechtsongelijkheid tussen patiënten die op een forensische titel,
                           en patiënten die op een andere titel zorg ontvangen. Cliënten die op een niet-forensische
                           zorgtitel in een zorginstelling verblijven, zijn wel verplicht tot het betalen van
                           een vorm van een eigen bijdrage; de patiënten die op een forensische titel in dezelfde
                           zorginstelling verblijven niet. Dit kan binnen de kliniek voor scheve verhoudingen
                           en spanningen zorgen.
                        
Voortgang
Een herinvoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage voor verblijf
                  vergt een wijziging van de Wet forensische zorg. Met de betrokken veldpartijen is
                  een analyse gedaan van de problematiek, zijn de doelstellingen geformuleerd en zijn
                  uitvoeringsmogelijkheden onderzocht. Dit heeft vier belangrijke uitgangspunten naar
                  voren gebracht:
               
1) De eigen bijdrage dient inkomens- en vermogensafhankelijk te zijn, ter voorkoming
                        van schuldenproblematiek, die resocialisatie in de weg staat en recidive-risico’s
                        verhoogt;
                     
2) Er dient zo veel mogelijk te worden aangesloten bij de wijze waarop de eigen bijdrage
                        in andere zorgwetgeving is vormgegeven, om rechtsgelijkheid te waarborgen;
                     
3) De invoering van de eigen bijdrage dient zo min mogelijk extra administratieve lasten
                        met zich mee te brengen bij de zorginstellingen.
                     
4) Er dient rekening gehouden te worden met de complexiteit en het doenvermogen van de
                        cliënt.
                     
Met deze uitgangspunten heeft mijn departement partijen benaderd, waaronder het Ministerie
                  van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het CAK. Uit overleg met partijen komt
                  naar voren dat uitvoering van een eigen bijdrage voor de forensische zorg waarschijnlijk
                  complexer is en hogere uitvoerings- en implementatiekosten met zich meebrengt dan
                  op voorhand gedacht. Ook is een implementatietraject via het CAK, vanwege andere lopende
                  implementatietrajecten van politieke maatregelen, de komende jaren niet realistisch.
               
Vervolg
De komende periode worden de opties voor de uitvoering van een eigen bijdrage voor
                  forensische zorg verder uitgewerkt. Aan het CAK en ketenpartijen, zoals de koepelorganisaties
                  in de forensische zorg en DJI, worden impactanalyses gevraagd. Deze impactanalyses
                  zullen gericht zijn op het inzichtelijk krijgen van de uitvoerbaarheid, de financiële
                  effecten (verwachte kosten en baten) en de gevolgen voor de doelgroep.
               
Op basis van de impactanalyses wordt bezien wat de vervolgstappen zijn. In de volgende
                  voortgangsbrief forensische zorg in het eerste kwartaal van 2025 zal uw Kamer worden
                  geïnformeerd over de stand van zaken.
               
Tot slot
Ik wil een oplossing vinden voor de ervaren problematiek in de zorginstellingen en
                  de reeds ingeboekte besparing. Bij de uitwerking van de maatregel staan uitvoerbaarheid,
                  veiligheid en rechtsgelijkheid centraal.
               
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid