Brief regering : Informatie over de vogelgriepuitbraak in Duitsland op 2 juli 2024
28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)
Nr. 301
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2024
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de uitbraak van hoogpathogene vogelgriep
op een legbedrijf in het Duitse Bad Bentheim, net over de grens met Nederland.
Het was lange tijd rustig wat betreft het aantal vogelgriepuitbraken in Europa. In
Nederland was de laatste uitbraak op 2 december 2023. Helaas heeft op 2 juli de Chief
Veterinary Officer van Duitsland gemeld dat er een besmetting met vogelgriep was vastgesteld
op een leghennenbedrijf in Bad Bentheim, in Duitsland. De locatie is vlak bij de Nederlandse
grens. Het betreft dit keer een ander serotype dan de H5N1 variant die de laatste
jaren tot veel uitbraken heeft geleid. Het gaat bij dit bedrijf in Duitsland om een
hoogpathogeen serotype H7N5, dat niet eerder tot uitbraken in Europa heeft geleid.
Naar aanleiding van deze uitbraak moet Duitsland een beperkingszone van 10 km instellen,
zoals de Europese verordening (EU) 2020/687 voorschrijft. Omdat een deel van die zone
valt op Nederlands grondgebied, heb ik op 2 juli jl. in Nederland een beperkingszone
ingesteld. De regeling daarvoor en het persbericht zijn op die dag gepubliceerd (Vogelgriep vastgesteld in grensgebied Duitsland | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl). De twee pluimveebedrijven die in de 3 km zone liggen zijn, volgens staand beleid,
op 3 juli door de NVWA op vogelgriep onderzocht. In de beperkingszone van 10 km gelden
de reguliere maatregelen, waaronder vervoersbeperkingen voor pluimvee en pluimveeproducten.
Commercieel gehouden pluimvee in de 10 km zone moet worden opgehokt. Het gebied blijft
minimaal 30 dagen in stand.
De Duitse autoriteiten zullen traceringsonderzoek doen. De bron van de infectie en
de route van besmetting zijn nu onbekend, maar ik acht wilde vogels het meest waarschijnlijk
als infectiebron. Het is bekend dat er vele serotypen, meestal van een laagpathogene
variant, circuleren in wilde vogels. Mogelijk heeft een laagpathogene variant van
het H7 type geleid tot infectie van pluimvee op het bedrijf, waar het vervolgens is
gemuteerd naar een hoogpathogene variant. Een dergelijk scenario heeft zich in Nederland
in 2003 voorgedaan met een andere H7 variant (H7N7), wat toen heeft geleid tot een
groot aantal uitbraken. Het Duitse traceringsonderzoek naar de besmetting kan wellicht
meer informatie geven over de situatie, de bron van de besmetting en de viruskarakteristieken.
Er zijn in Nederland recent geen dode wilde vogels met HPAI gevonden, en uit de monitoring
op levende wilde vogels in juni zijn geen aanwijzingen van viruscirculatie van een
H7 serotype. Ik heb wel besloten om de deskundigengroep dierziekten te vragen een
risicobeoordeling te doen van de situatie in Nederland. Hun beoordeling zal ik mede
gebruiken om te bezien of extra maatregelen in Nederland nodig zijn om de kans op
een uitbraak te verkleinen. Ik zal de Tweede Kamer daarover informeren.
In januari dit jaar heeft mijn voorganger de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang
wat betreft het Intensiveringsplan preventie vogelgriep (Kamerstuk 28 807, nr. 296). In mei dit jaar is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het vaccinatietraject
(Kamerstuk 28 807, nr. 300). Dit stappenplan en de acties daarin gaan over vaccinatie tegen het serotype H5N1.
Tegen een H7 serotype is in de Europese Unie geen vaccin toegelaten. Ik zal de uitbraak
in Duitsland onder de aandacht brengen van de vaccinproducenten.
Over nieuwe ontwikkelingen zal ik de Tweede Kamer informeren.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur