Brief regering : Integratie thematische onderdelen Toekomstfonds en aanbieden periodieke evaluaties van verschillende instrumenten
36 410 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024
Nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR
EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2024
Op 17 mei 2023 informeerden wij uw Kamer over de uitkomsten van de evaluatie van het
onderzoeksdeel van het Toekomstfonds.1 In deze brief kondigden wij aan dat wij onze visie op de doelen en vormgeving van
het gehele Toekomstfonds met uw Kamer zouden delen. In de afgelopen maanden is hierover
overlegd tussen onze beide ministeries. In deze brief zetten wij de afspraken die
hieruit zijn voortgekomen uiteen, en onderschrijven wij nogmaals het belang van het
Toekomstfonds. Daarnaast informeert de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK)
de Kamer over de recent afgeronde periodieke evaluaties van de regelingen binnen het
Toekomstfonds gericht op financiering van start- en scale-ups, namelijk de Seed Capital
Regeling, het Dutch Venture Initiative (DVI), de Vroegefasefinanciering (VFF) en het
Innovatiekrediet (IK). Ten slotte informeert de Minister van EZK u met deze brief
over de uitvoering van de motie van het lid Van der Plas.2
De opzet van het Toekomstfonds
Het Toekomstfonds viert dit jaar haar tienjarig jubileum. Zoals de naam al aangeeft,
investeren we met het Toekomstfonds in het toekomstig verdienvermogen van Nederland.
Daartoe kende het Toekomstfonds bij oprichting twee delen: één voor investeringen
in fundamenteel en toegepast onderzoek (onderzoeksdeel), meer specifiek voor investeringen
in onderzoeksfaciliteiten en valorisatie, en één voor financiering van start- en scale-ups
(bedrijvendeel). Het onderzoeksdeel viel altijd onder de gezamenlijke beleidsverantwoordelijkheid
van de Minister van EZK en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW),
en het bedrijvendeel onder de Minister van EZK. Per 2023 is daar nog een derde deel
bijgekomen, te weten een Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid (BEV) ter
grootte van € 100 miljoen ten behoeve van bescherming van strategische sectoren en
technologieën.3 Dat deel van het Toekomstfonds blijft in deze brief verder buiten beschouwing.
Integratie onderzoeks- en bedrijvendelen voor duurzaam innovatiebeleid
De afspraken tussen onze ministeries gaan over de inrichting van het Toekomstfonds,
zodat de financiering van de beleidsdoelen duurzaam geborgd wordt. Een belangrijk
kenmerk en essentieel onderdeel van het succes van het Toekomstfonds is dat het een
revolverend fonds is, omdat de daarin beschikbare middelen langjarig opnieuw kunnen
worden ingezet. In de huidige situatie is het onderzoeksdeel van het fonds echter
niet volledig revolverend, omdat investeringen in valorisatie nooit volledig kunnen
worden terugverdiend. Dit was reeds voorzien, en is toegelicht in de Kamerbrief van
17 mei 2023. Hierdoor nemen de middelen in dit onderdeel gestaag af en kan daarmee
dit beleidsdoel niet structureel en als zelfstandig onderdeel worden gefinancierd
vanuit het Toekomstfonds.4 Om te borgen dat er vanuit het Toekomstfonds structureel geïnvesteerd kan blijven
worden in beide beleidsdoelen, hebben we besloten over te gaan tot integratie van
het onderzoeksdeel en het bedrijvendeel zodat met de terugontvangsten uit voornamelijk
het bedrijvendeel de middelen in het Toekomstfonds voldoende op peil te kunnen houden
om het niet-revolverende deel van het huidige onderzoeksdeel te kunnen ondervangen.
Integratie van de twee onderdelen is daarnaast beleidsmatig een logische stap. De
doelen valorisatie en financiering van start- en scale-ups zijn namelijk nauw verbonden.
Valorisatie zet de excellente kennis van Nederlandse kennisinstellingen om in producten
en diensten, waardoor Nederland zowel economisch als maatschappelijk profiteert. Dit
gebeurt onder andere door de oprichting van nieuwe innovatieve bedrijven (startups)
of de samenwerking tussen scale-ups en kennisinstellingen. Het Toekomstfonds voorziet
in financiering van valorisatiebeleid voor revolverende activiteiten. Bij succesvol
valorisatiebeleid, en daarmee vertaling van kennis naar producten of diensten, ontstaan
meer start- en scale-ups die behoefte hebben aan financiering. Zonder beschikbare
financieringsmogelijkheden kan succesvol valorisatiebeleid echter geen impact hebben,
bijvoorbeeld omdat deze bedrijven daardoor vertrekken naar het buitenland waar wel
financiering beschikbaar is. Door deze doelen binnen het Toekomstfonds samen te brengen
binnen één onderdeel krijgt het een duidelijker profiel, waarbij regelingen met een
onderzoekscomponent die primair gericht zijn op valorisatie ook binnen dit profiel
passen.
De integratie van het onderzoeksdeel en het bedrijvendeel heeft tot gevolg dat de
Minister van EZK formeel volledige zeggenschap zal hebben over de middelen binnen
het Toekomstfonds, waarbij de investeringen op het gebied van valorisatie in samenspraak
met de Minister van OCW worden verricht. Wij hechten er beiden zeer aan dat we beleidsmatig
gezamenlijk optrekken waar het valorisatie betreft, en onderschrijven dat valorisatie
voor zover dit via nieuwe, jonge bedrijven verloopt alleen succesvol kan zijn als
deze ook voldoende financiering kunnen verkrijgen. Daarom blijft er nadrukkelijk wel
een rol voor de Minister van OCW bij het Toekomstfonds om de samenhang van het valorisatiebeleid
met het financieringsbeleid van start- en scale-ups te borgen. Hiertoe zijn afspraken
gemaakt tussen beide ministeries, zodat in beide doelen voldoende en effectief geïnvesteerd
wordt. Dit betekent dat de Minister van EZK voortaan de investeringsbeslissingen met
betrekking tot het gehele Toekomstfonds zal nemen, met inachtneming van de met het
Ministerie van OCW gemaakte afspraken. Deze integratie van het Toekomstfonds zal tekstueel
in de EZK-begroting voor 2025 worden verwerkt. Verder heeft deze actie geen financiële
gevolgen omdat de integratie toeziet op toekomstig beleid.
Het Toekomstfonds als fundering voor de Nederlandse kenniseconomie
In deze brief vinden wij het daarnaast belangrijk om stil te staan bij de waarde van
het Toekomstfonds voor zowel valorisatie als de financiering van start- en scale-ups.
Deze kennis- en kapitaalintensieve sector en het vroege stadium van deze doelgroep
maakt het veelal te risicovol voor de markt. Het Toekomstfonds is een cruciaal instrument
voor de bevordering van economische groei en maatschappelijke innovatie die Nederland
tot een belangrijke kenniseconomie maken, ook in de toekomst. Strategische investeringen
in de combinatie van onderzoek en valorisatie en in start- en scale-ups helpen kennis
om te zetten in commercieel levensvatbare producten en diensten. Dit draagt niet alleen
bij aan het versterken van het verdienvermogen van Nederland, maar bevordert ook de
ontwikkeling van praktische oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en helpt
Nederland strategisch autonomer te worden. Deze investeringen zijn hard nodig, want
uit verschillende rapporten blijkt dat Nederland zowel op het terrein van valorisatie
als het financieren van start- en scale-ups relatief slecht scoort ten opzichte van
concurrerende economieën.5 Hierdoor lopen we het risico dat de excellente kennis die onze kennisinstellingen
ontwikkelen in het buitenland in plaats van in Nederland te gelde worden gemaakt en
dat veelbelovende Nederlandse ondernemingen zich noodgedwongen in het buitenland zullen
vestigen, wat onze economische groei benadeelt.
Met de regelingen binnen het Toekomstfonds hebben we in het verleden grote successen
behaald (zie onderstaand kader), die eraan bijdragen dat Nederland niet alleen nu,
maar ook in de toekomst bedrijven heeft waar we trots op kunnen zijn.
Voorbeelden van regelingen en successen van het Toekomstfonds
Oncode
Het Oncode Institute is een virtueel onderzoeksinstituut dat zich richt op wetenschappelijke
doorbraken en de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en diagnostica voor kankerpatiënten.
Het vertaalt excellent kankeronderzoek naar nieuwe oplossingen via publiek-private
samenwerking. De ministeries van EZK en OCW ondersteunen Oncode via het Toekomstfonds.
Ook VWS, KWF Kankerbestrijding en Health Holland investeren in Oncode. Een nieuwe
investering voor startups verbonden aan Oncode is aangekondigd in de kamerbrief Innovatie
en Impact (Kamerstuk 33 009 nr. 117).
TTT-regeling
De TTT-regeling bevordert thematische samenwerking tussen kennisinstellingen voor
valorisatie, gekoppeld aan een durfkapitaalfonds voor startups in de vroege fase.
Dit vergroot de succeskans van startups door investeerders al vroeg te betrekken.
In vier jaar tijd zijn ongeveer 60 nieuwe bedrijven ontstaan dankzij TTT, waarvan
tweederde uit valorisatieactiviteiten van de deelnemende kennisinstellingen.
VFF
De VFF is een lening voor vroege fase startups, wanneer venture capital bedrijven
nog niet investeren. In 2023 ontvingen 68 startups een VFF-lening, zoals LeydenJar
Technologies, een spin-off van ECN. LeydenJar, opgericht in 2016, heeft zijn VFF-lening
inmiddels volledig afgelost, heeft 100 werknemers en haalde € 63.2 miljoen aan investeringen
binnen.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet is bedoeld voor financiering van onderzoeksprojecten met een
uitstekend marktperspectief. ASML heeft in zijn vroegste fase van bestaan een Innovatiekrediet
gekregen en had zonder dit instrument wellicht nooit kunnen worden wat het nu is:
het belangrijkste Europese techbedrijf.
Seed Capital
Via de Seed-regeling kunnen fondsen een lening aanvragen om in innovatieve startups
te investeren. Tot eind 2023 werd via 101 actieve Seed-fondsen in 670 startups geïnvesteerd,
met ruim € 600 miljoen aan gestimuleerd privaat risicokapitaal, waarvan € 85 miljoen
in 2023. In 2023 werd biotechbedrijf Synaffix uit Oss voor € 100 miljoen overgenomen
door het Zwitserse Lonza. Synaffix ontwikkelde technologie voor gericht afleveren
van kankermedicijnen. Biogeneration Ventures II en BOM waren verkopende aandeelhouders.
Aanbieding evaluaties regelingen binnen het Toekomstfonds
De evaluaties van de regelingen binnen het Toekomstfonds gericht op financiering van
start- en scale-ups zijn recentelijk afgerond, en biedt de Minister van EZK per deze
brief aan aan uw Kamer. De evaluatie van de Seed Capital Regeling, DVI, VFF en het
IK zijn uitgevoerd door advies- en onderzoeksbureaus Dialogic, SEO en Technopolis.
Met het aanbieden van deze evaluatie voldoet de Minister van EZK ook aan de toezegging
om de Seed Business Angel regeling te evalueren en met die evaluatie in de hand te
kijken hoe het nog beter kan.6 De evaluaties hebben belangrijke aanbevelingen opgeleverd over de positionering en
voorwaarden van de regelingen, waarvan de voornaamste is dat de instrumenten moeten
worden voortgezet.
Op dit moment wordt tevens middels een overkoepelende meta-analyse de samenhang tussen
de verschillende overheidsinstrumenten in de Nederlandse durfkapitaalmarkt in kaart
gebracht, zoals verzocht door de motie van het lid Van Strien c.s.7 Deze meta-analyse en de resultaten van deze evaluaties zullen worden geïntegreerd
in een totaalbeeld van het risicokapitaalinstrumentarium van het Ministerie van EZK.
Hierbij zullen ook de uitkomsten van het lopende interdepartmentaal Beleidsonderzoek
(IBO) Bedrijfsfinanciering8 worden betrokken. Op basis van dit totaalbeeld zal de Minister van EZK uw Kamer in
het vierde kwartaal van 2024 op de hoogte stellen van haar bevindingen.
Visie op het Toekomstfonds
In de brief van vorig jaar kondigden wij aan onze visie op de doelen en vormgeving
van het Toekomstfonds als geheel met uw Kamer te delen. Gezien de demissionaire status
van het kabinet, zal dit kabinet haar visie op de doelen van het Toekomstfonds niet
verder uitwerken, en laat zij dit aan een volgend kabinet. Het is dan ook aan een
volgend kabinet om nadere keuzes te maken hoe het Toekomstfonds in de toekomst zal
worden ingezet, mede in relatie tot het bredere valorisatiebeleid.
Daarbij zullen we gebruikmaken van de inzichten die zijn opgedaan naar aanleiding
van de motie van het lid Van der Plas.9 De motie verzoekt de regering te onderzoeken wat Nederland kan leren van landen waar
valorisatie beter gaat en dit te verwerken in een actieplan voor Nederland. Naar aanleiding
van de motie is Birch Consultants gevraagd een onderzoek uit te voeren naar internationale
goede praktijken op het gebied van valorisatie. Het onderzoek, dat is bijgevoegd bij
deze brief, analyseert twaalf succesvolle buitenlandse valorisatie-initiatieven. In
lijn met de motie hebben we de inzichten benut voor het Nationaal Groeifondsvoorstel
«Deltaplan Valorisatie 2032». Dat voorstel is helaas niet gehonoreerd, maar de inzichten
uit het onderzoek blijven ook in de nieuwe kabinetsperiode onverminderd relevant.
Hoewel het aan het volgende kabinet is om met een visie te komen op het Toekomstfonds,
onderstrepen wij wel dat het Toekomstfonds de innovatieve kracht van Nederland versterkt
door het beschikbaar stellen van financiering voor innovatief en snelgroeiend MKB
en valorisatie. Zo draagt het Toekomstfonds bij aan een innovatief Nederland nu en
in de toekomst.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap