Brief regering : Woningbouwimpuls zesde tranche en projecten in uitvoering
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1128
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Vandaag opent het zesde aanvraagtijdvlak van de Woningbouwimpuls (Wbi). Hiermee komt
er opnieuw een mogelijkheid voor gemeenten om een aanvraag in te dienen voor een project
waarin de publieke investeringen hoger uitvallen dan de gemeentelijke opbrengsten
uit kostenverhaal en grondverkoop. Met een bijdrage van het Rijk worden gemeenten
in staat gesteld om sneller meer betaalbare woningen te realiseren. Het loket van
de zesde tranche sluit op 12 februari 2024. Nadat het loket is gesloten beoordeelt
een onafhankelijke toetsingscommissie de binnengekomen aanvragen.
In aanloop naar de zesde tranche heb ik een aantal aanpassingen gedaan. Zo heb ik
de minimale projectomvang verlaagd naar 200 woningen voor alle gemeenten, in plaats
van de minimale projectomvang te koppelen aan de omvang van de gemeente. Met het verlagen
van die grens zijn er meer gemeenten die een kans maken op een rijksbijdrage. Mijn
verwachting is dat dit de effectiviteit van het instrument verder vergroot. Daarnaast
heb ik de urgentiescore iets aangepast. Gemeenten krijgen niet langer extra urgentiepunten
voor het hebben van een woondeal, maar de urgentiescore voor dit criterium is vanaf
nu ook gekoppeld aan de ambitie die in de huidige of herijkte afspraken (komt te)
staat. Als laatste heb ik, mede op aanraden van de toetsingscommissie, een herkansingsronde
ingebouwd. De herkansingsronde is bedoeld om gemeenten die worden afgewezen, sneller
de mogelijkheid te bieden hun aanvraag aan te passen, mochten er nog middelen over
zijn. Sinds de vierde tranche van de Woningbouwimpuls is het voor gemeenten makkelijker
gemaakt om gebundelde projectaanvragen in te dienen om aan de ondergrens van de minimale
projectomvang te voldoen. Ook in aanloop naar de zesde tranche moedig ik gemeenten
aan dit weer te doen.
Om uitvoering te geven aan het gewijzigd amendement van het lid Boulakjar1, wordt er binnen tranche 6 van de Woningbouwimpuls € 20 mln. gereserveerd voor projecten
op het gebied van studentenhuisvesting. Met de bekendmaking van de uitkomsten van
tranche 6 wordt bekendgemaakt om welke projecten het gaat en welk deel van het budget
dit betreft.
Stand van zaken Woningbouwimpulsprojecten in uitvoering
Sinds de start van de Woningbouwimpuls (Wbi) zijn vijf tranches uitgevoerd. Daarmee
draagt de Wbi bij aan de (versnelde) realisatie van 184.000 woningen, waarvan gemiddeld
66% betaalbaar, in 141 projecten verdeeld over 89 gemeenten. De voortgang van de projecten
die een bijdrage hebben ontvangen wordt jaarlijks gemonitord. Op verschillende momenten
in het jaar wordt via de SiSa-verantwoording, een enquête en voortgangsgesprekken
informatie verzameld over de voortgang van Wbi-projecten. Deze gegevens worden verwerkt
en gepubliceerd in een online voortgangsmonitor.2
Projecten worden nauwlettend in de gaten gehouden, zodat er tijdig ingegrepen kan
worden als de uitvoering van projecten anders verloopt dan is afgesproken. Zo wordt
onder andere het Expertteam Woningbouw ingezet bij het oplossen van knelpunten en
het beperken van de effecten daarvan binnen de kaders van de Wbi. Al dan niet na de
inzet van het Expertteam Woningbouw, is het soms noodzakelijk om de beschikking waarmee
de rijksbijdrage voorwaardelijk is gesteld aan de uitvoering van het project aan te
passen. In dat geval wordt beoordeeld of de wijziging substantieel is en of de wijziging
verwijtbaar is aan de gemeente. Inmiddels zijn er veertien van dit soort wijzigingsverzoeken
door mij behandeld. Een overzicht van de gewijzigde projecten staat op de publiek
toegankelijke voortgangsmonitor.
De wijzigingsverzoeken hebben voornamelijk betrekking op de planning van de projecten
en het niet halen van de eerste deadline. Alle projecten uit de eerste tranche van
de Woningbouwimpuls zouden in september 2023 gestart moeten zijn met de bouw van de
eerste woningen. 16 van de 27 projecten zijn inmiddels gestart. Bij 11 van de 27 projecten
is dat niet gelukt. Gemiddeld bedraagt de vertraging 15 maanden. Vaak wordt deze vertraging
weer ingehaald wanneer de bouwstroom eenmaal op gang is. De oorzaken variëren, maar
de meest voorkomende vertragingsfactoren zijn (1) de lange wachttijden bij Raad van
State (RvS), (2) de gestegen bouwkosten en hogere rente en (3) de complexiteit van
gebiedsontwikkeling, zoals versnipperd grondeigendom en het type grondbeleid.
Momenteel worden oplossingen gezocht voor deze vertragingsfactoren. Zo wordt de vertraging
bij RvS-procedures onderzocht in actielijn 2 uit het programma Woningbouw «sneller
van initiatief naar realisatie». Ook hebben we de startbouwimpuls ontwikkeld om projecten
met economische tegenwind een steuntje in de rug te geven. De deadline voor de tweede
tranche projecten is februari 2024. Voor deze projecten wordt binnenkort duidelijk
hoeveel de deadline van startbouw gehaald hebben. Deze informatie zal dan beschikbaar
worden in de online voortgangsmonitor.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties