Brief regering : Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2931
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus
2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken 29 augustus 2024
De informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) vond plaats in Brussel op 29 augustus jl.
De Raad besprak de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten,
Venezuela, en Georgië. Tevens werd er een werklunch gehouden met de Minister van Buitenlandse
Zaken van Turkije, Hakan Fidan.1 Omdat dit een informele Raad betreft zijn er geen Raadsbesluiten of mededelingen
aangenomen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad sprak over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne, waaronder
het belang van financiële en militaire steun voor Oekraïne, sancties, het bestendigen
en verbreden van internationale steun vanuit derde landen en herstel van energie-infrastructuur.
De intussen afgetreden Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken, dhr. Kuleba, was
bij de bespreking aanwezig. In zijn bijdrage onderstreepte hij onder meer de urgentie
van meer steun voor de luchtverdedigingscapaciteit en stond hij stil bij de vernietigende
grootschalige aanvallen op de civiele infrastructuur door Rusland. Hij riep EU-lidstaten
op met derde landen te spreken over de volgende stappen van het vredesplan van president
Zelensky en steun te vragen voor de Oekraïense strijd tegen de Russische agressie,
onder meer tijdens de High Level Week van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Hij bedankte de EU-lidstaten
voor de voortgang ten aanzien van het gebruik van de rente-inkomsten van de geïmmobiliseerde
Russische Centrale Banktegoeden.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV), Josep Borrell, en een aantal EU-lidstaten, waaronder
Nederland, spraken zich uit voor het opheffen van restricties voor gebruik van wapens
in Rusland binnen de kaders van het internationaal recht. Nederland, evenals diverse
andere lidstaten, benadrukte dat internationaal recht geen geografische restricties
plaatst op het gebruik van wapens door Oekraïne en dat Oekraïne in staat moet worden
gesteld zichzelf te verdedigen. Voorts heeft de Raad gesproken over aanvullende sancties
regen Rusland waarbij Nederland conform de motie Klaver c.s.2 heeft gepleit voor maatregelen die het Russische verdienvermogen in het civiel-nucleaire
domein raken. Ook sprak de Raad over de zorgelijke berichten over mogelijke aanstaande
Iraanse leveringen van ballistische raketten aan Rusland. Meerdere EU-lidstaten, waaronder
Nederland, benadrukten dat een dergelijke stap niet zonder gevolgen kon blijven en
dat ook gekeken zou moeten worden naar nieuwe EU-sanctiemaatregelen jegens Iran.
Ook stond de Raad stil bij de kritieke situatie van het Oekraïense energienetwerk.
Nederland riep op om op korte termijn steun te leveren om Oekraïners de winter door
te helpen.3 De Raad besteedde daarnaast aandacht aan het belang van bestendigen en verbreden
van internationale steun voor Oekraïne tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties. Nederland, net als verschillende andere lidstaten, pleitte voor het organiseren
van een sessie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR) gewijd aan Oekraïne.
De Raad besprak de aanstaande mandaatverlenging van de EU Militaire Assistentie Missie
(EUMAM) voor Oekraïne. Lidstaten onderstreepten eensgezinds het succes van de trainingsmissie,
welke inmiddels meer dan 57.000 Oekraïense militairen heeft getraind op Europees grondgebied.
Daarnaast sprak de Raad over de uitbreiding van een Hongaars arbeidsvisumprogramma
naar personen met de Russische en Belarussische nationaliteit. Nederland gaf daarbij
aan uit te kijken naar de beoordeling van de Commissie t.a.v. de Hongaarse uitleg
hierover, gezien onze zorgen ter zake.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad sprak over de situatie in het Midden-Oosten, waaronder de dreiging van regionale
escalatie en de lopende onderhandelingen over een staakt-het-vuren tussen Israël en
Hamas. Daarnaast sprak de Raad over de humanitaire situatie in de Gazastrook. Specifiek
werd stilgestaan bij de polio-uitbraak in de Gazastrook en de noodzaak dat een vaccinatiecampagne
zo snel mogelijk van start kan gaan. Ook besprak de Raad de situatie op de Westelijke
Jordaanoever, sancties tegen kolonisten, waaronder twee Ministers van het Israëlisch
kabinet, en steun aan de Palestijnse Autoriteit (PA).
De coördinator van de Verenigde Naties voor Humanitaire Hulp en Wederopbouw voor Gaza,
Sigrid Kaag, nam deel aan de Raad en wees op de grote risico’s op regionale escalatie
door statelijke en niet-statelijke actoren. Tevens wees zij op de afschuwelijke humanitaire
situatie in de Gazastrook en het belang om als EU-lidstaten individueel en collectief
te blijven engageren met de partijen in de regio, de naleving van het internationaal
recht te blijven benadrukken en de steun aan de Palestijnse Autoriteit niet uit het
oog te verliezen.
Nederland heeft tijdens de Raad benadrukt dat verdere regionale escalatie moet worden
voorkomen. Hierbij heeft Nederland de Raad opgeroepen om mogelijkheden te onderzoeken
voor extra sancties tegen Hamas, Hezbollah en de Houthi’s. Nederland heeft ook steun
uitgesproken voor de oproep van de Verenigde Staten, Egypte en Qatar aan alle betrokken
partijen om zo snel mogelijk een akkoord te bereiken over een onmiddellijk staakt-het-vuren
in de Gazastrook en het vrijlaten van de gegijzelden, in lijn met de motie Veldkamp
en Brekelmans4. Ook heeft Nederland nogmaals opgeroepen tot implementatie van resolutie 2735 van
de VN-Veiligheidsraad (VNVR), die ook moet leiden tot een onvoorwaardelijke en drastische
toename van humanitaire hulp in de Gazastrook, in lijn met de motie van Baarle5 en Hirsch6, en een duurzaam bestand. Daarnaast heeft Nederland ten aanzien van de dreiging van
een polio-uitbraak in de Gazastrook steun uitgesproken voor de oproep van de Secretaris-Generaal
van de Verenigde Naties voor een humanitaire pauze ten behoeve van de uitvoering van
een vaccinatiecampagne.
Verder heeft Nederland nogmaals benadrukt dat de Associatieraad met Israël op korte
termijn moet plaatsvinden. Ook is steun herhaald voor de heractivering van de Europese
grensbijstandsmissie EUBAM-Rafah en heeft Nederland opgeroepen tot aanvullende maatregen
tegen gewelddadige kolonisten. De HV refereerde aan de voorstellen om ook Israëlische
Ministers op de sanctielijst te plaatsen. Hier heeft een aantal andere lidstaten zich
eerder reeds publiekelijk terughoudend over uitgelaten. Hierover zal in Raadsverband
verder worden gesproken.
Venezuela
De Raad sprak over Venezuela en werd via een videoverbinding toegesproken door Edmundo
González, die de Venezolaanse presidentsverkiezingen van 28 juli jl. namens de oppositie
ruimschoots lijkt te hebben gewonnen. Hij deelde zijn ernstige zorgen over de autoritaire
weg die het Maduro-regime sindsdien steeds verder is ingeslagen. González noemde de
doden en meer dan duizend arrestaties als gevolg van vreedzame demonstraties na de
verkiezingen. Ook deelde hij zorgen over zijn eigen veiligheid en die van andere oppositieleden.
Nederland bepleitte dat de EU de vele mensenrechtenschendingen moet blijven aankaarten
en dient in te zetten op herstel van rechtsstaat en democratie. Om ervoor te zorgen
dat het momentum van internationale druk niet verloren gaat, pleit het kabinet voor
samenwerking met landen in de regio, voorts zou het goed zijn als de situatie in Venezuela
wordt besproken en marge van de High Level Week van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, onder meer in diverse bilaterale
gesprekken. De Hoge Vertegenwoordiger concludeerde dat Maduro geen democratische legitimiteit
heeft en de EU in contact moet blijven met de oppositie.
Georgië
De Raad sprak kort over de situatie in Georgië. Een aantal EU-lidstaten uitte hun
zorgen over de uitspraken van regeringspartij Georgian Dream om bepaalde oppositiepartijen te verbannen na de aankomende verkiezingen. Deze EU-lidstaten
gaven duidelijk aan dit te zien als een voorbeeld van verdere maatregelen die de democratie
ondermijnen en dat de huidige situatie in Georgië onverenigbaar is met het EU-pad.
Werklunch
De Raad sprak tijdens de lunch met de Minister van Buitenlandse Zaken van Turkije,
Hakan Fidan. Er werd onder meer van gedachten gewisseld over onderwerpen van gezamenlijk
belang, waaronder de situatie in Oekraïne, het Midden-Oosten en de Zuidelijke Kaukasus.
De Hoge Vertegenwoordiger en een groot deel van de lidstaten benadrukten het belang
van dialoog en samenwerking tussen de EU en Turkije.
Nederland benadrukte dat Turkije een NAVO-lid is, een belangrijke geopolitieke speler
in de regio en partner op terreinen als migratie, veiligheid en terrorismebestrijding.
Nederland sprak steun uit voor een frequente dialoog tussen de EU en Turkije op onderwerpen
van wederzijds belang. Dit is in lijn met de voorstellen van de Commissie en de Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO) om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare
wijze met Turkije samen te werken op onderwerpen van wederzijds belang. Hierover is
uw Kamer geïnformeerd in de Geannoteerde Agenda van de informele Raad Buitenlandse
Zaken van 2 en 3 februari jl.7
In die Geannoteerde Agenda werd tevens ingegaan op het op 29 november 2023 gepubliceerde
rapport «State of play of EU-Türkiye political, economic and trade relations 2023» van de Europese Commissie en EDEO. Daarbij is aangegeven dat de aanbeveling dat
de Europese Investeringsbank (EIB) haar activiteiten in alle sectoren in Turkije kan
hervatten, wordt gesteund. In 2019 heeft uw Kamer de motie-Klaver met kenmerk 32 623 nr. 284 aangenomen die de regering onder meer verzoekt te bepleiten dat de EIB geen nieuwe
leningen toekent aan Turkije.8 Dit heeft destijds geleid tot een afhoudende opstelling van Nederland in de EIB met
betrekking tot de samenwerking tussen de EIB en Turkije, in lijn met de motie. In
2022 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over mogelijke EIB-activiteiten op het
gebied van klimaatactie. In het licht van de internationale ontwikkelingen achtte
het kabinet samenwerking op klimaatterrein met een land als Turkije van belang.9 In 2023 heeft het kabinet uw Kamer middels het verslag van de informele Raad Buitenlandse
Zaken Ontwikkelingssamenwerking geïnformeerd met een positieve grondhouding te kijken
naar EIB-activiteiten om Turkije te ondersteunen bij wederopbouw na de aardbeving.10 Zoals aangegeven in de Geannoteerde Agenda van februari jl., heeft Turkije sinds
juni 2021 een constructieve houding aangenomen op verschillende terreinen die van
groot belang zijn voor de relatie met de EU en wordt een hervatting van de activiteiten
van de EIB in Turkije in alle sectoren gesteund. Het kabinet vertrouwt erop uw Kamer
hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de wijze waarop de afgelopen jaren uitvoering
is gegeven aan de motie Klaver.
Bovenstaande heeft geen invloed op het Nederlandse standpunt aangaande het opschorten
van pre-accessiesteun voor Turkije. In relatie tot de status van EU kandidaat-lidstaat
van Turkije onderstreepte Nederland het belang van de Kopenhagen-criteria. Nederland
benoemde voorts de Turkse inzet rondom de situatie in het Midden-Oosten en het belang
van het helpen bereiken van een staakt-het-vuren in de Gazastrook en benadrukte de
rol die Turkije kan spelen bij de vredesbesprekingen tussen Armenië en Azerbaijan.
Tot slot werd het belang onderstreept van een constructieve positie in het oostelijk
Middellandse Zeegebied, inclusief de Cypruskwestie.
Informele bijeenkomst EU-Ministers van Buitenlandse Zaken en marge AVVN
Tijdens de High-Level Week van de aankomende Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) zullen naar
verwachting de Ministers van Buitenlandse Zaken van de EU informeel bijeenkomen in
New York. Voor deze bijeenkomst is geen agenda beschikbaar. Het kabinet zal terugkoppelen
over deze bijeenkomst via de eerstvolgende geannoteerde agenda of verslag van de volgende
Raad voor Ministers van Buitenlandse Zaken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken