Brief regering : Geannoteerde Agenda Landbouw- en Visserijraad 26 maart 2024 en informele Visserijraad 24 en 25 maart 2024
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1625 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2024
Op 24 en 25 maart a.s. vindt de informele Visserijraad plaats in Brugge, België. Aansluitend
zal op 26 maart a.s. de volgende Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaatsvinden
in Brussel. Met deze brief informeer ik de Kamer over de agenda en de Nederlandse
inbreng.
I. Agenda Landbouw- en Visserijraad 26 maart
Opvolging snelle en structurele antwoorden op de crisissituatie in de landbouwsector
Tijdens de aankomende Raad zal wederom een discussie plaatsvinden over de huidige
situatie in de Europese landbouwsector. In de Raad van februari jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1621) is gesproken over mogelijkheden om de administratieve lasten en regeldruk voor boeren
te verminderen. Lidstaten uitten daar onder andere hun zorgen over de hoge regeldruk
en administratieve lasten waarmee boeren geconfronteerd worden, de impact van milieu-
en klimaatwetgeving en de impact van handelsakkoorden met derde landen, en de mogelijke
gevolgen hiervan voor de inkomens van boeren. De discussie werd gevoerd aan de hand
van voorstellen die door de lidstaten voorafgaand aan de Raad waren ingediend. Mede
op basis van deze voorstellen heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een
non-paper gepubliceerd over de vervolgstappen in het proces om de administratieve
lasten voor boeren te verminderen. De Commissie wil op korte termijn effectieve voorstellen
doen voor kwesties als Goede Landbouw- en Milieucondities (GLMC’s), de frequentie
van controles en de coördinatie en de flexibilisering omtrent de Nationaal Strategische
Plannen (NSP’s).
Ik bespreek met andere lidstaten hoe we hier samen in op kunnen trekken en zal van
de bespreking in de Raad in ieder geval gebruik maken om wederom de Commissie te wijzen
op het belang van de positie van de boeren en vissers in de EU, ook in het kader van
het verwezenlijken van de duurzaamheidsdoelstellingen en voedselzekerheid. Hiervoor
is het noodzakelijk dat er aandacht is voor het verdienvermogen van de boer en een
gelijk speelveld binnen de EU. Hierin moeten ook de duurzaamheidsdoelen voldoende
worden meegewogen. Verder zal ik ook de nadruk leggen op de kansen die doelsturing
biedt om de administratieve lasten te verlagen.
Ontwikkelingen op de landbouwmarkten, in het bijzonder de gevolgen van de invasie
van Oekraïne
Net als de afgelopen voorzitterschappen organiseert ook het Belgisch voorzitterschap
een gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten, vooral naar aanleiding
van de oorlog in Oekraïne. De Commissie zal tijdens dit agendapunt eerst een kort
overzicht geven van de ontwikkelingen in diverse landbouwsectoren. Naar verwachting
zal de Commissie aangeven dat het prijsniveau in de meeste sectoren stabiel is en,
met enkele uitzonderingen, op redelijk tot goed niveau. Prijzen van inputfactoren
als kunstmest en energie zijn gedaald in vergelijking met een jaar geleden. Inflatie
en rentestijgingen werken wel door tot hogere kostprijzen voor sectoren.
Naar verwachting zal de Commissie daarna ingaan op het voorstel voor verlenging voor
de autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne, die op 5 juni a.s. aflopen. De Commissie
heeft eerder aangegeven de zorgen van verschillende lidstaten over mogelijke resulterende
marktverstoringen te begrijpen. Met deze zorgen is rekening gehouden in het verlengingsvoorstel,
door aanpassingen van de vrijwaringsclausule. Verder is de uitvoer van onder andere
graanproducten via de door Oekraïne ingestelde humanitaire corridor over de Zwarte
Zee weer op gang gekomen, wat de druk op onder andere de frontlijnstaten met Oekraïne
kan verlichten.
Vanuit Nederland blijf ik de regelmatige bespreking van de marktsituatie op EU-niveau
ondersteunen en zal ik wederom inbrengen dat blijvende economische steun aan Oekraïne,
inclusief de verlenging van de autonome handelsmaatregelen (Kamerstuk 36 045, nr. 178), van groot belang is.
Resultaten van de «Call to Care for Animal Welfare» conferentie
Het Voorzitterschap heeft op 29 januari jl. een conferentie georganiseerd over dierenwelzijn.
Eurocommissaris Kyriakides gaf tijdens de conferentie een korte presentatie over de
verordeningsvoorstellen die de Commissie in december 2023 heeft gepubliceerd inzake
transport van dieren respectievelijk het welzijn van honden en katten, waarna er een
paneldiscussie over dierenwelzijn plaatsvond. Verder vonden er presentaties plaats
over dierenwelzijnswetgeving in België, schadelijke kenmerken bij honden, de problemen
bij het fokken op extreme kenmerken bij honden, illegale handel in dieren via internet
en het benutten van kunstmatige intelligentie om illegale verkopen in dieren op te
sporen. Aan het eind van de conferentie vroeg de Vlaamse Minister verantwoordelijk
voor dierenwelzijn de Commissie nadrukkelijk om met verdere ambitieuze wetgevingsvoorstellen
voor dierenwelzijn te komen. Ik steun de Vlaamse Minister in zijn oproep en zal mij
ook hiervoor blijven inzetten in Brussel.
Resultaten van de door het Voorzitterschap georganiseerde evenementen over de toekomst
van de landbouw en het GLB
Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de door het Voorzitterschap georganiseerde
evenementen over de toekomst van de landbouw en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB). Ik kijk met interesse uit naar de resultaten. Op het moment van schrijven zijn
nog geen stukken voor dit agendapunt gepubliceerd.
II. Informele Visserijraad 24–25 maart
Op 24 en 25 maart 2024 vindt de informele Visserijraad (Raad) plaats in Brugge, België.
Het thema van de informele Visserijraad is «Voorbereiding op de toekomst van de EU
visserij en aquacultuur». Op het programma staat een cultureel programma, twee werkbezoeken
en een werksessie. Het Belgisch voorzitterschap heeft aangegeven tijdens de werksessie
twee onderwerpen inhoudelijk te willen behandelen.
Ten eerste de vraag welke juridische, financiële of andere aspecten aan de orde moeten
komen voor de visserij- en aquacultuursector om het hoofd te bieden aan de externe
druk en interne uitdagingen waarmee de EU momenteel wordt geconfronteerd, inclusief
de acties die hiervoor nodig zijn op EU-niveau in de volgende institutionele cyclus
(2024–2029). Op 8 maart 2024 heb ik mijn visie voor voedsel uit zee aan de Tweede
Kamer toegezonden (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1624). Overeenkomstig mijn visie zal ik aangeven dat ik samen met buurlanden en de Commissie
wil komen tot borging van het belang van voedsel uit zee. Uitdagingen zoals de toenemende
druk op de ruimte, hoge energieprijzen en de noodzaak van natuurherstel, vragen om
gecoördineerde internationale samenwerking. Voor de Noordzee heeft Nederland daarin
samen met Frankrijk het voortouw genomen met het «Greater North Sea Basin Initiative»
(GNSBI), waarin de landen rondom de Noordzee, inclusief het Verenigd Koninkrijk en
Noorwegen met elkaar samenwerken aan deze uitdagingen. Over het GNSBI heb ik samen
met Frankrijk tijdens de Raad van 10–12 december 2023 een diversenpunt geagendeerd
(Kamerstukken 21 501-32, nrs. 1601 en 1610).
Ik zal benadrukken dat het innovatie- en investeringsklimaat voor de visserijsector
verbeterd moet worden, om de benodigde transitie vorm te geven. Daartoe is een duidelijk
perspectief voor de toekomst nodig en moet belemmerende regelgeving aangepast worden.
Ik zal hierbij ook nogmaals benoemen dat er een alternatief vistuig – het pulstuig
– is dat een grote energiebesparing kan realiseren en ik zal de noodzaak voor een
beter werkbaar alternatief voor de aanlandplicht benadrukken.
Ten aanzien van de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuursector heeft de
Commissie aangegeven te werken aan meetbare duurzaamheidsindicatoren voor de sector.
In de discussie zal ik aandacht vragen voor indicatoren die zijn toegespitst op de
verschillende aquacultuur deelsectoren in water en op land. Hierbij moet rekening
gehouden worden met de administratieve lasten van de ondernemers.
Ik zal tijdens de discussie benadrukken dat de Europese visserijsector, net als de
landbouwsector onder grote druk staat en dat er aandacht nodig is voor een adequate
balans tussen de ecologische en sociaal- en economische pijlers uit het Gemeenschappelijk
Visserijbeleid (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1610).
De Landbouw- en Visserijraad van 26 februari jl. stond in het teken van de noodzaak
van snelle en structurele antwoorden op de huidige crisissituatie in de landbouwsector.
Ik heb tijdens deze Raad aangegeven dat aansluitend op de exercitie die nu door de
Commissie wordt uitgevoerd met het oog op vermindering van administratieve lasten
en vereenvoudiging van regelgeving voor de landbouwsector, ook aandacht moet zijn
voor deze thema’s voor de visserijsector (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1621). Ik zal deze oproep tijdens deze informele Raad herhalen.
Het tweede onderwerp ziet op de innovatie en digitalisering. Het Belgisch voorzitterschap
agendeert het vraagstuk over de verzameling en verwerking van gegevens en het gebruik
ervan alsook de wijze waarop de drie pijlers (ecologisch, sociaal en economisch)van
het Gemeenschappelijk Visserijbeleid kunnen bijdragen aan verdere versterking van
duurzaamheid in de visserij en de aquacultuur. In de discussie zal ik aangeven dat
Nederland reeds digitaal gegevens ten behoeve van vangsten registreert ten behoeve
van duurzaam visserijbeheer. Ook zal ik aangeven dat Nederland in het kader van de
aanlandplicht sinds enige jaren door het project Fully Documented Fisheries inzicht
verkrijgt in het realtime registreren van vangsten en het analyseren hiervan. Dit
project wordt de komende jaren vervolgd en ik zal hierbij aangeven dat ik hoop op
verbreding in het project naar schepen van andere EU lidstaten. Tot slot zal ik ingaan
op het Visserij Innovatie Netwerk (VIN) waarbinnen digitalisering van de vloot één
van de accenten en uitdagingen voor 2024 is. Het VIN ziet toepassingen van digitalisering
onder andere voor verhoging efficiëntie van de visserij, duurzaamheid aantoonbaar
maken en nieuwe businessmodellen. Het VIN zal ook internationaal de aansluiting zoeken
om kennis en ervaring te delen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.