Brief regering : Geannoteerde Agenda informele Toerismeraad van 20 februari 2024

Nr. 593 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2024

Op 19 februari 2024 vindt de informele Toerismeraad plaats in La Hulpe, België. In
deze brief vindt u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de Nederlandse
inzet tijdens deze informele Raad.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Geannoteerde agenda informele Toerismeraad 19 februari 2024

Evaluatie en toekomstig toerismebeleid in de EU

Het Belgische voorzitterschap heeft deze Informele Raad geïnitieerd om met de lidstaten
van gedachten te wisselen over de positie van het toerismebeleid binnen de EU. Het
Belgische voorzitterschap wil stilstaan bij de evaluatie van het transitiepad voor
het toerisme ecosysteem1 en bij de Europese ambitie en mandaat op het gebied van toerisme tijdens de volgende
Europese Commissie per najaar 2024–2030. Daarnaast is het voor België belangrijk om
het thema toerisme op de Europese agenda te houden en deze Raad moet daaraan bijdragen.

Evaluatie transitiepad voor toerisme ecosysteem

Nederland zal tijdens de Raad aangeven dat zij blij is dat de Commissie toerisme als
één van de belangrijke ecosystemen heeft benoemd in de industrie strategie2. In 2022 is daarom voor het toerisme ecosysteem ook als eerste een transtiepad ontwikkeld
gevolgd door de Europese Agenda voor toerisme 20303. De doelstellingen van het transitiepad en de Europese Agenda sluiten goed aan bij
het Nederlandse beleidsdoel: verduurzaming van de gastvrijheidssector. Nederland heeft
actief input geleverd aan zowel het transitiepad toerisme als de Europese Agenda.
Nederlandse onderzoekers hebben meegeschreven aan het transitiepad en belanghebbenden
hebben goede voorbeelden gepresenteerd in Brussel4. De aandacht vanuit de Commissie voor toerisme heeft ook een positief effect op de
Nederlandse toerismesector. Dit zorgt voor agendering, betere kennisdeling, afstemming
en meer mogelijkheden voor gezamenlijke projecten tussen Nederlandse en andere EU
regio’s, waar ook de toerismesector in Nederland van kan profiteren. Het toerisme
ecosysteem kent een crossectorale dynamiek met veel invloed van andere beleidsthema’s
die het toerisme ecosysteem raken, zoals duurzaamheid, mobiliteit en data. Bij veel
van deze beleidsthema’s staat toerisme (en het belang daarvan) nog niet automatisch
op het netvlies en het transitiepad helpt bij de agendering hiervan op EU-niveau.

Toekomstige toerismebeleid EU

Als tweede onderwerp op de agenda wil het voorzitterschap van gedachten wisselen over
het toekomstige toerismebeleid op EU-niveau en de verschillende perspectieven erop.
Nederland zal hierbij inbrengen dat het voorstander is van het op EU-niveau continueren
van toerismebeleid met de focus op kennisdeling, samenwerkingen en waar nodig via
wetgeving zoals bijvoorbeeld bij pakketreizen richtlijn en de verordening over korte
termijn verhuur5. Daarnaast blijft het uitgangspunt dat toerisme een nationale competentie is met
aandacht voor diversiteit in de regio.

Nederland ziet de meerwaarde van de EU op thema’s die internationaal aangepakt moeten
worden, zoals de groene transitie. Ook voor de volgende Commissie zal Nederland het
belang van de ecologische dimensie van duurzaamheid en de rol van de Commissie hierbij
benadrukken6. Om te zorgen voor een toekomstbestendig en weerbaar toerisme ecosysteem is het belangrijk
dat deze uitdagingen op EU-niveau worden aangepakt. Voor Nederland is duurzame mobiliteit
zoals verbeteren van internationale treinverbindingen een belangrijke prioriteit.
Ook aandacht voor klimaatadaptatie binnen de bestemming Europa is een prioriteit.
Hierbij gaat het niet alleen om fysieke effecten voor bestemmingen maar ook over mogelijkheden
voor toerisme buiten het reguliere vakantieseizoen. Nederland ondersteunt daarom ook
de focus op intra-Europees toerisme als uitgangspunt van de Commissie. Dit sluit ook
aan bij de Nederlandse focus op binnenlandstoerisme en toerisme naar buurlanden. Ook
draagt dit bij aan de acties van de EU voor het investeren in een toegankelijke toeristische
infrastructuur, omdat de Europese bevolking vergrijst.

Daarnaast zal Nederland aangeven dat zij de acties die de Commissie nu neemt op het
gebied van data delen ondersteunt. Het Dashboard en dataruimte voor toerisme7 zijn waardevolle initiatieven die belangrijk zijn om in een volgende Commissieperiode
verder door te ontwikkelen. Nederland zal tenslotte benadrukken dat de EU een voorlopersrol
neemt bij het ontwikkelen van indicatoren voor het meten van duurzaamheidsnormen in
toerisme op basis van het nieuwe statistische raamwerk voor indicatoren van duurzaam
toerisme8 dat is ontwikkeld in samenwerking met de UNWTO (de VN organisatie voor toerisme)
en de OESO.