Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Palland over het belang van contacten met verschillende (religieuze) gemeenschappen in beleid en overheidshandelen (Kamerstuk 32824-403) en van de motie van het lid Becker over contacten voorkomen met organisaties die integratie hebben tegengewerkt en/of een ongewenste agenda van buitenlandse beïnvloeding voorstaan (Kamerstuk 35228-45)
32 824 Integratiebeleid
Nr. 445
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2024
Ik sta voor een open en vrije samenleving, een samenleving waar iedereen zich vrij
voelt om eigen keuzes te maken. In een divers land als Nederland, waar verschillende
sociaal-culturele achtergronden en wereldbeelden naast elkaar bestaan, is het van
groot belang dat mensen zich onderdeel voelen van de samenleving. Dit geldt voor Nederlandse
inwoners onderling, maar ook in het contact met de overheid.
Op 3 en 11 oktober 2023 heeft uw Kamer twee moties aangenomen die zich richten op
de contacten die de regering onderhoudt met maatschappelijke organisaties in het kader
van integratie en samenleven. Allereerst betreft dit de motie van het lid Palland
(Kamerstuk 32 824, nr. 403) – hierin wordt de regering verzocht «breed in haar beleid en handelen contacten met verschillende (religieuze) gemeenschappen
te onderhouden ten behoeve van maatschappelijke stabiliteit en emancipatie, daarbij
open en transparant te handelen en (representatieve) organisaties van deze gemeenschappen
in beginsel tevens als maatschappelijk partners te zien». Deze motie werd opgevolgd door een aangenomen motie van lid Becker (Kamerstuk 35 228, nr. 45) die de regering verzoekt (1) «in contacten met verschillende gemeenschappen te voorkomen dat organisaties aan tafel
komen te zitten die (aantoonbaar) integratie hebben tegengewerkt en/of een ongewenste
agenda van buitenlandse beïnvloeding voorstaan» en (2) «aan de Kamer jaarlijks een overzicht te verstrekken met welke organisaties structureel
contacten worden onderhouden in het kader van integratie en samenleven». In deze brief informeer ik uw Kamer over de wijze waarop deze moties worden uitgewerkt.
Laat ik voorop stellen dat ik het van belang acht zowel in contact te staan en samen
op te trekken met maatschappelijke organisaties, als ook kritisch te zijn daar waar
de waarden en normen van een vrije en open samenleving onder druk kunnen komen te
staan. De moties van het lid Palland (CDA) en Becker (VVD) hebben verschillende aanleidingen
en kennen beide onderliggende zorgen. Waaronder de zorg dat gemeenschappen en de overheid
elkaar in bepaalde gevallen mogelijk onvoldoende weten te vinden en de zorg dat andere
statelijke actoren mogelijk ongewenst invloed kunnen uitoefenen op gemeenschappen
in Nederland. Ik deel deze zorgen met uw Kamer. Ik wil dat zoveel mogelijk mensen
onbelemmerd mee kunnen doen in de Nederlandse samenleving.
Daarbij is absoluut geen plaats voor discriminatie, antisemitisme, moslimhaat, onderdrukking
en buitenlandse inmenging.
Voor doeltreffend beleid en een goede samenwerking tussen de overheid en de samenleving
is wederzijds vertrouwen nodig. Hiervoor is het belangrijk te spreken met verschillende
maatschappelijke organisaties om elkaar in gedeelde doelstellingen te kunnen versterken
en daarnaast ook in contact te blijven staan met de samenleving in den brede om te
weten wat er leeft en speelt. Voor het duiden, onderzoeken en vaststellen van organisaties
als organisaties die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid of anderszins,
heeft SZW geen wettelijke grondslag. Wel ligt er een nadrukkelijke grens bij het in
contact treden met organisaties die door veiligheidsdiensten worden ontraden. Met
deze organisaties spreekt het Ministerie van SZW niet.
Actieagenda Integratie
Momenteel werk ik aan een Actieagenda Integratie. Naar verwachting worden de contouren
van de Actieagenda voor het kerstreces met uw Kamer gedeeld. In deze Actieagenda zet
ik extra in op taal en werk voor nieuwkomers, zodat zij sneller integreren in Nederland.
Ook zal de Actieagenda focussen op het versterken van onze open en vrije samenleving
en het bevorderen van de maatschappelijke samenhang en gelijke kansen in Nederland.
Dit raakt onze gehele samenleving.
Voor de uitvoering van de Actieagenda Integratie is samenwerking met maatschappelijke
partners belangrijk. De opgave van de Actieagenda Integratie is namelijk een gedeelde
maatschappelijke opgave, waarin iedereen een verantwoordelijkheid heeft. De doelstellingen
binnen de Actieagenda kunnen het beste worden verwezenlijkt in samenwerking met het
maatschappelijk middenveld. Ik wil hierbij benadrukken dat de overheid een goede integratie
kan faciliteren maar niet kan afdwingen of opleggen. Het is aan het individu om zich
te voegen naar de vrije waarden die we in Nederland kennen.
Maatschappelijke partners worden bij de vormgeving en uitvoering van de Actieagenda
betrokken, dit vergt een nieuwe structuur van contact en overleg. Ik werk samen met
maatschappelijke partners, die de doelstellingen van de Actieagenda Integratie en
de waarden en normen van onze open en vrije samenleving onderschrijven. Graag laat
ik op een open en transparante wijze zien met wie ik de samenwerking aan zal gaan.
Dit in het kader van een open overheid, en in lijn met de motie van lid Becker1. Jaarlijks zal er een overzicht worden gedeeld met betrokken maatschappelijke partners,
als onderdeel van de voortgangsrapportage van de Actieagenda Integratie. Daarnaast
deel ik binnen zes weken eenmalig een lijst met maatschappelijke organisaties waarmee
SZW vanaf 1 januari 2023 contact heeft gehad. Dit vindt vertrouwelijk plaats vanwege
veiligheidsredenen. Het openbaar maken van deze lijst maakt deze organisaties kwetsbaar
voor kwaadwillenden, waaronder statelijke actoren.
Brede blik op de samenleving
Bij de uitwerking van de twee moties wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen
die hebben plaatsgevonden in de wijze waarop het Ministerie van SZW contact onderhoudt
met gemeenschappen en organisaties.
Sinds de afschaffing van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM) in juli 20132, werkt de overheid niet meer met een officiële overlegstructuur waarbij formele gesprekspartners
vanuit gemeenschappen directe inspraak hebben op het beleid.3 De doelgroepgerichte aanpak uit het verleden, heeft plaats gemaakt voor de opgavegerichte
beleidsaanpak.
Dit betekent dat afhankelijk van het (maatschappelijk) vraagstuk, SZW contact onderhoudt
met verschillende gesprekspartners. De contacten over integratie- en samenlevingsvraagstukken
zijn sindsdien meer divers en variabel, van sleutelfiguren tot kennisinstituten, en
van gemeenten tot zelforganisaties. Deze flexibiliteit brengt het ministerie vele
inzichten, maar leent zich minder voor een eenduidig openbaar overzicht. Dit gezien
de plicht om persoonsgegevens te beschermen en de afwezigheid van een formele status
van de gesprekspartners. Ik benadruk hierbij dat organisaties die steun uitspreken
voor terroristische organisaties, zoals Samidoun, geen gesprekspartner zijn.4
In het kader van het versterken van de open en vrije samenleving wordt breed contact
gelegd met de samenleving. Ook buiten de thema’s van de Actieagenda Integratie is
het belangrijk dat ontwikkelingen en signalen uit de samenleving SZW blijven bereiken.
Door te spreken met gemeenten, gemeenschappen en professionals haalt SZW op het gebied
van sociale stabiliteit verschillende beelden op en is het in staat deze vroegtijdig
te signaleren en agenderen. Over deze contacten wordt niet gerapporteerd. Dit contact
is gericht op de inkleuring van landelijke trends en ontwikkelingen in de samenleving
en het versterken van de informatiepositie van het Ministerie van SZW en andere ministeries.
Tot slot
In deze brief benadruk ik het belang van contact en samenwerking met maatschappelijke
partners. Met de Actieagenda Integratie zet ik me hard in voor een open en vrije samenleving
waarin iedereen mee kan doen. Ik zie uit naar een goede samenwerking met maatschappelijke
partners.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid