Brief regering : Rapporten Monitor Jeugdcriminaliteit
28 741 Jeugdcriminaliteit
Nr. 120
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2024
Voor de aanpak van de jeugdcriminaliteit is het van belang om actuele informatie te
hebben over de omvang, aard en ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit op basis van
meerdere onderzoeksbronnen. Daarbij gaat het om gegevens uit de politie- en justitieregistratie,
uit zelfrapportageonderzoek onder jongeren en andere bronnen, zoals interviews met
stakeholders en professionals of strafrechtelijke vonnissen. De Monitor Jeugdcriminaliteit
(MJC) verzamelt en analyseert deze gegevens al sinds 2010. Daarbij werkt het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Datacentrum (WODC) samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS). Ik bied u hierbij twee nieuwe onderzoeksrapporten van de MJC aan.
1. In de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugddelinquentie (MZJ) 2023 wordt een beeld gegeven
van de jeugdcriminaliteit op basis van zelfrapportage door een representatieve onderzoeksgroep
van 10- tot 23-jarigen. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe online onderzoeksmethode
(een webenquête), die meer toekomstbestendig is. Omdat er sprake is van een methodebreuk
ten opzichte van eerdere metingen van zelfgerapporteerde jeugddelinquentie, is vergelijking
met eerdere jaren niet mogelijk.
2. In de synthesestudie van de MJC wordt op basis van de verschillende (bovengenoemde)
onderzoeksbronnen een beeld geschetst van de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit
over de jaren 2000–2023, met specifieke aandacht voor de vijf meest recente jaren.
In de periode 2022–2023 zijn al verschillende deelrapporten van de MJC met een beleidsreactie
aan Tweede Kamer aangeboden.1 De synthesestudie betreft een afsluitend rapport waarin de bevindingen uit deze eerdere
rapporten zijn samengevat en aangevuld met actuele cijfers van politie en justitie
tot en met 2023. Ook de uitkomsten van de MZJ zijn in de synthesestudie meegenomen.
Belangrijkste resultaten
• De geregistreerde jeugdcriminaliteit is de afgelopen twee decennia in Nederland afgenomen.
In de meest recente vijf jaren is de daling afgevlakt en is sprake van een stabilisering
in de cijfers.
• Er is landelijk gezien geen sprake van verjonging van jeugdige verdachten. Dit sluit
niet uit dat verjonging er mogelijk wel is bij specifieke delicten en dat er lokale
verschillen zijn.
• Ernstige (gewelds)criminaliteit onder jongeren is over een langere periode gedaald.
In de jaren 2017–2021 was er sprake van een toename die inmiddels weer is afgevlakt,
maar het is nog niet duidelijk of deze ontwikkeling doorzet.
• De door de politie geregistreerde jeugdcriminaliteit concentreert zich in een beperkt
aantal buurten en die concentratie is stabiel over de tijd. De genoemde toename van
de ernstige geweldscriminaliteit onder jongeren in de periode 2017–2021 deed zich
vooral voor in de vier grote steden (G4). Zelfrapportage over delinquentie onder jongeren
laat echter minder duidelijk verschillen zien tussen gemeenten van verschillende omvang.
• Politie- en justitieregistraties geven een beperkt zicht op de online criminaliteit
door jongeren, terwijl het zelfrapportageonderzoek aangeeft dat dit inmiddels behoort
tot de veelvoorkomende criminaliteit onder jongeren. Zo’n 3–7% van de jongeren rapporteert
een online delict te hebben gepleegd.
Beleidsreactie
Na een jarenlange daling vanaf 2010 is er sinds 2019 sprake van een stabilisering
van de jeugdcriminaliteit in Nederland. Bij de ernstige (gewelds)criminaliteit onder
jongeren was echter vanaf 2018 sprake van een (lichte) toename die sinds 2023 weer
is afgevlakt.
Daarom is enkele jaren geleden het Actieplan Wapens en Jongeren ontwikkeld en uitgevoerd,
om wapenbezit en -gebruik onder jongeren tegen te gaan. Er wordt momenteel een verdiepend
onderzoek naar de doelgroep risicojongeren uitgevoerd om hen nog beter en gerichter
te kunnen bereiken. In het najaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van
dit onderzoek en de vervolgacties van het actieplan.
Er is sprake van lokale verschillen in de mate en ernst van jeugdcriminaliteit. Daarbij
geeft het zelfrapportageonderzoek aan dat de verschillen in de jeugdcriminaliteit
tussen gemeenten van verschillende omvang minder groot zijn dan blijkt uit de politieregistratie.
In de landelijke aanpak Preventie met Gezag wordt hiermee rekening gehouden. Dit is
een aanpak gericht op de ondersteuning van een aantal gemeenten, met de focus op jongeren
en buurten waar het risico op het in aanraking komen met, afglijden of doorgroeien
in de criminaliteit hoger is. Het betreft daarbij niet alleen buurten in de grote
steden, maar ook in andere gemeenten.2
Op basis van het zelfrapportageonderzoek onder jongeren stel ik vast dat de aanpak
van online criminaliteit onder jongeren prioriteit dient te hebben. In de voortgangsbrief
integrale aanpak cybercrime aan de Tweede Kamer van 28 juni 2024 van het vorige kabinet,
zijn onder andere de maatregelen gericht op de preventie van deze vorm van jeugdcriminaliteit
aangegeven.3 Ik acht het van groot belang om hiermee door te gaan.
Tot slot
De synthesestudie MJC geeft een compleet en actueel beeld van de jeugdcriminaliteit
in Nederland. De MZJ is uniek te noemen door de vernieuwde online onderzoeksmethode
en de zeer grote steekproef jongeren (21.771) die is bereikt. Ik ben voornemens de
MZJ tweejaarlijks te blijven herhalen, waardoor weer een nieuwe trendmeting met dit
zelfrapportageonderzoek mogelijk wordt. Ook heb ik het WODC gevraagd de MJC de komende
jaren te continueren zodat we voortdurend een goed beeld hebben van de ontwikkeling
van de jeugdcriminaliteit.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid