Brief regering : Nadere afspraken ten aanzien van de uitvoering van hoofdstuk 2 van het Hoofdlijnenakkoord 2024 - 2028 van PVV, VVD, NSC en BBB
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3304
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2024
Nederland zit in een asielcrisis. Door de jarenlange grote instroom van asielzoekers
is het Nederlandse asielsysteem in de huidige vorm onhoudbaar. De asielopvang in Nederland
zit overvol, asielaanvragen kunnen niet tijdig worden verwerkt met enorme wachtlijsten
als gevolg en een deel van de asielzoekers veroorzaakt grote overlast. De mensen die
recht hebben op bescherming kunnen niet doorstromen en van de asielzoekers die niet
mogen blijven, vertrekt een deel niet uit Nederland. Daarom moet er direct en met
urgentie ingezet worden op een breed pakket aan maatregelen om de asielketen per direct
en duurzaam te ontlasten en de instroom te verminderen.
Het kabinet heeft er, na overleg met de fractievoorzitters van de PVV en NSC en vervolgens
met de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB gezamenlijk, voor gekozen om dit
te doen door middel van een asielnoodmaatregelenwet en een aantal belangrijke aanvullende
maatregelen.
Allereerst wordt de geldingsduur van de asielvergunning bepaalde tijd tot drie jaar
teruggebracht. Hiermee sluit Nederland aan bij de meer gangbare termijn in de ons
omringende landen.
Daarnaast worden er vanaf eind november grenscontroles op grond van artikel 25 van
de Schengengrenscode ingevoerd. Irreguliere migranten, onder wie asielzoekers die
elders in Europa al asiel hebben aangevraagd, die worden aangetroffen bij deze controles
aan de landsgrenzen worden direct teruggestuurd naar Duitsland en België. Daarbij
zal de inzet zijn om ongewenste economische gevolgen te voorkomen.
Er komen vanaf begin volgend jaar 50 tot 100 extra cellen voor vreemdelingenbewaring.
Het gaat hier om uitgeprocedeerde asielzoekers of illegalen teneinde deze mensen uit
te zetten naar het land van herkomst. Verder worden ongedocumenteerde asielzoekers
ter fine van identificatie op grond van artikel 8 van de Opvangrichtlijn vastgezet.
De hervestiging in VN-verband wordt beperkt tot nader order tot maximaal 200 vluchtelingen
per jaar.
Het landenbeleid ten aanzien van Syrië wordt aanzienlijk aangescherpt. Een versneld
ambtsbericht voor Syrië wordt nog dit jaar uitgebracht, waarbij het uitgangspunt is
dat gebieden die feitelijk veilig zijn om naar terug te keren ook als zodanig worden
aangemerkt en veilige terugkeerroutes naar die gebieden in kaart worden gebracht.
De asielzoekers uit die veilige gebieden kunnen op grond van het landenbeleid geen
asielvergunning meer krijgen, en moeten terugkeren. Er worden zo spoedig mogelijk
afspraken gemaakt over feitelijke, ook niet-vrijwillige terugkeer, zo mogelijk in
Europees verband. Tot slot wordt ook gekeken naar het intrekken van reeds voor bepaalde
tijd verleende vergunningen van statushouders die terug kunnen naar die veilige delen
van Syrië.
Er komt een separaat wetsvoorstel om de spreidingswet direct in te trekken, zo mogelijk
nog dit jaar.
Ook wordt de wettelijke taakstelling statushouders voor gemeenten geschrapt. Dit gebeurt
gelijktijdig met de wijziging van de Huisvestingswet die zal plaatsvinden met de invoering
van een verbod op het geven van voorrang aan statushouders op een woning. Om doorstroom
te bevorderen worden sobere voorzieningen ingericht voor statushouders. Het realiseren
van doorstroomlocaties wordt, vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van
gemeenten en rijk, sterk bevorderd. Hiervoor zullen de Minister van Asiel en Migratie
en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in overleg met de medeoverheden
met een samenhangend pakket komen.
De voornemens van wetgeving die zijn opgenomen onder de asielcrisiswet in het Hoofdlijnenakkoord
worden met voorrang voorbereid en, voor zover deze niet reeds aanhangig zijn bij een
van beide Kamers, tegelijkertijd met de intrekking van de spreidingswet ingediend
bij de Tweede Kamer, zo mogelijk nog dit jaar.
Tot slot wordt de rechtelijke dwangsom in verband met vreemdelingrechtelijke procedures
afgeschaft. Het kabinet zal hiertoe met een wetsvoorstel komen.
Ten aanzien van de onderliggende maatregelen, die voorzien waren in het Regeerprogramma
bij de activering van de uitzonderingsbepaling, is overeengekomen dat een asielnoodmaatregelenwet
noodzakelijk is. In deze wet worden, naast het reeds genoemde terugbrengen van de
geldingsduur van de asielvergunning bepaalde tijd tot drie jaar, de volgende maatregelen
opgenomen:
• Het afschaffen van de asielvergunning onbepaalde tijd;
• Het verruimen van de mogelijkheden tot ongewenstverklaring na veroordelingen;
• Het schrappen van de voornemenprocedure;
• Het schrappen van de mogelijkheid tot nareis met meerderjarige kinderen en ongehuwde
partners;
• Het invoeren van een strengere toets voor nieuwe feiten en omstandigheden;
• Het invoeren van een verwijtbaarheidstoets bij opvolgende aanvragen;
• Het afwijzen van aanvragen als kennelijk ongegrond als vreemdelingen niet op gehoor
verschijnen;
Dit asielnoodmaatregelenwetsvoorstel wordt zo snel mogelijk uitgewerkt en ingediend
bij uw Kamer. De inwerkingtreding van deze maatregelen zal zo mogelijk direct na publicatie
in het staatsblad zijn. Het kabinet is er alles aan gelegen om tot een zo spoedig
mogelijke behandeling van deze wet te komen. Daarom zal er voor deze asielnoodmaatregelenwet
een spoedadvies aangevraagd worden bij de Afdeling advisering van de Raad van State.
Deze nadere afspraken ter uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord zijn aanvaard door
de vier fracties en zijn, na besluitvorming hierover in het kabinet op 25 oktober,
ook uitgangspunt voor het kabinetsbeleid ter uitvoering van hoofdstuk 2 van het Regeerprogramma.
Het kabinet zal de verdere besluitvorming over deze maatregelen ter hand nemen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof
Indieners
-
Indiener
H.W.M. Schoof, minister-president