Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Smitskam, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 19 september 2024, over incidenten met strafadvocaten
31 753 Rechtsbijstand
29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 291
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2024
Het lid Helder (BBB) verzocht om een brief over het bericht «Pak eindelijk foute advocaten
aan», zoals op 18 september 2024 is gepubliceerd door de Telegraaf. Aangegeven werd
dat de incidenten rond strafadvocaten zich opstapelen en dat de Nederlandse orde van
advocaten onvoldoende in staat lijkt om wangedrag tegen te gaan. Met dit schrijven
voldoe ik aan dat verzoek.
Laat ik voorop stellen dat het merendeel van de advocaten integer is en belangrijk
werk verricht in onze democratische rechtsstaat. Helaas zijn er, zoals in elke beroepsgroep
het geval is, ook advocaten die zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
Hier kijk ik niet voor weg.
Op dit moment staat de advocatuur onder toezicht van de 11 lokale dekens, advocaat-bestuurders
van de lokale orde van advocaten (artikel 45a Advocatenwet). Naast het houden van
toezicht biedt de Advocatenwet de lokale deken een aantal voorzieningen om in te grijpen
bij de beroepsuitoefening van een advocaat mocht daar aanleiding toe zijn. Zo kan
de lokale deken de tuchtrechter verzoeken tot het spoedshalve schorsen van de advocaat
of het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 60ab Advocatenwet). Deze mogelijkheid
is bedoeld voor gevallen waarin de deken acuut moet ingrijpen om te voorkomen dat
er schade ontstaat door het handelen van de advocaat en niet kan worden afgewacht
totdat een verzoek tot definitieve schorsing of schrapping inhoudelijk is behandeld.
Verder kan de lokale deken een verzoek tot schorsen doen of het treffen voorlopige
voorziening bij onbehoorlijke praktijkuitoefening (artikel 60b Advocatenwet). Die
schorsing is bedoeld voor de advocaat «die tijdelijk of blijvend geen blijk geeft
zijn praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen», en kan voor onbepaalde tijd gelden.
De lokale deken kan bovendien de voorzitter van de raad van discipline verzoeken tot
het instellen van een onderzoek naar de toestand waarin de praktijk van een advocaat
zich bevindt (artikel 60c, eerste lid, Advocatenwet). Het doen van een verzoek tot
het treffen van een voorlopige voorziening tijdens het onderzoek behoort daarbij tot
de mogelijkheden (artikel 60f Advocatenwet).
In de in de column genoemde casus heeft de lokale deken een verzoek ex artikel 60ab
Advocatenwet gedaan bij de tuchtrechter.1 De tuchtrechter heeft beslist tot bepaalde maatregel. Het stelsel van toezicht en
tuchtrecht heeft in deze individuele casus z’n werking gehad.
Desondanks werk ik, zoals eerder aangegeven, aan de professionalisering en versterking
van het toezicht op de advocatuur. De toezichttaak uit artikel 45a Advocatenwet verplaats
ik naar een nieuw op te richten Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA). Deze
toezichthouder zal toezicht uitoefenen en handhaven op alle in Nederland ingeschreven
advocaten, onafhankelijk van zowel de overheid als de beroepsgroep. Ik informeer uw
Kamer begin volgend jaar over het vervolg.2
Daarnaast tref ik maatregelen om enerzijds voortgezet crimineel handelen vanuit berechting
en detentie tegen te gaan, en anderzijds om advocaten die te maken krijgen met ondermijnende
criminaliteit te beschermen.3 De maatregelen die mede betrekking hebben op advocaten zijn het houden van visueel
toezicht op gesprekken tussen een advocaat en de gedetineerde die zich bevindt in
de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) of op een Afdeling Intensief Toezicht (AIT).
Deze groep gedetineerden mag bovendien met maximaal twee rechtsbijstandverleners vertrouwelijk
contact onderhouden.
Samen met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid (NCTV) werk ik bovendien aan het vergroten van de veiligheid en weerbaarheid
van de advocatuur. De NOvA heeft mede met subsidie van het departement diverse preventieve
maatregelen genomen, waaronder het organiseren van weerbaarheidstrainingen. De weerbaarheidstrainingen
zijn beschikbaar voor alle advocaten. Daarnaast zijn er ook speciale weerbaarheidstrainingen
gericht op advocaten die cliënten in de EBI of op de AIT bijstaan. Eind 2021 heeft
de NOvA een eigen Taskforce bescherming tegen ondermijning ingesteld. Hiermee wil
de NOvA de rechtsstaat versterken, bewustwording van risico’s die met de beroepsuitoefening
kunnen samenhangen vergroten en de weerbaarheid en veiligheid van advocaten vergroten.
Verder worden objectscans voor advocatenkantoren aangeboden, bestaat de mogelijkheid
van een noodknop voor direct contact met politie en het opzetten van een noodtelefoon.
Mede door de samenwerking tussen de verschillende partijen, waaronder ook de opsporingsinstanties,
en de getroffen maatregelen, komen signalen sneller op de juiste plek terecht. Hierdoor
kan er adequaat worden gehandeld en indien nodig kunnen ook direct maatregelen worden
genomen. Ook heeft de NOvA vertrouwensadvocaten in het leven geroepen.
Advocaten die vrezen hun onafhankelijkheid te verliezen, omdat ze bijvoorbeeld te
maken krijgen met ondermijnende criminaliteit, kunnen bellen met de NOvA Vertrouwensadvocaat.
De Vertrouwensadvocaat is een ervaren vakgenoot die aan de hand van expertise, opleiding
en ervaringen kan meedenken over mogelijke vervolgstappen en praktische tips kan geven.
Bovenal biedt de Vertrouwensadvocaat een luisterend oor.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid