Brief regering : Indiening eerste betaalverzoek Nederlands herstel- en veerkrachtplan
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2040
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2024
Vandaag heeft het kabinet het eerste betaalverzoek van het Nederlandse Herstel- en
Veerkrachtplan (HVP) ingediend bij de Europese Commissie (Commissie). Met dit verzoek
maakt Nederland aanspraak op 1,3 miljard euro. Dit is de eerste van vijf betaalverzoeken
die Nederland voornemens is in te dienen. In totaal is er 5,4 miljard euro voor Nederland
beschikbaar uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF).
De 30 mijlpalen en doelstellingen (M&D) die onderdeel zijn van dit betaalverzoek zijn
volgens het kabinet behaald, zoals eerder aan uw Kamer medegedeeld.1 Hieronder licht ik toe hoe het eerste betaalverzoek is opgebouwd en hoe het proces
van goedkeuring eruitziet.
1. Opbouw betaalverzoek 1
Conform de HVF-verordening2 bestaat het betaalverzoek uit drie onderdelen: i) bewijslast per behaalde M&D, ii) een
algemene beheersverklaring, en iii) een samenvatting van audits. Hieronder licht ik
deze onderdelen nader toe.
Bewijslast M&D: Elke HVP-maatregel heeft één of meerdere M&D die uitgevoerd moeten worden conform
het juridisch bindende HVP-raadsuitvoeringsbesluit.3 Bij ieder betaalverzoek moet er voor een deel van de M&D bewezen worden dat deze
ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. De wijze waarop dit bewezen kan worden is opgenomen
in de operationele regelingen.4 De betrokken beleidsdepartementen hebben de afgelopen maanden per M&D een bewijsdossier
samengesteld in lijn met deze operationele regelingen. De Ministeries van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Financiën, Infrastructuur
en Waterstaat, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben M&D in het eerste betaalverzoek. In bijlage 1 – overzicht mijlpalen en doelstellingen vindt u een overzicht van deze M&D.
Algemene beheersverklaring: met de algemene beheersverklaring verklaar ik, als eindverantwoordelijk Minister
voor het Nederlands HVP, dat de aangeleverde informatie accuraat en volledig is, dat
de M&D op bevredigende wijze zijn behaald, en dat de controlemechanismen inzake de
correcte besteding van middelen op orde zijn. Bij het ondertekenen van de algemene
beheersverklaring steun ik op departementale beheersverklaringen die zijn ondertekend
door de betreffende Ministers van de bovengenoemde beleidsdepartementen.
Samenvatting van audits: de Auditdienst Rijk (ADR) heeft een audit uitgevoerd op de bewijsdossiers en op
de audit- en controlesystemen van het HVP. In de samenvatting van audits heeft de
ADR een aantal bevindingen geïdentificeerd gericht op het verbeteren van de beheers-
en controlesystemen en het verzamelen en bijhouden van documenten en informatie. In
de algemene beheersverklaring heb ik hiervoor voorbehouden opgenomen. De volgende
voorbehouden zien op alle betrokken departementen:
− Vanwege een uitspraak van het Europese Hof van Justitie5 is het Nederlandse UBO-register momenteel niet openbaar toegankelijk. Hierdoor zijn
de gegevens van de eindbegunstigden (UBOs) in het centrale register voor het HVP in
sommige gevallen nog niet compleet. Momenteel wordt er gewerkt aan een wetswijziging
om de toegang tot het UBO-register mogelijk te maken
− Nederland heeft geen gebruikgemaakt van het data-analysesysteem van de Europese Commissie,
«Arachne», wegens resterende vragen rondom privacy. Voor de afronding van de impact
analyse van de privacyrisico’s bij het gebruik van Arachne is die nadere informatie
van de Europese Commissie nodig. Om deze reden is nu nog geen gebruik gemaakt van
dit instrument, maar zijn alternatieve controlemethoden ingezet. Hierbij kunt u bijvoorbeeld
denken aan handmatige subsidieaanvraagcontroles, het controleren van de juistheid
van de gegevens (IBAN, geboortedata) van eindontvangers van HVP-middelen en controles
in openbare registers zoals het KVK-handelsregister en Company.info.
− In december 2023 heeft de Commissie een audit uitgevoerd op de Nederlandse audit-
en controlesystemen. Tot op heden heeft Nederland de uitkomst van deze audit nog niet
ontvangen, en aldus ook nog geen eventuele verbetermaatregelen kunnen doorvoeren.
− Voor alle HVP-maatregelen zijn vooraf staatssteunanalyses uitgevoerd, maar bij sommige
(complexe, langjarige) maatregelen dient de staatssteunanalyse door te lopen gedurende
de looptijd van deze maatregelen omdat nog niet bekend is welke partijen welke activiteiten
gaan uitvoeren. Tijdens de uitvoering van deze projecten houden de betrokken departementen
goed zicht op de geldstromen en activiteiten om een deugdelijke staatssteunanalyse
op te kunnen stellen op het moment dat de betrokken partijen in beeld zijn.
− De departementen zijn nog bezig met het voltooien van de zichtbaarheidsvereisten (o.a.
EU-logo’s) die de HVF-verordening voorschrijft.
Voor al deze bevindingen worden door de beleidsdepartementen verbetermaatregelen doorgevoerd.
In haar samenvatting van audits geeft de ADR aan dat met deze verbetermaatregelen
de bevindingen voldoende worden geadresseerd.
Voor de departementale auditrapporten die de ADR heeft opgesteld geldt zoals gebruikelijk
dat deze op een later moment met de Kamer gedeeld zullen worden.
Tot slot deel ik aan u mee dat in de controles één geval van fraude is ontdekt. Dit
fraudegeval, aangetroffen tijdens de eerstelijnssubsidiecontroles, betrof een vervalste
accountantsverklaring bij de verantwoording van een subsidieaanvraag in het programma
Nederland Leert Door (SZW). De verstrekte middelen zijn inmiddels teruggevorderd,
er is aangifte gedaan bij de Nederlandse Arbeidsinspectie en de controleprocedures
zijn aangescherpt. Het fraudegeval is daarnaast in de reguliere fraudecontrolemaatregelen
in het SZW-domein meegenomen, waarover uw Kamer onder meer recent is geïnformeerd
in het jaarverslag van SZW over 2023 dat op 7 mei met uw Kamer is gedeeld6, en in het jaarverslag van de Nederlandse Arbeidsinspectie over 2023 dat op 27 maart
met uw Kamer is gedeeld.7
2. Proces van goedkeuring
Eerste beoordeling
Na indiening van het betaalverzoek heeft de Commissie twee maanden de tijd om het
betaalverzoek te beoordelen, welke indien nodig met drie maanden verlengd kan worden.
Tijdens de beoordelingsperiode kan de Commissie Nederland om aanvullende (technische)
informatie verzoeken. Nadat het oordeel van de Commissie gepubliceerd is brengt het
Economic and Financial Committee (EFC) een opinie uit over de goedgekeurde mijlpalen
en doelstellingen, waarna in het HVF-comité (comitologieprocedure8) zal worden besloten over de uitbetaling.
Opschorten uitbetaling
Mocht de Commissie oordelen dat één of meer M&D niet zijn behaald, of een onrechtmatige
besteding van middelen constateren, dan kan de Commissie overgaan tot het gedeeltelijk
opschorten van uitbetaling. Vanaf dat moment krijgt Nederland zes maanden de tijd
om de geconstateerde beperking te repareren. Mocht de Commissie oordelen dat de geconstateerde
beperking naar tevredenheid is gerepareerd, dan zal de Commissie alsnog overgaan tot
uitbetaling van het opgeschorte deel.
Indien de Commissie bij haar oorspronkelijke oordeel blijft zal dit financiële gevolgen
hebben in de vorm van een korting op de te ontvangen middelen. Deze korting kan van
miljoenen euro’s oplopen tot aan 600 miljoen euro per niet (volledig en tijdig) behaalde
mijlpaal of doelstelling, afhankelijk van het belang dat de Europese Commissie aan
de tekortkoming hecht. De Europese Commissie volgt hierbij de kortingsmethodiek9 waarover ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd.10
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën