Brief regering : Voortgang genderdiversiteit in de top
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2024
Genderdiversiteit in de top van het bedrijfsleven en de (semi)publieke sector is van
groot belang. Alleen op die manier kan de hele samenleving zich herkennen in de mensen
in topfuncties en krijgt iedereen een gelijke kans om de top te bereiken. Ik ben dan
ook blij dat het aantal vrouwen in de top blijft stijgen en dat de eerste analyses
over de werking van de Wet «Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in het
bestuur en raad van commissarissen» (ook wel «Topvrouwenwet») laten zien dat de wet
werkt. Tegelijk heb ik zorgen over het tempo van de toename.
In deze brief deel ik – als coördinerend Minister van Emancipatie – met uw Kamer de
verschillende ontwikkelingen en voortgang om tot meer genderdiversiteit in de top
te komen. Ik ga in op de stand van zaken in zowel het bedrijfsleven als de (semi)publieke
sector, die door verschillende rapportages en onderzoeken inzichtelijk is gemaakt.
Bovendien sta ik stil bij de huidige beleidsontwikkelingen op het gebied van genderdiversiteit
in de top.
1. Genderdiversiteit in de top van het bedrijfsleven
Sinds 1 januari 2022 is de Topvrouwenwet van kracht1. Deze wet bevat een ingroeiquotum voor beursgenoteerde bedrijven waarbij ten minste
een derde van de Raad van Commissarissen (RvC) moet bestaan uit vrouwen. Op grond
van de Topvrouwenwet zijn grote vennootschappen daarnaast wettelijk verplicht om streefcijfers
over het aandeel vrouwen in de top en subtop op te stellen en over de genderverhouding
in hun top en subtop te rapporteren aan de Sociale Economische Raad (SER). De bedrijven
waren verplicht in 2023 te rapporteren over het boekjaar 2022, waardoor nu de eerste
resultaten van de Topvrouwenwet zichtbaar zijn.
SER Monitor Genderbalans in het bedrijfsleven 2024
Op 29 januari jongstleden ontving ik de SER Scorecard. De scorecard maakt onderdeel
uit van de jaarlijkse «SER Monitor Genderbalans in het bedrijfsleven» die als bijlage
aan deze brief is toegevoegd. Op 29 januari werd ook de dataverkenner2 feestelijk gelanceerd. De SER Dataverkenner brengt de ontwikkeling in kaart van genderdiversiteit
in de (sub)top per bedrijf, per sector en voor Nederland als geheel. De SER Dataverkenner
maakt de jaarlijkse rapportages van de grote vennootschappen over de man-vrouwverhouding
voor iedereen zichtbaar.
Resultaten
Het totaal aantal bedrijven dat vanuit de Topvrouwenwet zou moeten rapporteren aan
de SER is 5.733. De uiteindelijke analysegroep bevatte rapportages van 2.057 vennootschappen.
Dit levert een netto respons op van 35,9%. De werkelijke respons ligt iets hoger,
omdat er ook een aantal rapportages (nog) ongeschikt of te laat was om mee te kunnen
in de analyses.
De rapportage laat zien dat het aandeel vrouwen in de top van het Nederlandse bedrijfsleven
is gegroeid ten opzichte van 2020. In de RvC’s is eind 2022 gemiddeld 26,2% vrouw
(2020: 21,9%). In de Raden van Bestuur (RvB’s) is eind 2022 gemiddeld 14,7% vrouw
(2020: 13,8%). Deze cijfers passen in een jarenlange trend. Het percentage vrouwen
in RvC’s is gestegen, mede door de invoering van het ingroeiquotum voor beursgenoteerde
bedrijven. Zo was 45% van alle nieuw benoemde commissarissen in 2022 een vrouw. Dat
is een stuk hoger dan in jaren daarvoor (2019: 38% en 2018: 29%). Dit is een mooie
ontwikkeling.
De voortgang van het percentage vrouwen in de RvB’s stijgt weliswaar, maar blijft
wel achter ten opzichte van de stijging bij de RvC’s. Ik vind het teleurstellend dat
tegenover elke vrouwelijke bestuurder zo’n zes mannelijke bestuurders staan. De man-vrouwverhouding
in RvB’s verschilt per sector. Zo zijn in de bouwnijverheid vrouwen fors ondervertegenwoordigd
(2022: 5,8%). De meeste vrouwelijke bestuurders zijn te vinden in de sector cultuur,
sport en recreatie (2022: 31,8%).
De subtop bestond eind 2022 voor gemiddeld 26,3% uit vrouwen. De subtop vormt een
belangrijk reservoir om vrouwen uit te selecteren voor RvB’s. Voor een goede doorstroom
naar RvB’s is het belangrijk dat de groei van het percentage vrouwen in de subtop
gelijke tred houdt met de groei van het percentage vrouwen in RvB’s. Voor meer details
verwijs ik u naar de «Monitor Genderbalans in het bedrijfsleven 2024» in de bijlage
van deze brief.
CPB Eerste meting diversiteitsquotum
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in opdracht van het Ministerie van OCW onderzocht
of er sinds de aankondiging en de invoering van de Topvrouwenwet een significante
verandering is opgetreden in het aandeel vrouwelijke commissarissen in de RvC’s van
beursgenoteerde bedrijven. Ook onderzocht het CPB de kenmerken van de RvC’s van beursgenoteerde
ondernemingen en kwalificaties van individuele commissarissen. Het CPB rapport is
als bijlage toegevoegd aan deze brief.
Resultaten
Al vanaf het moment van aankondiging door het kabinet in 2020 van de Topvrouwenwet
neemt de kans dat het aandeel vrouwen in een RvC hoger is dan een derde significant
toe onder de beursgenoteerde bedrijven. Het quotum leidde op de korte termijn tot
een evenwichtigere man-vrouwverdeling. Vennootschappen die niet beursgenoteerd zijn,
blijven hierin achter. Dit laat zien dat het quotum effectiever is dan een streefcijfer.
Ook zijn er voldoende vrouwelijke commissarissen met de juiste competenties beschikbaar
en is er geen bewijs dat vrouwen vaker dan mannen in meerdere RvC’s zitten. Daarnaast
blijkt uit de resultaten dat de beursgenoteerde bedrijven die het aandeel van een
derde hebben behaald, niet stoppen met het streven naar meer vrouwen in de RvC.
Genderdiversiteit in de top van de (semi)publieke sector
Om de voortgang op het gebied van genderdiversiteit in de top van de (semi)publieke
sector te meten, heeft SEO Economisch Onderzoek de opdracht gekregen om in de periode
2022–2027 elk jaar een monitoringsrapportage uit te brengen.
Monitor en dashboard SEO
De rapportage voor 2023 bestaat uit twee delen: een deel over genderdiversiteit in
de top en een deel over inclusieve cultuur en leiderschap. Het eerste deel van de
monitor bevat een analyse van de aantallen en heb ik eind 2023 aan uw Kamer gezonden3. Uit de monitor blijkt een gemiddelde stijging in het aandeel vrouwen in topposities
van 37% naar 39%. Net als in de private sector zijn in de (semi)publieke sector nog
grote verschillen tussen sectoren en soorten organisaties.
Het tweede deel brengt naast diversiteit de stand van zaken over inclusie in beeld.
Een inclusieve cultuur en leiderschap vormen één van de organisatorische randvoorwaarden
voor genderdiversiteit in de top. Gemiddeld ervaren werknemers in (semi)publieke sectoren
meer inclusiviteit dan werknemers in het bedrijfsleven. Tegelijkertijd blijkt dat
in de (semi)publieke sectoren vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond van
alle groepen het minst sociale steun en minder verbondenheid met de organisatie ervaren.
De volledige monitoringsrapportage 2023 is als bijlage toegevoegd aan deze brief.
2. Ontwikkelingen ter bevordering genderdiversiteit in de top
Ik ben blij met bovenstaande onderzoeksresultaten die laten zien dat de genderdiversiteit
in de top toeneemt. Ook is het goed nieuws dat de eerste tekenen van de werking van
de Topvrouwenwet positief zijn. Tegelijk vind ik dat in bepaalde sectoren en voor
bepaalde gremia de vooruitgang te langzaam gaat. Het kabinet zet zich op verschillende
manier in om verdere genderdiversiteit in de top te bevorderen. Hieronder licht ik
er een aantal ontwikkelingen toe.
Rapportages SER Diversiteitsportaal
Dit jaar actualiseert de SER de database met cijfers over het boekjaar 2023. Dan moeten
bedrijven ook rapporteren of zij hun opgegeven streefcijfers voor genderdiversiteit
in de (sub)top wel of juist niet halen. De nieuw verkregen data gaan ons leren of
er een extra impuls nodig is. Ook voor het doen van deze rapportage kunnen bedrijven
gebruik maken van ondersteuning die de SER te bieden heeft. In de tussentijd zal ik
de bedrijven aanschrijven die niet over 2022 gerapporteerd hebben en ze met klem aansporen
dit alsnog te doen.
Conferentie genderdiversiteit in de top
Op 14 september 2023 werd een conferentie georganiseerd voor organisaties en bedrijven
om inspiratie op te doen om meer genderdiversiteit in de top te bevorderen. De conferentie
bestond uit een plenair deel met sprekers uit het bedrijfsleven, de wetenschap en
de publieke sector. Daarna konden de deelnemers een aantal werksessies naar keuze
volgen, bijvoorbeeld over de juridische kanten van een voorkeursbeleid en de ervaring
met co-CEO’s. De conferentie is goed bezocht en onderstreept het grote belang van
onderlinge kennisuitwisseling. Ideeën, ervaringen en inzichten zijn met elkaar gedeeld.
Op deze wijze kunnen organisaties uit de publieke en (semi)publieke sector en bedrijven
van elkaar leren.
Wetgeving verplichte streefcijfers voor de (sub)top in de (semi)publieke sector
Samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ben ik wetgeving
aan het voorbereiden die organisaties in de (semi-)publieke sector verplicht om streefcijfers
op te stellen en hierover te rapporteren, gedeeltelijk gelijk aan de Topvrouwenwet
voor de private sector. Dat de eerste resultaten over de Topvrouwenwet positief zijn,
ondersteunt het belang van deze wetgeving.
Community of Practice
De Ministeries van SZW en OCW hebben een inhoudelijke verkenning laten uitvoeren naar
het opzetten van een «Community of Practice» waarin behoud en doorstroom van genderdiversiteit
en culturele diversiteit gecombineerd aan werkgevers wordt aangeboden. Een «Community
of Practice» is een verzameling van werkgevers die gedurende een jaar van elkaar kunnen
leren en ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen op een specifiek thema. Dit jaar
zal het Ministerie van OCW starten met het opzetten van deze «Community of Practice»
zodat bedrijven en organisaties van elkaar kunnen leren van het thema: doorstroom
en behoud van diversiteit in de top.
Tot slot
Het is de eerste keer sinds de invoering van de wet in 2022 dat bedrijven rapporteren
aan de SER via het Diversiteitsportaal. Deze eerste resultaten zijn al enorm waardevol.
Ik ben blij met de stijgende lijn van het aandeel vrouwen in topposities in het bedrijfsleven
en de (semi)publieke sector. Het is een stap in de goede richting. Tegelijk ben ik
ook van mening dat de toename erg traag gaat en er nog te veel verschillen zijn tussen
sectoren.
Een diverse top is van groot belang voor gelijke rechten, representatie en de resultaten
van een bedrijf of organisatie. Te veel vrouwelijk talent wordt nu niet benut. Dit
kan en moet anders. Ik vind dat de top van iedere organisatie en ieder bedrijf ernaar
moet streven een afspiegeling van de samenleving te zijn. Laten we samen verder bouwen
aan een werkomgeving waar gelijke kansen voor iedereen de norm zijn – ook aan de top.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap