Brief regering : Geannoteerde agenda informele bijeenkomst milieuministers van 15 en 16 januari te Brussel, België
21 501-08 Milieuraad
Nr. 925
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 januari 2024
Hierbij doe ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister
voor Klimaat en Energie, de geannoteerde agenda toekomen van de informele bijeenkomst
van milieuministers op 15 en 16 januari 2024 te Brussel, België. Het kabinet is voornemens
deel te nemen aan deze bijeenkomst.
De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest recente stand van zaken weer,
die is gebaseerd op de eerste informatie die van het Belgische voorzitterschap is
ontvangen. Mocht de agenda op belangrijke punten veranderen, dan zal ik u hierover
informeren via het schriftelijk overleg op 8 januari 2024.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
– GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE BIJEENKOMST VAN MILIEUMINISTERS
Het Belgische voorzitterschap organiseert op 15 en 16 januari 2024 de informele bijeenkomst
van klimaat- en milieuministers te Brussel, België. Het Belgische voorzitterschap
wil op 15 januari spreken over klimaatadaptatie en de rechtvaardige transitie (Engels:
just transition). Op 16 januari voert het voorzitterschap graag het gesprek met de Ministers
over het thema circulaire economie. De stukken die duiding geven over de precieze
inhoud van de discussies, ontbreken momenteel nog. Deze geannoteerde agenda zet daarom
in brede zin de onderwerpen uiteen en de inzet hierop van Nederland.
Klimaatadaptatie
Het Belgische voorzitterschap heeft aangegeven dat klimaatadaptatie één van zijn prioriteiten
is. De verwachting is dat tijdens de komende informele bijeenkomst een gedachtewisseling
over dit thema zal plaatsvinden. Het kabinet onderstreept het belang van deze gedachtewisseling
over klimaatadaptatiebeleid en is positief over het voornemen van het voorzitterschap
om dit onderwerp op de agenda te zetten.
Het kabinet benadrukt het belang van het integreren van klimaatadaptatie als een dwarsdoorsnijdend
thema in alle aspecten van het EU-beleid, zoals opgenomen in de EU-Klimaatadaptatiestrategie1. Zonder deze integratie, is het realiseren van klimaatbestendigheid in de EU een
onmogelijke taak. Op Europees niveau is het essentieel om bij het monitoren van de
effectiviteit van maatregelen verder te gaan dan alleen het meten van de output. Dit
betekent dat niet alleen gekeken moet worden naar wat er is uitgevoerd, maar ook naar
de mate waarin deze maatregelen daadwerkelijk hebben bijgedragen aan het realiseren
van klimaatbestendigheid.
Een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet is het aanpakken van waterverontreiniging
binnen de EU. Maatregelen hiervoor moeten flexibel zijn en ruimte bieden voor op maat
gemaakte oplossingen, in plaats van «one size fits all»-benadering. In toekomstige wetgeving moet op Europees niveau rekening worden gehouden
met het principe van «water & bodem-sturend» bij ruimtelijke planning, waaronder infrastructuurontwikkeling
en landgebruik.
Het kabinet kijkt daarbij met grote interesse uit naar het aangekondigde EU Water Resilience Initiative van de Commissie in Q1 van 2024 die zal toezien op het waarborgen van de toegang
tot water voor de burgers, de natuur en de economie en tegelijktijdig aanpakken van
catastrofale overstromingen en watertekorten. Tevens kijkt het kabinet uit naar verdere
communicatie over klimaatadaptatiestrategieën die zullen plaatsvinden tijdens het
Belgisch voorzitterschap van de Raad zoals het EU Climate Risk Assessment waarmee gekeken zal worden naar hoe de klimaatrisico's geografisch en temporeel zijn
verdeeld en wat de maatschappelijke implicaties daarvan zijn.
Rechtvaardige transitie
Het Belgische voorzitterschap heeft aangegeven van gedachten te willen wisselen over
de rechtvaardige transitie. Dit concept verwijst in het algemeen naar strategieën,
beleid of maatregelen om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft of in de verdrukking
komt bij de overgang naar koolstofarme en ecologisch duurzame economieën en samenlevingen.
Dit kan zowel naar oneerlijke verhoudingen verwijzen tussen rijke landen en lage-
en middeninkomenslanden op Europees en mondiaal niveau als ook naar verhoudingen in
landen zelf tussen vermogende en minder vermogende burgers.
Tot dusver heeft dit binnen de EU vorm gekregen in het «Just Transition Mechanism»
met onder meer een fonds (het JTF) dat steun biedt aan bedrijven en regio’s in de
lidstaten voor de transformatie naar een Klimaatneutraal Europa, rekening houdend
met sociaal-economische en milieu-effecten. Binnen Nederland biedt dit middelen voor
herstructurering in Groningen, IJmond, Groot-Rijnmond, West-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen
en Zuid- Limburg.
Het kabinet is blij dat het voorzitterschap dit onderwerp agendeert omdat Nederland
zich ook inzet voor een ambitieus en rechtvaardig klimaat- en milieubeleid om de drie
grote planetaire crises (klimaat, biodiversiteitsverlies en vervuiling) aan te pakken.
Transities betekenen uitdagingen, maar er moeten geen onoverkomelijke belemmeringen
worden opgeworpen voor burgers in hun rollen als consumenten, werknemers en ondernemers.
Transities betekenen ook kansen, zoals nieuwe markten en innovaties, of werkgelegenheid
in nieuwe producten en diensten. Alles bij het oude laten is niet alleen geen optie,
het zou ook geen zekerheid bieden: de gevolgen van klimaatverandering komen op ons
af, zoals schade aan huizen, aan oogsten en aan infrastructuur door extreem weer.
De leveringszekerheid van onze energie en grondstoffen is dan in het geding. Daarnaast
speelt de vraag welke gevolgen de transitie naar een duurzame energie- en grondstoffenvoorziening
en een circulaire economie heeft voor ontwikkelingslanden. Daarbij wordt ook gekeken
naar hoe deze gevolgen zo positief mogelijk kunnen uitpakken. Rechtvaardige transitie
speelt dus zowel op nationaal als internationaal niveau.
Op nationaal vlak volgt het kabinet het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor
het Regeringsbeleid2, en dit najaar heeft de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken3 gewezen op de internationale dimensie van een rechtvaardige transitie, welke onder
andere in het voorjaarspakket voor klimaat is verwerkt4.
De rechtvaardigheid van onze transities is een vraagstuk dat Nederland niet alleen
kan aanpakken. Europese samenwerking is noodzakelijk. Niet slechts om een gelijk speelveld
voor bedrijven te verzekeren, maar ook om een effectieve aanpak van de rechtvaardige
transitie te bewerkstelligen. Veel van de productketens in landbouw, industrie en
handel zijn immers afhankelijk van grondstoffen en halffabricaten uit verschillende
landen binnen en buiten de Europese Unie. Het gaat dan om het gezamenlijk vaststellen
en handhaven van standaarden voor duurzame producten en diensten en voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het kabinet zal dan ook aandacht vragen voor
dit onderwerp tijdens de informele discussie.
Circulaire economie
Het Belgische voorzitterschap heeft aangegeven dat Europees beleid gericht op het
stimuleren van de transitie naar een circulaire economie één van zijn prioriteiten
is. Tijdens de informele bijeenkomst zal België naar verwachting een gedachtewisseling
over dit onderwerp agenderen, waarbij het voorzitterschap mogelijk ook wil spreken
over welke vervolgstappen lidstaten voor ogen hebben voor een nieuwe Europese Commissie.
In maart 2020 publiceerde de Commissie haar tweede circulaire economie actieplan5 als één van de belangrijkste bouwstenen van de Green Deal6. Als onderdeel van dit plan zijn meerdere wetgevingsvoorstellen gepubliceerd, zoals
de verordening inzake batterijen en afgedankte batterijen7, de ecodesignverordening8, en de verpakkingenverordening9. Mogelijk wil België bij lidstaten ophalen welke volgende stappen nodig zijn om de
transitie naar een volledige circulaire economie in 2050 te ondersteunen, om het werkprogramma
van een nieuwe Commissie te voeden.
Het kabinet deelt het belang van een goede uitwisseling van gedachten over beleid
ten behoeve van een circulaire economie en verwelkomt dan ook de agendering van dit
onderwerp door het voorzitterschap. Nederland is een van de koplopers op het gebied
van circulaire economie, met een uitgebreid nationaal circulaire economie actieplan10, maar is zich er tevens sterk van bewust dat met het oog op een gelijk speelveld,
Europees beleid en wetgeving op dit gebied cruciaal zijn. Het kabinet zal tijdens
de informele bijeenkomst het belang van Europese maatregelen benadrukken, met name
op het gebied van productbeleid en hernieuwbare en secundaire grondstoffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.