Brief regering : Stand van zaken aangenomen moties grensoverschrijdend gedrag dansen en veiligheid
34 843 Seksuele intimidatie en geweld
30 234
Toekomstig sportbeleid
Nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2024
In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, over de stand van zaken bij de moties die zijn aangenomen naar
aanleiding van het commissiedebat Rapport Schaduwdansen van 18 oktober 2023 (Kamerstuk
34 843, nr. 94) over het dansdossier en het integriteitscentrum. In de procedurevergadering van
20 december 2023 heeft het lid Westerveld (GroenLinks/PvdA) verzocht om een stand
van zaken op de voortgang van deze moties.
Stand van zaken moties
Er zijn twee moties aangenomen over grensoverschrijdend gedrag in de danssector en
twee moties over het onafhankelijke integriteitscentrum. Hieronder volgt een stand
van zaken:
– De motie ingediend door de leden Van der Laan, Kwint, Westerveld en Heerema verzoekt
de regering in overleg met de bonden te treden om hen op te roepen te komen tot waardige
excuses en een tegemoetkoming voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in
de danssport, en de Kamer hierover te informeren voor het volgende wetgevingsoverleg
Sport1.
In het Verinorm rapport «Schaduwdansen»2 staat hierover het volgende: «Slachtoffers verdienen erkenning voor het leed, maar
de vraag is wie -door het versnipperd landschap- dit vorm en inhoud kan geven.» De
staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik hebben de Alliantie Dans
veilig de opdracht gegeven om het versnipperde danslandschap tegen te gaan en om aan
de slag te gaan met de aanbevelingen vanuit dit Verinorm onderzoek. De alliantie is
momenteel aan de slag om met hun alliantiepartijen een boodschap van erkenning op
te stellen. Deze boodschap wordt uiterlijk eind januari naar buiten gebracht.
Ik ben met de drie danssportbonden momenteel in gesprek over excuses en tegemoetkoming.
Het betreft de volgende bonden: de Nederlandse Algemene Danssport Bond (NADB), de
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) en de Nederlandse Danssport Organisatie
(NDO). De NADB en de KNGU vallen onder de sportkoepel NOC*NSF. De NADB vertegenwoordigt
verschillende danssport stijlen zoals: stijldansen, salsa, streetdance, breakdance,
aerial & pole en baton twirlen. De KNGU vertegenwoordigt de Jazzdans. De NDO is een
sportbond die zich inzet voor de verdere versterking en promotie van de garde- en
showdanssport. In de gesprekken die ik met deze danssportbonden voer, wordt ingegaan
op hun ervaring, de uitvoerbaarheid en de wens om dit op te pakken. Daarnaast wordt
ingegaan op het erkenningstraject vanuit de Alliantie Dans veilig en de wens om één
passend communicatiebericht voor erkenning naar buiten te brengen. Ik snap de wens
vanuit de samenleving om snel met een boodschap naar buiten te komen en ervaar het
ongemak dat dit momenteel nog niet is gebeurd. Echter, het is ook belangrijk dat dit
goed en zorgvuldig gebeurt omdat het dansers moet helpen en niet verder moet schaden.
Om zorg te dragen dat de erkenningsboodschap goed aansluit bij dansers zijn meerdere
dansers betrokken geweest bij de inhoud en vormgeving van deze communicatieboodschap.
De keuze voor excuses en die van een tegemoetkoming is uiteindelijk een verantwoordelijkheid
van de bonden zelf.
– De motie ingediend door de leden Westerveld, Kwint, Heerema en Van der Laan verzoekt
de regering het netwerk dat door dansers met Centrum’45 is opgezet te ondersteunen
en te professionaliseren, zodat dansers daar nu en in de toekomst terechtkunnen met
hun melding en zorgvraag. Daarnaast verzoeken ze Centrum’45, waar wenselijk, te koppelen
aan het nieuwe Centrum Veilige Sport Nederland zodra dat volledig onafhankelijk is
geworden van de sportbonden en de danssector3.
Ik heb met het Centrum’45 gesproken over deze motie. In de bijlage treft u de brief
die Centrum’45 als reactie heeft gestuurd op deze motie. Centrum’45 is een derdelijns
traumabehandeling centrum voor contextspecifieke behandelingen en beroepstrauma. De
meeste dansers kunnen lokaal behandeld worden; bij bijvoorbeeld lokaal GGZ-aanbod.
Centrum’45 geeft aan dat het belangrijk is dat de lokale behandelaar contextspecifiek
kan behandelen en biedt aan om mee te denken over hoe de doorverwijzing naar lokale
zorg en naar hoogspecialistische behandelingen op een juiste manier in het onafhankelijke
integriteitscentrum geborgd kan worden. De brief van Centrum’45 stuur ik u als bijlage
bij deze brief mee. Ik maak graag van dit aanbod gebruik en blijf hierover in gesprek
met Centrum’45.
– Zoals toegezegd bij het commissiedebat Rapport Schaduwdansen informeer ik uw Kamer
in het eerste kwartaal van 2024 over de voortgang van de voorbereidingen van wetgeving
voor het onafhankelijke integriteitscentrum. In deze brief ontvangt u ook een update
over de moties die zijn aangenomen over het integriteitscentrum4,
5.
Tot slot
Ik constateer dat het belang van en de urgentie om te komen tot een veilige danssector
en sportsector breed wordt gedeeld. Het aanpakken en voorkomen van grensoverschrijdend
gedrag heeft mijn voortdurende aandacht en mijn collega’s van OCW en ik zullen de
danssector en de sportsector de komende periode blijven ondersteunen in de opgave
om een sociaal veilige cultuur te creëren. Rond de zomer van 2024 zullen wij u informeren
over de verdere stand van zaken rondom de werkzaamheden om te komen tot een veilige
danssector en de voortgang op de uitvoering van genoemde moties.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport