Brief regering : Verslag Financieel Stabiliteitscomité 5 juli 2024
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 208
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juli 2024
Hierbij zend ik u het verslag van de bijeenkomst van het Financieel Stabiliteitscomité
van 5 juli 2024. Dit verslag wordt ook gepubliceerd op de eigen website van het Financieel
Stabiliteitscomité.
In het Financieel Stabiliteitscomité spreken vertegenwoordigers van DNB, de AFM en
het Ministerie van Financiën ten minste twee keer per jaar onder leiding van de president
van DNB over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële
stelsel. Het CPB neemt als externe deskundige deel aan de vergadering. De deelnemers
namens het Ministerie van Financiën en CPB nemen geen deel aan de besluitvorming over
het signaleren van risico’s en het doen van aanbevelingen.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Financieel Stabiliteitscomité 5 juli 2024
In het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit
Financiële Markten (AFM), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Ministerie van Financiën
over ontwikkelingen op het gebied van financiële stabiliteit in Nederland. Het Centraal
Planbureau (CPB) neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen. Bij de bespreking
over de beoordeling van de stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem door
het International Monetair Fonds (IMF) tijdens deze vergadering was ook de Directeur
Wonen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanwezig. De
President van DNB is voorzitter van het FSC.
Tijdens de vergadering van 5 juli 2024 heeft het FSC gesproken over de actuele ontwikkelingen
en risico’s voor financiële stabiliteit. Daarnaast sprak het FSC over de risico’s
van Nederlandse bedrijfsleningen en de snelle groei van private credit als alternatieve financieringsvorm. Ten slotte besprak het FSC de bevindingen van
het IMF t.a.v. de stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem en de door het
IMF geformuleerde aanbevelingen.
Actuele ontwikkelingen en risico’s financiële stabiliteit
Het FSC constateert dat de financieel-economische situatie vergelijkbaar is met de
situatie rond de vorige vergadering in maart. De lagere inflatie in combinatie met
een voorzichtig aantrekkende economie heeft een positief effect op de financiële stabiliteit.
Daarnaast heeft de solide winstgevendheid van financiële instellingen een positief
effect op de weerbaarheid van de sector. Het FSC bespreekt de belangrijkste financieel-economische
risico’s die DNB, de AFM en het CPB recent in hun rapporten hebben gepubliceerd.
Het FSC benadrukt dat de financieel-economische onzekerheid is toegenomen, onder meer
door geopolitieke spanningen. Dit kan tot correcties op financiële markten leiden
en tot hogere risico’s voor financiële instellingen. De hoge waarderingen van activa
kunnen bij het materialiseren van risico’s tot prijscorrecties leiden. Zo leidde onlangs
de onzekerheid omtrent de Franse verkiezingen tot forse waardedalingen van Franse
staatsobligaties en bankaandelen. Hoewel fors in omvang waren deze waardedalingen
niet wanordelijk en reflecteren ze een herprijzing van risico’s. Wel laten deze prijsschokken
zien hoe gevoelig financiële markten voor nieuws zijn. Tevens nemen cyber-risico’s
toe, die kunnen zorgen voor financiële verliezen en maatschappelijke ontwrichting.
FSC-leden noemen hierbij het rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, waarin het belang van de cyber-weerbaarheid van de financiële sector en de samenwerking
tussen private en publieke sector om dit te bereiken benadrukt wordt. Via scenario-analyses
en simulaties kunnen risico’s in kaart gebracht worden en de weerbaarheid vergroot.
Geo-economische fragmentatie kan via meerdere kanalen de Nederlandse financiële stabiliteit
beïnvloeden indien geopolitieke spanningen en cyberrisico’s toenemen.1 Een goed functionerende Europese interne markt en kapitaalmarktunie vergroten de
weerbaarheid van bedrijven en verminderen de Nederlandse afhankelijkheid van andere
wereldregio’s. Daarnaast zijn een sterke kapitalisatie van banken en gezond begrotingsbeleid
van Europese overheden essentieel. Voor de Nederlandse overheid vormt het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Het effect van de relatief sterke loongroei en licht dalende hypotheekrente op de
betaalbaarheid van woningen voor starters wordt tenietgedaan door de sterke stijging
van huizenprijzen. Woningaanbod is schaars en kopers bieden weer regelmatig boven
de vraagprijs. Het is van belang om vraag en aanbod beter in balans te krijgen, hoewel
dit een lastige opgave is vanwege de beperkt beschikbare ruimte in Nederland.
Het FSC ziet de consultatie van de Europese Commissie met betrekking tot de herziening van het macroprudentieel raamwerk als een goede
mogelijkheid om de weerbaarheid van niet-bancaire financiële instellingen te verbeteren.
Het is ten slotte van belang de effectiviteit en consistentie van macroprudentiële
maatregelen voor banken te versterken, waaronder afdoende kapitaalbuffers voor Europese
systeemrelevante partijen.
Bedrijfsleningen
Het FSC constateert dat risico’s van Nederlandse bedrijfsschulden het afgelopen decennium
zijn afgenomen. De schuldratio’s zijn sinds de financiële crisis gedaald en schulden
zijn beter houdbaar geworden.2 Bedrijven hebben zich in toenemende mate met eigen vermogen gefinancierd via winstinhouding
en winsten zijn sterk toegenomen. Wel roept deze ontwikkeling de vraag op of Nederlandse
bedrijven zich in voldoende mate kunnen financieren om (noodzakelijke) investeringen
te kunnen doen.
Nederlandse niet-financiële bedrijven zijn de huidige rentecyclus dan ook begonnen
met sterke balansen, al hebben hogere rentes wel in toenemende mate invloed op de
terugbetalingscapaciteit. Daarbij zijn bedrijven relatief gevoelig voor renteveranderingen.
Door hoge winstgevendheid en lagere schuldratio’s zijn de hogere rentes voor de meeste
bedrijven goed te verteren.
Het FSC constateert dat de financiële stabiliteitsrisico’s vanuit bedrijfsschulden
over het algemeen beperkt lijken. De kwaliteit van de leningen is goed, met een laag
aandeel van 3% niet-presterende leningen en beperkt oplopende kredietrisico’s. Wel
laat een verdiepende analyse zien dat er in bepaalde segmenten, met name commercieel
vastgoed, hogere risico’s zitten.
Het FSC bespreekt de snelle groei van bedrijfsleningen in de vorm van private credit, jargon voor niet-bancaire bedrijfsleningen die niet op een beurs kunnen worden verhandeld.3 Hoewel de absolute omvang van deze financieringsvorm in Nederland nog bescheiden
is groeit de markt voor private credit sterk. Deze groei is deels gedreven door de
aanscherping van kapitaaleisen voor banken en de low-for-long periode, die leidde tot een zoektocht naar rendement bij (institutionele) beleggers.
In beginsel zijn alternatieve vormen van kredietverlening een goede ontwikkeling,
ook gelet op de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktunie in Europa, mits de risico’s
op een goede manier beheerst worden. Zo kan private credit bedrijven van financiering
voorzien indien deze bedrijven beperkt toegang hebben tot bankfinanciering.
Beleggers in private credit zijn met name verzekeraars en pensioenfondsen. In Nederland
zijn de allocaties van verzekeraars naar private assets, waar private credit en private
equity onder vallen, flink toegenomen. Zo zijn bij Nederlandse pensioenfondsen de
beleggingen in private assets gestegen van 7% in 2016 naar 12% in 2023. In dezelfde
periode is bij Nederlandse verzekeraars de allocatie naar private assets gestegen
van 5% naar 11%. Het aantal private credit fondsen en de totale omvang dat onder beheer
is van een Nederlandse vermogensbeheerder is beperkt, dus het gaat hier vooral om
fondsen in het buitenland.
Kwetsbaarheden zouden bij verdere groei tot systeemrisico’s kunnen leiden. Deze kunnen
voortkomen uit risico’s bij de lenende bedrijven, (verborgen) leverage, infrequente
waarderingen en een stapeling van risico’s waaronder een mogelijke liquiditeitsmismatch
bij partijen die hier niet op zijn toegerust. Gelet op de beperkte omvang lijken de
financiële stabiliteitsrisico’s van private credit in Nederland tot nu toe beperkt,
maar de snelle groei en ondoorzichtigheid vragen om waakzaamheid en beter inzicht
in de onderliggende risico’s
Beoordeling van de stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem door het International
Monetair Fonds
In het
Financial System Stability Assessement document schrijft het IMF haar beoordeling over het Nederlandse financiële systeem.
Hierbij concludeert het IMF dat Nederlandse financiële instellingen weerbaar zijn
in verschillende macroeconomische stressscenario’s. Ook concludeert het IMF dat het
Nederlandse toezicht op financiële instellingen, evenals de risicoanalyse en het (macroprudentieel)
beleid gericht op het financiële systeem als geheel op orde zijn. Het IMF stelt verder
dat banken en verzekeraars weerbaar zijn in verschillende overstromingsscenario’s.
Daarbij noemt het IMF ook dat het Nederlandse toezicht op klimaatrisico’s adequaat
is.
Voor de Nederlandse autoriteiten heeft het IMF aanbevelingen geformuleerd met als
doel om het toezicht en macroprudentieel beleid verder te versterken. Zo beveelt het
IMF aan om financiële stabiliteit beter te verankeren bij het vaststellen van de leennormen
voor de woningmarkt. Daarbij wijst het IMF onder meer op een mogelijke rol voor het
FSC. Ook beveelt het IMF aan om de maximaal mogelijke hypotheek geleidelijk naar 90%
van de woningwaarde te verlagen. Het FSC constateert evenwel dat het kabinet geen
voornemens heeft om de LTV-norm te verlagen. Naast de aanbevelingen benadrukt het
IMF ook de belangrijke stappen die in Nederland al zijn gezet, zoals de wettelijke
verandering van het FSC in de Bankwet 1998.
FSC-leden spreken hun dank en waardering uit aan het IMF voor het beoordelen van de
stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. De vijfjaarlijkse externe beoordeling
binnen het Financial Sector Assessment Program is belangrijk om ervoor te zorgen dat het Nederlandse financiële systeem weerbaar
blijft. Het FSC onderschrijft de positieve beoordeling van het IMF, maar erkent ook
dat er altijd ruimte is voor verbetering.
FSC-leden constateren dat er momenteel al aan de opvolging van aanbevelingen gewerkt
wordt. Zo wordt er gekeken naar de toekomstige risico’s van overstromingen voor financiële
instellingen. Daarnaast is (o.a. voor hypotheken) een wetgevingstraject in gang gezet
zodat DNB en AFM de beschikking krijgen over granulaire data om risicoanalyses t.a.v.
de woning- en commercieel vastgoedmarkt uit te voeren. Ook is er een extern onderzoek
gestart om de bepaling van leennormen op de woningmarkt vanuit een breed perspectief
te bekijken. FSC-leden gaan de komende periode bepalen hoe het beste opvolging gegeven
kan worden aan de aanbevelingen en spreken af de voortgang op regelmatige basis te
bespreken, bijvoorbeeld in de context van de jaarlijkse IMF Artikel 4 consultatie.
Volgende vergadering
De volgende vergadering vindt plaats op woensdag 20 november 2024. De agenda wordt
enkele weken voorafgaand aan de vergadering vastgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën