Brief regering : Voortgang werkagenda SUWI eind 2023
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 739 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2023
Om mensen zo goed mogelijk van dienst te zijn in de sociale zekerheid is het belangrijk
dat organisaties goed samenwerken en dat het eenvoudig is om met de overheid te communiceren.
Mensen moeten de overheid als betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig ervaren.
Daarom vinden we het van belang om de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen (hierna: Wet SUWI) en onderliggende regelgeving te moderniseren. Om de positie
van mensen in het stelsel van de sociale zekerheid te verbeteren en het verwezenlijken
van publieke waarden in beleid en uitvoering te verankeren bereiden we een aantal
wijzigingen van de Wet SUWI en onderliggende regelgeving voor. Eerder hebben we u
hierover geïnformeerd bij brief van 23 december 20221. Met deze brief informeren wij u graag over de voortgang van de Werkagenda SUWI.
Werkagenda SUWI
De Werkagenda SUWI kent inhoudelijk een viertal actielijnen.
1. Meer proactieve dienstverlening (bestaanszekerheid)
2. Sturen op en verantwoorden over publieke waarden
3. Zorgvuldige gegevensuitwisseling (privacy by design)
4. Inkadering onderzoeksbevoegdheden (rechtmatigheid en privacy)
De voorstellen uit deze actielijnen worden zoveel mogelijk gebundeld, zodat we ze
gefaseerd en gecombineerd kunnen behandelen als wetsvoorstellen en wijzigingen van
de onderliggende regelgeving. In de bijlage kunt u in het overzicht zien wat op dit
moment de planning is van de verschillende voorstellen. Hierna zullen we ingaan op
de onderwerpen die we in deze voorstellen op willen nemen. We voorzien op dit moment
minimaal twee wetsvoorstellen om de Wet SUWI te wijzigen. We zullen u daarnaast informeren
over de wijzigingen die we in onderliggende regelgeving aan willen gaan brengen en
over de onderwerpen die we nog verder komende tijd uitwerken.
Eerste wetsvoorstel (proactieve dienstverlening)
Het eerste wetsvoorstel is in een vergevorderd stadium van voorbereiding en voorbespreking
met de publieke dienstverleners. Wij hopen dit begin 2024 aan te kunnen bieden voor
internetconsultatie en uitvoeringstoetsen.
De kern van het wetsvoorstel is dat UWV, SVB en gemeenten in het SUWI-domein de expliciete
bevoegdheid krijgen om proactief te zijn in hun dienstverlening.
Dat betekent dat UWV, SVB en gemeenten kunnen onderzoeken wie mogelijk in aanmerking
komt voor een uitkering of voorziening. Zij kunnen mensen straks persoonlijk vooraf
informeren over die uitkeringen en voorzieningen en helpen bij het aanvragen daarvan.
Zo zorgen we ervoor dat de toegang tot regelingen voor mensen eenvoudiger wordt en
mensen beter kunnen weten waar ze recht op hebben. Het wetsvoorstel regelt expliciet
dat UWV, SVB en gemeenten de beschikbare persoonsgegevens mogen hergebruiken voor
proactieve dienstverlening. We benutten voor dit wetsvoorstel de inzichten over het
tegengaan van het niet-gebruik van uitkeringen en voorzieningen.2 In dit wetsvoorstel krijgen ook de volgende drie onderdelen een plek:
– We onderzoeken de haalbaarheid van één digitaal loket voor mensen zelf en voor professionals
om sneller inzicht te geven in de voorzieningen waar iemand recht op heeft. Onder
regie van het Programma Proactieve Dienstverlening van het Ministerie van BZK werken
we het komende half jaar de scope, fasering, beheer en structurele kosten verder uit.
Op basis van de uitkomsten nemen we een besluit over het realiseren van één digitale
toepassing.
– In dit wetsvoorstel stellen we voor dat UWV en SVB verplicht zijn om te verantwoorden
over publieke waarden. Die publieke waarden zijn niet alleen doelmatigheid, efficiëntie,
tijdigheid, rechtmatigheid en klanttevredenheid maar ook bijvoorbeeld dienstbaarheid
of toegankelijkheid. We werken deze publieke waarden op dit moment verder uit samen
met UWV en SVB.
– Tot slot wordt met dit wetsvoorstel de bepaling over Systeem Risico Indicatie (SyRI)
geschrapt, omdat dit een dode letter is. SyRI wordt niet meer toegepast en de bepaling
is sinds de gerechtelijke uitspraak uit 2020 onverbindend.3
Tweede wetsvoorstel (zorgvuldige gegevensuitwisseling)
Het tweede wetsvoorstel zal grotendeels gaan over zorgvuldige gegevensuitwisseling.
Op dit moment werken we aan bouwstenen om het voorstel verder vorm te kunnen geven.
Om dit wetsvoorstel te kunnen maken, houden we rekening met een groot aantal kaders,
met name de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de Grondwet en het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en de adviezen van de Raad van State en
de Autoriteit Persoonsgegevens op dit terrein. Daarbij nemen we een aantal aspecten
van de huidige wetgeving en kaders onder de loep en kijken we samen met de publieke
dienstverleners welke knelpunten zij ervaren. Een aantal aspecten willen we hier alvast
noemen:
– We zien een spanningsveld om zo precies mogelijk te zijn op een zo hoog mogelijk niveau
van regelgeving en om open normen te formuleren waarmee de uitvoering zo wendbaar
mogelijk is. Wij zullen in het wetsvoorstel een balans tussen voorzienbaarheid en
transparantie enerzijds én wendbaarheid in de uitvoering anderzijds moeten vinden.
– Verder kijken we naar de aard, historie en huidige toegevoegde waarde van de geheimhoudingsplicht
in de Wet SUWI. De geheimhoudingsplicht is ouder dan de AVG. De gronden om deze geheimhouding
te doorbreken zijn anders geformuleerd dan de normen in de AVG. Dat leidt soms tot
discussies: ook al is voldaan aan de AVG, dan nog staat de geheimhoudingsplicht soms
het delen van gegevens in de weg.
De vraag is of dat nog logisch is in het huidige tijdsgewricht, waarbij we juist ook
kijken hoe we gegevens die bij de overheid al bekend zijn, kunnen hergebruiken. Iemand
hoeft ze dan maar één keer door te geven. Hieraan wordt ook gewerkt door het Federatief
Datastelsel. Het Federatief Datastelsel is een Nederlands vertrouwensraamwerk in ontwikkeling.
Het heeft tot doel om gegevens binnen de overheid – over organisatie- en sectorgrenzen
heen – op een verantwoorde en veilige manier te gebruiken om maatschappelijke opgaven
te realiseren en de dienstverlening te verbeteren.4
– Daarnaast kent de sociale zekerheid al sinds 2008 de Wet eenmalige gegevensuitvraag
werk en inkomen (WEU). Die heeft tot doel om slechts eenmaal aan iemand gegevens uit
te vragen en die vervolgens te hergebruiken bij het uitvoeren van wettelijke taken,
zodat de administratieve lasten voor mensen zo klein mogelijk zijn. Wij zijn van plan
om de WEU in 2024 te evalueren vanuit zowel het perspectief van de gebruiker als van
de uitvoering.
Wijzigingen in onderliggende regelgeving
Naast de twee wetsvoorstellen, voorzien we minstens een drietal wijzigingen op het
niveau van een ministeriële regeling.
De eerste wijziging van de Regeling SUWI bereiden we momenteel voor en is een update
op het stelselontwerp (bijlage I bij de Regeling SUWI). Deels gaat het hierbij om
het actualiseren van achterhaalde terminologie uit de Wet bescherming persoonsgegevens,
die in 2018 is vervangen door de AVG. Inhoudelijk is de grootste verandering dat we
in het Stelselontwerp op zullen nemen dat UWV/BKWI verwerkingsverantwoordelijke is
voor het centrale deel van Suwinet. Dit hebben we ook aangekondigd in onze reactie
op het rapport «Grip op gegevensuitwisseling».5
De tweede wijziging gaat in elk geval over een aantal meer praktische en technische
punten in de P&C-cyclus van UWV en SVB. Zo wordt er in 2024 een pilot gedaan met een
nieuw proces rondom de jaarlijkse opdrachtbrief en de jaarplannen van de publieke
dienstverleners. Dit geeft de dienstverleners meer tijd om het jaarplan op te stellen.
Als dit proces goed verloopt, zal de regeling hiervoor worden aangepast.
Ten derde verwachten we op het niveau van een ministeriële regeling het eerste wetsvoorstel
verder uit te werken. Dat geldt zowel voor proactieve dienstverlening als voor de
publieke waarden waarover UWV en SVB verantwoording af gaan leggen. We kunnen nog
niet voorzien hoe dat in de tijd gaat lopen. Dat hangt namelijk sterk af van de parlementaire
behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer.
Onderwerpen die nog nadere uitwerking vergen
Een aantal onderwerpen in de Werkagenda SUWI is nog niet rijp genoeg om aan te kunnen
geven hoe en waar ze een plek gaan krijgen in de wijzigingsvoorstellen. We informeren
u wel graag over deze onderwerpen die we nader aan het verkennen en uitwerken zijn:
– Inkaderen onderzoeksbevoegdheden: bij dit onderwerp is het zoeken naar een balans tussen het opsporen van misbruik
van uitkeringen en de inbreuk die gemaakt wordt op iemands persoonlijke levenssfeer.
Het zoeken van die balans laten we aan een nieuw kabinet. Visie op de besturing van het stelsel van gegevensuitwisseling: naar aanleiding van de aanbevelingen in het rapport «Grip op gegevensuitwisseling»
ontwikkelen we met de SUWI-partijen een gezamenlijke, samenhangende visie op de besturing
van het stelsel van gegevensuitwisseling.6 Daar hoort ook bij dat we zoeken naar een manier waarop ook andere ketens dan de
SUWI-keten ondersteund kunnen worden door Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen
(BKWI) en Inlichtingenbureau (IB), zonder dat dit tot meer complexiteit in de besturing
leidt. We verwachten dat dit in de toekomst zal leiden tot aanpassingen in zowel de
Wet SUWI als onderliggende regelgeving.
– Loonaangifteketen: in de Wet SUWI is geregeld dat in de polisadministratie de gegevens uit de loonaangifteketen
worden geregistreerd. We voorzien dat het voor betrouwbare dienstverlening noodzakelijk
is dat we onderzoeken of de huidige wetgeving en de praktijk nog voldoen aan de eisen
van deze tijd. De komende tijd zullen we dat samen met de ketenpartners verder gaan
verkennen.
– Digitale dienstverlening UWV: op dit moment verkennen we met UWV of het passend is om artikel 32e van de Wet SUWI,
dat de digitale weg voor bepaalde berichten verplicht stelt, te schrappen of aan te
passen. Digitalisering biedt kansen om dienstverlening slimmer, persoonlijker en sneller
te maken. Tegelijk moet het altijd mogelijk zijn voor mensen om niet digitaal met
de overheid te communiceren. We willen dat de dienstverlening zo goed mogelijk aansluit
op de behoefte van mensen voor digitale of schriftelijke communicatie. Dat sluit ook
aan bij de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer.
– Arbeidsmarktinfrastructuur: over de aanpassingen in de arbeidsmarktinfrastructuur, die waarschijnlijk ook leiden
tot aanpassingen in de Wet SUWI, zullen wij u in het voorjaar nader informeren in
een aparte brief.
Door de Wet SUWI en de onderliggende regelgeving te moderniseren met als leidraad
publieke waarden als bestaanszekerheid, privacy en rechtmatigheid, komen mensen en
werkgevers meer centraal te staan in beleid en uitvoering. Daardoor zal het systeem
mensen beter ondersteunen en dus doen waarvoor het bedoeld is. Dat draagt bij aan
het vertrouwen in de overheid. Eind 2024 wordt u geïnformeerd over de voortgang van
de Werkagenda en wij gaan graag met u in gesprek over bovenstaande onderwerpen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen