Brief regering : Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 11 en 12 maart jl. te Brussel
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 743
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2024
Hierbij ontvangt u het Verslag van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
van 11 en 12 maart jl. te Brussel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 11 en 12 maart jl. te Brussel
Op de agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 11 maart jl.
stonden twee beleidsdebatten, aanname van Raadsconclusies over groeiprioriteiten van
de Europese Unie en het jaarlijkse Gezamenlijk Werkgelegenheidsrapport geagendeerd.
Daarnaast werd onder any other business een punt geagendeerd over het belang van het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke
stoffen op de werkplek. Op 12 maart jl. hielden de Raad Economische en Financiële
Zaken en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid een gezamenlijke gedachtewisseling
over sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën. Ik heb de
Raad daarnaast benut om de bilaterale contacten met mijn collega-ministers aan te
halen. Verder informeer ik uw Kamer in dit Verslag over twee recent bereikte triloogakkoorden
op de EU-richtlijnen voor een Gehandicaptenkaart en een Gehandicaptenparkeerkaart,
alsmede de aankondiging van een ingelaste Formele Raad Gelijkheid op 7 mei.
Agendapunt: EU-voorstel Richtlijn verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk
(COM, 2021, 762)
In de Geannoteerde Agenda voor deze Formele Raad1 informeerde ik uw Kamer dat het Belgisch Voorzitterschap in het Coreper van 16 februari
jl. net niet voldoende steun kreeg voor het voorlopig akkoord. Ook in het Coreper
van 8 maart jl. ontbrak nog steeds de benodigde steun van één van de vier lidstaten
die het voorlopig akkoord tot dan toe niet konden steunen.
Het Belgisch Voorzitterschap had het Richtlijnvoorstel daarom geagendeerd voor een
bespreking tijdens de Formele Raad met als doel om alsnog voldoende steun te krijgen
voor het voorlopig akkoord. In de Raad lag de tekst voor waarover ik uw Kamer een
appreciatie deed toekomen op 14 februari jl.2. Tijdens de Raad konden 25 van de 27 lidstaten instemmen met het voorlopig akkoord,
waardoor er sprake was van een gekwalificeerde meerderheid.
Inzet Nederland
Mijn inzet is steeds gericht geweest op een sterk en effectief weerlegbaar rechtsvermoeden
en een (ook voor publiekrechtelijke instanties) zo effectief mogelijke uitwerking
daarvan. Ik heb me daarbij ingezet voor een effectieve richtlijn die platformwerkers
daadwerkelijk ondersteunt en duidelijkheid geeft voor werkgevenden, een verbetering
vormt ten opzichte van de bestaande situatie en bijdraagt aan een gelijk speelveld
voor bedrijven. Zoals ik aangaf in mijn appreciatie van het voorlopig akkoord ben
ik van opvatting dat het voorlopig akkoord platformwerkers beter zal beschermen dan
nu het geval is, het werkgevenden meer duidelijkheid biedt, concurrentie op arbeidsvoorwaarden
tussen platforms zal helpen tegengaan en daarmee bijdraagt aan een gelijk speelveld
tussen platforms.
Met deze richtlijn loopt de EU tevens voorop met het vaststellen van standaarden op
het gebied van algoritmisch management en dataverwerking, om zo daadwerkelijke bescherming
te bieden aan platformwerkers, zonder dat dit ten koste gaat van de duurzame ontwikkeling
van platformbedrijven.
Het akkoord is een belangrijke mijlpaal. Ik heb me de afgelopen jaren hard ingezet
om te komen tot een goed akkoord. Ik ben verheugd met het bereikte akkoord.
Vervolg
Voordat het akkoord in werking treedt, dient het Europees Parlement nog in te stemmen
met het voorlopig akkoord. De plenaire behandeling staat geagendeerd voor 24 april.
Daarna wordt de richtlijn aan de Raad voorgelegd voor formele goedkeuring. Na publicatie
van de richtlijn in het publicatieblad van de EU hebben lidstaten 2 jaar de tijd voor
implementatie. Conform de informatieafspraken zal het kabinet uw Kamer ook tijdens
de implementatiefase regelmatig informeren over de voortgang.
Agendapunt: Beleidsdebat uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten in
het kader van het Europees Semester 2024 en de toekomstige agenda op sociaal en werkgelegenheidsterrein
Het Belgisch Voorzitterschap agendeerde een beleidsdebat over de uitvoering van de
Europese pijler van sociale rechten en de toekomstige agenda op sociaal en werkgelegenheidsterrein.
Het Belgisch EU-voorzitterschap heeft aan het Werkgelegenheidscomité (Employment Committee, EMCO) en het Sociale Beschermingscomité (Social Protection Committee, SPC) gevraagd om een opinie voor te bereiden over de sociale en werkgelegenheidsprioriteiten
van de nieuwe Commissie. De comités hebben gezamenlijk een opinie voorbereid met daarin
adviezen over de toekomstige politieke prioriteiten van de EU met betrekking tot de
Europese pijler van sociale rechten.3 In de opinie wordt ook teruggeblikt op Europese initiatieven van de afgelopen jaren
in het kader van de Pijler. De opinie is aangenomen tijdens de Raad en dient als input
voor de interinstitutionele verklaring die moet worden vastgesteld tijdens een bijeenkomst
op 15 en 16 april in Terhulpen (België).
Prioriteiten voor de komende Commissieperiode die door lidstaten werden ingebracht
betroffen o.a. het versterken van grensoverschrijdende handhavingsinstrumenten, gezondheid
en veiligheid op de werkvloer inclusief de mentale gezondheid van werknemers, het
versterken van de nationale en Europese concurrentiekracht, de impact van digitalisering
op de arbeidsmarkt, de noodzaak tot het ontwikkelen van vaardigheden middels om- en
bijscholing, het belang van sociale investeringen, en het waar mogelijk beperken van
administratieve lasten voor burgers, bedrijven en overheden.
Namens Nederland heb ik de zes prioritaire thema’s genoemd die het kabinet heeft geïdentificeerd
waarbij het Europees optreden in het bijzonder van toegevoegde waarde acht en zoals
eerder met uw Kamer gedeeld4: arbeidsmigratie en grensoverschrijdende handhaving, gezond en veilig werken inclusief
de mentale gezondheid van werknemers, de impact van digitalisering op de arbeidsmarkt,
modernisering van sociale zekerheidscoördinatie, vaardigheden, en inburgering en integratie.
Daarbij kan worden voortgebouwd op de inspanningen van de Unie in de afgelopen jaren
om opwaartse sociaaleconomische convergentie en een gelijk speelveld te bevorderen.
Agendapunt: Raadsconclusies Europees Semester ASGS en JER
De Raad nam Raadsconclusies aan over de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten van
de Europese Unie (Annual Sustainable Growth Strategy, ASGS) en het jaarlijkse Gezamenlijk Werkgelegenheidsrapport (Joint Employment Report, JER).5 De conclusies roepen lidstaten op om door te gaan met de uitvoering van structurele
hervormingen omtrent bij- en omscholing, de versterking van actief arbeidsmarktbeleid,
betere arbeidsomstandigheden en de bevordering van loonontwikkelingen ten behoeve
van behoud van koopkracht. Daarnaast roept het de lidstaten op om de modernisering
van sociale zekerheidssystemen voort te zetten en armoede en sociale exclusie aan
te pakken, met name onder kinderen. Verder worden lidstaten opgeroepen om de beschikbaarheid
van betaalbare woningen te analyseren en te verbeteren.
Nederland kan zich vinden in de geschetste uitdagingen en prioriteiten in de Raadsconclusies
over de ASGS en het JER. Ook kan Nederland instemmen met het JER. Zoals uiteengezet
in de kabinetsreactie op het herfstpakket6, herkent het kabinet de hierboven genoemde prioriteiten uit het JER. Ik heb daarom
namens Nederland ingestemd met aanname van de Raadsconclusies.
Agendapunt: Kernboodschappen van het Werkgelegenheidscomité over de uitvoering van
de aanbeveling van de Raad over «Een brug naar banen – Versterking van de jongerengarantie»
De Raad stemde in met de kernboodschappen van het Werkgelegenheidscomité over de uitvoering
van de aanbeveling van de Raad over «Een brug naar banen – Versterking van de jongerengarantie».
Deze kernboodschappen zijn opgesteld door het Werkgelegenheidscomité (Employment Committee, EMCO) naar aanleiding van de evaluatie van de uitvoering van de versterking van
de jongerengarantie door de EMCO Policy Analysis Group (EMCO PAG) in november 2023. De versterkte jongerengarantie draagt eraan bij dat
de ondersteuning van jongeren in de EU-lidstaten op de agenda blijft en biedt landen
concrete handvatten om invulling te geven aan hun ondersteuningsaanbod. De Raadsaanbeveling
houdt voldoende rekening met de nationale, regionale en lokale omstandigheden in lidstaten.
Nederland kent het laagste NEETs cijfer7 en jeugdwerkloosheidcijfer in Europa. De nationale decentrale aanpak van het sociale
domein wordt in dit kader door de Europese Commissie verwelkomd.
Any other business-punt – over het belang van het vaststellen van grenswaarden voor
gevaarlijke stoffen op de werkplek
Op de agenda van de Formele Raad is een agendapunt toegevoegd over een brief over
het belang van het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek.
Deze brief is een initiatief van Denemarken en Nederland en medeondertekend door twaalf
andere lidstaten: Cyprus, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Luxemburg,
Portugal, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden. Tijdens de Raad sprak ook Griekenland
steun uit voor het initiatief. De brief roept de Commissie op om het proces voor het
vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek te versnellen
om de gezondheid van werknemers beter te beschermen. De brief onderstreept dat dit
een gebied is waarop de EU een duidelijke toegevoegde waarde heeft, en erkent dat
er aanzienlijke vooruitgang is geboekt, maar signaleert dat er nog steeds een groot
aantal stoffen is waarvoor op EU-niveau geen grenswaarden bestaan. De brief roept
op tot het vergroten van de capaciteit van de instanties om wetenschappelijke adviezen
voor te bereiden. Ook doen lidstaten het aanbod om de Commissie op vrijwillige basis
te ondersteunen met wetenschappelijke informatie.
De brief sluit daarmee goed aan bij de prioriteiten die Nederland uiteengezet heeft
voor de volgende Commissieperiode.8 Tijdens de Raad van december 2022 heb ik reeds aandacht gevraagd voor dit onderwerp.
In mijn interventie in de afgelopen Raad heb ik, langs de lijnen van de brief, nogmaals
het belang benadrukt van de vaststelling van grenswaarden om een gelijk speelveld
tussen lidstaten en bedrijven te creëren en werkenden in de Unie beter te beschermen.
Agendapunt: Sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën
De Raad Economische en Financiële Zaken en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
hielden een gezamenlijke gedachtewisseling over sociale investeringen en hervormingen
voor veerkrachtige economieën. Voorafgaand aan de vergadering was door het voorzitterschap
een nota verspreid met daarin ook enkele vragen om daarmee de gedachtewisseling te
bevorderen.9
De Ministers bespraken het effect van sociale hervormingen en investeringen op de
economische groei, het concurrentievermogen en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.
Nagenoeg alle sprekers onderstreepten dat sociale hervormingen en investeringen hand
in hand gaan en complementair zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat in de landenspecifieke
aanbevelingen van de Commissie reeds veel aandacht is voor sociaal beleid en het samenspel
van sociaal beleid met financieel beleid. Hervormingen en investeringen maken bovendien
onderdeel uit van de Herstel- en Veerkrachtplannen van alle lidstaten. Een aantal
lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte dat sociale hervormingen en investeringen
hand in hand moeten gaan met houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast spraken lidstaten
brede steun uit om het effect van sociale investeringen te meten en monitoren met
impact assessments. Daarbij benoemden enkele lidstaten wel dat het lastig kan zijn
om dit effect te kwantificeren. Nederland bracht verder in dat het constructief delen
van kennis over goede voorbeelden van effectieve sociale investeringen en de uitwerking
daarvan op de productiviteit, concurrentievermogen en economische groei van belang
is. Daarbij onderstreepte Nederland de meerwaarde van activerende arbeidsmarktmaatregelen,
om-, her- en bijscholingsmaatregelen en kinderopvangvoorzieningen.
Veel aanwezigen gaven in het gesprek voorbeelden van recente werkgelegenheids- en
sociale hervormingen in hun land die hebben bijgedragen aan een groter groeipotentieel
van hun economieën. Daarnaast werd gereflecteerd op de manier waarop de samenwerking
tussen de werkstromen van de Raad Economische en Financiële Zaken en de Raad Werkgelegenheid
en Sociaal Beleid verder kan worden verbeterd. Doel van deze verbeterde samenwerking
is om de impact van sociale investeringen en hervormingen op de economische groei,
de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de sociale cohesie in de context van
het Europees Semester beter te kunnen beoordelen.
Meerdere lidstaten toonden zich voorstander van het ontwikkelen van vrijwillige richtlijnen
waarmee sociale investeringen nader kunnen worden gedefinieerd. Tegelijkertijd gaf
een aantal lidstaten expliciet aan tegenstander te zijn van Raadsconclusies over dit
onderwerp.
EU-informatievoorziening
Voorlopig politiek akkoord richtlijnvoorstellen EU-Gehandicaptenkaart en EU-gehandicaptenparkeerkaart,
inclusief voor personen uit derde landen
Dit dossier valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. Op 8 februari jl. werd een voorlopig politiek akkoord bereikt over
de invoering van de Europese gehandicaptenkaart en de Europese gehandicaptenparkeerkaart.
Ik ben tevreden met het onderhandelingsresultaat. Het resultaat van de onderhandelingen
is in lijn met de kabinetsinzet zoals geformuleerd in het BNC-fiche10. Met de implementatie van deze richtlijn wordt het voor Europese burgers met een
handicap makkelijker om binnen de Unie te reizen en daarbij gebruik te maken van faciliteiten
voor personen met een handicap. Daarbij zijn er afspraken gemaakt voor een ruime implementatietermijn
van dertig maanden en komt er een brede Europese campagne om beide kaarten onder de
aandacht te brengen. Op 16 februari jl. stemde Coreper in met het akkoord.
Daarnaast werd op 4 maart jl. een voorlopig politiek akkoord bereikt over het uitbreidingsvoorstel
van de richtlijn voor personen uit derde landen. Dit voorstel werd op 31 oktober 2023
door de Europese Commissie gepubliceerd. Ook hier ben ik tevreden met het onderhandelingsresultaat,
dat in lijn is met de standpunten zoals genoemd in een eerdere brief aan uw Kamer11. Het is duidelijk geworden welke personen uit derde landen onder de reikwijdte van
de richtlijn vallen. Personen die door middel van een Visum Kort Verblijf binnen de
Schengenzone verblijven, vallen niet onder de richtlijn. Ook is helder gemaakt dat
asielzoekers of personen die worden uitgezet niet onder de reikwijdte van de richtlijn
zullen vallen. Op 15 maart jl. stemde Coreper in met het akkoord.
Na publicatie van de richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben lidstaten
dertig maanden de tijd om de nieuwe regels te implementeren in nationale wetgeving.
Formele Raad Gelijkheid, 7 mei te Brussel
Het Belgisch EU-Voorzitterschap organiseert op 7 mei aanstaande een Formele Raad Werkgelegenheid
en Sociaal Beleid, met als thema Gelijkheid. Het Voorzitterschap heeft het EU-Richtlijnvoorstel
Gelijke Behandeling buiten Arbeid (artikel 19, Verdrag betreffende de Werking van
de Europese Unie) ter stemming geagendeerd. De Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties is beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor dit dossier. Het richtlijnvoorstel
stamt uit 2008 en ligt vanwege de vereiste unanimiteit in de Raad sindsdien vast vanwege
de blokkade van enkele lidstaten. Het Voorzitterschap agendeert het richtlijnvoorstel
omdat het krachtenveld zich richting de vereiste unanimiteit lijkt te bewegen. Nederland
heeft zich afgelopen jaren positief opgesteld tegenover het richtlijnvoorstel, zoals
ook gedeeld met uw Kamer in de Geannoteerde Agenda’s van de afgelopen jaren.12 Uw Kamer ontvangt in aanloop naar deze Raad op 10 april a.s. een Geannoteerde Agenda,
waarin het kabinet haar positie ten opzichte van het door het Voorzitterschap voorgelegde
tekst zal toelichten. Het Voorzitterschap publiceert deze tekst naar verwachting in
de komende weken via het Delegates Portal, waartoe uw Kamer toegang heeft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid