Brief regering : Onderzoek niet-fiscale taken digitaliseren en overdragen registratie onderhandse akten
33 406 Wijziging van de Registratiewet 1970 en enige andere wetten in verband met de invoering van de elektronische registratie van notariële akten en de gedeeltelijke afschaffing van de registratie van onderhandse akten (Wet elektronische registratie notariële akten)
Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
In de kabinetsreactie op het evaluatieonderzoek van de Wet elektronische registratie
                  notariële akten van 15 december 2020 heeft mijn ambtsvoorganger, mede namens de toenmalige
                  Minister voor Rechtsbescherming en de toenmalige Staatssecretaris van Economische
                  Zaken en Klimaat, aangekondigd te onderzoeken of de twee in de Registratiewet 1970
                  aan de Belastingdienst opgedragen niet-fiscale taken nog passend zijn bij het takenpakket
                  van de Belastingdienst.1 Dit betreft de registratie van onderhandse akten en het toezicht op de registratie
                  van notariële akten. Het onderzoek naar de vragen rondom de tweede taak zullen binnenkort
                  worden afgerond en daarover wordt uw Kamer dan geïnformeerd. Wat betreft de eerstgenoemde
                  taak is duidelijk geworden dat dit een niet-fiscale taak is. Daarop zijn gesprekken
                  gevoerd met de Kamer van Koophandel en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
                  (KNB) om de mogelijkheid te verkennen om de registratie bij één van die organisaties
                  onder te brengen. Naar aanleiding van deze gesprekken heb ik onderzoek laten doen
                  naar het digitaliseren en overdragen van de registratie onderhandse akten aan deze
                  organisaties. Graag bied ik u het onderzoeksrapport van Berenschot en VKA aan.
               
Niet-fiscale taken
Niet-fiscale taken vallen buiten de kerntaken van de Belastingdienst en kosten ICT-
                  en personele capaciteit. Capaciteit die hard nodig is om fiscale taken uit te voeren.
                  Daarom wil de Belastingdienst zich op zijn kerntaken concentreren. Voor nieuwe niet-fiscale-taken
                  geldt het principe «nee, tenzij». Dit principe wordt sinds 2020 toegepast. Dit houdt
                  in dat alleen in het geval dat de Belastingdienst over unieke kennis, infrastructuur
                  of data beschikt de organisatie kan worden aangewezen om bij te dragen aan de oplossing
                  van een maatschappelijk vraagstuk. De Belastingdienst kijkt ook kritisch naar bestaande
                  niet-fiscale taken en of deze taken elders kunnen worden ondergebracht. Een van deze
                  taken is de hiergenoemde registratie van onderhandse akten. Met dit onderzoek wordt
                  een stap gezet, om niet-fiscale taken daar waar mogelijk buiten de Belastingdienst
                  te beleggen.
               
Onderzoeksresultaten en aanbevelingen
Het registratie onderhandse akten proces (ROA) biedt de mogelijkheid voor met name
                  banken en kredietverstrekkers om een onderhandse akte met pandrecht te laten registreren
                  voor hun financiële dienstverlening aan ondernemingen. De registratie heeft een functie
                  in het economisch en juridisch verkeer. Ook particulieren kunnen gebruikmaken van
                  de registratie.
               
Huidig proces
Op dit moment registreert de Belastingdienst onderhandse akten. Dit gebeurt fysiek.
                  De Belastingdienst geeft een datumstempel waarmee is aangegeven dat de akte in goede
                  orde is aangekomen. De papieren akte wordt ingevoerd in de ROA-applicatie. Na goedkeuring
                  wordt een officiële ontvangstbevestiging opgesteld. Vervolgens wordt de akte geregistreerd
                  en geëtiketteerd. De Belastingdienst verstuurt de akte per post terug naar de aanbieder.
               
Digitalisering
De onderzoekers concluderen dat digitalisering goed mogelijk is en dat het de efficiëntie
                  van het proces sterk verhoogt. Op basis van architectuurprincipes kan de uitvoerder
                  het proces zodanig vormgeven dat het nieuwe proces tegemoetkomt aan de belangrijkste
                  eisen en wensen van de stakeholders.
               
Uitgangspunt is het borgen van de huidige functionaliteit in het nieuwe digitale proces
                  en het benutten van technologische standaarden en bestaande overheidsvoorzieningen.
               
Voordat een gedigitaliseerd proces in werking kan treden zijn wetswijzigingen nodig.
                  Een samenvatting van alle aanpassingen is in het rapport te vinden.
               
In de praktijk is vooral de registratiedatum van pandakten van belang. Eén of meerdere
                  partijen in de akte kunnen een gemachtigde, zoals een advocatenkantoor, de bevoegdheid
                  geven om de registratie van akte te raadplegen in geval van onenigheid.
               
Onderbrengen alternatieve uitvoerder
Het rapport geeft een mooie aanzet en voldoende aanknopingspunten om tot gewogen beleidskeuzes
                  te komen. Ik ga over de uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen in gesprek
                  met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Economische Zaken
                  en Klimaat. Daaruit zal volgen wie het proces van registratie van onderhandse akten
                  in de toekomst gaat uitvoeren en hoe het vervolgproces eruit gaat zien.
               
Uw Kamer wordt voor het einde van dit jaar over de uitkomsten geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën