Brief regering : Humanitaire hulp aan Gaza via airdrop
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 509
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE
HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2024
Op 26 januari jl. informeerde het kabinet uw Kamer over het voornemen om – indien
de mogelijkheid zich voordoet – een luchtdropping uit te voeren om humanitaire hulp
aan de bevolking van Gaza te leveren.1 Zoals vermeld in deze kennisgevingsbrief, was het vanwege de veiligheidsrisico’s
die met deze operatie gepaard gingen niet mogelijk uw Kamer vooraf te informeren.
Defensie heeft in samenwerking met Jordanië en in afstemming met Israël op zondag
4 februari een eerste zogeheten airdrop uitgevoerd. Deze bestond onder andere uit medische hulpgoederen bestemd voor een
Jordaans veldhospitaal in Gaza.
Artikel 100 van de Grondwet stelt dat de regering de Staten-Generaal vooraf inlichtingen
verstrekt over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht voor humanitaire
hulpverlening in geval van gewapend conflict. Zoals reeds vermeld in de kennisgevingsbrief,
was het vanwege de veiligheidsrisico’s die met deze operatie gepaard gingen niet mogelijk
uw Kamer vooraf te informeren. In overeenstemming met artikel 100, tweede lid, van
de Grondwet wordt de informatie derhalve zo spoedig mogelijk verstrekt. Hierbij worden
de elementen van het Toetsingskader betrokken die gezien de specifieke aard van de
operatie van toepassing zijn (kortdurende, reeds afgeronde, operatie ten behoeve van
humanitaire hulp in een gewapend conflict).
Nederlandse inzet in Gaza
De bevolking van Gaza heeft op grote schaal onmiddellijke, veilige en ongehinderde
humanitaire hulp nodig. Op dit moment is de aanvoer van humanitaire steun voor Palestijnen
in Gaza onvoldoende en is de distributie problematisch. Het kabinet blijft zich inspannen
om de humanitaire toegang tot Gaza te verruimen en verbreden. Nederland onderstreept
met klem – bij iedere gesprekspartner – de noodzaak van volledige toegang tot humanitaire
voorzieningen voor Palestijnse burgers. Om humanitaire hulp snel, veilig en ongehinderd
bij de noodlijdende bevolking te krijgen is de inzet primair gericht op het verruimen
en versnellen van het leveren van grotere hoeveelheden hulp over land, via de reguliere
grensovergangen in zowel Egypte als Israël. Gegeven de belemmeringen in de praktijk,
verkent Nederland samen met internationale partners daarnaast blijvend andere manieren
waarop noodhulp Gaza kan bereiken, waaronder via de lucht en over zee. Daarmee geeft
het kabinet ook uitvoering aan de op 18 januari jl. aangenomen motie Dobbe c.s. (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2801)
Doelstelling
Nederland beoogde met deze operatie bij te dragen aan essentiële basisbehoeften van
de burgerbevolking in Gaza door het leveren van specifieke goederen waar momenteel
een ernstig tekort aan is en die in dit verband kunnen worden gekwalificeerd als een
essentieel belang. De concrete acute behoefte is geïdentificeerd in overleg met Jordaanse
partners en het Jordaanse veldhospitaal. Het gaat daarbij om herbevoorrading van medische
en chirurgische middelen en noodrantsoenen.
Internationale operatie
Nederland voerde, met gebruik van een C-130 vliegtuig, deze operatie gezamenlijk uit
met Jordanië en in afstemming met Israël. Jordanië nam deel aan de operatie met een
eigen C-130 vliegtuig.
Gronden voor operatie
Nederland heeft gehoor gegeven aan het verzoek van Jordanië om te ondersteunen bij
het leveren van noodhulp, dat is tevens een belangrijk signaal naar deze partner in
de regio. Het kabinet heeft de afgelopen maanden alle partijen in het conflict met
klem opgeroepen tot het eerbiedigen van het humanitair oorlogsrecht. De partijen bij
het gewapend conflict hebben op basis daarvan de plicht snelle en ongehinderde doortocht
van humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren. Het kabinet wijst in dit verband
specifiek op VNVR-resolutie 2286, die aanvallen op medisch personeel en medische faciliteiten
veroordeelt, alle partijen in gewapend conflict oproept tot het nakomen van hun verplichtingen
onder het humanitair oorlogsrecht en het faciliteren van veilige en ongehinderde toegang
voor medische en humanitaire hulp. Voorts roept VNVR-resolutie 2712 ook op tot ongehinderde
volledige humanitaire toegang tot Gaza om de voorziening van basisgoederen te faciliteren
en tot opschaling van de levering van humanitaire goederen.
Bevelstructuur
Een Nederlandse liaisonofficier is aangesloten bij het Jordaanse operatiecentrum in
de aanloop en uitvoering van deze actie, wat een goede informatie- en inlichtingenpositie
garandeerde. Deze liaisonofficier was tevens Red Card Holder, en bewaakt in die hoedanigheid namens de Commandant der Strijdkrachten (CDS) dat
de opdracht past binnen het Nederlandse nationale kader.
Risico’s
Het algemene risiconiveau van de operatie was ingeschat op laag, onder andere omdat
de uitvoering van de operatie was afgestemd met Jordanië en Israël en in samenwerking
met Jordanië werd uitgevoerd. Jordanië heeft een dergelijke airdrop voor het leveren van goederen aan Gaza al negen keer uitgevoerd. Daarnaast was de
C-130 uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen.
Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen was klein maar op voorhand
niet geheel uit te sluiten. Om dit risico zo klein mogelijk te maken, zijn de volgende
mitigerende maatregelen genomen. Defensie heeft in nauw overleg met de Jordaanse counterparts,
die dagelijks in contact staan met het veldhospitaal, gekeken naar de meest geschikte
locatie om de drop uit te voeren. Daarnaast is het gewicht van de pakketten ingesteld op het minimaliseren
van mogelijke schade. Om de drop zo nauwkeurig mogelijk uit te voeren is rekening gehouden met het tijdstip, weercondities
en de wijze van afgooien. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding was gekomen, dan zou zijn besloten deze niet uit te voeren. Hiervoor
heeft nauwe afstemming plaatsgevonden tussen Nederland, Jordanië en Israël en met
het personeel van het Jordaanse veldhospitaal ter plaatse.
Vervolg
Defensie blijft paraat staan om via de lucht, met partners en in breder internationaal
verband, aanvullende humanitaire (medische) steun aan Gaza te leveren. De volledige
medewerking van Israël is daarbij een belangrijke voorwaarde.
Financiën
De kosten van deze operatie komen uit het budget van de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hiervoor wordt het convenant noodhulp aangewend.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking