Brief regering : Stand van zaken “applied behavioural analysis (ABA)
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 715
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2024
De afgelopen periode zijn in de Tweede Kamer meerdere keren de methode «applied behavioural
analysis» (hierna: ABA) en afgeleiden van deze behandelmethoden aan bod gekomen.
De aanleiding voor de aandacht voor dit onderwerp waren schrijnende verhalen van ervaringsdeskundigen
die nare ervaringen hebben gehad met ABA methoden. Zo werd de methode soms ingezet
om gedrag dat bij autisme hoort af te leren of kregen jongeren te maken met vrijheidsbeperkende
maatregelen. Het raakt mij dat jongeren dergelijke ervaringen hebben gehad. Jongeren
verdienen kwalitatief goede zorg en moeten zich veilig voelen in een behandelsetting.
Ik zet mij in voor een neurodiverse samenleving waarin iedereen zichzelf kan en mag
zijn.
Terecht is hier ook aandacht voor gevraagd in de Tweede Kamer. Er zijn mondelinge
vragen gesteld over dit onderwerp door D66 en schriftelijke vragen door verschillende
fracties. Afgelopen september heeft uw Kamer tevens een schriftelijk overleg gevoerd
over ABA. Ook tijdens het afgelopen wetgevingsoverleg op maandag 11 november jl. zijn
er door leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, D66 en de PVV vragen gesteld over
ABA.
Tegelijkertijd zijn er over ABA wisselende beelden. Zo kwam naar boven, uit het onderzoek
van het Nederlands Autisme Register en gesprekken die mijn voorganger heeft gevoerd,
dat er ook volwassenen zijn die positief waren over hun ABA behandeling. Ook ouders
wiens kinderen recent ABA hadden gekregen bleken vaker positief dan negatief over
ABA en afgeleide behandelingen. Ik vind het van belang dat professionals, aanbieders
en andere betrokkenen zich baseren op beschikbare en betrouwbare kennis over ABA en
dat er gesprekken worden gevoerd hierover.
In de antwoorden op het verslag van het schriftelijk overleg dat uw Kamer heeft gevoerd,
heb ik daarom aangegeven dat ik het Nederlands Jeugd instituut (hierna: NJi) heb gevraagd
om de beschikbare kennis, praktijkervaring en ervaringsdeskundigheid over ABA bij
elkaar te brengen en de bevindingen te delen. Het NJi werkt hiertoe nauw samen met
het landelijk kenniscentrum LVB en het kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Door middel van deze brief wil ik de leden van de Tweede Kamer graag informeren over
de laatste stand van zaken op deze vraag aan het NJi. Het NJi heeft inmiddels met
verschillende professionals, kenniscentra en betrokkenen gesproken, waaronder de LBVSO
en de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA). Het NJi constateert dat er wisselende
beelden en signalen zijn en dat er behoefte is aan duidelijkheid. Met het NJi is daarom
afgesproken dat zij in het voorjaar met een kennisproduct komt over ABA. Wat voor
product dat precies wordt, hangt af van de uitkomsten van hun onderzoek en de behoeften
in het veld. Gedacht kan worden aan een handreiking voor professionals of een kennisdossier.
Daarnaast brengt het Landelijk kenniscentrum LVB in samenwerking met het kenniscentrum
Kinder- en Jeugdpsychiatrie het huidige zorgaanbod voor de doelgroep jongeren met
autisme en een (licht) verstandelijke beperking in kaart. Dit doet zij n.a.v. een
signaal van de NVA dat het zorgaanbod voor deze doelgroep beperkt is. Deze inventarisatie
wordt ook in het voorjaar van 2025 opgeleverd.
Ik vind het van groot belang dat er kwaliteitsverbetering plaatsvindt in de jeugdzorg.
Daarom zijn er met de Hervormingsagenda Jeugd afspraken gemaakt om de kwaliteit in
de jeugdzorg te verbeteren. Dat geldt voor de jeugdzorg breed, en dus ook voor ABA.
Eind dit jaar zal er een leeragenda worden opgesteld door de werkorganisatie «Kwaliteit
en Blijven Leren», die een analyse heeft uitgevoerd op de bestaande brede richtlijnen,
zorgstandaarden en kwaliteitskaders. Op basis van deze leeragenda wordt geprioriteerd
waar professionals, aanbieders en andere betrokkenen de komende jaren aan gaan werken
om de jeugdhulp te verbeteren; daarmee wordt het handelingsperspectief van professionals
en cliënten verstevigd en de hulp en ondersteuning aan jeugdigen verbeterd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport