Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van de leden Grinwis en Flach over bezien of het grensbedrag voor werkzaamheden die het CBS kan uitvoeren voor derden kan worden verhoogd naar € 33.000 (Kamerstuk 32637-611)
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 638
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2024
Op 5 maart 2024 heeft uw Kamer de Motie van leden Grinwis en Flach uit het tweeminutendebat
MKB van 28 februari 2024 aangenomen (Kamerstuk 32 637, nr. 611). De motie roept de regering op te bezien of in de Regeling werkzaamheden derden
CBS het grensbedrag waaronder het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS)
statistische werkzaamheden kan uitvoeren voor derden, zoals genoemd in artikel 2 lid
1, kan worden verhoogd naar het grensbedrag voor een enkelvoudige onderhandse gunning
volgens het Rijksinkoopbeleid, te weten € 33.000. De motie vraagt dit om het CBS meer
mogelijkheden te geven analyses voor brancheverenigingen te maken. In deze brief licht
ik toe hoe ik om ga met deze motie.
Regeling werkzaamheden derden CBS
Bij de vraag of het CBS de aangewezen partij is om een statistisch onderzoek te verrichten
spelen twee publieke belangen een rol. Het is een publiek belang dat praktijk, beleid
en wetenschap toegang hebben tot hoogwaardige statistische informatie. Tegelijk is
het een publiek belang dat er voldoende ruimte is voor private statistische dienstverleners
om statistisch onderzoek te verrichten. Omdat een aantal jaar geleden door de sterke
toename van databronnen en het aantal aanbieders van statistische diensten onduidelijkheid
was ontstaan over de rolverdeling tussen het CBS en markpartijen, zijn op 1 juli 2020
de «Regeling werkzaamheden derden CBS» (hierna: ministeriële regeling) en de «Beleidsregel
taakuitoefening CBS» (hierna: beleidsregel) in werking getreden. Deze beogen meer
duidelijkheid te scheppen over die rolverdeling. De ministeriële regeling regelt in
welke situaties en onder welke voorwaarden het CBS statistische werkzaamheden voor
derden mag verrichten. In de beleidsregel wordt het proces rondom aanvullende statistische
dienstverlening (aan derden en niet derden) van het CBS gespecificeerd. Deze motie
raakt aan de ministriële regeling.
Een motie van de leden Van den Berg en Veldman1 was mede aanleiding voor de ministeriële regeling. Met deze motie werd het kabinet
op 5 juni 2018 verzocht om in een traject rondom de wettelijke en beleidsmatige kaders
voor het CBS als uitgangspunt te nemen dat het CBS bij het leveren van statistische
diensten aan private partijen en overheden niet op oneerlijke wijze concurreert met
private partijen. Op 26 april 2019 heeft de Minister van EZK in een brief aan de Tweede
Kamer2 verslag gedaan van zijn bevindingen en is de heer Noé van Hulst gevraagd om te komen
tot een advies over heldere uitgangspunten voor het CBS die enerzijds hoogwaardige
statistische informatie waarborgen en anderzijds voldoende ruimte bieden voor marktpartijen
voor het uitvoeren van opdrachten. De reactie op het advies van de heer Van Hulst,
met aanbevelingen om te komen tot een pakket van maatregelen dat mogelijkheden biedt
de rolverdeling op korte termijn te verduidelijken is op 12 juli 20193 met uw Kamer gedeeld.
Van Hulst adviseerde dat het CBS in principe geen nieuwe opdrachten aanneemt van private
statistiekafnemers en de diensten die nu worden geleverd aan private statistiekafnemers
afbouwt, met twee uitzonderingen, te weten wanneer zonder het CBS de gevraagde statistische
dienst niet geleverd kan worden, of wanneer het gaat om kleine projecten. Hier zijn
in de uiteindelijke regeling twee uitzonderingen aan toegevoegd, te weten derden die
de verkregen informatie gebruiken voor dienstverlening aan de overheid en derden die
de verkregen informatie nodig hebben voor de uitvoering van een wettelijke taak.
Grensbedrag werkzaamheden voor derden
De heer Van Hulst definieerde in zijn advies kleine projecten als projecten met een
lager bedrag dan de nationale aanbestedingsgrens. Voorafgaand aan het opstellen van
de ministeriële regeling is bezien of deze grens voldoende houvast zou geven om de
opdrachten aan private statistiekafnemers tot het minimale te beperken. Hierbij is
als uitgangspunt genomen dat het niet proportioneel zou zijn marktpartijen te vragen
hoge kosten te maken voor opdrachten die het CBS tegen lage kosten zou kunnen uitvoeren,
specifiek om reeds bij het CBS beschikbare statistieken op een ander schaalniveau
of nader gespecificeerd te presenteren. Deze afweging heeft geleid tot het huidige
grensbedrag van € 10.000. De beleidsregel en ministeriële regeling zijn op 1 juli
2020 in werking getreden.
Evaluatie regelingen
De beleidsregel en ministeriele regeling zijn recent geëvalueerd door onderzoeksbureau
KWINK groep. Ik heb uw Kamer op 12 juli 20234 deze evaluatie voorzien van een kabinetsreactie doen toekomen. Onderzoeksbureau KWINK
stelt onder andere dat het aantal marktpartijen met kritiek relatief klein is, dat
de meeste marktpartijen en derden goed met het CBS samenwerken en geen (kritische)
mening hebben over de (effecten van de) regelingen. Daarnaast constateert KWINK dat
er bij partijen beelden leven over de regelingen die feitelijk onjuist zijn. Sommige
partijen denken bijvoorbeeld dat alle aanvullende statistische diensten die het CBS
verricht evenzo goed door een marktpartij uitgevoerd zouden kunnen worden. De evaluatie
laat ook zien dat de regels hebben bijgedragen aan meer duidelijkheid over de rolverdeling
tussen marktpartijen en het CBS.
Onderzoeksbureau KWINK schrijft dat er indicaties zijn dat het doel van de ministeriele
regeling, namelijk werkzaamheden voor derden door het CBS inperken, bereikt is. Dit
blijkt uit gesprekken van het onderzoeksbureau met derden, maar ook met verschillende
marktpartijen en publieke partijen die aangeven dat het CBS strikter is geworden in
het toekennen van verzoeken. Het CBS zelf geeft aan meer verzoeken af te wijzen dan
voor de inwerkingtreding van de regelingen. Ook afgewezen derden geven in de evaluatie
aan dat ze statistieken die ze voorheen afnamen bij het CBS nu niet meer mogen afnemen.
Deze partijen zelf zijn hier kritisch op, omdat het in een aantal gevallen gaat om
kleine verzoeken, waarvoor ze graag terecht zouden willen kunnen bij het CBS. Deze
verzoeken bij een marktpartij uitzetten vergt volgens deze gesprekspartners van onderzoeksbureau
KWINK te veel inspanningen of kent voor hen hoge kosten.
De evaluatie trekt op basis hiervan geen conclusies over de hoogte van grensbedrag
voor statistische werkzaamheden voor derden in de Ministeriële regeling en doet geen
aanbevelingen. Het CBS geeft in een bestuurlijke reactie op de evaluatie5 in overweging om het grensbedrag voor statistische werkzaamheden voor derden te verhogen
om op die manier beter recht te doen aan verzoeken van brancheorganisaties naar sectorspecifieke
uitsplitsingen van CBS-statistieken.
Hoger beroep inzake Regeling werkzaamheden derden CBS
De ministeriële regeling en de beleidsregel zijn thans onderwerp van een rechtszaak
tussen Data & Insights Network (D&IN, voorheen de MarktOnderzoekAssociatie.nl) en
de Staat der Nederlanden en het CBS. Deze zaak gaat over de vraag of voor recht moet
worden verklaard dat de ministeriële regeling en de beleidsregel geheel of gedeeltelijk
onverbindend zijn. D&IN vindt dat de Staat onvoldoende oog heeft voor de belangen
van private (statistische) marktpartijen, en afwijkt van het advies van Van Hulst,
en dat de regels in strijd zijn met de Wet op het CBS. De Rechtbank Den Haag heeft
op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan en oordeelt dat deze regels niet geheel of gedeeltelijk
onverbindend zijn en niet in strijd zijn met de Wet op het CBS. In eerste aanleg zijn
de Staat en het CBS hiermee in het gelijk gesteld en de vorderingen van Data & Insights
Network zijn afgewezen. Data & Insights Network heeft echter besloten om in hoger
beroep te gaan. Momenteel loopt het hoger beroep in deze zaak. De mondelinge behandeling
van het hoger beroep is voorzien op 11 juli 2024.
Onderzoek naar grensbedrag
Ik zal de komende tijd een onderzoek uitvoeren naar de vraag of een verhoging van
het grensbedrag in de ministeriële regeling voor de uitvoering van statistische werkzaamheden
voor derden door het CBS passend is, en wat hiervan de gevolgen zijn. Bij deze gevolgen
zal ik ook de belangenafweging betrekken, zoals die ten grondslag ligt aan de beleidsregel
en ministeriële regeling en aandacht schenken aan de vraag of eventuele aanpassing
van deze grens voldoende ruimte laat voor private statistische dienstverleners om
statistisch onderzoek te verrichten. Ik zal daartoe tevens nagaan welk type opdrachten
bij het CBS binnen het grensbedrag voor een enkelvoudige onderhandse gunning volgens
het Rijksinkoopbeleid vallen.
Tot slot
Ik streef er naar uiterlijk in het vierde kwartaal van dit jaar uw Kamer over de uitkomsten
van het onderzoek te informeren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat