Brief regering : Halfjaarverantwoordingen ProRail en NS 2024
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1215
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2024
Via deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de prestaties van ProRail en NS en
andere belangrijke ontwikkelingen op en rondom het spoor in de eerste helft van 2024.
De halfjaarrapportages van ProRail en NS treft u bijgaand aan. In deze brief staat
ook meer informatie over de besteding van de boetes die ProRail en NS opgelegd hebben
gekregen voor het niet behalen van de bodemwaarde van de prestatie-indicator Reizigerspunctualiteit
5 minuten op de hogesnelheidslijn (HSL) in 2023. Bovendien bevat deze brief een update
over de instroom van de Intercity Nieuwe Generatie (ICNG) en een reactie op de toezegging
aan Kamerlid Heutink om te onderzoeken of het mogelijk is om indien nodig een back-up
van de dienstregeling te hanteren om sneller onderhoud aan het spoor uit te kunnen
voeren.1
Sinds het einde van 2023 staan de prestaties van ProRail en NS volop in de aandacht.
Ook in de eerste helft van 2024 zijn de prestaties nog niet op het niveau dat de reiziger
van ProRail en NS mag verwachten. Het spoorsysteem blijft onder druk staan. Eerder
hebben ProRail en NS aangegeven dat een combinatie van drie hoofdoorzaken hieraan
bijdraagt2: tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB’s), verminderde materieelbeschikbaarheid en
hinder tijdens werkzaamheden.
Er zijn verschillende tijdelijke snelheidsbeperkingen ingesteld. Zo zijn er impactvolle
TSB’s van kracht op de Hogesnelheidslijn (HSL) vanwege constructiefouten in viaducten.
Met name in het tweede helft van 2023 ontstonden er tekorten aan beschikbaar treinmaterieel
door omstandigheden op het spoor en krapte bij het onderhoudspersoneel. Op dit moment
is er weer voldoende beschikbaar materieel. Werving en behoud van technisch personeel
blijft een aandachtspunt. Daarnaast moeten er vanwege de onderhoudscyclus van het
spoor veel werkzaamheden uitgevoerd worden. Hierbij is hinder onvermijdelijk. Werkzaamheden,
TSB’s, of storingen op een specifieke plek hebben al snel effecten op andere delen
van het spoorsysteem. Dit blijft een punt van aandacht. ProRail en NS beschrijven
dat de prestaties ook in de tweede helft van 2024 onder druk zullen blijven staan.
De uitdagingen op het spoor zijn groot, juist daarom is het van groot belang dat ProRail
en NS alles op alles zetten om de prestaties weer te verbeteren. Dat doen ze ook en
daar blijft IenW ook op toezien.
Prestaties NS en ProRail
Via de in de beheer- en vervoerconcessies vastgelegde prestatie-indicatoren rapporteren
ProRail en NS over de operationele prestaties. In de halfjaarrapportages staat hoe
ProRail en NS in de eerste helft van het jaar scoorden op deze prestatie-indicatoren.
In deze brief wordt daar verder duiding aan gegeven. Hiermee wordt ook aan voldaan
aan de toezegging om de Kamer ruim voor het Kerstreces te informeren over de actuele
prestaties.3 De meest recente prestaties zijn ook altijd terug te vinden op de prestatiedashboards
van ProRail4 en NS5.
Er zijn drie prestatie-indicatoren waar ProRail en NS gezamenlijk over rapporteren,
te weten de reizigerspunctualiteit 5 minuten op het hoofdrailnet (HRN), de reizigerspunctualiteit
15 minuten op het HRN en de reizigerspunctualiteit 5 minuten op de HSL.
Reizigerspunctualiteit 5 en 15 minuten op het HRN
Op het HRN was de reizigerspunctualiteit gemeten op 5 minuten 89,3% in de eerste helft
van 2024. Gemeten op 15 minuten was de score 97,0%. Hiermee scoorden ProRail en NS
over de eerste zes maanden boven de voor heel 2024 afgesproken bodemwaarden: 88,9%
respectievelijk 96,7%. De scores zijn wel lager dan in de eerste helft van 2023: 91,5%
gemeten op 5 minuten en 97,5% gemeten op 15 minuten. Voor beide prestatie-indicatoren
scoorden ProRail en NS in de eerste helft van 2024 nog onder de streefwaarden, die
voor heel 2024 gelden: 91,5% respectievelijk 97,4%. Dat de scores nog niet op het
gewenste niveau liggen, komt door een aantal hoofdoorzaken die ProRail en NS eerder
al beschreven hebben:6 tijdelijke snelheidsbeperkingen, verminderde materieelbeschikbaarheid en hinder tijdens
werkzaamheden. De materieelbeschikbaarheid is inmiddels echter weer op een goed niveau.
Ondanks dat de scores op het HRN over de eerste zes maanden van 2024 boven de bodemwaarden
liggen, hebben ProRail en NS eerder aangegeven dat het behalen van de bodemwaarde
over 2024 zeer onzeker is. In het najaar zijn de prestaties normaliter lager vanwege
weerseffecten en drukte. Een formeel oordeel wordt begin 2025 geveld aan de hand van
de jaarrapportages over 2024. Tussentijds blijven ProRail, NS en IenW zich inzetten
om de prestaties zo hoog mogelijk te laten zijn.
Betrouwbaar Beter
Deze zomer is het plan van aanpak voor het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter met
uw Kamer gedeeld.7 Binnen dit verbeterprogramma richten ProRail en NS zich op het oplossen van de hoofdoorzaken
achter de tegenvallende prestaties. Het gaat dan bijvoorbeeld om het versneld wegnemen
van tijdelijke snelheidsbeperkingen, het voorkomen en snel oplossen van defecten aan
treinen en het bieden van een betrouwbare dienstregeling en het verbeteren van de
informatievoorziening aan de reiziger tijdens werkzaamheden.
ProRail en NS laten weten dat een aantal maatregelen al tot verbetering leidt. Zo
is een groot aantal tijdelijke snelheidsbeperkingen versneld opgelost en is de materieelbeschikbaarheid
verbeterd, met een positief effect op de zitplaatskans en de punctualiteit. Ook is
er een pilot uitgevoerd met een verbeterde informatievoorziening tijdens de werkzaamheden
in Amersfoort deze zomer. De lessen uit deze pilot zullen worden toegepast bij toekomstige
werkzaamheden. IenW zal via de stuurgroep van het programma de uitvoering van het
programma monitoren en samen met ProRail en NS bekijken hoe het snelst verbeteringen
kunnen worden gerealiseerd.
Reizigerspunctualiteit 5 minuten op de HSL
Op de HSL scoren ProRail en NS ver onder de bodemwaarde. In de eerste helft van 2024
was de score 66,2%, terwijl de bodemwaarde 82,1% is. Deze score is ook nog eens vele
malen lager dan in de eerste helft van 2023 (78,2%). ProRail en NS geven aan de bodemwaarde
voor heel 2024 niet te zullen halen.
De slechte prestaties op de HSL worden voornamelijk veroorzaakt door de tijdelijke
snelheidsbeperkingen. Ook waren er materieel gerelateerde problemen. Op viaduct Zuidweg
is sinds het najaar van 2022 een snelheidsbeperking van 80 km/u van kracht. Door geconstateerde
constructiefouten in de negen overige viaducten geldt sinds januari 2024 een TSB van
120 km/u.8 Door geconstateerde betonschade op viaduct N445 is de snelheid op dit viaduct in
februari 2024 verder verlaagd naar 80 km/u. In juli 2024 is door geconstateerde betonschade
op nog eens vier viaducten de snelheid verder verlaagd naar 80 km/u. Daarmee wordt
op zes van de tien viaducten momenteel 80 km/u gereden en op de overige vier viaducten
wordt 120 km/u gereden, in plaats van de reguliere 300 km/u. Daarop zijn ook aanpassingen
in de dienstregeling gekomen, zoals het schrappen van één trein tussen Amsterdam en
Breda vanaf februari van dit jaar. Daarnaast viel de levering van de ICNG tegen in
het eerste halfjaar, wat impact heeft gehad op de materieelbeschikbaarheid samen met
het verouderen van het oude TRAXX en rijtuigmaterieel. Hierover is de Kamer geïnformeerd
in mei.9
Om de impact voor de reizigers te verminderen, is de extra reistijd deels in de dienstregeling
opgenomen. Ook heeft NS maatregelen genomen om het tekort aan materieel te beperken.
Over de instroom van de Intercity Nieuwe Generatie (ICNG) is verderop in deze brief
meer te lezen.
Zoals aangegeven in de Elfde voortgangsrapportage PHS werkt ProRail samen met Infraspeed
hard om de snelheid op de viaducten op de HSL te verhogen naar 120 km/u.10 Alle betrokken partijen spannen zich maximaal in om de werkzaamheden voor start van
de nieuwe dienstregeling 2025 af te ronden. IenW zal daar op toezien.
Prestaties NS
Naast de drie gezamenlijke prestatie-indicatoren (PI) gelden er acht prestatie-indicatoren
specifiek voor NS, te weten: zitplaatskans spits HRN, zitplaatskans spits HSL, aantal
drukke treinen in de spits HRN, gebruiksvriendelijke reisinformatie en Kwaliteit van
aansluitingen en Algemeen Klantoordeel HRN, Algemeen Klantoordeel HSL; en Klantoordeel
Sociale Veiligheid.11
NS scoort boven de bodemwaarden voor heel 2024 van de prestatie-indicatoren, met uitzondering
van Kwaliteit van Aansluitingen (KvA). Wel scoort NS op alle prestatie-indicatoren
lager dan in de eerste helft van 2023. IenW verwacht op dit punt dan ook verbeteringen
van NS. NS merkt op dat de prestaties ten opzichte van de tweede helft van 2023 een
verbetering laten zien.
NS wijst voor de lagere score van de prestaties naar de effecten van de snelheidsbeperkingen
op de HSL-zuid. Deze snelheidsbeperkingen hebben ook effecten op het HRN. Verder hebben
er enkele grote werkzaamheden plaatsgevonden. In januari en februari waren er onderhoudswerkzaamheden
bij Schiphol. Verder zijn er werkzaamheden in Duitsland bij Emmerich en Oberhausen.
Hier gaan zowel de treinen vanuit Arnhem als de Betuweroute over de grens en dit heeft
dus effect op het Nederlandse spoor, mede omdat goederenvervoer werd omgeleid over
de Brabantroute en wat effect had op het personenvervoer. Ook de verlate instroom
van de ICNG heeft invloed gehad op prestaties van de HSL.
NS geeft aan dat de prestatie-indicator KvA negatief is beïnvloed door tijdelijke
snelheidsbeperkingen en werkzaamheden tussen Emmerich en Oberhausen. Met het verbeterprogramma
zet NS – samen met ProRail – in op het verbeteren van de prestaties en de eerste effecten
zijn zichtbaar. Desondanks wordt het voor NS een uitdaging om de KvA in 2024 te halen,
omdat er geen buffer is om de herfstdip op het spoor op te vangen. Met de inzet op
onderhoud van defecte treinen is de materieelbeschikbaarheid op dit moment wel weer
op orde. Dit is terug te zien aan prestatiecijfers rondom de zitplaatskans.
Prestaties ProRail
ProRail rapporteert naast de drie gezamenlijke prestatie-indicatoren in de halfjaarrapportage
ook over twee prestatie-indicatoren die specifiek voor ProRail gelden.12 Dit zijn de prestatie-indicatoren betrouwbaarheid regionale series en impactvolle
verstoringen op de infra.
De score voor de prestatie-indicator betrouwbaarheid regionale series in de eerste
helft van 2024 was 91,9%. Dit is ruim boven de bodemwaarde (90,7%), maar nog onder
de streefwaarde van 93,7%. De score is aanzienlijk beter dan in de eerste helft van
vorig jaar (87,8%), met name vanwege de stakingen die plaatsvonden in het eerste kwartaal
van 2023. ProRail heeft de treinseries met de grootste negatieve impact in kaart gebracht
en is op dit moment bezig met verbetermaatregelen in overleg met de regionale vervoerders.
Het is goed dat ProRail zich ook juist inzet voor het verbeteren van de punctualiteit
buiten het HRN. Dat wordt ook van haar verwacht. Desalniettemin geeft ProRail aan
de bodemwaarde mogelijk niet te gaan halen. De prognose in de halfjaarrapportage voor
heel 2024 is 90,3%.
In de eerste helft van 2024 waren er 289 impactvolle verstoringen. Dit zijn aanzienlijk
meer storingen dan in de eerste helft van 2023 (208). Volgens de prognose in de halfjaarrapportage
(514) zal ProRail net iets beter scoren dan de bodemwaarde (520). ProRail werkt aan
verbetermaatregelen voor op de korte en lange termijn. Het is van groot belang dat
de toename van het aantal storingen wordt tegengehouden. Storingen kunnen immers voor
veel hinder zorgen.
Halfjaarrapportages NS en ProRail
Conform de afspraken in de concessies geven ProRail en NS via de halfjaarrapportages
ook een beeld van de uitvoering van het huidige vervoer- (NS) en beheerplan (ProRail).
Hieronder worden een aantal inhoudelijke onderwerpen benoemd.
Halfjaarrapportage NS
Op 20 april jl. heeft NS alle treinen om 22:30 uur drie minuten stilgezet naar aanleiding
van een geweldsactie waarbij een conducteur in een trein van een trap is geduwd. Het
stilzetten van de treinen was een signaal om aan te geven dat NS dit onacceptabel
vindt. IenW steunt dit signaal. Het stoppen van geweld in en rond de trein is een
absolute prioriteit. Samen met NS en ProRail wil IenW zich volop inzetten om dit te
bereiken.
De afgelopen periode is er al veel gebeurd om de sociale veiligheid te vergroten.
Zo zijn er beveiligers ingezet en is er een pilot met bodycams gestart. NS en IenW
spreken de komende tijd verder over een pakket aan maatregelen om de veiligheid van
reizigers en personeel te vergroten en geweld in en rond de trein te stoppen.
NS kampt nog steeds met operationele uitdagingen, hoewel er ten opzichte van 2023
ook grote verbeteringen zijn gemaakt. Door de snelheidsbeperkingen op de HSL-Zuid
kan hier niet de geplande dienstregeling worden gereden, ook was er sprake van een
vertraagde instroom van de ICNG, de nieuwe intercity die zowel op de HSL als het HRN
rijdt. De afgelopen tijd is er veel nieuwe personeel (met name hoofdconducteurs en
machinisten) aangetrokken, maar het is voor NS nog steeds een uitdaging om voldoende
personeel aan te trekken door de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt.
Halfjaarrapportage ProRail
In de eerste helft van 2024 heeft ProRail weer een hoop werk verzet. De meeste activiteiten
die zijn opgenomen in het beheerplan liggen op schema. Zo is op 23 februari het vernieuwde
station Ede-Wageningen geopend, dat tot de grootste houtbouwprojecten van het land
behoort. Met name afgelopen zomer vonden veel werkzaamheden plaats. Zo heeft ProRail
op de emplacementen Leeuwarden en Amersfoort West het spoor, wissels en de bovenleiding
vernieuwd en verbeterd. Ook is er verder gewerkt aan nieuwe tunnels in Maarsbergen
en Ede en de spoorvernieuwing bij Schiphol.
In de eerste helft van 2024 vonden er ook een aantal grote storingen plaats. Zo liep
de avondspits rondom Utrecht vast op 22 januari door een storing bij Abcoude. Ook
was er op 8 maart een dag vertraging bij de werkzaamheden rondom Schiphol, wat een
aanzienlijke impact had op het treinverkeer in de rest van het land. Daarnaast stond
het treinverkeer rondom Utrecht op 5 juni enkele uren stil door een grote ICT-storing
bij de verkeersleidingspost. Dit soort storingen zorgen altijd voor veel hinder, wat
erg vervelend is voor de reizigers die ermee worden geconfronteerd. Het is daarom
erg belangrijk dat wordt geleerd van de storingen, zodat hier in de toekomst op geanticipeerd
kan worden.
Besteding boetes HSL 2023
In 2023 haalden ProRail en NS de bodemwaarde van de gezamenlijke prestatie-indicator
Reizigerspunctualiteit 5 minuten op de HSL niet.13 Hiervoor hebben beide organisaties boetes opgelegd gekregen van € 2,625 miljoen respectievelijk
€ 500.000.14 IenW heeft deze boetes geïnd. De besteding van de boetes dient, zoals is vastgelegd
in de toelichting op de concessies, ten goede te komen aan de reiziger. Ook dient
afstemming met consumentenorganisaties plaats te vinden. IenW heeft op 30 juli 2024
de voorstellen voor de besteding van de boetes ter advies aan het Landelijk Overleg
Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (Locov) voorgelegd. Het Locov heeft positief
op de voorstellen geadviseerd. Ook heeft het Locov twee aanvullende voorstellen gedaan,
die met de huidige boetegelden niet gerealiseerd kunnen worden. De boetes zullen daarom,
conform de adviesaanvraag van IenW, als volgt besteed worden.
In lijn met de aangenomen motie Kamerlid Heutink15 zal de boete van NS bestemd worden voor de aankoop van bodycams. De boete van ProRail
zal worden bestemd voor twee initiatieven. Een deel van de boete wordt besteed aan
een informatieplatform en een informatiecampagne om reizigers en omwonenden ruim op
tijd te informeren over (de impact van) werkzaamheden en de impact op hun reis. Dit
is ook opgenomen in het plan van aanpak van het verbeterprogramma dat uw Kamer in
juli heeft ontvangen.16 Een ander deel wordt besteed aan slimme camera’s op een aantal locaties langs het
spoor ten behoeve van suïcidepreventie. ProRail zal beide initiatieven structureel
met eigen middelen voortzetten.
Kwartsloze ballast
Tijdens het commissiedebat Spoor op 8 juni 2023 (Kamerstuk 29 984, nr. 1122) is toegezegd aan Kamerlid Van Ginneken (D66) om de Kamer te informeren over de gevolgen,
waaronder de kosten, van het verplicht maken van het gebruik van kwartsloze ballast.17 ProRail geeft aan te werken aan een volledige transitie naar kwartsloze ballast.
Er is echter nog niet genoeg beschikbaar om al het werk nu kwartsloos uit te voeren.
Van het gemiddelde jaarverbruik (500.000 ton ballast) was in 2023 10% kwartsloos.
In 2024 is dit 40% en in 2025 zal dit maximaal 70% zijn. Een verdere toename van het
aandeel kwartsloze ballast is afhankelijk van onderzoeken die ProRail doet naar potentiële
groeves. ProRail schat in dat de transitie naar kwartsloze ballast structureel ca.
15 miljoen euro per jaar kost.
Back-up dienstregeling bij werkzaamheden
Zoals toegezegd aan Kamerlid Heutink (PVV)18 is uitgezocht of het mogelijk is om een back-up dienstregeling te hanteren om sneller
onderhoud aan het spoor uit te kunnen voeren. Kamerlid Heutink onderstreepte tijdens
het betreffende debat het belang van goede dienstverlening aan de reiziger. Dit doel
wordt door IenW ondersteund. Het voorstel van een back-updienstregeling is onder de
aandacht gebracht bij NS en ProRail. Er bestaat niet letterlijk zoiets als een back-updienstregeling
tijdens onderhoud. Wel hebben ProRail en vervoerders, waaronder NS, verschillende
instrumenten tot hun beschikking om dienstregelingen (tijdelijk) aan te passen. Vaak
is daarbij sprake van maatwerk vanwege de diversiteit aan werkzaamheden op specifieke
locaties. Met de volgende toelichting wordt invulling gegeven aan de gedane toezegging
inzake de back-up dienstregeling.
Vervoerders stellen een dienstregeling op: welke treinen rijden er wanneer. ProRail
verdeelt de capaciteit op het spoor. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met
werkzaamheden. Daarvoor zijn er zogenoemde treinvrijeperiodes (TVP’s). Vervoerders
rijden tijdens die TVP’s een aangepaste dienstregeling (bijvoorbeeld geen treinen,
minder treinen of andere aankomst- en vertreksporen). In het verleden concentreerden
de geplande werkzaamheden zich in de nachten, weekenden en vakantieperiodes. Door
onder andere de toename van geplande werkzaamheden en personeelskrapte is dat niet
langer mogelijk. ProRail plant daarom nu ook treinvrijeperiodes overdag, doordeweeks.
Ook deze worden door de vervoerders in hun dienstregelingen verwerkt en gecommuniceerd
aan de reizigers.
Soms is er sprake van tijdelijke snelheidsbeperkingen (TSB’s). Tijdelijk wordt er
dan langzamer gereden op delen van het spoor, ten behoeve van de veiligheid. In eerste
instantie ligt de prioriteit van de infrastructuurbeheerder bij het oplossen van de
oorzaak van de TSB. Lukt dat niet op korte termijn, dan is het soms mogelijk om de
TSB tijdelijk te verwerken in de dienstregeling. Er is een aantal momenten in het
jaar waarop zo’n wijziging in de dienstregeling verwerkt kan worden. Namelijk wanneer
de jaardienstregeling geüpdatet wordt. Dat gebeurt zo’n zes keer per jaar.
Dan is er ook nog de situatie waarbij in specifieke weersomstandigheden aangepaste
dienstregelingen ingezet kunnen worden, zoals de Landelijk Uitgedunde Dienstregeling
(LUD). In situaties met minder beschikbare infrastructuur (met name wissels) kan dan
een afgeschaalde dienstregeling gereden worden. Een LUD leent zich niet voor inzet
tijdens werkzaamheden. Tijdens een LUD rijden er weliswaar (veel) minder treinen,
maar blijven er wel treinen rijden op alle baanvakken. Daarom is het niet mogelijk
om tegelijkertijd aan het spoor te werken, omdat deze infrastructuur niet veilig buiten
dienst gesteld kan worden.
Bij ongeplande werkzaamheden, bijvoorbeeld door verstoringen, is de situatie weer
anders. Wanneer er een verstoring optreedt, dan sturen de verkeersleiders van ProRail
het treinverkeer bij. Dat gebeurt volgens protocollen. Treinen moeten bijvoorbeeld
even wachten, worden naar een ander spoor geleid of vallen uit. Ondertussen wordt
de verstoring zo snel mogelijk opgelost. Vervolgens wordt de dienstregeling door vervoerders,
met instructies van ProRail, zo snel mogelijk weer hervat.
Met het onlangs gestarte verbeterprogramma Betrouwbaar Beter wordt nadrukkelijk aandacht
besteed aan een betrouwbare dienstregeling bij geplande werkzaamheden. NS en ProRail
zoeken hierbij naar een balans tussen het bieden van een frequente en robuuste dienstregeling.
Deze werkwijze moet leiden tot het kunnen blijven bieden van een kwalitatief en betrouwbaar
product met voldoende vervoerscapaciteit voor de reizigers dat minder vatbaar is voor
dispunctualiteit.
Instroom ICNG
Via de Verantwoordingsbrief is de Kamer in mei jl. geïnformeerd over de introductie
van de Intercity Nieuwe Generatie (hierna: ICNG).19 Op 19 april 2024 reed de ICNG een jaar in de reizigersdienst. Afgelopen zomer is
er een software update uitgevoerd op alle ICNG-treinen die een aantal veel voorkomende
problemen verholpen heeft en geleid heeft tot betere en stabielere prestaties van
de ICNG. Inmiddels heeft NS 36 van de 99 ICNG’s geaccepteerd, waarvan 27 van de 79
voor de reizigersdienst in Nederland (zowel HSL als HRN) en 9 van de 20 voor de diensten
naar België. Vanaf 2 september is het Proefbedrijf met reizigers gestart met de ICNG-België
naar Brussel.
Vanwege de materieelbeschikbaarheid op de HSL en de tijdelijke snelheidsbeperkingen
is vanaf 26 februari de frequentie tussen Amsterdam en Breda met één trein per uur
verminderd om reizigers een voorspelbare en betrouwbare treinreis te kunnen bieden.
Vanaf september zijn extra spitstreinen toegevoegd tussen Rotterdam en Breda.
De prioriteit van de instroom ligt nog steeds op volledige instroom op de HSL. De
instroom op het HRN tussen Groningen en Schiphol Airport is voorzien vanaf juni 2025.
Vanaf de dienstregeling van 2025 rijden Intercity’s op de HSL door naar Amsterdam
Zuid en vervolgens naar Lelystad of Amersfoort Schothorst. IenW is blij met de stappen
die gezet zijn, maar verwacht van NS dat zij per dienstregeling 2025 voldoet aan de
eis uit de concessie om het volledige bedieningspatroon op de HSL-Zuid uit te voeren
met materieel dat 200 km/u kan rijden.
Tot slot
Via het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter werken ProRail en NS aan het oplossen
van de hoofdoorzaken achter de tegenvallende prestaties. ProRail en NS zetten alles
op alles om de prestaties te verbeteren. De verwachting is echter dat niet alle problemen
de komende maanden worden opgelost gezien de grote uitdagingen op het spoor. Deze
uitdagingen vragen nadrukkelijk van ProRail, NS, IenW en alle andere betrokken partijen
om met elkaar te kijken hoe weer tot een stabiele basis kan worden gekomen. Daar moet
de reiziger op kunnen rekenen. Het doel is weer trots te kunnen zijn op het treinvervoer
in Nederland.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat