Brief regering : Voortgangsrapportage van de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023-2030: “Samen zorgen voor gezondheid wereldwijd”
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN MEDISCHE
ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2024
Op 21 maart 2024 heeft uw Kamer een commissiedebat gepland over de Nederlandse mondiale
gezondheidsstrategie 2023–2030: «Samen zorgen voor gezondheid wereldwijd» (MGS). Ten
behoeve van dit CD heeft uw Kamer verzocht u schriftelijk te informeren over de voortgang
van de implementatie van de MGS sinds de lancering in oktober 2022. Met deze brief
komen wij tegemoet aan dit verzoek.
Het kabinet is zich bewust van de blijvende noodzaak te investeren in mondiale gezondheid
en in sterke gezondheidssystemen wereldwijd. Investeringen nu, voorkomen veel hogere
kosten later. Investeringen nu redden levens ver weg en in Nederland. De Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) waarschuwde in 2023 al dat het niet zozeer de vraag is of, maar wanneer nieuwe
ziekte-uitbraken plaats zullen vinden. Dat kunnen nieuwe ziektes zijn of bestaande
ziektes zoals malaria en dengue die oprukken als gevolg van klimaatverandering of
een uitbraak van mazelen door vaccinatieachterstanden.
De COVID-19 pandemie heeft laten zien dat het welzijn en de gezondheid van de Nederlandse
bevolking onlosmakelijk verbonden zijn met ontwikkelingen in de rest van de wereld.
Het werd duidelijker dan ooit dat we het in Nederland nog zo goed kunnen regelen,
maar ziektes niet aan de grens stoppen. Gezondheidsdreigingen raken niet alleen onze
gezondheid, maar ook onze welvaart, welzijn en handelsstromen. We zijn daarbij zo
sterk als de zwakste schakel. Daarom heeft Nederland belang bij een adequate aanpak
van de mondiale uitdagingen op het gebied van gezondheid.
Het bevorderen van internationale samenwerking in de gezondheidssector biedt aanzienlijke
voordelen voor Nederland. Door gezamenlijk met andere landen op te treden bij wereldwijde
gezondheidskwesties en middelen optimaal te benutten, vergroten we de veerkracht van
ons gezondheidssysteem. Het delen van informatie en expertise met andere landen biedt
toegang tot een bredere kennisbasis en innovaties. Ook versterkt deze samenwerking
onze relaties met andere landen, waarbij wederkerigheid het uitgangspunt is.
Investeringen in het versterken van gezondheidssystemen in andere landen en het inzetten
van Nederlandse expertise om de toegang tot basisgezondheidszorg en seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten (SRGR) te verbeteren, dragen bij aan de wereldwijde gezondheid,
stabiliteit en welvaart in het zuiden. Ook levert het directe voordelen op voor de
gezondheid en welvaart in Nederland. In een wereld die steeds meer verbonden is, is
het terugdringen, voorkomen en behandelen van ziekten zoals hiv en tuberculose (tbc),
en de strijd tegen antimicrobiële resistentie (AMR), cruciaal voor zowel mondiale
als nationale gezondheid. Het is alleen mogelijk om de mondiale en nationale gezondheid
te bevorderen als bovengenoemde gezondheidsuitdagingen in onderlinge samenhang worden
aangepakt.
Nederland, met zijn rol als belangrijke donor en expertise in zowel de publieke sector
als de Life, Sciences and Health (LSH)-sector, heeft veel te bieden. Door internationale samenwerking dragen we bij
aan het vinden van oplossingen voor gedeelde maatschappelijke vraagstukken, en stimuleren
we de export van Nederlandse medische technologie, geneesmiddelen en expertise. Hiermee
versterken we onze positie in internationale gezondheidsorganisaties en fora, waar
geopolitieke belangen steeds zwaarder wegen. De internationale erkenning van Nederlandse
kennis en expertise op het gebied van mondiale gezondheid is een waardevol instrument
ter bevordering van onze buitenlandse betrekkingen.
Een strategische inzet, duidelijke prioriteiten en het versterken van nationale en
internationale samenwerking en coördinatie zijn cruciaal voor de uitvoering van de
Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023–2030. Vanwege ombuigingen op de BHOS
begroting en krappere financiële ruimte was de opschaling van deze internationale
inzet beperkter dan oorspronkelijk voorzien. Desalniettemin zijn op alle drie de prioriteiten
stappen gezet en initiatieven genomen, zoals bijvoorbeeld in het versterken van de
gezondheidsarchitectuur, om pandemisch paraat te staan, zorgsystemen klimaatbestendig
te maken en gelijke toegang voor iedereen te kunnen waarborgen.
De komende jaren streeft het kabinet ernaar de gestarte initiatieven verder te brengen
en de Nederlandse betrokkenheid binnen de verschillende Europese en internationale
fora te intensiveren. Dat doen we om de volksgezondheid in Nederland te beschermen
en om als betrouwbare en deskundige partner bij te dragen aan mondiale uitdagingen
en doelstellingen. Deze brief biedt een beknopt overzicht van stappen die zijn gezet
sinds oktober 2022.
Prioriteit 1: Het versterken van de mondiale gezondheidsarchitectuur en nationale
gezondheidssystemen
De huidige mondiale gezondheidsarchitectuur, door de COVID-19 pandemie blootgesteld
als gefragmenteerd en ontoereikend, vereist dringend versterking met verbeterde internationale
coördinatie, multilaterale samenwerking en duurzame financiering om effectiever en
duurzamer gezondheidsuitdagingen aan te pakken.
Speerpunt 1: Internationale coherentie en multilaterale samenwerking
Verbeterde samenwerking tussen Internationale fondsen
Nederland draagt bij aan verschillende mondiale gezondheidsfondsen zoals Gavi the Vaccines Alliance, de Global Financing Facility for Women, Children and Adolescents (GFF) en het Pandemic Fund en het Global Fund to Fight AIDS, TB and Malaria (Global Fund). Deze initiatieven spelen, in samenspel met VN-organisaties als de WHO,
UNFPA, UNICEF en UNAIDS een belangrijke rol in het bevorderen van de wereldwijde gezondheid.
Zo ondersteunt Gavi in ruim 60 landen lokale overheden bij het bereiken van alle kinderen
onder 5 jaar met immunisatie tegen dodelijke infectieziektes, zoals mazelen en polio.
Sinds de oprichting in 2000 zijn 1 miljard kinderen bereikt met levensreddende vaccins
en daarmee 17,3 miljoen sterfgevallen voorkomen.
Nederland heeft afgelopen jaar de bijdragen aan verschillende fondsen verhoogd en
haar invloed in de verschillende bestuursraden ingezet om onderlinge samenwerking
tussen deze organisaties te versterken ten behoeve van internationale coherentie.
Dit is een voorwaarde voor een meer effectieve mondiale gezondheidsarchitectuur en
hier zijn afgelopen jaar stappen in gezet. Het coherent laten optrekken van mondiale
gezondheidsfondsen is essentieel voor een effectieve, efficiënte en duurzame aanpak
van gezondheidsuitdagingen in landen en wereldwijd. Dit draagt bij aan de algehele
welvaart en veiligheid van Nederland. Zo hebben Gavi en het Global Fund intensief samengewerkt aan de introductie van een nieuw malariavaccin in ruim 20
landen in Afrika. In Mozambique en Pakistan werken Gavi en het GFF nu samen om kinderen
onder de vijf jaar te bereiken die nog niet gevaccineerd zijn.
Centrale rol van de WHO
Tijdens de bestuursvergaderingen van de WHO en de World Health Assembly (WHA) pleitte
Nederland met succes voor een verhoging van de verplichte bijdrage door lidstaten.
Hierdoor wordt de WHO minder afhankelijk van de grote donoren en geoormerkte bijdragen.
Dit is essentieel voor een slagkrachtige, coördinerende en normatieve rol voor de
WHO binnen de mondiale gezondheidsarchitectuur. Om dit verder te ondersteunen heeft
het kabinet de ongeoormerkte vrijwillige bijdrage (2022 tot 2026) jaarlijks met 5
miljoen euro verhoogd en het Partnerschapsprogramma met de WHO tot en met 2028 verlengd.
Ook maakt Nederland zich sterk voor het borgen van de centrale rol van de WHO bij
de oprichting van nieuwe gezondheidsinitiatieven, zoals het Pandemic Fund en het nog af te ronden pandemieakkoord.
Speerpunt 2: Verbeterde toegang tot primaire gezondheidszorg en Seksuele en Reproductieve
Gezondheid en Rechten (SRGR)
In focuslanden
Nog steeds sterven wereldwijd 800 vrouwen per dag onnodig als gevolg van zwangerschappen
en bevallingen. Onveilige abortus is een belangrijke oorzaak hiervan. De zorg rond
seksualiteit, zwangerschap en geboorte is een belangrijk aspect van basisgezondheidszorg
en vaak de aanleiding dat mensen voor het eerst in een kliniek komen. Dit is daarom
ook het moment waarop zij gevaccineerd kunnen worden of gediagnosticeerd met (infectie-)ziekten.
Toegang tot basisgezondheidszorg, inclusief SRGR, draagt bij aan het terugdringen
van moedersterfte, lagere kindersterfte, maar ook aan het tegengaan van infectieziekten
en pandemieën. Nederland bouwt hierbij voort op decennia aan ervaring, expertise en
samenwerkingsverbanden op het terrein van SRGR. Denk hierbij aan de SRGR-partnerschappen
onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (2021–2025).
Het kabinet hecht eraan dat investeren in basisgezondheidszorg en SRGR gebeurt in
nauwe samenwerking met nationale overheden, autoriteiten, en lokale partners. Alleen
dan kan goed recht worden gedaan aan de lokale context. Daarom heeft het kabinet hiervoor
extra beschikbare middelen ingezet via de Nederlandse ambassades in 9 focuslanden.1 In Burkina Faso werkt Nederland bijvoorbeeld samen met internationale en lokale partners
om capaciteit van lokale klinieken te versterken en de kwaliteit van SRGR diensten
te verbeteren. Kennis over dienstverlening wordt vergroot zodat meer vrouwen naar
een kliniek komen voor pre natale zorg, veilige bevallingen, voorbehoedsmiddelen en
informatie. Om de toegang tot anticonceptie te verbeteren heeft Nederland de samenwerking
met UNFPA Supplies voor de komende vijf jaar verlengd.
De Nederlandse inzet op het terrein van SRGR is gestoeld op afspraken die landen zelf
zijn aangegaan, zoals de Programme of Action of the International Conference on Population and Development
en wordt uitgevoerd binnen de kaders van het internationaal recht, de nationale SRGR
wetgeving van het betreffende land en conform richtlijnen van de WHO.
Met internationale partners
Om de basisgezondheidszorg en SRGR te versterken, werkt Nederland samen met ervaren
internationale partnerorganisaties die expertise hebben en een bewezen trackrecord.
Het gaat daarbij om de VN, internationale ngo’s en eerder genoemde mondiale gezondheidsfondsen.
Dit verhoogt onze slagkracht, efficiëntie en geeft schaalvoordelen waardoor meer vrouwen,
meisjes en jongeren bereikt worden.
Een belangrijke partner om de doelstellingen in de MGS te bereiken is de GFF dat zich
richt op het verbeteren van basiszorg aan vrouwen, kinderen en jongeren in lage- en
middeninkomenslanden. Het kabinet heeft zijn bijdrage aan het GFF verhoogd naar 90
miljoen euro voor de periode 2023–2025. Nederland is co-host van de replenishment campagne van de GFF om voldoende financiering aan te trekken. De aanvullende bijdrage
van Nederland droeg bij aan een toename van het aantal veilige bevallingen in gezondheidscentra
met 22 procent in Ethiopië en met 27 procent in Burkina Faso.
Nederland zet zich met internationale partners ook onverminderd in voor het wereldwijd
terugdringen van nieuwe hiv-infecties. Dit is ook belangrijk voor Nederland. HIV muteert
snel en alhoewel de huidige behandeling nog steeds effectief blijkt, kan dat in de
toekomst veranderen. Het kabinet heeft via het Global Fund, de WHO, UNAIDS en Aidsfonds bijgedragen aan het terugdringen van nieuwe hiv-infecties
naar 1.3 miljoen in 2022. Het kabinet heeft bijdragen aan die organisaties significant
verhoogd.
Gezondheid in humanitaire crises (Oekraïne)
De vele (acute) crises nopen het kabinet ook tot aanvullende inzet, om de toegang
tot primaire gezondheidszorg en SRGR ook in die omstandigheden te garanderen. Dit
geldt bijvoorbeeld voor Oekraïne, waarvoor Nederland in 2022–2023 in totaal 27 miljoen
euro vrijmaakte voor de WHO, het GFF, UNFPA en UNAIDS om toegang tot basis gezondheidszorg
en essentiële diensten. Het gaat dan om het leveren van medische hulpmiddelen (zoals
apparatuur) en medicijnen, renovatie van verwoeste gezondheidscentra en het waarborgen
van toegang tot SRGR met in het bijzonder aandacht voor slachtoffers en overlevenden
van seksueel en gender gerelateerd geweld.
Prioriteit 2: Het verbeteren van internationale pandemische paraatheid en minimaliseren
van grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen
Het versterken van pandemische paraatheid, in lijn met internationale inspanningen
zoals de WHO-richtlijnen en Health Emergency Preparedness and Response (HERA) van
de EU, vereist verbetering van de wereldwijde respons op toekomstige pandemieën door
het bevorderen van nationale capaciteit voor monitoring, surveillance, tijdige gegevensdeling,
en gegarandeerde wereldwijde toegang tot essentiële medische producten, zoals geïllustreerd
door de uitdagingen die zichtbaar werden tijdens de COVID-19 pandemie.
Pandemieakkoord
De 194 landen die lid zijn van de WHO concludeerden in 2021 dat de wereld onvoldoende
was voorbereid op de Covid-19 pandemie en dat versterking van de internationale samenwerking
noodzakelijk is. Deze versterking moet gericht zijn op het detecteren van nieuwe gezondheidsbedreigingen,
en ook op het borgen van productie en distributie van medische producten tijdens een
crisis. Daarom wordt sinds begin 2022, met covoorzitters uit Nederland en Zuid-Afrika,
door lidstaten onderhandeld over een nieuw pandemie-instrument ter versterking van
de preventie, paraatheid en respons bij toekomstige pandemieën. Met het pandemieverdrag
willen de WHO-leden ook de naleving van afspraken, coördinatie en samenwerking verbeteren,
onder meer door betere rapportage. Deze onderhandelingen moeten in mei 2024 worden
afgerond. Nederland zet hierbij in op het versterken van de monitorings- en surveillancecapaciteit,
verbeterde datadeling en gelijke toegang tot, en betaalbaarheid van essentiële medicijnen,
vaccins en gezondheidsproducten («equity»).
Speerpunt 1: Wereldwijde toegang tot medicijnen en gezondheidsproducten
Lokale productie
De COVID-19 pandemie heeft de zwakte blootgelegd in het huidige mondiale systeem van
beperkte productiefaciliteiten en aanvoerlijnen voor medische producten en hun grondstoffen.
Het versterken van regionale en lokale productie is daarom hoog op de internationale
agenda komen te staan.
De EU zet in op het bijdragen aan gezondheidsdoelstellingen van de Afrikaanse Unie
(AU), zoals het toewerken naar productie van 60 procent van de benodigde vaccins op
het Afrikaanse continent. Door het verbeteren van de productiecapaciteit in Afrika
wordt het risico op tekorten verkleind en zijn bijvoorbeeld vaccins of diagnostica
ook daar eerder beschikbaar waardoor uitbraken tijdig kunnen worden ingedamd. Nederland
draagt bij aan Team Europe-initiatief om lokale productie te stimuleren en de betrokkenheid
van de private sector in Afrika te versterken.
Nederland speelt internationaal een aanjagende rol op het terrein van lokale productie
en was in november 2023 gastland van het eerste fysieke World Local Production Forum (WLPF). Nederland heeft het forum als nieuw en noodzakelijk mondiaal platform gelanceerd.
Tijdens het WLPF is kennis uitgewisseld tussen autoriteiten uit het mondiale noorden
en zuiden, de private sector, kennisinstellingen en ngo’s, over de verschillende elementen
van het ecosysteem die noodzakelijk zijn voor het duurzaam realiseren van lokale en
regionale productie. Van een goed ondernemersklimaat, tot technologieoverdracht en
geschoold personeel. Het WLPF bracht meer dan 850 deelnemers samen vanuit verschillende
sectoren. Om vervolg te geven aan deze discussies zijn aanbevelingen opgesteld.2
Publiek private samenwerking
Het kabinet zet zich ook in voor innovatieve oplossingen en publiek-private samenwerking
om toegang tot geneesmiddelen te vergroten. Nederland investeert daartoe in Product
Development Partnerschappen (PDPs). Met de PDP’s investeert Nederland in publiek-private
samenwerking die bijdraagt aan het ontwikkelen van producten zoals vaccins, medicijnen
en diagnostica, die bijdragen aan armoede gerelateerde (en verwaarloosde) ziektes.
Zo wordt extra bijgedragen aan het vergroten van toegang tot producten op het terrein
van o.a. hiv/aids, tropische ziekten en AMR.
Bijdragen aan internationale fondsen en initiatieven
Pandemische paraatheid – in Nederland en elders – vraagt om grote investeringen en
internationale samenwerking. Daarom steunt Nederland een aantal grote internationale
fondsen en initiatieven met als doel een gecoördineerde en coherente aanpak op het
gebied van diagnostiek, behandelingen, vaccins, en het waarborgen van eerlijke toegang
tot deze middelen wereldwijd. Het kabinet schaalde de samenwerking met de Coalition for Epidemic Preparedness Innovation (CEPI) en het Pandemic Fund op. Het Pandemic Fund is opgericht in 2022 om de wereld beter voor te bereiden op een nieuwe pandemie.
De eerste subsidies zijn inmiddels verleend voor projecten in 37 landen die bijdragen
aan het versterken van capaciteit van vroegtijdige waarschuwingssystemen, laboratoriumsystemen
en gezondheidswerkers.
Speerpunt 2: Versterkte internationale inzet op antimicrobiële resistentie (AMR) en
zoönosenbeleid
Eén van de belangrijke wereldwijde bedreigingen voor de volksgezondheid is AMR, wat
door de WHO the silent pandemic wordt genoemd. Nederland kan het ontstaan en de verspreiding van AMR niet eigenhandig
beperken en nationale maatregelen zijn niet afdoende. Door Nederland te positioneren
als proactieve vernieuwer, voorvechter en verbinder beogen we internationaal gecoördineerd
en coherent samen te werken aan AMR met een One Health focus. Dit is het afgelopen jaar gedaan door middel van onze actieve bijdrage op
strategische internationale fora en overleggen en door middel van onze ondersteuning
aan de internationale initiatieven van de WHO en de Quadripartiete organisaties.
Daarnaast financieren we de ontwikkeling en implementatie van nationale actieplannen
tegen AMR in ontwikkelingslanden middels het Antimicrobial Resistance Multi-Partner Trust Fund, dat mede door Nederland werd opgericht, en werken we in EU-verband aan de gezamenlijke
aanpak via de tweede Joint Action on AMR (JAMRAI-2).
De High Level Meeting on AMR tijdens de High Level Week van de Algemene Vergadering van de VN in september 2024 zal Nederland benutten om
internationale doelen op AMR, zoals de One Health benadering en structurele financiering voor AMR, te verankeren in een politieke verklaring.
In het «nationaal actieplan versterken zoönosebeleid» wordt tevens aangesloten bij
het One Health-initiatief.3 De focus hierbij ligt op het behouden van de zoönose-aanpak op de internationale
agenda.
Prioriteit 3: Het adresseren van de impact van klimaatverandering op volksgezondheid
en vice versa
Het is essentieel om de komende jaren over te stappen naar het voorkomen van grensoverschrijdende
gezondheidsrisico’s en pandemieën door de onderliggende oorzaken aan te pakken, met
een brede, integrale benadering die rekening houdt met planetaire crises zoals klimaatverandering,
biodiversiteitsverlies en vervuiling, omdat deze groeiende dreigingen vormen voor
de mondiale en Nederlandse volksgezondheid.
Speerpunt 1: Internationale verduurzaming en klimaatbestendig maken van de zorg
Multilaterale inzet
De effecten van klimaatverandering hebben gevolgen voor zowel mondiale gezondheid
als de volksgezondheidsituatie in Nederland, waaronder door hittegolven, tekorten
aan water, verspreiding van infectieziekten, toenemende resistente ziekteverwekkers
en verslechtering van voedselzekerheid en voedselveiligheid. Extreme weersomstandigheden,
overstromingen en bosbranden zorgen voor een overbelasting van gezondheidssystemen
en belemmeren de toegang tot en het functioneren van de gezondheidszorg. Tegelijkertijd
draagt de gezondheidszorg wereldwijd significant bij aan klimaatverandering en daarmee
aan de patiënten van de toekomst.
Omdat die impact van klimaatverandering op de gezondheid en vice versa nog niet breed
herkend en erkend wordt, heeft Nederland afgelopen jaar een agenda-zettende rol gespeeld
in internationale fora. Tijdens de WHA in mei van dit jaar zal door Nederland en Peru
een resolutie over klimaatverandering en gezondheid worden voorgelegd. De WHO wordt
hierin gevraagd rekening te houden met de impact van klimaatverandering in al haar
programma’s en een actieplan te ontwikkelen. Lidstaten worden opgeroepen nationale
adaptatie- en mitigatieplannen op te stellen. Binnen de EU dringt Nederland aan op
mondiale actie op dit gebied.
Bilaterale inzet
Ook in bilaterale betrekkingen met bijvoorbeeld de VS, China en India heeft Nederland
een speerpunt gemaakt van samenwerking op dit terrein. Binnen het nieuwe Global Health Partnerships Programma (GHPP) wordt met China samengewerkt op het vlak van «green hospital development». Voor deze samenwerking wordt gebruik gemaakt van Nederlandse ervaringen met verduurzaming
van de zorg, waaronder via de Green Deal «Samen werken aan Duurzame Zorg». In Ethiopië
worden lokale gezondheidsautoriteiten ondersteund bij het ontwikkelen van plannen
ter voorbereiding op de toename van ondervoede kinderen in klinieken ten tijde van
droogte.
Internationale fondsen
Met Nederlandse steun aan partnerorganisaties zoals UNICEF, Gavi, GFF, het Global
Fund, UNDP en Energising Development (EnDev), zijn duizenden gezondheidsinstellingen in lage inkomenslanden voorzien van
zonne-energiesystemen. Dit maakt het mogelijk om onafhankelijk van het vaak haperende
en vervuilende nationale elektriciteitsnet bijvoorbeeld vaccins koel te bewaren en
medische instrumenten te steriliseren. Ook heeft Nederland met succes bij multilaterale
organisaties gepleit voor het verminderen van de klimaatvoetafdruk van toeleveringsketens.
Zo heeft het Global Fund belangrijke stappen gezet in het verminderen van verpakkingsmateriaal
voor medische producten.
Speerpunt 2: Internationale actie op klimaat, water en voedsel
Multilaterale inzet
Toegang tot schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH), en gezonde
voeding zijn belangrijke factoren voor een goede gezondheid van alle mensen, maar
staan als gevolg van klimaatverandering onder druk. Daarnaast is toegang tot schone,
duurzame en betaalbare energie nauw verbonden met gezondheid. In de Water Actie Agenda
van de VN-2023-Waterconferentie waarvan Nederland co-host was, zijn diverse commitments en initiatieven op WASH opgenomen.4 Het belang van schoon drinkwater en gezondheid is hier op politiek niveau onderstreept.
Om de behaalde resultaten verder te brengen is Nederland door Brazilië uitgenodigd
om dit jaar deel te nemen aan de G20 Development Working Group on Water, Sanitation and Hygiene.
Internationale fondsen
Nederland investeert in een gezonde leefomgeving door 100 miljoen mensen in ontwikkelingslanden
te helpen met toegang tot oplossingen voor schoon koken en elektriciteit op basis
van hernieuwbare energie. Hiertoe heeft Nederland in 2023 de bijdrage aan enkele succesvolle
programma’s verhoogd, te weten: het Energising Development partnerschap, het Access to Energy Fund van FMO en de hernieuwbare energiesamenwerking met de Wereldbank.
Versterkte intersectorale samenwerking
Om de Nederlandse mondiale gezondheidssector bij de implementatie van de strategie
te betrekken heeft het kabinet in september 2023 de Dutch Global Health Hub (GHH) gelanceerd. De Hub verenigt relevante Nederlandse actoren en sectoren, zoals
kennisinstituten en -platforms, academici, ngo’s, topsectoren, jongeren, vernieuwers
en denktanks en de overheid zelf op het gebied van mondiale gezondheid. Tijdens de
lancering hebben 27 partners het Global Health Pact ondertekend voor het verbeteren van mondiale gezondheid. Inmiddels is de hub gegroeid
naar 37 partners. Voor elk van de drie prioriteiten uit de MGS is een thematische
werkgroep opgericht waarin gezamenlijk activiteiten worden georganiseerd en innovatie
en kennisuitwisseling worden gestimuleerd om bij te dragen aan voortgang op de strategische
prioriteiten.
Intersectorale samenwerking stimuleren we ook op landenniveau. In Kenia heeft Nederland
een combitrack op gezondheid ontwikkeld, waarin Nederlandse partners uit de academische,
private en maatschappelijke sector samenwerken met Keniaanse partijen om gezondheidszorg
te verbeteren. Zo worden zorgverzekeringen beter toegankelijk gemaakt en wordt real
time gemeten hoeveel jongeren gebruik maken van de zorg en hoe deze zorg verbeterd
kan worden.
In 2023 is gestart met het Global Health Partnerships Programma (GHPP). Hiermee worden vraagùgestuurde, kleinschalige initiatieven gefinancierd die
samenwerking bevorderen tussen de Nederlandse overheid en landen die actief zijn op
mondiale gezondheid, zoals China, Indonesië, Kenia en Colombia op thema’s als pandemische
paraatheid, AMR en de relatie tussen klimaat en gezondheid.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.