Brief regering : Reactie op de bevindingen van de rapporteurs bij de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025
36 600 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2024
Op uw verzoek van 10 oktober 2024 met kenmerk 2024Z15187/2024D37937 bied ik u hierbij mijn reactie aan op de bevindingen van de rapporteurs Ram en Hirsch
namens de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp bij de begroting
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp voor het jaar 2025.
1. Plan van aanpak Verantwoordingsystematiek
De rapporteurs vragen het plan van aanpak verder uit te werken met concrete vervolgvoorstellen
om de systematiek van verantwoorden te verbeteren. Daarbij geven de rapporteurs, naast
de vijf al eerder genoemde verbetervoorstellen, een aantal aandachtspunten mee.
Zoals ik in mijn brief van 11 september 2024 (Kamerstuk 31 865, nr. 259) aangaf, zal ik vóór de aanbieding van het Jaarverslag 2024, in mei 2025 een definitief
voorstel voor een nieuwe verantwoordingssystematiek met de Kamer delen. Met die brief
zond ik een plan van aanpak mee.
De rapporteurs vragen mij dit plan van aanpak uit te breiden en in te gaan op verbetervoorstellen
en aandachtpunten. Dat zal ik in deze brief doen. Hierbij ga ik in op het proces voor
de komende maanden, de manier waarop de rapporteurs en instituten hierbij worden betrokken,
en de overige voorstellen en aandachtspunten van de rapporteurs, de kaders die ik
wil hanteren en de (mogelijke) elementen van een nieuwe systematiek.
Tot er een nieuwe systematiek is overeengekomen zal verantwoording over de begrotingsstukken
plaatsvinden op basis van de huidige systematiek in het jaarverslag, inclusief het
overzicht van de indicatoren, streefwaarden en de toelichting hierop. Onze correspondentie
over dit laatste heeft elkaar gekruist. In de bijlage bij mijn brief aan uw Kamer
(Kamerstuk 31 865, nr. 259) stuurde ik het overzicht van de indicatoren en streefwaarden voor 2025.
Proces
De voorstellen voor een nieuwe systematiek zullen komende maanden worden uitgewerkt,
waarbij de rapporteurs worden betrokken. De door de rapporteurs genoemde instituten
– de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), de Adviesraad Internationale
Vraagstukken (AIV) en de Algemene Rekenkamer (AR) – zullen ook worden uitgenodigd
deel te nemen aan dit proces. Gezien de onafhankelijke rollen van deze instituties
zullen zij bepalen hoe zij aan dit proces willen deelnemen.
Ik verwelkom het aanbod van de rapporteurs om in een werksessie te bespreken hoe hun
betrokkenheid precies vorm kan krijgen. Voor deze werksessie kunnen alle bovengenoemde
partijen worden uitgenodigd. In deze werksessie kan het proces van de komende maanden
nader worden besproken en kunnen de mogelijke elementen van een nieuwe systematiek
aan de orde komen.
Ik streef er hierbij naar dit proces, conform uw verzoek, uiterlijk vier weken voor
het toezenden van de Voorjaarsnota en de suppletoire begroting af te ronden. Hiermee
blijven we op een haalbaar tijdschema waarin we, vóór de aanbieding van het Jaarverslag
2024, in mei 2025, een definitief voorstel voor de nieuwe verantwoordingssystematiek
met de Kamer delen.
Reactie voorstellen
Voor zover ik deze nog niet heb geadresseerd in bovenstaande tekst, ga ik hierbij
in op de bevindingen van de rapporteurs. Op een aantal voorstellen kan ik inhoudelijk
reageren. Een aantal voorstellen vergt nader onderzoek of afweging en wordt daarom
meegenomen in het proces de komende maanden om te komen tot een nieuwe systematiek.
In mijn brief van 11 september 2024 heb ik de volgende kaders voor de nieuwe systematiek
uiteen gezet:
1. Het belang van externe verantwoording blijft vanzelfsprekend onverminderd. De herziene
systematiek moet daarnaast maximaal faciliteren dat het meten van resultaten wordt
gericht op sturen op de uitvoering van beleid en aanpassing van beleid op basis van
lessen en opgedane inzichten.
2. De systematiek moet de belasting op beleid en uitvoering, inclusief de ketenpartners
in de uitvoering, verminderen. Met de recente apparaatstaakstelling en bezuiniging
op de begroting moet alles in het werk worden gesteld om uitvoeringslasten te verminderen.
De verantwoordingssystematiek put uit bestaande informatie, waaronder evaluaties,
verslaglegging door uitvoeringspartners en andere beschikbare data die relevant zijn.
3. Het jaarverslag is de plek voor verantwoordingsinformatie over het afgelopen jaar.
In het jaarverslag wordt toegelicht hoe de verantwoordelijkheid van de Minister is
waargemaakt en tot welke resultaten dat heeft geleid.
4. Indicatoren worden hierbij genoemd, voor zover ze relevant zijn voor verslaglegging
van de behaalde resultaten op specifieke thema’s, als onderdeel van het «hele verhaal»
van de artikelsgewijze verantwoording. Het huidige systeem van kwantitatieve indicatoren
met streefwaarden over alle artikelen zal plaats maken voor de nieuwe systematiek.
5. Aanvullend wordt voorgesteld jaarlijks over één beleidsthema een verdiepende verantwoording
aan te bieden met een meerjarig karakter, waarbij de samenhang met de Strategische
Evaluatie Agenda (SEA) zal worden overwogen.
De rapporteurs verzoeken in het plan van aanpak duidelijk te verwerken hoe samenhang
tussen de indicatoren en de Strategische Evaluatie Agenda en de Monitor Brede Welvaart
wordt verwerkt. Dit met aandacht voor het waarborgen en leren van lessen uit resultaten
en daarbij het online-resultatenportaal van het ministerie te betrekken.
In mijn brief van 11 september 2024 benoem ik dat in de voorstellen zowel aandacht
zal worden besteed aan de jaarlijkse terugblik, in de artikelsgewijze toelichting
in het Jaarverslag, als aan het voorstel van de rapporteurs om jaarlijks één thema
uit te lichten.
In de artikelsgewijze toelichting zal worden teruggeblikt op de inzet in het afgelopen
jaar, op een wijze die past bij het desbetreffende begrotingsartikel, in narratieve
vorm. Hierbij kan zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie een rol spelen.
De nadruk ligt op een terugblik op behaalde resultaten in het afgelopen jaar.
In aanvulling daarop zal ik een voorstel doen om elk jaar één thema uit te lichten,
waarbij met gebruik van onder andere evaluaties, indicatoren, resultaten en andere
bronnen worden toegelicht. Hierbij worden resultaten in een meerjarig perspectief
verantwoord, met aandacht voor het waarborgen en leren van lessen en de aanpassingen
die daaruit volgen. Bij deze aanvulling zal, in lijn met het verzoek van de rapporteurs,
zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht met de Strategische Evaluatie Agenda.
Zowel de Monitor Brede Welvaart als de Sustainable Development Goals (SDG’s), bieden de context waarbinnen we onze doelstellingen formuleren. Tegelijkertijd
richt de monitoring van onze interventies zich op een niveau dat niet overeenkomt
met het nationale niveau van de SDG’s en de Monitor Brede Welvaart. Ik kan wel onderzoeken
hoe we inzichtelijk kunnen maken hoe onze interventies zich tot de bredere kaders
van de SDG en de Monitor Brede Welvaart verhouden.
Het online ontwikkelingshulp portal (OH-portal) wordt ingezet om transparantie te
bieden in de activiteiten die vanuit Ontwikkelingshulp worden gefinancierd. Er worden
ook resultaten gepresenteerd. Deze zullen zich toespitsen op de informatie uit het
jaarverslag, de verantwoording op uitgelichte thema’s en door middel van publicatie
van uitgevoerde evaluaties. Het OH portal maakt als zodanig geen onderdeel uit van
de verantwoording over de begrotingsstukken in het jaarverslag.
De rapporteurs verzoeken daarnaast om in het plan van aanpak duidelijk te maken hoe
gerapporteerd wordt over resultaten van beleid, ook wanneer delen van dat beleid als
gevolg van bezuinigingen uit de begroting verdwijnen.
De artikelsgewijze jaarlijkse verantwoording is de primaire manier om te rapporteren
over resultaten van het beleid. In deze jaarlijkse verantwoording kunnen ook resultaten
worden opgenomen over delen van het beleid die als gevolg van bezuinigingen zullen
verdwijnen.
Ten slotte stellen de rapporteurs voor om bij de verantwoording over 2024, medio 2025,
al één beleidsthema te kiezen als pilot voor de voorgestelde verdiepende behandeling.
In het kader van het overleg over de nieuwe verantwoordingssystematiek ga ik graag
in op het voorstel om met een pilot te starten. Deze pilot kan echter nog geen deel
uitmaken van de verantwoording over 2024, aangezien de verantwoording over dat jaar
nog plaatsvindt op basis van de huidige systematiek. Bovendien heeft zo’n pilot een
experimenteel karakter, en zal opname van een dergelijke verdiepende behandeling meer
tijd voor planning en voorbereiding vergen dan beschikbaar is tussen nu en de verantwoording
over 2024.
2. Opzet factsheet revolverende fondsen
Op 24 juni 2024 heb ik de Kamer een brief met een opzet Factsheet revolverende fondsen
doen toekomen (Kamerstuk 31 865, nr. 256). Met ingang van de ontwerpbegroting 2025 zijn in de memorie van toelichting, bijlage
7, voor de onder mijn verantwoordelijkheid vallende revolverende fondsen factsheets
opgenomen. De rapporteurs leggen twee vervolgvragen aan mij voor, waarop hieronder
mijn antwoorden:
− Kan de Minister toezeggen dat de bijlage met de factsheets revolverende fondsen en
de toelichting ook in de volgende begrotingen wordt opgenomen?
Ja, de bijlage met de factsheets revolverende fondsen en de toelichting zullen ook
in de volgende begrotingen worden opgenomen.
− Kan de Minister toelichten op welke wijze in het jaarverslag over ontwikkelingen rond
de revolverende fondsen wordt gerapporteerd? Is de Minister voornemens om in het jaarverslag
te volstaan met de tabel en toelichting op de revolverende fondsen?
De huidige wijze waarop over revolverende fondsen wordt gerapporteerd in het jaarverslag
zal worden voortgezet. De tabel en toelichting op de revolverende fondsen maakt hier
onderdeel van uit en blijft bestaan.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
Indieners
-
Indiener
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp