Brief regering : Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 17 en 18 oktober 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2955
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
van 17 en 18 oktober 2024.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 17 EN 18 OKTOBER 2024
Introductie
Op 17 en 18 oktober jl. vond in Boedapest de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel
plaats. Geagendeerd waren de handelsbetrekkingen tussen de EU en de ASEAN-landen,
de handelsrelatie met China en de toekomst van het EU investeringsbeleid.
Handelsrelatie EU-ASEAN
Het Hongaarse voorzitterschap verspreidde voorafgaand aan de informele Raad een discussiestuk
over de toekomst van de handelsrelatie tussen de Europese Unie (EU) en de landen van
de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN). In dat document wordt onder
meer aangegeven dat de EU verschillende instrumenten zou moeten inzetten en manieren
moet vinden om handel tussen de EU en de ASEAN-landen te bevorderen.
De Europese Commissie gaf aan dat dit agendapunt een goede aanleiding was om de status
van de onderhandelingen over handelsakkoorden met verschillende ASEAN-landen te bespreken,
in de aanloop naar het aantreden van een nieuw college van Commissarissen. De Commissie
gaf over het akkoord met Indonesië aan dat er nog een aantal openstaande punten in
de onderhandelingen is en dat het bereiken van een onderhandelaarsakkoord vóór 20 oktober,
zoals eerder gehoopt, niet zal lukken. De Commissie plaatst hierbij duidelijk inhoud
boven snelheid en is tegelijkertijd positief over de voortgang in de hervatte onderhandelingen.
Daarnaast gaf de Commissie aan dat autonome EU-wetgeving, zoals de ontbossingsverordening,
de bilaterale relaties van de EU met landen in de regio onder druk heeft gezet. Dat
heeft ook zijn weerslag gehad op de bereidheid van derde landen om handelsakkoorden
te onderhandelen. Met betrekking tot de verschillende instrumenten die ingezet kunnen
worden in handelsrelaties, naast traditionele, alomvattende handelsakkoorden, blikte
de Commissie positief terug op het recent afgesloten EU-Singapore digital trade agreement en werd vooruit geblikt op de nieuwe Clean Trade and Investment Partnerships die het nieuw aan te treden college naar verwachting op wil gaan zetten.
Lidstaten spraken in hun interventies steun uit voor de onderhandelingen met de individuele
ASEAN-lidstaten. Het lange termijndoel van een regionaal akkoord tussen de EU en ASEAN
werd daarbij door verschillende lidstaten ook benadrukt. Daarnaast werd door een aantal
lidstaten het positieve voorbeeld van de EU-Singapore digital trade agreement aangehaald als voorbeeld van alternatieve of parallelle handelsinstrumenten naast
traditionele handelsakkoorden. Net als de Europese Commissie wezen verschillende lidstaten
op de impact van autonome EU-wetgeving, zoals de ontbossingsverordening, op de handelsrelaties
met landen in de regio. Ook wees een aantal lidstaten op het belang van pragmatisme
in onderhandelingen met de regio.
Nederland benadrukte het belang van een goede relatie met de landen in de ASEAN regio
en onderstreepte net als de Commissie eerder dat de EU zich flexibel op moet stellen
waar het gaat om de verschillende mogelijke samenwerkingsvormen, waarbij ook ingespeeld
moet worden op de behoeften van het partnerland. Met betrekking tot de EU-Indonesië
onderhandelingen over een handelsakkoord benadrukte Nederland het belang van een spoedige
afronding hiervan en sprak de hoop uit dat het huidige momentum in de onderhandelingen
behouden kan worden. Tegelijkertijd gaf Nederland aan dat er een aantal belangrijke
openstaande punten is, zoals het oplossen van bestaande handelsbelemmeringen en goede
afspraken over nieuwe markttoegang. Het is belangrijk op deze punten het ambitieniveau
hoog te houden.
EU-China handelsrelaties
De Raad stond stil bij de handelsrelatie met China, waarbij de Commissie een beeld
gaf van de positie van China op het internationale handelstoneel en de subsidies die
het land voor diens industrie hanteert. De Commissie benadrukte dat de handelsdefensieve
maatregelen die de EU richting China treft, conform de regels van de Wereldhandelsorganisatie
(WTO) zijn en dat de EU tegelijkertijd met China in gesprek blijft over een mogelijke
alternatieve oplossing.
De Raad toonde zich eensgezind over de benadering van de EU richting China. Meerdere
lidstaten benadrukten daarbij het belang van het verminderen van risico’s in de handelsrelaties
zonder deze te willen ontkoppelen. Ook werd door meerdere lidstaten stilgestaan bij
de kansen die nieuwe partnerschappen met andere landen kunnen bieden om handelsrelaties
te diversifiëren. Nederland benadrukte de noodzaak van het in balans brengen van de
handelsrelatie met China waarbij lidstaten en de Commissie nauw met elkaar op moeten
trekken. Daarbij gaf Nederland, evenals meerdere andere lidstaten, aan dat een handelsoorlog
voorkomen dient te worden. Dit laat onverlet dat we van onze handelspartners, inclusief
China, mogen verwachten dat ze volgens dezelfde internationale regels handelen als
de EU.
Lunch vooruitblik EU-beleid investeringsbeschermingsovereenkomsten
Tijdens de lunch stond de Raad stil bij de stand van zaken van het EU investeringsbeschermingsbeleid
en hoe dit beleid in de toekomst verder kan worden gebracht. De Commissie en verschillende
EU lidstaten benadrukten dat investeringsbeschermingsakkoorden bijdragen aan een stabiel
investeringsklimaat voor Europese bedrijven in derde landen en vice versa. Het faciliteren
van investeringen en het bieden van rechtszekerheid door deze akkoorden zorgt uiteindelijk
voor een toename van de economische groei. Investeringsbeschermingsakkoorden zijn
derhalve een essentieel onderdeel van het versterken van de Europese concurrentiekracht.
De Commissie en vele lidstaten uitten zorgen over de moeizame ratificatie van de EU-investeringsbeschermingsakkoorden.
Tot op heden is nog geen enkele van de door de EU als geheel aangegane investeringsbeschermingsakkoorden
in werking getreden, omdat dit ratificatie door alle 27 EU lidstaten vereist. Het
uitblijven van inwerkingtreding van deze akkoorden is extra nadelig voor die EU lidstaten
die zelf niet beschikken over een omvangrijk netwerk van bilaterale investeringsbeschermingsakkoorden.
De Raad stond vervolgens stil bij de optie om op EU-niveau investeringsbeschermingsakkoorden
met derde landen te sluiten waarin enkel elementen zijn opgenomen die volledig vallen
onder de EU bevoegdheden. Deze akkoorden kunnen dan in werking treden na goedkeuring
door de Raad en door het Europees Parlement. Daaraan zou een additioneel instrument
kunnen worden toegevoegd met elementen die onder de bevoegdheden van de lidstaten
vallen. Die EU lidstaten die daarvoor kiezen zouden zich dan op individuele basis
bij dit additionele instrument kunnen aansluiten, zonder dat het noodzakelijk is dat
alle EU lidstaten zich hierbij aansluiten.
Tot slot is tijdens de lunch gesproken over de autorisatieprocedures door de Europese
Commissie voor onderhandelingen en goedkeuring van bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten
tussen individuele EU lidstaten en derde landen. Voor Nederland is het belangrijk
dat het mogelijk blijft dat individuele EU lidstaten eigen investeringsbeschermingsovereenkomsten
aan kunnen gaan of kunnen moderniseren, in die gevallen waarin geen sprake is van
een EU investeringsbeschermingsakkoord met het betreffende derde land.
De Raad heeft besloten om de discussie inzake het EU-investeringsbeschermingsbeleid voort te zetten langs drie lijnen. Er zal ten eerste aandacht zijn
voor de lopende ratificatieprocedures van de voorliggende EU investeringsbeschermingsakkoorden
met Vietnam en Singapore. Ten tweede zal de discussie over het afsluiten van toekomstige
EU investeringsbeschermingsakkoorden, en mogelijke alternatieve modaliteiten zoals
hierboven beschreven, worden voortgezet. Ten derde zullen de Commissie en de EU lidstaten
verder met elkaar in gesprek gaan over de voorwaarden en het autorisatieproces ten
aanzien van de (her)onderhandeling van bilaterale investeringsbeschermingsakkoorden
van individuele EU lidstaten met derde landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp