Brief regering : Reactie AWTI-advies ‘Vanzelfsprekende Verbinding. Veranker sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek in innovatie.’
33 009 Innovatiebeleid
32 637
Bedrijfslevenbeleid
31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2024
Het oplossen van complexe vraagstukken in de maatschappij lukt momenteel onvoldoende,
mede door het gebrek aan aandacht voor de sociale en culturele kanten van maatschappelijke
uitdagingen en innovatie. Dat stelt de Adviesraad voor wetenschap, technologie en
innovatie (AWTI) in het advies «Vanzelfsprekende Verbinding. Veranker sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek
in innovatie». Met deze brief geven wij een reactie op dit adviesrapport.1
In deze brief geven we allereerst een samenvatting van het AWTI-advies en geven wij
een korte reactie per aanbeveling. In de bijlage reageren wij in meer detail op de
aanbevelingen. Om opvolging te geven aan de aanbevelingen van de AWTI geven we samen
met andere betrokken departementen een consortium de opdracht tot het ontwikkelen
van een actieplan. NWO2, de SSH Raad3, TNO Vector4 en CLICKNL5 zullen concrete acties voorstellen om sociaal-maatschappelijke aspecten een vanzelfsprekende
plek te geven in innovaties voor maatschappelijke transities. Het consortium bestaat
uit een onderzoeksfinancier, onderzoekers uit verschillende disciplines, maatschappelijke
organisaties en bedrijven; vertegenwoordigers van minimaal zeven departementen vormen
de stuurgroep. Hiermee borgen we dat de concrete acties realistisch en effectief zijn.
Dit lichten we hieronder toe.
Samenvatting van het advies
De AWTI stelt dat op dit moment sociaal en geesteswetenschappelijk (SGW) onderzoek6 nog geen vanzelfsprekend onderdeel van innovatie is: het huidige onderzoeks- en innovatiebeleid
betrekt het SGW-domein onvoldoende en innovatie is nog onvoldoende gemeengoed binnen
de sociale en geesteswetenschappen.
Er wordt door de AWTI voor een breed begrip van innovatie gepleit: de introductie
en implementatie van nieuwheid. Dat kunnen volgens de AWTI producten, diensten, concepten,
regels of systemen zijn.
De AWTI benadrukt in het advies dat de sociale en geesteswetenschappen cruciaal zijn
voor verschillende vormen van innovatie:
• Product- en dienstinnovatie: SGW-onderzoek dat wordt gebruikt voor de ontwikkeling
van nieuwe producten en dienstverlening.
• Institutionele innovatie: significante verandering van normen, waarden, wetten en
regels, zoals een nieuw concept als brede welvaart.
• Organisatorische en procesinnovatie: SGW-onderzoek dat wordt gebruikt voor implementatie
van een nieuw of verbeterd organisatiemodel of proces.
• Beleidsinnovatie: SGW-inzichten die worden gebruikt bij de vorming van nieuw beleid,
zoals inzichten uit economisch, gedragswetenschappelijk en bestuurskundig onderzoek.
• Systeeminnovatie: SGW-onderzoek dat wordt gebruikt bij het sturen van systeemveranderingen
en transities, zoals de energietransitie.
Volgens de AWTI moeten we naar een meer algemeen besef dat innovatie altijd sociale,
juridische, culturele en ethische dimensies heeft en dat het SGW-onderzoek een min
of meer vast onderdeel van innovatie hoort te zijn. Het idee dat hierdoor vertraging
optreedt bij technologieontwikkeling is onjuist. Integendeel, het miskennen van deze
dimensies leidt juist tot vertraging. De AWTI wijst hierbij onder andere op de smalle
benadering van innovatie in de stikstofcrisis en de coronacrisis.
De AWTI doet aanbevelingen aan de regering, SGW-onderzoekers, -opleiders, -kennisinstellingen
en ministeries:
1. Pas onderzoeks- en innovatiebeleid aan om relevant SGW-onderzoek te betrekken.
2. Daag SGW-onderzoekers uit zich meer te richten op innovatie.
3. Ministeries, betrek SGW-onderzoek actief bij complexe vraagstukken.
Reactie
Algemene reactie
Wij onderschrijven het belang van de sociale en geesteswetenschappen in innovatie
voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De AWTI heeft in het advies laten
zien dat het begrip innovatie naast over technische dimensies, ook over sociale, juridische,
culturele en ethische aspecten gaat. Om tot oplossingen te komen voor complexe maatschappelijke
vraagstukken, zoals klimaatverandering, houdbaarheid van de zorg en circulaire economie
zijn deze verschillende vormen van innovatie nodig. Net als de AWTI zien wij dat er
stappen te zetten zijn om deze verschillende aspecten van innovatie verder onderling
te verweven en zien wij veel enthousiasme in het veld hiervoor. Daarnaast zijn er
al mooie voorbeelden waar innovatie reeds breed wordt opgevat en verschillende typen
innovatie worden gecombineerd.
Aanbeveling 1: pas onderzoeks- en innovatiebeleid aan om relevant SGW-onderzoek te
betrekken
De AWTI roept op om het Nederlandse innovatiebeleid verder te ontwikkelen, zodat het
onderzoek in het SGW-domein er beter op aansluit. De AWTI wijst hierbij onder andere
op de beperkte mogelijkheden om bedrijven, maatschappelijke organisaties of andere
co-financiers te vinden voor de sociaal en geesteswetenschappelijke aspecten van transities.
Daarom is sinds 2023 de cofinanciering binnen de Nationale Wetenschapsagenda (NWA)
niet meer verplicht. En ook in het huidige NWO-KIC programma (2024–2027) is de verplichte
cash cofinanciering afgeschaft. Cofinanciering (10%–30%) mag nu ook geheel in-kind
worden bijgedragen.
Aanbeveling 2: daag SGW-onderzoekers uit zich meer te richten op innovatie
De AWTI vindt dat het innovatieve vermogen van Nederland baat heeft bij een (nog)
actievere betrokkenheid van SGW-onderzoek(ers) bij innovatie. De AWTI stelt dat er
al een cultuurverandering gaande is in het SGW-domein en dat die cultuurverandering
moet worden doorgezet. Wij onderschrijven dit standpunt van de AWTI en zien dat er
stappen in de goede richting worden gezet. Zo werken de SSH Raad en NWO momenteel
aan het informeren en activeren van SGW-onderzoekers in het Kennis en Innovatieconvenant
(KIC). Ook werken we aan de verbinding tussen het SGW-domein en de kunsten en ontwerpdisciplines,
onder andere met een werkconferentie. In de komende periode worden hier verdere stappen
op gezet.
Aanbeveling 3: ministeries, betrek SGW-onderzoek actief bij complexe vraagstukken
De AWTI roept de regering op om in het beleid voor complexe vraagstukken meer en beter
gebruik te maken van SGW-onderzoek. Op dit punt blijven we stappen zetten. In 2023
is bij het Ministerie van OCW een «science for policy» team opgezet. Dit team onderzoekt
hoe wetenschappelijke kennis beter kan worden benut bij de ontwikkeling van beleid.
Een ander voorbeeld is het Behavioural Insights Netwerk Nederland (BIN NL). Dit is
een samenwerkingsverband van alle ministeries en rijksdiensten op het gebied van gedragswetenschappen
en is bedoeld om kennis en ervaring uit te wisselen, zodat de toepassing van gedragskennis
binnen de overheid verder wordt gebracht.
Actieplan
Om verdere invulling te geven aan de aanbevelingen van het AWTI-advies en de huidige
ontwikkelingen te versterken en te versnellen, geven wij samen met andere betrokken
departementen de opdracht tot de ontwikkeling van een actieplan. Dit actieplan heeft
als doel om met concrete acties te komen over het sterker verankeren van sociaal-maatschappelijke
aspecten in innovaties voor maatschappelijke transities. Deze acties bevatten een
concreet tijdpad en een koppeling aan verantwoordelijke organisaties. Het actieplan
bevat daarnaast specifieke interventies om de samenwerking en netwerkvorming aan te
jagen. Ook worden er verdere stappen gezet richting een cultuur waarin de verankering
van sociaal-maatschappelijke aspecten in innovatie wordt gestimuleerd. Daarnaast zal
het actieplan ingaan op de eventuele noodzaak om bestaande instrumenten aan te passen
en nieuwe instrumenten te lanceren. Het actieplan wordt ontwikkeld door het veld:
NWO7, de SSH Raad8, TNO Vector9 en CLICKNL10 vormen het consortium en betrekken daarbij planbureaus en adviesorganen. Tevens zorgt
het consortium voor afstemming binnen de topsectoren11, het SSH-domein en de TO2-instituten12. De stuurgroep zal bestaan uit vertegenwoordigers van departementen die onderzoek
en innovatie inzetten voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen.
Tot slot
Dit advies van de AWTI heeft een verband met het recent uitgebrachte AWTI-advies «In
dienst van de toekomst». Dit advies gaat over de rol van wetenschap, technologie en
innovatie(beleid) bij urgente maatschappelijke vraagstukken. In de reactie op het
tweede deel van dat advies zal dit advies («Vanzelfsprekende Verbinding») worden meegenomen.
De huidige maatschappelijke uitdagingen vragen om oplossingen die werken in de samenleving.
De AWTI heeft met dit advies laten zien hoe cruciaal de sociale en geesteswetenschappen
hiervoor zijn. Samen met onderzoekers, kennisinstellingen, beleidsmakers en maatschappelijke
organisaties zetten we de volgende stap in de verbinding tussen innovatie, de sociale
en geesteswetenschappen, bèta disciplines en technologie, zodat deze verbinding meer
en meer vanzelfsprekend wordt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
BIJLAGE: REACTIE PER AANBEVOLEN ACTIE
Hieronder reageren wij per aanbevolen actie op het advies. Daarbij betrekken wij steeds
de volle breedte van de sociale en geesteswetenschappen. Wij willen de kanttekening
maken dat er binnen het SGW-domein veel verschillende disciplines zijn met eigen dynamieken.
Net als de verschillende vormen van innovatie hebben wij de volle breedte van het
SGW-domein nodig.
Aanbeveling 1: pas onderzoeks- en innovatiebeleid aan om relevant SGW-onderzoek te
betrekken
Actie 1: verbreed het begrip van innovatie in het onderzoeks- en innovatiebeleid
De AWTI roept op tot het verbreden van het begrip innovatie en het beter betrekken
van het SGW-domein hierbij. Wij onderschrijven het belang van een breed begrip van
innovatie. Net als de AWTI zien wij mogelijkheden om het SGW-domein beter te betrekken
bij innovatie en zo effectiever te werken aan de huidige maatschappelijke uitdagingen.
Het eerder genoemde actieplan zal hier concrete handvatten voor bieden. Ook in de
Europese context zetten wij ons in voor een betere verbinding van technisch en sociaal
en geesteswetenschappelijk onderzoek voor innovatie. De volgende initiatieven geven
een indruk van de verschillende manieren waarop wij nu al invulling aan deze aanbeveling
geven.
Organisatiegraad sociale en geesteswetenschappen
Er is geïnvesteerd in de organisatiestructuur binnen het SGW-domein en in de versterking
van de SSH Raad. De SSH Raad vertegenwoordigt het Nederlandse domein van de Social
Sciences & Humanities (sociale en geesteswetenschappen) en bevordert de efficiëntie
en samenwerking binnen dit brede domein. De SSH Raad zet samen met NWO concrete stappen
om het begrip van innovatie in het onderzoeks- en innovatiebeleid te verbreden. Zo
hebben de SSH Raad en NWO recent kennis beschikbaar gesteld om SGW-expertise beter
te betrekken bij de totstandkoming van de Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s), als
uitwerking van het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) in het missiegedreven innovatiebeleid.
Het KIC is gericht op maatschappelijke uitdagingen met een focus op verdienvermogen.
Key-Enabling Methodologies Agenda
De afgelopen jaren zijn op initiatief van de Topsector Creatieve Industrie stappen
gezet om de bijdrage van SGW-onderzoek aan de innovaties die voortkomen uit de verschillende
thematische Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s) binnen het Missiegedreven Topsectoren
en Innovatiebeleid (MTIB) te vergroten. Vanuit de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen
(KIA MV) is in 2020 de eerste Key-Enabling Methodologies Agenda (sleutelmethodologieën,
KEM’s) ontwikkeld. Deze agenda is het resultaat van een samenwerking tussen de Topsector
Creatieve Industrie, onderdelen van het SGW-domein en tal van disciplines (o.a. ontwerp,
kunst, gedrag en technologie, etc.) en partijen, zoals praktijkgericht onderzoek (hbo)
en TNO-Vector.13 Het biedt een overzicht van de verschillende methoden die kunnen worden ingezet om
innovaties effectiever in te zetten om maatschappelijke uitdagingen op te lossen en
het verdienvermogen van Nederland te versterken. De agenda heeft onlangs een update
gekregen en is in juni 2024 aan de Minister van EZK aangeboden. Tevens wordt er momenteel
door NWO en vertegenwoordigers van ministeries gewerkt aan een onderzoeksuitvraag
via de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De uitvraag is gericht op toepassing van
de KEM’s bij een aantal grote transities.
Wij moedigen het SGW-domein aan om op deze interdisciplinaire samenwerking in te blijven
zetten, die ook waardevolle aanknopingspunten biedt voor aanbevelingen 2 en 3 zoals
geformuleerd door de AWTI (zie hieronder).
Actie 2: start een ontwikkelprogramma of -faciliteit voor valorisatie in brede zin
De AWTI adviseert om een impuls te geven aan de verdere ontwikkeling van valorisatie
en impact in het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem. Hier zou nadrukkelijk aandacht
moeten zijn voor een breed begrip van innovatie, waar SGW-onderzoek volop mee kan
doen. Niet alleen in zelfstandig SGW-onderzoek, maar juist ook in de samenwerking
met andere disciplines; om zo de transformatieve werking van de wetenschappen te bevorderen,
en daarmee de maatschappelijke impact te vergroten. Wij hechten ook waarde aan deze
verdere ontwikkeling en hanteren voor beleid net als onze voorgangers14 een brede scope van valorisatie met inzet op toepassingen in de maatschappij en de
economie15. Een onderdeel hiervan is dat het kabinet het valorisatie-ecosysteem ziet als een
lerend systeem. In overleg met de sector en het voormalige consortium van het Nationaal
Groeifondsvoorstel Deltaplan Valorisatie zullen we komende periode afspraken maken
over verdere verbetering van valorisatie in Nederland. Vanwege de versnippering van
beleid en instrumenten richten wij ons eerst op het vereenvoudigen en stroomlijnen
van bestaande instrumenten alvorens de meerwaarde van een nieuwe faciliteit te onderzoeken.
Actie 3: maak het innovatie-instrumentarium inclusiever en dus meer systemisch
De AWTI adviseert om het instrumentarium voor innovatie inclusiever te maken.
NWO onderneemt momenteel diverse acties hiertoe. Zo worden de huidige disciplinecodes
herzien, waarmee onderzoekers aangeven welk onderzoeksveld het beste past bij de onderzoeksvraag.
De doelstelling hiervan is het beter presenteren van hedendaagse ontwikkelingen in
het onderzoek, bijvoorbeeld door het toevoegen van een nieuw ontwikkelde discipline(code).
Een inclusieve, brede blik op innovatie moet ook blijken uit de teksten van onderzoekzoeksproramma’s
en onderzoekscalls. In de thematische programma’s van NWO en de daaraan verbonden
onderzoeksuitvragen (calls) nemen SGW-onderzoekers deel aan de schrijfteams en beoordelingscommissies
afhankelijk van het doel van het programma. Op die manier wordt de aansluiting met
het SGW-onderzoek gewaarborgd, zowel in het ontwerp van het onderzoeksprogramma, als
in de beoordeling van de projecten. Wij moedigen NWO aan om deze lijn door te zetten.
De AWTI adviseert om de eis voor cofinanciering te versoepelen wanneer de nadruk van
het onderzoek op brede welvaart ligt. Sinds 2023 is de cofinanciering binnen de Nationale
Wetenschapsagenda (NWA) niet meer verplicht. En ook in het huidige NWO-KIC programma
(2024–2027) is de verplichte cash cofinanciering afgeschaft. Cofinanciering (10%–30%)
mag nu ook geheel in-kind worden bijgedragen. Beide maatregelen zijn bedoeld om de
toegankelijkheid te vergroten, ervoor te zorgen dat deze instrumenten beter aansluiten
op het onderzoek in de sociale en geesteswetenschappen en de administratieve lasten
te verlichten.
Aanbeveling 2: daag SGW-onderzoekers uit zich meer te richten op innovatie
Actie 1: scherp de vertaalslag van SGW-onderzoek naar maatschappelijke toepassingen
en innovatie aan
De AWTI roept SGW-onderzoekers en kennisinstellingen op om het SGW-onderzoek sterker
te vertalen naar maatschappelijke toepassingen en innovatie en om de ingezette cultuurverandering
door te zetten. Wij onderschrijven dan ook de oproep van de AWTI, waarbij wij ook
het belang van fundamenteel en ongebonden onderzoek blijvend benadrukken.
Momenteel werken de SSH Raad en NWO aan het informeren en activeren van SGW-onderzoekers
om een grotere rol te spelen in de invulling van de Kennis en Innovatieagenda’s. Het
gaat onder andere om presentaties over het KIC bij kennisinstellingen, informatievoorziening
op de websites van de SSH Raad en NWO over het Kennis en Innovatieconvenant (KIC)
toegespitst op SGW-onderzoekers en het gebruik van sociale media. Wij moedigen deze
acties van de SSH Raad en NWO van harte aan.
Actie 2: verbind het SGW-domein sterker aan de kunsten en ontwerpdisciplines
De AWTI adviseert om het SGW-onderzoek sterker te verbinden met de kunsten en ontwerpdisciplines,
om zo tegenwicht te bieden aan de neiging van reflectie en deconstructie binnen het
SGW-domein. Het is niet aan ons om te oordelen over de wetenschappelijke ontwikkelingen
en academische neigingen binnen het SGW-domein. Wel moedigen wij onderzoekers, ontwerpers
en technici aan om de verbinding op te zoeken. Kennis over bijvoorbeeld het menselijk
gedrag is, samen met kennis van technologie, noodzakelijk voor het ontwerpen van goede
innovatieve producten. Daarmee vormen de ontwerpdisciplines en de kunsten een goede
verbinding tussen sociale en technische innovatie. Wij zetten de komende periode,
in overleg met relevante partijen, stappen om deze samenwerking te versterken. Een
mooi voorbeeld hiervan is de werkconferentie die plaatsvond op 11 juni 2024, met financiële
steun van OCW. Deze werkconferentie met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
(KNAW), De Jonge Akademie, Akademie van Kunsten, Regieorgaan SIA, Kunsten’92 en Waag
Futurelab had als doel om de samenwerking tussen de wetenschap en kunsten structureel
te versterken en daarmee de betekenis voor de samenleving te vergroten.
Actie 3: innoveer het SGW-onderwijs aan universiteiten
De AWTI adviseert het SGW-onderwijs aan universiteiten te innoveren in de richting
van meer impact. De AWTI ziet interdisciplinariteit hierin als een cruciale factor.
Hogescholen en universiteiten gaan zelf over de inhoud van hun onderwijs. Zij zijn
daarbij voortdurend bezig om hun onderwijs up-to-date te houden met de laatste ontwikkelingen
in het onderzoek en op de arbeidsmarkt. De SSH Raad heeft ons laten weten dat het
SGW-domein in het onderwijs al aandacht besteedt aan maatschappelijke impact door
het implementeren van community service learning, waarbij studenten zich richten op maatschappelijke vraagstukken. Ook in afstudeertrajecten
is er aandacht voor maatschappelijke impact. Tot slot ziet de SSH Raad mogelijkheid
om interdisciplinariteit sterker in te bedden in de vorm van minoren. Dit biedt studenten
de kans om laagdrempelig en makkelijk kennis te nemen van andere disciplines.
Actie 4: verdiep SGW-expertise in het hbo om het innovatievermogen te vergroten
De AWTI adviseert om de SGW-expertise in het hbo te verdiepen om het innovatievermogen
te vergroten en daarbij de kritisch reflectieve kant van het academisch SGW-onderzoek
te benutten. Het hbo biedt diverse SGW-opleidingen aan en doet daarin ook eigenstandig
onderzoek. Ook het praktijkgericht onderzoek aan mbo-instellingen neemt toe. Praktijkgericht
onderzoek vindt plaats vanuit meerdere perspectieven en in samenhang met praktijk
en onderwijs. Het is doorgaans kort-cyclisch en in samenwerking met praktijkpartners.
Living labs vormen bijvoorbeeld een goede manier om SGW-expertise in de praktijk van
onderzoek mee te nemen. Universitair SGW-onderzoek kan daarbij ondersteunend zijn,
maar is geen vereiste voor dit type onderzoek. Wij moedigen de samenwerking tussen
mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten aan en zien dat dit op sommige plaatsen
al op een mooie manier vorm krijgt, bijvoorbeeld in de ethical, legal and societal
aspects (ELSA) labs. In de ELSA labs onderzoeken universiteiten en hogescholen samen
met overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bijvoorbeeld hoe artificiële
intelligentie verantwoord kan bijdragen aan de vorming van onze samenleving.
Aanbeveling 3: ministeries, betrek SGW-onderzoek actief bij complexe vraagstukken
Actie 1: hanteer een systeembenadering bij beleid voor complexe vraagstukken
De AWTI adviseert om een systeembenadering te hanteren bij beleid voor complexe vraagstukken
en hierbij aandacht te geven aan welke vormen van innovatie ons vooruit kunnen helpen.
Daarmee doet de AWTI een pleidooi om een breed perspectief te hanteren bij het formuleren
van de juiste vraagstelling. Wij onderschrijven dit pleidooi: een zorgvuldige vraagstelling
leidt tot een rijker, gevarieerder en uiteindelijk robuuster beleid.
Wij onderzoeken hoe de wetenschap over de volle breedte van disciplines beter benut
kan worden voor (complexe) beleidsontwikkeling van de Rijksoverheid. Hiertoe is in
2023 bij het Ministerie van OCW een «science for policy» team opgezet. Op verschillende
beleidsterreinen worden concrete stappen gezet. Bij het Ministerie van Landbouw, Visserij,
Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is sinds vorig jaar een afdeling actief op het gebied
van het verder ontwikkelen van kennis over de onderliggende waarden van maatschappelijke
ontwikkelingen, de verhouding tussen overheid en samenleving en het werken vanuit
een brede maatschappelijke dialoog. Daarnaast anticipeert het kabinet onder coördinatie
van de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering op nieuwe digitale
technologie, zoals generatieve AI, neurotechnologie en immersieve technologie. Daarbij
worden de kansen en risico’s (bijvoorbeeld voor privacy, autonomie en identiteit)
meegewogen. Ook wordt in de Integrale Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) Klimaat en
Energie de technische energietransitie nadrukkelijk verbonden met de sociale en maatschappelijke
aspecten van dit vraagstuk.
Een ander voorbeeld is het Behavioural Insights Netwerk Nederland (BIN NL). Dit is
een samenwerkingsverband van alle ministeries en rijksdiensten op het gebied van gedragswetenschappen
en is bedoeld om kennis en ervaring uit te wisselen, zodat de toepassing van gedragskennis
binnen de overheid verder wordt gebracht. Dit netwerk ondersteunt de ministeries en
rijksdiensten met het verankeren van het gedragswetenschappelijk perspectief in de
primaire processen door onder andere in te zetten op professionalisering van het vakgebied
binnen de overheid. Bovendien wordt een selectie van de toepassing van gedragsinzichten
bij de Rijksoverheid tweejaarlijks gebundeld en gedeeld.16
Daarnaast wordt in het programma De Publieke Ontwerppraktijk (PONT) via een ontwerpende
aanpak bijgedragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dit programma
is in opdracht van de voormalige Staatssecretaris Cultuur en Media ontwikkeld. Door
de ontwerpende aanpak worden deze vraagstukken integraal en vanuit een systeembenadering
bekeken.
Actie 2: benut SGW-onderzoek van publieke kennisinstellingen voor beleid
De AWTI is van mening dat het SGW-onderzoek van publieke instellingen beter kan worden
benut voor beleid. Dit beeld herkennen wij. Met het in 2023 opgerichte «science for
policy» team verkent het Ministerie van OCW hoe wetenschap en beleid in een duurzamer
en kwalitatief beter contact met elkaar kunnen worden gebracht binnen de Rijksoverheid.
Momenteel is het Ministerie van OCW bezig met leren vanuit voorbeeldprojecten en met
een verkenning naar rijksbrede afspraken over de kennisfunctie bij ministeries.
Programmalijn 2 van de Nationale Wetenschapsagenda biedt ministeries en andere overheden
de mogelijkheid om thematisch te programmeren op maatschappelijk urgente thema's.
Een recent voorbeeld hiervan is het programma «Gedragsinzichten voor Klimaatbeleid»,
met als doel om klimaatbeleid effectiever en uitvoerbaar te maken door het beter verankeren
van gedragsinzichten in de beleidscyclus.17 Andere voorbeelden van thematische NWA-programma’s waarbij sociale en technische
elementen naar voren komen en die kennis en handelingsperspectieven voor beleid opleveren
zijn: Transitie naar een circulaire en emissievrije bouw, Innovaties voor stedelijke
bruggen en kademuren, en Transities naar emissievrije binnenvaart. Het onderzoek in
programmalijn 2 van de NWA is interdisciplinair en de interactie tussen beleidsmakers
en onderzoekers wordt gedurende het onderzoek gestimuleerd. Hierdoor kan het SGW-onderzoek
een directere, toegepaste ingang vinden binnen beleid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken