Brief regering : Naslag van kandidaat-bewindspersonen
36 471 Kabinetsformatie 2023
Nr. 65
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2024
Naar aanleiding van recente mediaberichtgeving over naslagen naar beoogde kandidaat-bewindspersonen
hecht ik eraan een toelichting te geven op de procedure die hierbij wordt gevolgd
en de verantwoordelijkheden die daarbij horen.
De integriteit van het openbaar bestuur is essentieel voor het vertrouwen van mensen
in de overheid en voor het goed functioneren van de democratische rechtsorde. Ministers
en staatssecretarissen krijgen verantwoordelijkheid voor een (deel van een) ministerie,
maken deel uit van het kabinet kunnen in die hoedanigheid toegang krijgen tot staatsgeheime
informatie.
Tegen die achtergrond komt ten tijde van de formatie van een nieuw kabinet in de gesprekken
tussen formateur en kandidaat-bewindspersoon de vraag aan de orde of de betrokkene
een risico vormt voor het integer functioneren van het openbaar bestuur in relatie
tot de nationale veiligheid. Het is hierbij in de eerste plaats aan kandidaat-bewindspersonen
zelf om na te gaan of zaken uit heden of verleden een risico kunnen vormen in hun
ambt als Minister of Staatssecretaris.1 Iemands gedrag of handelen in het verleden kan immers risico’s voor de toekomst met
zich meebrengen. Voorafgaand aan het gesprek tussen de formateur en de kandidaat-bewindspersoon
vinden op verzoek van de formateur drie feitenonderzoeken plaats.2 Het betreft een naslag in het justitieel documentatieregister (door het Ministerie
van Justitie en Veiligheid), een naslag in het fiscale dossier van betrokkene (door
de Belastingdienst) en een naslag in de systemen van de AIVD.
Naslag AIVD
De AIVD kan op verzoek naslagen uitvoeren. Deze taak is wettelijk verankerd.3 Naslag houdt in dat de dienst een zoekslag in de eigen bestanden verricht om na te
gaan of er nadelige gegevens beschikbaar zijn in relatie tot de functie van bewindspersoon.
In het kader van de formatie kan de formateur de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) verzoeken om een kandidaat-bewindspersoon na te slaan. De
kandidaat-bewindspersoon wordt geacht met zijn kandidaatstelling toestemming te hebben
verleend voor deze naslag.
Uitkomst naslag
De AIVD voert de naslag uit en deelt de uitkomst via een mededeling. De inhoud van
de mededeling kan zijn dat nadelige gegevens zijn aangetroffen met het oog op de te vervullen functie, maar
niet wat de inhoud daarvan is. De mededeling geschiedt door de Minister of het hoofd van de
AIVD aan degene die het verzoek om naslag heeft gedaan. Om de schijn van beïnvloeding
door een zittende Minister te voorkomen, wordt die mededeling in geval van kandidaat-bewindspersonen
gedaan door het hoofd van de AIVD, onder de ministeriële verantwoordelijkheid van
de Minister van BZK. Het is gebruikelijk dat de naslag wordt verricht, alvorens de
naam van een kandidaat-bewindspersoon publiekelijk bekend wordt gemaakt.
Formateur
Het is vervolgens aan de formateur om, in samenhang met andere beschikbare gegevens,
eventueel consequenties te verbinden aan de resultaten van de drie feitenonderzoeken.
De consequentie kan zijn dat wordt afgezien van de voordracht tot benoeming van de
betreffende persoon tot bewindspersoon vanwege nadelige gegevens die uit de feitenonderzoeken
naar voren zijn gekomen.
Opgemerkt wordt nog dat de positie van kandidaat-bewindspersonen anders is dan de
positie van kandidaat-Kamerleden en zittende Kamerleden. Zij beschikken immers over
een eigen kiezersmandaat. De regeling voorziet ook in een procedure voor het doen
van naslag naar kandidaat-Kamerleden. Het verzoek wordt in dat geval gedaan door de
partijvoorzitter, aan wie vervolgens de mededeling wordt gedaan. De partijvoorzitter
kan daarop besluiten tot het terugtrekken en vervangen van een kandidaat-Kamerlid.
Indien het een zittend Kamerlid betreft, kan de partijvoorzitter een verzoek tot naslag
doen waarna op basis van de uitkomst de partijvoorzitter hieraan gevolgen kan verbinden
voor het lidmaatschap van de betreffende fractie.
Onderscheid naslag en veiligheidsonderzoek
De naslag door de AIVD moet nadrukkelijk onderscheiden worden van een veiligheidsonderzoek
door de AIVD. Doel van de naslag is vaststellen of er ten aanzien van een bepaalde
persoon of instantie nadelige gegevens beschikbaar zijn in relatie tot de (beoogde)
functie of positie van betrokkene. De naslag is beperkt tot een zoekslag in de eigen
systemen naar reeds aanwezige informatie. De diensten werken hierbij niet samen met
andere instanties of buitenlandse diensten en gebruiken ook geen externe bestanden
of gegevens. Er wordt dus geen actief onderzoek verricht. Bij veiligheidsonderzoeken
doen de diensten actief onderzoek naar de betrokkene (en eventueel diens omgeving)
waarvoor zij algemene bevoegdheden kunnen inzetten en bijvoorbeeld ook navraag kunnen
doen bij buitenlandse diensten. Het veiligheidsonderzoek leidt tot een vaststelling
van de AIVD waaruit blijkt of er uit het oogpunt van de nationale veiligheid wel of
geen bezwaar is om betrokkene een vertrouwensfunctie te laten vervullen. Anders dan
bij een naslag, verbindt de AIVD in een veiligheidsonderzoek dus wel conclusies aan
de resultaten van het onderzoek.
Ik kom hiermee tot de conclusie dat in dit geval het systeem heeft gewerkt zoals beoogd
en daarmee heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de democratische rechtsorde.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.