Brief regering : Concept toewijzing aanvullende capaciteitsdoelstellingen NAVO- Defensieplanningsproces (NDPP)
28 676 NAVO
Nr. 472
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2024
Het kabinet informeert uw Kamer regelmatig over de stappen in het vierjaarlijkse NAVO-Defensieplanningsproces
(NDPP). In dat kader bent u begin augustus geïnformeerd over de uitkomsten van de
tweejaarlijkse NDPP Review.1 Met deze Kamerbrief informeer ik u hierbij over de nieuwe capaciteitsdoelstellingen,
die Nederland in concept toegewezen heeft gekregen. Met deze brief geeft Defensie
invulling aan de motie-Segers c.s.2 en aan de toezegging uw Kamer voorafgaand aan de behandeling van de Defensiebegroting
te informeren over een eerste analyse van deze capaciteitsdoelstellingen3.
De toewijzing van de capaciteitsdoelstellingen maakt onderdeel uit van het NDPP. Als
onderdeel van dat proces hebben de bondgenoten in 2023 het ambitieniveau voor het
militaire machtsinstrument van de NAVO vastgesteld (Political Guidance). Daarna heeft de NAVO de hiervoor benodigde set aan militaire capaciteiten uitgewerkt.
Deze zogeheten Minimum Capability Requirements (MCR) zijn in maart uitgebracht en zijn gebaseerd op de afschrikkings- en verdedigingsplannen
van de NAVO. Op 1 juli heeft de NAVO een voorstel gedaan voor de verdeling hiervan
onder bondgenoten, de Capability Targets 2025 (CT25). De capaciteitsdoelstellingen in deze cyclus vloeien in sterke mate voort uit de
hernieuwde focus op collectieve verdediging en de daaraan gerelateerde nieuwe militaire
verdedigingsplannen van de NAVO. Gezien de toegenomen dreiging, is het aantal capaciteiten
nodig voor een verantwoorde uitvoering van de plannen significant toegenomen ten opzichte
van eerdere jaren. Iedere bondgenoot, inclusief Nederland, krijgt substantieel meer
doelstellingen bovenop eerder vastgestelde NDPP-doelen. Het niet volledig invullen
van de capaciteitsdoelstellingen creëert risico’s die op het gehele bondgenootschap
terugslaan.
De NAVO geeft per bondgenoot aan welke capaciteiten vanaf welk jaar voor het bondgenootschap
beschikbaar moeten zijn. Dit gebeurt op basis van de geldende uitgangspunten voor
het bepalen en verdelen van deze doelstellingen onder de bondgenoten (o.a. fair burden sharing, fair risk sharing en relevantie binnen de verdedigingsplannen van SACEUR). Komende periode vinden nog
bilateraal (NAVO met iedere bondgenoot) en multilateraal (bondgenoten onderling) gesprekken
plaats over de aanvullende capaciteitsdoelstellingen, waarna deze formeel door de
bondgenoten worden toebedeeld tijdens de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie
in oktober 2025. We verwachten echter geen significante aanpassingen van de huidige
concept-capaciteitsdoelstellingen. Daarom zijn de uiteindelijke aanvullende capaciteitsdoelstellingen
voor Nederland grotendeels duidelijk.
De concept CT25 betekenen een significante verhoging van de capaciteitsdoelstellingen
t.o.v. de vorige cyclus en zijn een weerspiegeling van de groeigebieden zoals beschreven
in de MCR; «Surface Based Air and Missile Defence (SBAMD), Land
Manoeuvre formations, Land Fires formations en Enablement», waarbij voor Nederland de grootste toename is waar te nemen op het gebied van SBAMD
en joint enabling capabilities. Naast een kwantitatieve ophoging vraagt NAVO in veel gevallen ook om een hogere
gereedheid.
Vanwege de rubricering van de informatie heb ik een vertrouwelijke bijlage toegevoegd4 met meer informatie over de aanvullende concept capaciteitsdoelstellingen die aan
Nederland zijn toebedeeld. De informatie beperkt zich tot het noemen van ontwikkelingen
t.a.v. capaciteitsdoelstellingen binnen de verschillende domeinen, zonder daarbij
kwantitatieve of kwalitatieve eisen te noemen.
Het kabinet heeft uw Kamer in de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van NAVO-Ministers
van Defensie op 17–18 oktober 20245 geïnformeerd dat het voldoen aan de gevraagde militaire capaciteitsbehoefte van de
NAVO voor de bondgenoten een enorme uitdaging vormt. Naast tijd en volharding vraagt
dit om significante financiering van de bondgenoten. Er is haast geboden om de bestaande
risico’s door ondercapaciteit te beperken. Bondgenoten spreken komende periode verder
over het realiseren van de capaciteitsdoelstellingen en wat dit van hen vraagt. Defensie
analyseert momenteel wat de aanvullende capaciteitsdoelstellingen financieel zouden
kunnen betekenen. Er is brede overeenstemming onder bondgenoten dat 2% de absolute
ondergrens is. De toenemende dreigingen en de daaruit voortvloeiende capaciteitsdoelstellingen
van de NAVO vragen veel capaciteiten van ieder land. Ik hoop u in het eerste kwartaal
van 2025 hierover nader te informeren.
Dit kabinet zet met aanvullende investeringen in Defensie en het wettelijk verankeren
van de 2% bbp als ondergrens (Defense Investment Pledge) een stap richting de benodigde financiering om te kunnen voldoen aan de capaciteitsdoelstellingen
van de NAVO. Om af te schrikken en indien nodig te vechten voor de veiligheid van
Nederland en het bondgenootschap is, zoals de Defensienota6 al opmerkt, versterking van de krijgsmacht hard nodig. In het licht van de huidige
veiligheidssituatie en de daaruit voortkomende aanvullende capaciteitendoelstellingen
en herijkte verdedigingsplannen van de NAVO, bestaat er nog steeds een aanzienlijk
verschil tussen taken en middelen. Daarom zijn op dit moment keuzes nog steeds nodig.
Niet alles kan, en niet alles kan tegelijk.
De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie