Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2789
BRIEF VAN MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november
2023.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 27 NOVEMBER 2023
Introductie
Op 27 november 2023 vond onder Spaans voorzitterschap de Raad Buitenlandse Zaken Handel
plaats in Brussel. Tijdens de Raad is gesproken over de voorbereidingen voor de 13e Ministeriële Conferentie (MC13) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO); de akkoorden
tussen de Europese Unie (EU) en Chili; de handelsrelatie tussen de EU en de Verenigde
Staten (VS); en het rapport van de Europese Commissie (Commissie) over de implementatie
van handelsafspraken met derde landen. Daarnaast wisselde de Raad tijdens de informele
lunchbespreking van gedachten over lopende onderhandelingen over bilaterale handelsakkoorden.
Voorbereidingen WTO MC13
De uitvoerend Vice-President van de Europese Commissie, Valdis Dombrovskis, informeerde
de Raad over de stand van zaken in de aanloop naar WTO MC13. De conferentie zal plaatsvinden
in de week van 26 februari 2024 in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten. Drie
maanden voor MC13 ziet de Commissie nog veel uitdagingen om tot een betekenisvol pakket
aan uitkomsten te komen.
De Commissie zette de prioriteiten voor de EU de komende maanden uiteen. Zo wil de
EU in de aanloop naar MC13 voortbouwen op de successen van MC12 en ziet in dat kader
onder andere mogelijkheden tot totstandkoming van een vervolgakkoord op visserijsubsidies,
waarin subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit worden ingeperkt.
Daarnaast wil de EU inzetten op hervorming van de WTO. Hervorming en herstel van het
geschillenbeslechtingssysteem per 2024 – zoals overeengekomen tijdens MC12 – is hierbij
van groot belang. Voorts wil de EU inzetten op aangescherpte regels voor een mondiaal
gelijk speelveld, in het bijzonder op het gebied van industriële subsidies. Een aantal
andere onderwerpen dat in de ogen van de EU prioriteit moet krijgen in aanloop naar
en tijdens MC13 is het versterken van WTO-afspraken omtrent wereldwijde voedselzekerheid,
verdere integratie van milieuaspecten in de WTO-agenda en de inzet op plurilaterale
initiatieven zoals het Joint Statement Initiative inzake e-commerce.
De genoemde prioriteiten van de Commissie werden door een groot aantal lidstaten verwelkomd,
waaronder door Nederland. In lijn met de eerder aan de Kamer gestuurde kaderinstructie
voor WTO MC13 benadrukte Nederland onder andere het belang van volledig herstel van
het WTO geschillenbeslechtingssysteem en de noodzaak het gelijk speelveld voor industriële
producten hoger op de WTO agenda te zetten. Ook steunt Nederland de EU inzet voor
wat betreft verdere integratie van duurzaamheidsafspraken, waaronder afspraken ten
aanzien van milieu en klimaat, in de WTO agenda. Daarnaast bepleit Nederland afronding
van lopende onderhandelingen, waaronder de onderhandelingen over visserijsubsidies
en over e-commerce.
Besluitvorming over de akkoorden tussen de EU en Chili
Na een korte introductie van het Spaanse voorzitterschap informeerde de Commissie
de Raad over de stand van zaken ten aanzien van de ondertekening van het nieuwe kaderverdrag
– het Advanced Framework Agreement – en het nieuwe handelsakkoord tussen de EU en Chili.1 Ondertekening van beide verdragen is nog voor het eind van dit jaar voorzien. De
lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan ondertekening van het nieuwe handelsakkoord
te steunen. Nederland benadrukte daarbij het belang van het akkoord in het kader van
het aanhalen van banden met gelijkgestemde derde landen en het verzekeren van toegang
tot grondstoffen. Nederland benadrukte daarnaast het belang van goede implementatie
van de duurzaamheidsafspraken in het verdrag.
Handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten
De Commissie gaf de Raad een update over de handelsbetrekkingen tussen de EU en de
Verenigde Staten. De Commissie stelde daarbij vast dat de resultaten op handelspolitiek
terrein tijdens de EU-VS Top van 20 oktober jl. teleurstellend waren. Sinds deze bijeenkomst
is er geen noemenswaardige voortgang geboekt op het gebied van het beoogde Global Sustainable Arrangement (GSA) inzake staal en aluminium en het beoogde Critical Minerals Agreement (CMA). De Commissie gaf aan ten aanzien van het EU-VS staal en aluminium dispuut
te streven naar een verlenging van de status quo, waarbij de Commissie nog wel inzet
op stroomlijning van het door de VS gehanteerde quotasysteem voor de import van staalproducten
uit de EU. Een verlenging van de status quo wil zeggen dat voor 31 december a.s. de
huidige Europese opschorting van de rebalancerende maatregelen op Amerikaanse importen
wordt verlengd evenals de Amerikaanse quota voor staal- en aluminium producten uit
de EU, die daarmee gevrijwaard blijven van extra tariefheffingen. De lidstaten hebben
collectief opgeroepen tot het vermijden van escalatie van het staalconflict, waarbij
ook brede steun bestaat voor de inzet van de Commissie gericht op vereenvoudiging
van het door de VS gehanteerde quotasysteem. Nederland heeft daarbij ook benadrukt
dat het belangrijk is om tijdig uitsluitsel te geven over de verlenging van de huidige
situatie, ten behoeve van exporteurs en importeurs.
Er is nog geen datum gevonden voor de volgende bijeenkomst op politiek niveau van
de Trade and Technology Council (TTC). Op dit moment is de verwachting dat deze pas begin 2024 plaats zal kunnen
vinden en niet aan het einde van dit jaar zoals eerder voorzien. De Commissie schetste
daarbij de volgende prioriteiten voor deze bijeenkomst: samenwerking in de groene
transitie; implementatie van het Transatlantic Initiative on Sustainable Trade (TIST); handelsfacilitatie en stroomlijning van conformiteitsbeoordelingen; en economische
veiligheid. Ook zal de Commissie aandacht besteden aan de verdere institutionalisering
van de TTC, waar Nederland steun voor heeft uitgesproken.
AOB
Implementatie handelsovereenkomsten
Onder AOB besprak de Raad het recent gepubliceerde rapport van de Commissie over de
implementatie en handhaving van bestaande handelsafspraken.2 Het rapport richt zich op vier prioriteiten: bevordering van de benutting van handelsakkoorden,
internationalisering van het Europese MKB, opheffing van handels- en investeringsbarrières,
en inzet van geschillenbeslechting. Er was in de Raad veel waardering voor het rapport.
Voorts is door een lidstaat onder dit agendapunt aandacht gevraagd voor de aankomende
infasering van stringentere oorsprongsregels voor elektrische voertuigen en batterijen,
zoals overeengekomen met het VK in de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Dit maakt
het moeilijker om bij de bilaterale handel tussen de EU en het VK in aanmerking te
komen voor tariefpreferenties voor deze producten. Dit werd door meerdere lidstaten
gesteund. De Commissie is momenteel in overleg met het VK met het oog op het vinden
van een oplossing.
Lunchbespreking
Bilaterale handelsrelaties
Tijdens de lunch stond de Raad kort stil bij de stand van zaken van de lopende onderhandelingen
over handelsakkoorden. Commissaris Dombrovskis gaf een overzicht van de stand van
zaken van de onderhandelingen met de Mercosur-landen, de voorziene ondertekening van
het EU-Kenia Economisch Partnerschapsakkoord en de mogelijkheid met andere landen
zogenaamde Duurzame Investeringsfacilitatieakkoorden (Sustainable Investment Facilitation Agreements, «SIFA’s») aan te gaan, na het eerder bereikte SIFA met Angola.3 Ook werd gesproken over de ontwijking van sancties ten aanzien van de Russische Federatie.
Nederland gaf aan pas een positie in te nemen over een mogelijk EU-Mercosur akkoord
op het moment dat dat daadwerkelijk aan de lidstaten wordt voorgelegd voor besluitvorming.
Het kabinet bepleitte daarbij wederom dat een EU-Mercosur akkoord een integraal associatieakkoord
blijft.4 Voorts gaf het kabinet aan het EU-Kenia Economisch Partnerschapsakkoord te kunnen
steunen en verder werk ten aanzien van SIFA’s tegemoet te zien.5 Nederland stemde eerder reeds in met de SIFA tussen de EU en Angola.6
Overig
Aanname herziene PEM-Conventie
Op 7 december a.s. zal het Gemengd Comité van de Regionale Conventie inzake de pan-Euro-mediterrane
preferentiële oorsprongsregels (het Gemengd Comité PEM) bijeenkomen voor een formele
stemming over de herziene PEM-conventie. Uw Kamer is geïnformeerd over de voortgang
van de onderhandelingen via de voortgangsrapportages handelsakkoorden.7 Nederland steunt de herziene conventie omdat deze het gebruik van tariefpreferenties
stroomlijnt en daarmee vergemakkelijkt.
De PEM-conventie inzake preferentiële oorsprongsregels stelt gemeenschappelijke oorsprongsprotocollen
vast binnen een netwerk van vrijhandelsakkoorden tussen de verschillende verdragslanden.
Dit is een brede groep landen in de Euro-mediterrane regio en omvat de EU, de EFTA-landen,
de deelnemers aan het Barcelona-proces en deelnemers aan het EU-stabilisatie- en associatieproces.
De conventie trad op 1 mei 2012 in werking. Vooruitlopend op de aanname en inwerkingtreding
van de herziene PEM-conventie door alle verdragslanden, onderhandelt de EU met de
individuele verdragslanden over zogenoemde «overgangsregels». Deze gemoderniseerde
oorsprongsregels zijn van toepassing naast de bepalingen van de oorspronkelijke PEM-conventie
totdat de herziene PEM-conventie in werking treedt. Een groot aantal partijen past
de overgangsregels reeds op bilaterale basis toe, in afwachting van de goedkeuring
van de herziene conventie door alle PEM-landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking