Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 september 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2934
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 24 september 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 24 SEPTEMBER 2024
Op 24 september jl. vond de Raad Algemene Zaken plaats in Brussel. Op de agenda stonden
de presentatie van prioriteiten van het Hongaars voorzitterschap, de voorbereiding
op de Europese Raad van 17 en 18 oktober a.s. en de jaarlijkse horizontale rechtsstaatdialoog.
Ook voerden de lidstaten een rechtsstaatdiscussie met een viertal kandidaat-lidstaten.
De Minister van Buitenlandse zaken was verhinderd vanwege de AVVN in New York; Nederland
werd vertegenwoordigd door de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Unie tijdens
deze Raad.
Presentatie prioriteiten Hongaarse Voorzitterschap
Tijdens de Raad Algemene Zaken lichtte het Hongaarse voorzitterschap zijn prioriteiten
kort toe. In de hierop volgende tafelronde vroegen verschillende lidstaten, waaronder
Nederland, aandacht voor de steun van de Europese Unie aan Oekraïne. Nederland benoemde
als prioriteiten het belang van het tegengaan van irreguliere migratie, het bieden
van toekomstperspectieven voor boeren en de aanstaande Meerjarig Financieel Kader
(MFK) onderhandelingen.
Voorbereiding Europese Raad 17 en 18 oktober a.s.
Op basis van de geannoteerde conceptagenda stond de Raad stil bij de voorbereiding
op de Europese Raad (ER) van 17 en 18 oktober a.s.1
De discussie over de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne stond in het teken van
wintergereedheid, steun aan de Oekraïense energie-infrastructuur, en de leningen aan
Oekraïne via rente-inkomsten van geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden.
Nederland herhaalde Oekraïne onverminderd te blijven steunen en benadrukte de urgentie
van voortgang op het terrein van zowel de geïmmobiliseerde tegoeden als de zeven openstaande
Raadsbesluiten voor militaire steun aan Oekraïne via de Europese Vredesfaciliteit.
Ten aanzien van het Midden-Oosten ging de aandacht uit naar recente escalatie in Libanon
van het conflict tussen Israël en Hezbollah. Daarbij werd gesproken over de rol die
de EU zou kunnen spelen bij de-escalatie van de huidige situatie. Ten aanzien van
concurrentievermogen stond de Raad kort stil bij het rapport-Draghi2, dat na een eerste bespreking in de ER van oktober zal worden geagendeerd voor de
informele ER van 8 november 2024. Onder Overig kwam de situatie in Georgië aan bod. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, pleitten
voor een stevige en duidelijke boodschap naar aanleiding van de recent aangenomen
anti-lhbtqia+-wetgeving. Met de aanname van deze wetgeving door het parlement wijkt
Georgië verder af van het pad naar EU-toetreding. Reeds tijdens de ER van 27 en 28 juni
jl. werd geconstateerd dat deze acties leiden tot het de facto stopzetten van het
toetredingstraject.
Daarnaast stond de Raad stil bij migratie. Op verzoek van veel lidstaten, waaronder
Nederland, zal migratie worden geagendeerd op de komende ER. Lidstaten vroegen aandacht
voor de externe dimensie van migratie, de implementatie van het Asiel- en Migratiepact,
versterkt terugkeerbeleid, de druk op het asielsysteem en de toekomst van de Schengenzone.
Nederland onderstreepte het belang van deze discussie en benadrukte dat ook de interne
dimensie (inclusief de Dublinverordening) onderwerp van discussie zal moeten zijn
tijdens de ER. Het is nog onduidelijk of deze discussie zal moeten leiden tot ER-conclusies.
De Commissie gaf aan, voorafgaand aan de ER, met een voortgangsbrief over de implementatie
van de ER-conclusies van februari 2023 te komen.
Ten aanzien van veiligheid en defensie gaf de Commissie aan nog na te denken over
de vorm waarin zij opvolging zal geven aan de tasking van de ER van 27-28 juni om de Europese defensie-industrie te versterken.3 Nederland benadrukte daarbij dat discussie over financieringsopties niet vooruit
moet lopen op de onderhandelingen over het volgende MFK en tevens geen voorstander
te zijn van het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten.
Jaarlijkse rechtsstaatdialoog
De Raad sprak tijdens zijn jaarlijkse rechtsstaatdialoog over de situatie van de rechtsstaat
in de lidstaten en de EU aan de hand van het Commissierapport dat op 24 juli jl. gepubliceerd
werd.4 De Commissie gaf een overzicht van de belangrijkste rechtsstatelijke ontwikkelingen
in de EU-lidstaten en blikte vooruit op het voornemen een vijfde pijler over de interne
markt aan het rechtsstaatrapport van 2025 toe te voegen. Ook benoemde de Commissie
het voornemen een directere link te leggen tussen de aanbevelingen uit het rechtsstaatrapport
en de ontvangst van financiële EU-middelen.5
De meeste lidstaten benadrukten het belang van de rechtsstaatrapportages van de Commissie
en de dialoog hierover in de Raad om eventuele rechtsstaatproblemen in de EU te kunnen
identificeren, te bespreken en gezamenlijk tot oplossingen te komen. Meerdere lidstaten
gaven aan alles in het werk te zullen stellen om te voldoen aan de aanbevelingen uit
de landenhoofdstukken van de Commissie. Een lidstaat gaf aan dat het rechtsstaatrapport
geen objectief beeld geeft van de rechtsstaatsituatie in de betreffende lidstaat en
bekritiseerde de wijze waarop de Commissie het rapport heeft opgesteld.
België wees namens de Benelux op verbeteringen op rechtsstatelijk vlak in verschillende
lidstaten, maar benadrukte ook terugval in enkele lidstaten. Dit betreft onder meer
de autonomie van openbare aanklagers, de aanpak van corruptie en meer recent de bescherming
van fundamentele rechten. Om de aanhoudende rechtsstaatproblematiek in de EU te adresseren,
riep België namens de Benelux de Commissie op een daadkrachtige rol te pakken om terugval
op de rechtsstaat aan te pakken en te voorkomen en hiervoor het gehele rechtsstaatinstrumentarium
in te zetten.
Rechtsstaatdiscussie met kandidaat-lidstaten
In aanvulling op voorgenoemde rechtsstaatdiscussie spraken de lidstaten in een afzonderlijke
sessie ook met vier kandidaat-lidstaten (Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië)
over de rechtsstatelijke trends en ontwikkelingen in de betreffende landen. Deze eerste
rechtstaatdiscussie met een aantal kandidaat-lidstaten werd breed verwelkomd. Evenwel
blijft het toetredingsproces, evenals het jaarlijkse uitbreidingspakket met de afzonderlijke
landenrapportages en de daarin vastgestelde aanbevelingen, leidend voor de lopende
toetredingsonderhandelingen met deze landen. De vier kandidaat-lidstaten noemden tijdens
de discussie positieve elementen uit het rapport, maar erkenden ook de uitdagingen.
Alle vier kandidaat-lidstaten benoemden stappen die zij zetten om hun rechtsstaat
te versterken.
Lidstaten, waaronder België namens de Benelux, moedigden deze kandidaat-lidstaten
aan om door te gaan met hervormingen. België benadrukte namens de Benelux dat respect
voor rechtsstaat en EU-waarden 1) een cruciale voorwaarde voor EU-lidmaatschap is,
2) centraal staat in het toetredingsproces en 3) niet onderhandelbaar is. In dit kader
onderstreepte België dat ook na toetreding rechtstaatstandaarden hoog moeten blijven
en dat deze jaarlijkse rechtstaatdialoog daarvoor behulpzaam is. België verwelkomde
de gemaakte voortgang in de kandidaat-lidstaten, bijvoorbeeld de nauwere samenwerking
met het Europees OM (EPPO). Echter benadrukte België eveneens de uitdagingen in de
kandidaat-lidstaten op het gebied van de onafhankelijkheid van de rechtspraak, anti-corruptie,
mediavrijheid en democratie. Tijdens de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket,
dat later dit najaar verschijnt, zal het kabinet dieper ingaan op de afzonderlijke
situaties in de kandidaat-lidstaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken