Brief regering : Actieplan Samen tegen mensenhandel
28 638 Mensenhandel
Nr. 249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2024
In de brief van 2 februari 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de opvolging van
de moties en toezeggingen van het commissiedebat over het programma Samen tegen mensenhandel
en het daaropvolgende tweeminutendebat van 21 december 2023.1 In deze brief heb ik u geïnformeerd dat ik na de begrotingsbehandeling van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid nader met de samenwerkingspartners in gesprek zou gaan
over de vraag hoe uitvoering gegeven kan worden aan de motie-Bikker c.s. en de motie-Veltman.2
Graag informeer ik uw Kamer mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, en de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Buitenlandse Zaken
over de versterking van het Actieplan programma Samen tegen mensenhandel (hierna:
«het Actieplan») op basis van de wensen van uw Kamer en afstemming met het brede werkveld.
Beschikbare middelen voor de uitvoering van het Actieplan
Tijdens het commissiedebat benoemde een grote meerderheid van de commissieleden dat
er te weinig middelen beschikbaar zijn voor het programma Samen tegen mensenhandel.
Het lid Bikker heeft tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van
Justitie en Veiligheid een amendement ingediend om de beschikbare middelen voor de
uitvoering van het programma Samen tegen mensenhandel te verhogen met 2 miljoen euro.3 Dit amendement is door uw Kamer verworpen.
Om het Actieplan in het kader van de herziening te versterken, is binnen de begroting
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid financiële ruimte gecreëerd. Met ingang
van dit jaar zal de komende vier jaar 500.000 euro per jaar beschikbaar zijn. Deze
middelen zijn in aanvulling op de in het coalitieakkoord Rutte-IV reeds beschikbaar
gestelde 2 miljoen euro per jaar.
De huidige actielijnen worden gesteund door de samenwerkingspartners, waarbij een
deel van mening is dat het Actieplan aanvulling behoeft.4 Ik stel voor dat het Actieplan daarom in stand blijft en in lijn met de motie Bikker
c.s. en de motie Krul en Bikker, inhoudelijk wordt versterkt door extra acties en
actielijnen. Ook zal het Actieplan, in lijn met de motie Veltman, procesmatig worden
versterkt door een duidelijkere en meer «SMART» uitwerking van de doelen. De extra
beschikbaar gestelde middelen, 500.000 euro per jaar, worden ingezet om de extra voorstellen
aan het Actieplan toe te voegen.
Uitvoering moties
Na de begrotingsbehandeling is uitvoering gegeven aan de motie Bikker c.s., de motie
Krul en Bikker en de motie Veltman over het Actieplan. In aansluiting op het eerdere
proces van de totstandkoming van het Actieplan en in lijn met de motie Bikker c.s.,
hebben de samenwerkingspartners een centrale rol bij de versterking van het Actieplan.
Dit om tot een volwaardig en breed gedragen plan te komen.
In de brief van 2 februari jl. staan de voorstellen voor extra acties, in lijn met
de wensen van uw Kamer, die bij de samenwerkingspartners zijn opgehaald. Na de begrotingsbehandeling
is aan de indieners van die voorstellen verzocht om de acties nader uit te werken.
Om de voorstellen te toetsen bij de experts uit het veld is op 5 maart jl. een ketenbrede
bijeenkomst georganiseerd.5 Met deelnemers vanuit meer dan dertig organisaties is besproken of met de voorstellen
de juiste acties werden ingezet en of er vanuit het veld nog zaken werden gemist of
wellicht scherper konden worden geformuleerd. Daarnaast is op basis van een set criteria
en de beschikbare extra middelen een keuze gemaakt in de op te nemen voorstellen voor
het Actieplan. Deze voorstellen worden nader uitgewerkt met de samenwerkingspartners.
Versterkt Actieplan programma Samen tegen mensenhandel
Op basis van de wens van uw Kamer, de extra voorstellen en de beoordelingen daarvan
wordt het Actieplan versterkt. Hiermee wordt een afgewogen, aangevuld Actieplan bewerkstelligd.
In bijlage 2 van deze brief wordt een overzicht gegeven van de concrete extra acties
en actielijnen en de financiële beraming hiervan.
a. Aanpak klanten
Klanten zijn per 1 januari 2022 strafbaar conform art. 273g van het Wetboek van Strafrecht
als zij een seksuele dienst afnemen van een sekswerker van wie ze weten of ernstige
reden hebben om te vermoeden dat sprake is van dwang, uitbuiting of mensenhandel.
In de reguliere werkzaamheden van de politie is er aandacht voor de aanpak van klanten.
Het uitgangspunt hierbij is dat altijd een opvolging komt naar geïdentificeerde klanten
van het desbetreffende uitgebuite slachtoffer in opsporingsonderzoeken van mensenhandel.
Deze actie kan een variëteit aan interventies behelzen, waarvan strafrechtelijke vervolging
er één is. Daarnaast is in afstemming met het OM in 2023 bewerkstelligd dat medewerkers
van de teams mensenhandel en migratiecriminaliteit zelf klanten van een minderjarig
seksueel uitgebuit slachtoffer kunnen horen voor het strafbare feit van artikel 248b
van het Wetboek van Strafrecht, waardoor zij hiervoor niet meer afhankelijk zijn van
andere afdelingen binnen het politieapparaat. De aandacht voor de aanpak van klanten
heeft in 2023 geleid tot het voor de rechter brengen van een aantal klanten van slachtoffers
van mensenhandel.
In het Actieplan zal de aanpak van klanten, in lijn met de motie Krul en Bikker, versterkt
worden door drie aanvullende acties. Ten eerste zal in het kader van voorlichting
en/of bewustwording het OM bij het vervolgen van klanten van minderjarige seksuele
diensten of seksuele uitbuiting (artikel 248b of 273g Sr) vaker in de media uitleggen
waarom een klant-dader wordt vervolgd. Dit kan afschrikwekkend werken en een maatschappelijk
signaal afgeven.6
Ten tweede zullen politie en OM jaarlijks minimaal één landelijke actiedag organiseren
in het kader van de aanpak van klanten, waarbij preventief gehandeld kan worden door
het waarschuwen van «klanten» dat ze strafbaar kunnen zijn, wat tot meer bewustzijn
van de mogelijke klant kan leiden. Daarnaast is het mogelijk dat de landelijke actiedag
voldoende opsporingsindicaties opleveren, waarmee vervolgens kan worden ingezet op
daadwerkelijke strafrechtelijke vervolging.7
Ten slotte wordt een «Mensenhandel Field Lab» inzake klantenproblematiek ingericht.
Het Mensenhandel Field Lab is een probleem-georiënteerd innovatieprogramma in de strijd
tegen mensenhandel. In een Field Lab krijgen professionals uit verschillende organisaties
die zich bezighouden met de aanpak van mensenhandel de ruimte om in een actiegerichte,
leer- en experimenteeromgeving een nieuwe en meer effectieve aanpak te ontwikkelen
en uit te voeren. Het beoogde resultaat van een field lab inzake de klantenproblematiek
is het realiseren van een aantal ontworpen en geteste interventies. Door het onderwerp
van het Field Lab op deze wijze te concentreren, bestaat tevens de mogelijkheid van
kruisbestuiving tussen de teams en de mogelijkheid om over en weer van elkaars interventies
te leren.8
b. Minderjarige slachtoffers
Het aantal meldingen van minderjarige slachtoffers van mensenhandel is in de periode
2016–2020 aanzienlijk gedaald. Met name de minderjarige slachtoffers van seksuele
uitbuiting zijn zo goed als uit beeld geraakt in de jaarcijfers van CoMensha, zo blijkt
onder meer uit rapporten van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld
tegen Kinderen (Nationaal Rapporteur).9 Voormalige Kamerleden Kuik en Van der Graaf hebben daarom verzocht om voor de komende
jaren een plan uit te werken om deze minst zichtbare groep van slachtoffers van mensenhandel
en uitbuiting beter in beeld te krijgen.10
In het Actieplan zal de aanpak van minderjarige slachtoffers van mensenhandel versterkt
worden door de toevoeging van een nieuwe Actielijn: «Actielijn 6. Versterken van de positie van minderjarige slachtoffers.» In deze actielijn wordt de huidige hulp, samenwerking en inzet die specifiek gericht
is op minderjarigen, in kaart gebracht. Dit wordt gecombineerd met de inzichten en
behoeften van slachtoffers en ervaringsdeskundigen om concrete voorstellen en interventies
te ontwikkelen en bij te dragen aan een effectieve aanpak.
Tegelijkertijd start in deze actielijn de training van de eerstelijns professionals en professionals in relevante organisaties; gemeenten, zorg en onderwijs,
om signalering te versterken en het handelingsperspectief te benadrukken. Deze training
wordt voortdurend aangescherpt en verbeterd op basis van de eerder genoemde onderzoeken
en behoeften, van zowel ervaringsdeskundigen als eerstelijns professionals en professionals
in betrokken organisaties.11
c. Opvang
De opvang van slachtoffers van mensenhandel met rechtmatig verblijf is een verantwoordelijkheid
van gemeenten. Vanuit het Rijk wordt de Categorale Opvang Slachtoffers Mensenhandel
(COSM) gefinancierd, waar opvang en gespecialiseerde begeleiding wordt geboden aan
meerderjarige slachtoffers van mensenhandel uit derde landen zonder verblijfstatus.
Sinds juli 2019 bestaat de Opvang voor Slachtoffers Mensenhandel met Multiproblematiek
(OMM). Hiervoor heeft het kabinet structureel 2 miljoen euro beschikbaar gesteld aan
gemeenten.
Om de opvang van slachtoffers mensenhandel te verbeteren zijn in het huidige Actieplan
reeds een aantal acties opgenomen. Zo wordt in beeld gebracht wat nodig is voor de
verbetering van het landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatoren inclusief een
functieprofiel voor zorgcoördinatoren en minimumnormen en -standaarden. Ook wordt
een duidelijk en centraal verwijzingsmechanisme, passend binnen het gedecentraliseerde
stelsel, ontwikkeld waarin slachtoffers meteen de eerste 36 uur toegang tot hulp/opvang
kunnen krijgen die mede gericht is op slachtoffers van mensenhandel. Daarna wordt
gekeken waar het slachtoffer langdurig kan worden geplaatst.
Daarnaast zijn in het huidige Actieplan acties opgenomen die toezien op het in kaart
brengen van het gehele opvang- en zorglandschap voor slachtoffers mensenhandel en
de knelpunten die zich daarbinnen voordoen, gevolgd door het verkennen van mogelijke
aanpassingen die noodzakelijk zijn om te komen tot een passend aanbod van opvang en
hulpverlening voor slachtoffers van seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting en criminele
uitbuiting. Ter versterking van het Actieplan is een extra actie om de opvang te verbeteren
ingebracht.12 Deze actie betreft een haalbaarheids- en innovatieonderzoek waarmee wordt bekeken
of en hoe de opvang voor slachtoffers mensenhandel meer bovenregionaal/centraal georganiseerd
kan worden, binnen de kaders van het decentrale stelsel waarbij gemeenten verantwoordelijk
zijn voor de opvang. Dit onderzoek wordt onderdeel van de verkenning van aanpassingen
van het huidige landschap.
c. Daderaanpak
Het opsporen of vervolgen van daders omvat het dagelijkse werk van de Politie, Koninklijke
Marechaussee (KMar), OM en de opsporingsdienst van de Nederlandse Arbeidsinspectie
(NLA). Daarbij werken zij onder meer samen met LIEC-RIEC’s en gemeenten. Mensenhandel
is tevens als één van de landelijke beleidsdoelstellingen voor de taakuitvoering van
politie opgenomen in de Veiligheidsagenda, waarover periodiek wordt gerapporteerd
in het halfjaarbericht politie. De huidige aanpak van daders sluit ook aan bij het
programma Preventie met Gezag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hierin
wordt ingezet op het voorkomen dat minderjarigen en jongvolwassenen in aanraking komen
met criminaliteit of daarin verder doorgroeien, waarbij ook specifiek aandacht is
voor criminele uitbuiting.
De Nationaal Rapporteur heeft recent een onderzoek, «Brede blik op daderschap», gepubliceerd.13 Dit onderzoek brengt voor het eerst verschillende soorten pleeggedrag van daders
van binnenlandse seksuele uitbuiting in kaart en neemt hierin hun achtergronden en
persoonlijke situaties mee. Binnenkort zal uw Kamer van een beleidsreactie worden
voorzien waarin er dieper wordt ingegaan op het onderzoek zelf en de hieruit voortvloeiende
aanbevelingen.
Op basis van bovengenoemd onderzoek en gesprekken met ketenpartners, zal het Actieplan
door middel van twee extra acties versterkt worden inzake de aanpak van daders. Om
te voorkomen dat veroordeelde plegers opnieuw een delict plegen nadat zij zijn vrijgekomen,
kan het nodig zijn om een meer toegesneden interventie toe te passen, bijvoorbeeld
in de vorm van toezicht en/of behandeling. Om te weten welke interventie het meest
effectief is voor het verlagen van het risico op herhaling, is het allereerst van
belang dat het recidiverisico zo goed mogelijk wordt ingeschat. Daarnaast is het belangrijk
dat in kaart wordt gebracht welke factoren specifiek van invloed zijn op de kans op
herhaling, de zogeheten criminogene factoren, en waar derhalve een eventuele interventie
op dient te worden ingezet.
Met het doel om herhaald daderschap te voorkomen en de resocialisatie van daders te
versterken, is het van belang dat hier – indachtig de oproep hiertoe van de Nationaal
Rapporteur – meer inzicht in komt. Dit zal worden bewerkstelligd middels het uitvoeren
van een gefaseerd onderzoek dat zich richt op de beantwoording van twee deelvragen,
te weten: (1) inzicht krijgen in de uitvoeringspraktijk daar waar het gaat om het
inschatten van recidiverisico en resocialisatie en (2) inzicht krijgen in de criminogene
factoren die van invloed zijn op herhaling.14
Voorts wordt een e-learning ontwikkeld voor reclasseringsmedewerkers ten behoeve van
het vergroten van kennis en vaardigheden op het gebied van mensenhandel. Hierdoor
kunnen reclasseringswerkers mensenhandel beter herkennen en weten zij bij verdachten
en daders van mensenhandel met advisering, toezicht en begeleiding beter aan te sluiten
bij de daderaanpak.15
d. Regionale samenwerking en meldingsbereidheid slachtoffers arbeidsuitbuiting
Niet specifiek door uw Kamer als gemist thema aangemerkt, maar wel door de brede ketenpartners
aangedragen als versterkende aanvulling, zijn twee extra acties geformuleerd inzake
regionale samenwerking en de meldingsbereidheid van slachtoffers van arbeidsuitbuiting.
Regionale samenwerking
De regionale samenwerking wordt in het Actieplan versterkt door middel van een extra
opleidingsbudget. Aan het lokale en regionale beleid van mensenhandel geven drie type
functies uitvoering: de ketenregisseur, de aandachtsfunctionaris en de zorgcoördinator.
Om hen effectiever te laten samenwerken en daardoor meer zicht te krijgen op slachtoffers,
wordt ingezet op het periodiek trainen van basisvaardigheden die hieraan bijdragen.
Hierbij kan gedacht worden aan informatiegestuurd werken en optimale gegevensdeling
tussen zorg, onderwijs en veiligheid. Aan het programma worden duidelijke kwaliteitsnormen
toegevoegd waaraan een goede samenwerking moet voldoen, waarna afspraken worden gemaakt
omtrent de uitvoering en naleving ervan.16
Meldingsbereidheid slachtoffers arbeidsuitbuiting
In 2020 heeft het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten 50 aanbevelingen gedaan
om de positie van arbeidsmigranten te versterken. Het kabinet voert deze aanbevelingen
van het Aanjaagteam onverkort en met urgentie uit om arbeidsmigranten beter te beschermen
en misstanden tegen te gaan. Het kabinet ziet hierbij dat de voornaamste wet- en regelgeving
in werking is getreden dan wel in gang is gezet.
In het huidige Actieplan worden deze inspanningen («de Roemer-agenda») benoemd onder
aanpalend beleid. De aanpak rondom mensenhandel, het Actieplan en de modernisering
van art. 273f vormen het sluitstuk in deze aanpak.
Het Actieplan wordt, naar wens van de ketenpartners, versterkt door middel van een
aantal extra acties gericht op slachtoffers van arbeidsuitbuiting. Actielijn 2 van
het huidige Actieplan wordt versterkt door de toevoeging van vier acties. Door Fairwork
zal worden ingezet op laagdrempelige ondersteuning en op gerichte outreach onder doelgroepen
die kwetsbaar zijn voor arbeidsuitbuiting. Zo zal FairWork benadeelde arbeidsmigranten
informeren, adviseren en ondersteunen in het uitoefenen van hun arbeidsrechten, slachtofferrechten,
en mogelijkheden om te melden bij de autoriteiten. De kwetsbaarheid van deze arbeidsmigranten
blijkt bijvoorbeeld uit hun verblijfsstatus, hun arbeidspositie en afhankelijkheid.
Met Fairwork zal tevens worden ingezet op het verlagen van de drempels om te melden.
Dit kan bijvoorbeeld geschieden het delen van succesverhalen onder kwetsbare doelgroepen
om meldingsbereidheid te vergroten. Ten slotte zal reeds voorhanden zijnde kennis
beter benut worden.17
Tot slot is het goed om op te merken dat het thema criminele uitbuiting in verschillende
nieuwe voorstellen aan bod komt: fieldlab klanten, actielijn minderjarige slachtoffers,
innovatietraject opvang, daderaanpak en regionale samenwerking.
Naast het Actieplan, wordt op het thema «online» rijksbreed ingezet. Bijvoorbeeld
vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waar een raamwerk wordt ontwikkeld dat
door online dienstverleners kan worden gebruikt bij het toepassen van systemen van
online leeftijdsverificatie. In de opsporing zijn verschillende digitaal rechercheurs
mensenhandel geworven, waardoor inmiddels per eenheid minstens één digitaal specialist
werkzaam is. In de Veiligheidsagenda van politie is tevens afgesproken dat politie
zich versterkt op de aanpak van uitbuiting die online plaatsvindt. In dit kader is
afgesproken dat politie een online opsporingsstrategie vormgeeft en dat politie de
samenwerking met partners voor wat betreft online uitbuiting versterkt. De politie
beziet hoe internationale samenwerking in het kader van online opsporing vormgegeven
kan worden.
e. Uitvoering motie Veltman
Het huidige Actieplan is opgesteld met de input van ervaringsdeskundigen, experts
uit de zorg en opvang, opsporingsdiensten, gemeenten, ngo’s en andere betrokken organisaties
volgens de methode van Opgave Gericht Werken. Het doel van deze methode is om tot
een aanpak te komen die vanuit het brede werkveld tot stand is gekomen en wordt gedragen.
Naast de methode van het Opgave Gericht werken, zijn de verschillende vragen van het
Beleidskompas gevolgd. Deze werkmethoden hebben geresulteerd in een Actieplan met
onder andere een ambitie, operationele doelen, actielijnen, concrete acties inclusief
beoogde effecten en een begroting per jaar per actielijn.
In de motie Veltman wordt gevraagd om in het Actieplan meer aandacht te schenken aan
het specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) formuleren
van de doelen en hierbij gebruik te maken van streefwaarden, prestatiegegevens en
effectindicatoren. Het Actieplan zal langs de meetlat van de motie worden gelegd en
daar waar nodig worden aangescherpt.
Tot slot
Door bovengenoemde aanvullingen op het huidige Actieplan wordt mijns inziens voldaan
aan de wensen van uw kamer, zoals neergelegd in de moties Bikker c.s. en Veltman.
Desgewenst ga ik hierover graag met uw Kamer over in gesprek. De komende periode worden
bovengenoemde voorstellen vertaald naar een nieuw versterkt Actieplan en na bespreking
in de ministerraad naar uw Kamer gestuurd zodat er voor de zomer kan worden gestart
met de uitvoering van het Actieplan.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Bijlage 1: Financieel overzicht van het versterkt Actieplan programma Samen tegen
mensenhandel
Programma Samen tegen mensenhandel (€ 2.5 mln.)
2023
2024
2025
2026
a. Programmakosten (apparaatsbudget)
0,3
0,3
0,3
0,3
b. No Regrets
1,7
–
–
–
c. Actielijn 1. Creëren van brede bewustwording
–
0,38
0,3
0
d. Actielijn 2. Vergroten van de meldingsbereidheid
–
0,27
0,4
0,35
e. Actielijn 3. Investeren en werken aan een betere vaststelling van slachtofferschap
en bescherming van slachtoffers I
–
0,65
0,345
0,135
f. Actielijn 4. Verbeteren van de (bovenregionale en regionale) samenwerking
–
0,4
0,4
0,3
g. Actielijn 5. Verbetering van de informatiedeling en gegevensverwerking
–
0,1
0,3
0,1
h. Actielijn 6. Versterken van de positie van minderjarige slachtoffers
0,1
0,23
0,155
i. Reservering voor vervolgacties
–
0,3
0,225
1,165
Totaal
2
2.5
2.5
2.5
Bijlage 2: (Financieel) overzicht van het versterkt Actieplan programma Samen tegen
mensenhandel
*Nieuwe acties en/of actielijnen zijn dikgedrukt gemarkeerd in de tabellen
Actielijn 1. Creëren van brede bewustwording
(€ x10.000)€ x1000)
2023
2024
2025
2026
1. Inventarisatie bestaande bewustwordingscampagnes.
5
2. Nulmeting signaleerders.
5
3 en 4. Een gerichte communicatiestrategie (in 2024 gericht op seksuele uitbuiting
en in 2025 gericht op arbeids- en criminele uitbuiting).
10
10
5. Preventie op school
20
6. Field Lab mensenhandel inzake klantenproblematiek
17
7. Media aandacht door politie en OM bij vervolgen van klanten (248b of 273g sr)
0
0
0
8. Landelijke actiedagen politie en OM aanpak klanten
0
0
0
9. Ontwikkelen training voor alle reclasseringsmedewerkers
10
Totaal
0
47
30
0
Actielijn 2. Vergroten van de meldingsbereidheid
(€ x10.000)
2023
2024
2025
2026
10. Integratie van de informatie van de Wegwijzer mensenhandel op de vernieuwde website
van CoMensha.
0
11. Verkenning acties opzetten centraal online informatiepunt.
0
12. Overzicht van bestaande meldpunten.
5
13. Opzetten van een centraal informatiepunt.
30
14. Verkenning mogelijkheid om centraal informatiepunt door te ontwikkelen tot een
Nationaal Verwijzingsmechanisme mensenhandel.
0
0
30
15. Verkenning van gerichte maatregelen tot vergroten van de verklarings- en medewerkingsbereidheid
van slachtoffers van criminele uitbuiting.
5
16. Verkenning mogelijkheid structurele inbedding van de proeftuin aangiftebereidheid.
5
17. Vergroten bewustwording non-punishment bij eerstelijns opsporingsdiensten.
5
5
5
18. Gerichte outreach onder doelgroepen kwetsbaar voor arbeidsuitbuiting.
3
19. Laagdrempelige ondersteuning arbeidsmigranten.
3
20. Verlagen drempels om te melden voor slachtoffers van arbeidsuitbuiting.
3
21. Kennisdeling over melddrempels en slachtofferbejegening van slachtoffers arbeidsuitbuiting.
3
Totaal
0
27
40
35
Actielijn 3. Investeren en werken aan een betere vaststelling van slachtofferschap
en bescherming van slachtoffers (€ x10.000)
2023
2024
2025
2026
22. Verkenning naar mogelijkheden van loskoppelen van identificatie slachtoffers en
strafproces.
5
23. Landelijk overzicht opvang/hulp plek voor de zorg- en veiligheid van slachtoffers.
10
24. Innovatietraject gericht op beter passende opvang
10
13.5
13.5
25. In beeld brengen voorwaarden voor een landelijk dekkend netwerk van zorgcoördinatoren
inclusief definitie zorgcoördinator.
10
26. Verwijzings-mechanisme naar opvang voor eerste 36 uur.
15
15
27. Verkenning naar inzet ervaringsdeskundigen
5
28. Onderzoek naar daders
10
6
Totaal
65
34.5
13.5
Actielijn 4. Verbeteren van de (bovenregionale en regionale) samenwerking (€ x10.000)
2023
2024
2025
2026
29. Op bestuurlijk niveau blijvende aandacht voor de aanpak van mensenhandel en de
rol van gemeenten hierin.
5
5
5
30. Iedere gemeente heeft beleid in de aanpak van mensenhandel.
0
0
0
0
31. Training aandachtsfunctionaris.
10
32. Tussenrapportage VNG kader.
5
5
33. Eenduidige definitie ketenregisseur.
5
34. Kader samenwerking ketenregisseur en zorgcoördinator.
10
35. Training ketenregisseur
10
36. Ontwikkelen van bouwstenen op verschillende niveaus die de regionale samenwerking
in de aanpak van mensenhandel ondersteunen.
5
37. Doorontwikkeling barrièremiddelen.
10
38. Vesturen informatie bouwstenen en doorontwikkelde barrièremodellen aan de betrokken
organisaties en opnemen trainingen.
10
39. Trainingsprogramma regionale samenwerking
5
10
10
Totaal
0
40
40
30
Actielijn 5. Verbetering van de informatiedeling en gegevensverwerking (€ x10.000)
2023
2024
2025
2026
40. Analyse van bestaande samenwerkingsconvenanten informatiedeling.
10
41. Inrichten proces gegevensstromen.
30
42. Doorvoering mogelijke aanpassingen
10
Totaal
10
30
10
Actielijn 6. Versterken van de positie van minderjarige slachtoffers (€ x10.000)
2023
2024
2025
2026
43. Verkenning betrokken organisaties
2
44. Onderzoek minderjarige slachtoffers
2
3
45. Toetsing en advisering processen en beleid
2
6
7
46. Training professionals
4
14
8.5
Totaal
10
23
15.5
Bijlage 3 – deelnemers brede sessie 5 maart 2024
• Centrum Kinderhandel en Mensenhandel
• CoMensha
• Defence for children
• Ervaringsdeskundige
• Fairwork
• Gemeente Almere
• Gemeente Amsterdam
• Gemeente Rotterdam
• Gemeente Utrecht
• Humanitas
• HVO Queriodo
• IND
• Jeugdzorg Nederland
• Leger des Heils
• Merel van Groningen Foundation
• Metastory
• Ministerie van Buitenlandse zaken
• Ministerie van Justitie en Veiligheid
• Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
• Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport
• Moviera
• Nationaal Rapporteur
• Nederlandse Arbeidsinspectie
• Openbaar ministerie
• Platform HOPE
• Politie
• RIEC Den Haag
• RIEC Midden Nederland
• RIEC Rotterdam
• Rode Kruis
• Slachtofferhulp Nederland
• SOA Aids Nederland
• TNO
• Veilig Thuis Utrecht
• Vluchtelingenwerk Nederland
• VNG
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.