Brief regering : Nationale Aanpak Biobased Bouwen
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
32 847
Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 286
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van I&W, de Minister van LNV, de
Minister van EZK en de Minister voor K&E, de Nationale Aanpak Biobased Bouwen aan.
Deze aanpak heeft als doel een markt voor biobased bouwen te ontwikkelen. Dit gebeurt
via het bevorderen van de teelt van biogrondstoffen, de opschaling van de verwerkingscapaciteit
en een veel bredere toepassing van biogrondstoffen in bouwmaterialen. De aanpak beschrijft
welke acties de komende jaren ingezet worden om de markt voor biobased bouwmaterialen,
die nu nog kleinschalig is, versneld op te schalen. Deze aanpak ondersteunt de verdere
verduurzaming van de landbouw, industrie en gebouwde omgeving, en draagt bij aan een
meer circulaire bouweconomie, natuurontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
De milieu- en klimaatimpact van de bouw moet verder omlaag
Nederland staat de komende jaren voor een grote uitdaging in de bouw: er is een grote
nieuwbouw- en renovatieopgave van gebouwen en infrastructurele bouwwerken, terwijl
de milieu- en klimaatimpact van het bouwproces omlaag moet. De bouwsector legt een
zwaar beslag op het gebruik van primaire (abiotische) grondstoffen en stoot te veel
CO2 uit. Om de milieu- en klimaatimpact van de bouwsector te beperken, is het noodzakelijk
om op een andere manier te gaan bouwen. Dit kan onder andere door het beter benutten
van de bestaande gebouwenvoorraad1, door hergebruik van materialen of de toepassing van meer duurzame bouwmaterialen.
Het bouwen met natuurlijke materialen die steeds weer aangroeien – oftewel, biobased
bouwen – zorgt niet alleen voor CO2-reductie in het productieproces, maar ook voor de langdurige vastlegging van CO2 (in de vorm van koolstof) in bouwwerken. Daarnaast leidt de toepassing van biobased
bouwmaterialen tot een verminderd beslag op primaire abiotische grondstoffen, een
belangrijke pijler in de transitie naar een circulaire economie.2 Kortom, door te bouwen met natuurlijke materialen als vlas, vezelhennep of stro kan
de milieu- en klimaatimpact van de grote bouwopgave worden beperkt en op een meer
duurzame wijze worden ingevuld.
Via het telen van de benodigde gewassen krijgen de Nederlandse boeren de beschikking
over een duurzaam verdienmodel als producent van bouwmaterialen, terwijl bouwers over
voldoende (en duurzame) grondstoffen kunnen beschikken. Na verwerking kunnen de biogrondstoffen
worden toegepast in woningen, utiliteitsgebouwen en infrastructurele bouwwerken. Vezelgewassen
zijn vooral interessant voor boeren die extensiveren: veel van deze gewassen hebben
geen of nauwelijks meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en water nodig, waardoor
ze goed toepasbaar zijn in gebieden met problematiek ten aanzien van stikstof, waterkwaliteit
en biodiversiteit. De Handreiking Bouwen met de Boer beschrijft hiervoor een aantal
handelingsperspectieven voor boeren gericht op gebiedsontwikkeling met ruimtelijke
kwaliteit.
Doelen en beoogde resultaten van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen
Het hoofddoel van deze aanpak is om bij te dragen aan nationale doelstellingen op
het gebied van CO2-reductie, stikstofreductie, circulaire economie, natuur- en biodiversiteit en ruimtelijke
kwaliteit. De overheid neemt hierin het voortouw door ambitieuze doelen op de middellange
termijn uit te spreken en bijpassende beleidsinstrumenten in te voeren, gericht op
de verdere ontwikkeling en opschaling van een markt voor biobased bouwmaterialen.
De aanpak moet leiden tot de grootschalige teelt, verwerking en toepassing van biobased
materialen. Het streven is om in 2030 tenminste 25 producerende ketens van boeren,
verwerkers en bouwers te hebben en om de teelt van vezelgewassen voor bouwmaterialen
te laten toenemen van ca. 2.000 hectare naar 50.000 hectare. De verwerkingscapaciteit
is nu nog beperkt en moet groeien naar minimaal 400.000 ton vezels per jaar. De ambitie
is dat 30% van de materialen bij de renovatie/nieuwbouw van gebouwen in 2030 biobased
is en dat biobased materialen steeds meer worden toegepast bij infrastructurele bouwwerken
(zoals straat- en wegmeubilair, in asfalt en oeverbeschoeiingen).
Kernactiviteiten van de Nationale Aanpak
Om de potentie van biobased bouwen te realiseren, zal een transitie in zowel de bouw-
als landbouwsector moeten plaatsvinden. Deze transitie kan alleen succesvol zijn als
er vertrouwen ontstaat in de markt. Boeren willen zekerheid dat de biogrondstoffen
daadwerkelijk worden afgenomen. Bouwers vragen duidelijkheid over de levering van
de materialen. En verwerkers moeten het vertrouwen hebben dat er voldoende volume
is om te investeren in verwerkingsfaciliteiten. Dit kost tijd en het vereist, naast
passend beleid vanuit de overheid, sterke regionale ketens in het land waar partijen
langjarige afspraken maken over afzet, prijzen en kwaliteit. Het vormen van (regionale)
ketens van boeren, verwerkers en bouwers is dan ook de kern van deze aanpak.
Er wordt een breed palet aan maatregelen ingezet om de markt voor biobased bouwmaterialen
van de grond te krijgen. De vraagkant wordt onder andere gestimuleerd door de aanscherping
van de milieuprestatie-eis voor gebouwen (met zwaardere sturing op CO2), een financiële bonus voor biobased isolatie in de subsidieregelingen voor woningeigenaren
en een biobased indicator in de uitvragen van opdrachtgevers.3 De verwerkende industrie krijgt een financiële stimulans via een regeling om productiefaciliteiten
op te zetten. Voor boeren is vooral belangrijk dat ze kunnen meedoen in ketens van
boer, verwerker en bouwers, ondersteund via langjarige afspraken. Verder wordt onderzocht
of carbon credits de inkomsten van boeren die vezels telen kunnen verbeteren.
Tot slot
Er is een transitie naar een biobased economie nodig in zowel de bouwsector als de
landbouwsector om de maatschappelijke uitdagingen in deze sectoren het hoofd te kunnen
bieden. Met deze Nationale Aanpak realiseren we de condities voor de ontwikkeling
en verdere opschaling van de markt voor biobased bouwen. Na afloop van de eerste fase
(2023–2025) vindt een evaluatie van de aanpak plaats. Deze richt zich zowel op de
effectiviteit va de beleid- en uitvoeringsstructuur in deze privaat-publieke samenwerking,
als op de wijze waarop teelt, verwerking en toepassing van biogrondstoffen verder
kan worden opgeschaald.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties