Brief regering : Reactie op CPB onderzoek inkomens- en risicosolidariteit in de Zvw
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1269
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2024
In de regeling van werkzaamheden van 15 oktober 2024 heeft uw Kamer, op verzoek van
lid Bushoff, om een brief gevraagd over het rapport van het Centraal Planbureau (CPB)
over «Inkomens- en risicosolidariteit in de Zorgverzekeringswet». Op 17 oktober heeft
uw Kamer hierover ook een nadere technische toelichting gekregen van het CPB. Dit
rapport is het eerste resultaat van een door VWS gefinancierde meerjarige onderzoekslijn
over inkomens- en risicosolidariteit in de Nederlandse zorg.
Uit de studie blijkt dat de risicosolidariteit tussen huishoudens in de Zorgverzekeringswet
(Zvw) hoog is. Gezondheidsrisico’s hebben maar zeer beperkt invloed op de bijdrage
aan de Zvw. Daarnaast wordt geconstateerd dat de middeninkomens het meeste voor zorg
uit het basispakket betalen, als percentage van hun inkomen.
Ik vind het belangrijk dat mensen gelijkwaardigere toegang tot de zorg krijgen, ongeacht
je portemonnee, je leeftijd, of je gezondheid. De zorg moet daarbij betaalbaar zijn.
Dat betekent dat je een niet te groot deel van je inkomen kwijt bent aan de zorgpremie.
En dat je niet tegen hoge kosten aanloopt als je zorg nodig hebt. Het mag niet zo
zijn dat mensen zorg mijden, omdat ze deze niet kunnen betalen. Daarom gaat dit kabinet
het verplicht eigen risico fors verlagen naar € 165. Dit draagt bij aan de verbetering
van de inkomenssolidariteit. Zo blijkt ook uit de analyse van het CPB.
Het CPB laat zien dat onze medische zorg gebaseerd is op solidariteit tussen mensen
die geen of weinig zorg nodig hebben en mensen die veel zorg nodig hebben. Ik vind
het belangrijk dat de zorgverzekering goede bescherming biedt tegen individuele zorgkosten,
die hoog kunnen oplopen als je geconfronteerd wordt met gezondheidsproblemen. Daarom
is het van belang dat het grootste deel van de zorg in Nederland collectief verzekerd
is, met een hoge risicosolidariteit. Dit is een voorwaarde om ervoor te zorgen dat
iedereen naar behoefte toegang heeft tot kwalitatief goede zorg.
Het CPB laat ook zien dat hoewel hogere inkomens in absolute zin het meeste bijdragen
aan de financiering van de zorg, zij een minder groot deel van hun inkomen hier aan
kwijt zijn dan midden en lagere inkomens. Bij de invoering van de zorgverzekeringswet
in 2006 is vastgelegd dat de zorg voor 50% gefinancierd moet worden via een inkomensafhankelijke
bijdrage en voor de overige 50% via de nominale zorgpremie, eigen risico en de rijksbijdrage
kinderen. Dit is de premie die iedereen betaalt aan zijn zorgverzekeraar. Om ervoor
te zorgen dat de zorg betaalbaar blijft voor mensen met een lager inkomen, ontvangen
zij een inkomensafhankelijke zorgtoeslag. De zorgtoeslag zorgt ervoor dat burgers
nooit een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan de kosten van de nominale premie
en het gemiddelde eigen risico, ook bij stijgende zorgkosten.
De resterende 50% wordt gefinancierd met een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze bijdrage
is in absolute zin hoger naarmate je meer verdient, maar is gemaximeerd op het maximumbijdrage-inkomen.
Over het deel boven het maximumbijdrage-inkomen wordt geen inkomensafhankelijke bijdrage
meer afgedragen. Dat maximum-bijdrage inkomen is gelijk aan het maximumpremieloon
wat bij de werknemersverzekeringen wordt gebruikt, wat ten goede komt aan de uitvoerbaarheid.
Er is in het Kader van het Wetsvoorstel uniformering loonbegrip destijds gekozen voor
een vereenvoudiging van de heffingsstructuur. Naast vereenvoudiging, was het doel
om deze ook gepaard te laten gaan met minder uitvoeringskosten voor werkgevers. Bovendien
is de maximum-bijdrage inkomen een bijdrage voor een verzekering, en daarbij is het
belangrijk dat er een zekere relatie moet zijn tussen de te betalen premie en het
verzekerde risico, dus de totale bijdragen aan de verzekering mag niet disproportioneel
zijn vergeleken met wat je krijgt uit je verzekering. Voor het aanpassen dan wel loskoppelen
van de premie-inleg gelden daarom juridisch aandachtspunten.
Vanaf het maximumbijdrage-inkomen stijgt de afgedragen inkomensafhankelijke bijdrage
dus niet verder mee met het inkomen. De hoogte van het maximumbijdrage-inkomen wordt
jaarlijks geïndexeerd. De CPB studie laat zien dat als gevolg van deze indexatie hogere
inkomens een groter deel van de lasten draagt, en dat daarmee de inkomenssolidariteit
wordt verhoogd.
Dit kabinet zet zich in voor een gelijkwaardigere toegang tot zorg. Inkomenssolidariteit
gaat verder dan de zorg, en instrumenten buiten de zorg, die primair zijn ingericht
op de inkomenssolidariteit te verbeteren, kunnen hiervoor worden ingezet. Dit kabinet
zet zich in voor een evenwichtige verdeling van de lasten, waar de zorgpremies onderdeel
van uitmaken, via de lastenbesluitvorming waarbij er met name gekeken is naar het
fiscale stelsel en de toeslagen.
Dit CPB onderzoek biedt een mooie nulmeting om vervolgonderzoek te doen en om de effecten
van huidig beleid in kaart te brengen. Ik zie de andere studies in deze reeks graag
tegemoet.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M-F. Agema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport